Ascert BCA Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus AE Oisterwijk

Vergelijkbare documenten
Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk. Tel: Rabobank NL79RABO KvK Arnhem BTW NL B01.

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk.

Postbus AE Oisterwijk.

Bijlage G Model werkplan

Clevers Asbestsanering

Stelselwijzing arbo-certificaten en de gevolgen voor asbest

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen

Toelichting op Certificatieschema Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering. Sijmen Versteegt december 2016

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

8e Landelijke Asbest Praktijkdag PRAKTIJKSESSIES

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Kiwa Bezwaarprocedure. Versie

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

Nederlandse Mededingingsautoriteit

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:RVS:2015:1768

U I T S P R A A K

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

Checklijst projectcontrole SC-530

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1. Inleiding en procedure

Onderwerp Beslissing op bezwaar van Vopak Terminal Europoort B.V. van 9 november 2017

1. Verloop van de procedure

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203181_OV Zaaknummer: / /

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

U I T S P R A A K

1. Verloop van de procedure

BESLUIT. 4. Bij brief van 17 september 2002, bij de NMa ingekomen op 18 september 2002, heeft Heijmans tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

ECLI:NL:RBDHA:2016:2510

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / deze uitspraak

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Bezwaar maken - hoe en wat

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet.

Landelijke Bezwarencommissie Schoolbestuursbeslissingen (mr. B.K. Olivier, D. van As, mr.drs. F.H.J.G. Brekelmans)

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

Risico: blootstelling aan asbest in ruimtes die onderdeel zijn van het energie transport- en distributie net

Beslissing op bezwaar

SCA Certificaatmodellen Sc-810 versie 02,

Eindbeoordelaar Asbestlaboratoria Basiskennis en visuele inspectie van de Eindbeoordeling

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Leiden. U heeft een bezwaarschrift ingediend. Wat nu?

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) en de Gemeentewet;

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Regeling behandeling bezwaar- en beroepschriften Onderwijsgroep Galilei 2016

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Gemeente Albrandswaard

ECLI:NL:RBOBR:2017:1690

Pagina 1/6. Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013

Jaarverslag Jaarverslag Adviescommissie voor de bezwaarschriften kamer sociale aangelegenheden gemeente Bergen op Zoom

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Datum Betreft beslissing op bezwaar met betrekking tot het dwangsombesluit Wapse

U I T S P R A A K

Transcriptie:

Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 085 047 11 80 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 Met verwijzing naar haar advies BCA 15006 stelt de commissie voorop dat de afwijkingen worden getoetst op de toetspunten in bijlage H van SC- 530. De vaststelling van een categorie afwijking en de oplegging van een sanctie is een belastend besluit. Daaruit volgt dat het aan [de CKI] is te bewijzen dat aan een toetspunt is voldaan. Op grond van de door de Inspectie ISZ gedane constatering en de door de medewerkers van [bezwaarmaker] afgelegde verklaringen moet worden geconcludeerd dat de hoogwerker bij de asbestsanering is gebruikt, daardoor met asbeststof in aanraking is geweest en als asbestbesmet moeten worden aangemerkt. Op grond van artikel 7.15.11 van SC-530 dienen de gebruikte gereedschappen na afloop van de sanering te worden vrijgemaakt van bronnen met secundaire asbestvezelemissie. Dit is niet gebeurd. Het geconstateerde feit is terecht als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd. Voor vaststelling van een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 45 is het aan [de CKI] om te bewijzen dat zich nog als asbesthoudend/besmet te beschouwen resten afkomstig uit het asbestverwijderingswerk op de saneringslocatie bevonden. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 5 november 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2014:13245) heeft [bezwaarmaker] terecht betoogd dat het bij toetspunt nr. 12a niet gaat om de kwaliteit van het toezicht, maar enkel of (voldoende) DTA-ers op de werkplek aanwezig zijn. Toetspunt nr. 12a ziet niet op de kwaliteit van het toezicht. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, is de intrekking niet als een straf aan te merken. De op grond van het Asbestverwijderingsbesluit en SC-530 door de CKI op te leggen sancties dienen te worden aangemerkt als herstelsancties en niet als bestraffende sancties als bedoeld in artikel 5:2 van de Awb. In (onder meer bijlage I van) SC-530 worden de sancties ook als herstelsancties aangeduid. De sancties worden opgelegd in het belang van het leven en de gezondheid van mensen. Met de intrekking van het certificaat wordt beoogd [bezwaarmaker] als certificaathouder de gelegenheid te bieden orde op zaken te stellen en de nodige maatregelen te treffen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zodat afwijkingen in de toekomst worden voorkomen. Na twaalf maanden kan [bezwaarmaker] een nieuw certificaat aanvragen. Niet blijkt dat met de intrekking is beoogd leed toe te voegen. Van het opleggen van een straf is daarom geen sprake. Dat de maatregel ingrijpende gevolgen voor de betrokken onderneming heeft, maakt dit niet anders. BCA 15015 Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

blad 2 Het bezwaar [Gemachtigde] maakt bij brief van 30 juni 2015 bezwaar namens [bezwaarmaker] tegen het besluit van 24 juni 2015 van [de CKI]. Bij het bestreden besluit heeft [de CKI] de bij een asbestsanering in Strijp T te Eindhoven geconstateerde afwijkingen projectlocatie toetspunten nrs. 1, 12a, 27, 37, 40, en 45 in bijlage H van SC-530 vastgesteld als categorie II-afwijkingen (AHZ-JK015-II/01, AHZ-JK015-II/02, AHZ-JK015-II/03, AHZ-JK019-II/01, AHZ- JK019-II/02 en AHZ-JK026-II/01). Daarnaast zijn er in de afgelopen twaalf maanden nog een tweetal categorie II-afwijkingen (AHZ-JW05C-III/01 en AHZ- JW13C-II/01) uitgeschreven. Doordat met toepassing van artikel 5.5.2.3 (verzwaring) sprake is van een categorie I-afwijking, heeft [de CKI] het certificaat van [bezwaarmaker] per 15 juli 2015 ingetrokken. De procedure Bij uitspraak van 23 juli 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant het bestreden besluit geschorst tot en met zes weken na de bekendmaking van het besluit op bezwaar. Naar aanleiding van het bezwaar heeft [de CKI] bij brief van 17