OPDRACHTKAART NB-02-02-01 Vouwslagen Voorkennis: geen Intro: Bij het vervaardigen van drukwerk worden de bedrukte planovellen bewerkt. Een van de bewerkingen is het vouwen van de vellen. Dat gebeurt met vouwmachines. Die kan je instellen voor verschillende vouwslagen. In deze opdracht gaan we de verschillende vouwslagen handmatig maken. Doelen: Aan het eind van deze opdracht kun je: verschillende vouwslagen handmatig maken nauwkeurig meten en omgaan met vouwbeen en bordschaar Aan het eind van deze opdracht ken je: de namen van de vouwslagen de begrippen inslagschema en katern de begrippen buitendruk en binnendruk Activiteiten: Lees de tekst De vouwslagen. Maak de toets. Maak de praktijkopdracht. Vul de checklist in. Vul de evaluatie in. Maak de eindtoets. Tijd: Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren: theorie bestuderen: 0,5 lesuur toets maken: 0,5 lesuur praktijkopdracht maken: 1,5 lesuren eindtoets maken: 0,5 lesuur Materiaal: tekst De vouwslagen praktijkopdracht checklist evaluatie Beoordeling: Laat de docent de 5 gevouwen vellen controleren. Laat de docent de uitwerkingen controleren: de checklist de evaluatie Vraag nu aan de docent: de eindtoets
Theorie NB-02-02-02 De vouwslagen De vouwwijze hangt af van het product dat gemaakt wordt. De vouwer ziet aan het vouwmodel welke vouwslagen hij moet gebruiken. Aan het inslagschema en de vouwlijnen op het drukvel kan hij precies zien wat de bedoeling is. Daarover gaat deze tekst. We gaan vier vouwslagen nader bekijken, de parallelvouw, de wikkelvouw, de zigzagvouw en de kruisvouw. Door een vel 1 slag parallel te vouwen ontstaan 4 pagina s. Maar we kunnen ook 2 slagen parallel vouwen. Dan hebben we 8 pagina s. De parallelvouw zie je vaak bij folders. Bij een kruisvouw staat de tweede vouw haaks op de eerste, de derde haaks op de tweede. Met elke kruisslag verdubbelt het aantal pagina s, kijk maar: 2 slagen kruis: 8 pagina s; 3 slagen kruis: 16 pagina s; 4 slagen kruis: 32 pagina s. Je ziet het al, de kruisvouw wordt veel gebruikt voor het vouwen van katernen voor brochures of boeken. Let op: De officiële naam van 2 slagen kruis is: 1 slag parallel + 1 slag kruis Hulptekens Er worden verschillende hulptekens voor de nabewerker meegedrukt. Hieronder zie je een aantal voorbeelden. Deze wikkelvouw bestaat uit 2 vouwslagen. Hij levert 6 pagina s op. Ook de wikkelvouw wordt vaak voor het vouwen van folders gebruikt. Snijden en vouwen Aan de snij- en vouwlijnen kan je herkennen wat de bedoeling is. Je ziet wat de bewerkingen zijn en je krijgt een idee van het eindproduct. Kijk maar naar de onderstaande afbeelding. Dit product wordt rondom schoongesneden en twee keer gevouwen (kruisvouw). De zigzagvouw bestaat uit minimaal twee vouwslagen. Vaak worden meer slagen gebruikt. Denk aan folders en landkaarten.
Theorie NB-02-02-03 Aanlegteken Het aanlegteken geeft aan welke hoek van de vellen als aanleghoek gebruikt wordt. Als dit teken niet meegedrukt is, tekent de drukker met een stift bij de aanleghoek strepen op de zijkanten van de stapel. Inslagschema s Op de drukvellen staan dus vouwtekens. Hieraan kan je zien waar de vouwen moeten komen. De vouwtekens zijn als stippellijnen in de marge aangegeven. Bekijk de onderstaande tekening. De aanleghoek van de drukker is ook de aanleghoek van de snijder. De vellen zijn in register gedrukt en moeten ook in register gesneden en gevouwen worden. In register betekent dat de afdruk op elk vel op dezelfde plaats staat. Dus de marge is dan bij alle producten gelijk. Dit vel wordt 1 slag parallel gevouwen. Daardoor ontstaan er 4 pagina s. Als we niet de aanleghoek van de drukker gebruiken, wordt het product niet mooi. Kijk maar naar de producten op de afbeelding hieronder. Dit vel wordt 2 slagen kruis gevouwen. Er ontstaat dus een katern van 8 pagina s. De witmarge is niet overal gelijk. Een 16 pagina-katern wordt 3 slagen kruis gevouwen.
Theorie NB-02-02-04 Als een katern gevouwen is staat altijd het laagste paginacijfer op de voorkant. Het hoogste paginacijfer staat altijd op de achterkant van een katern. Je ziet hieronder de buitendruk en de binnendruk van een 8 pagina-katern. Het laagste en hoogste paginacijfer staan altijd op de buitendruk. buitendruk van een 8 pagina-katern binnendruk van een 8 pagina-katern
Toets NB-02-02-05 Vouwslagen Vraag 1 Hier zie je verschillende vouwslagen. Er staan nummers bij. Schrijf de namen van de vouwslagen achter de nummers. 1 2 3 4 Vraag 2 Welke vouwslagen worden veel gebruikt voor folders? Schrijf de juiste vouwslagen op: Vraag 3 Hier zie je verschillende vouwslagen. Kruis de zigzagvouw aan. Vraag 4 Hoeveel pagina s ontstaan er na een wikkelvouw? Probeer het uit met een vel A4. O2 pagina s O4 pagina s O6 pagina s O8 pagina s
Toets NB-02-02-06 Vraag 5 Bekijk de verschillende folders. Welke is 2 slagen parallel gevouwen? Kruis de juiste folder aan. Vraag 6 Hoeveel pagina s ontstaan er na 1 x parallel en 1 kruisslag? Probeer het uit met een vel A4. O4 pagina s O8 pagina s O 16 pagina s O 32 pagina s Vraag 7 Hoeveel pagina s ontstaan er na 1 x parallel en 2 kruisslagen? Probeer het uit met een vel A4. O4 pagina s O8 pagina s O 16 pagina s O 32 pagina s Vraag 8 Je ziet hier een vel van een stapel die verwerkt moet worden. Kijk naar de hulptekens. Dit worden katernen van... O... 2 pagina s O... 4 pagina s O... 8 pagina s O... 16 pagina s
Toets NB-02-02-07 Vraag 9 Bekijk het inslagschema. Welk paginacijfer ontbreekt er? pagina Vraag 10 Bekijk de afbeelding. Lees de onderstaande beweringen. Kruis ALLE juiste beweringen aan. O Dit is een 8 pagina-katern. O Dit is een 16 pagina-katern. O Dit is de buitendruk. O Dit is de binnendruk. O Dit wordt een zigzagvouw. ODit wordt een wikkelvouw. O Dit wordt een kruisvouw.
PRAKTIJKOPDRACHT NB-02-02-08 Vouwslagen maken Dit ga je maken: - oplage: 5 gevouwen vellen, verschillende vouwslagen eindformaat: A 5 vouwslag 1: 1 x parallel [4 pag] vouwslag 2: 2 x parallel [8 pag] vouwslag 3: wikkel vouwslag 4: zigzag vouwslag 5: kruis Dit heb je nodig: 5 vel houtvrij papier, formaat 61 x 43 cm liniaal, potlood, pen en papier rekenmachine vouwbeen bordschaar Voorbereiden Leg alle spullen klaar die je nodig hebt. Zorg ervoor dat je handen schoon zijn. Dit ga je doen: Je moet 5 verschillende vouwslagen maken. Elke vouwslag maak je volgens de onderstaande stappen A en B. A Het formaat berekenen en snijden 1. Bekijk de vouwslag in de theorie. 2. Het eindformaat is A5. Schrijf de maten van A5 op een blaadje. 3. Bereken welk formaat je moet snijden. Noteer dit op het blaadje. 4. Geef op het vel met potloodlijnen aan waar je moet snijden. 5. Snijd het vel met de bordschaar. B De plaats van de vouw/en berekenen 1. Bereken waar de vouw moet komen en geef dit aan met potlood. 2. Vouw het vel. Doe dit zorgvuldig. 3. Schrijf op het gevouwen vel de naam van de vouwslag. 4. Schrijf op het gevouwen vel de maten van het vel. C Opruimen en inleveren 1. Als de 5 gevouwen vellen klaar zijn, ruim je alles op. 2. Lever de 5 gevouwen vellen in.
Checklist NB-02-02-09 Vouwslagen Leerling Docent Heb je de 5 verschillende vouwslagen gemaakt? O O Hebben alle gevouwen vellen het juiste eindformaat? O O Zijn ze netjes gevouwen? O O Zijn de vellen schoon? O O Staan de namen van de vouwslagen erop? O O Staan de maten erop? O O Is de werkplek goed opgeruimd? O O
Evaluatie NB-02-02-10 Vouwslagen 1. Had je voldoende tijd voor deze opdracht? 2. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht? 3. Wat vond je makkelijk aan deze opdracht? 4. Wat zou je de volgende keer anders doen? 5 Geef jezelf een beoordeling: Ozeer onvoldoende want Oonvoldoende want O matig want Ovoldoende want Oruim voldoende want Ogoed want Ozeer goed want Eindbeoordeling: Cijfer:
Eindtoets NB-02-02-11 Vouwslagen Vraag 1 Hoeveel zigzagvouwen zie je hier? Vraag 2 Hoe heet deze vouw? Vraag 3 Hoe heet deze vouw?
Eindtoets NB-02-02-12 Vraag 4 Hoe heet deze vouw? Vraag 5 Hoe moet dit vel gevouwen worden? Vraag 6 Hoeveel pagina s ontstaan er na 1 x parallel en 1 x kruisslag? Kruis het juiste antwoord aan. O4 pagina s O8 pagina s O 12 pagina s O 16 pagina s Vraag 7 Hoeveel pagina s ontstaan er na een wikkelvouw? Kruis het juiste antwoord aan. O4 pagina s O6 pagina s O8 pagina s O 10 pagina s
Eindtoets NB-02-02-13 Vraag 8 Hoe noemen we gevouwen drukvellen voor boeken? Vraag 9 Hiernaast zie je een buitendruk. Zet de paginacijfers erop. Vraag 10 Bekijk dit inslagschema van een 16 pagina-katern. Welk paginacijfer ontbreekt er?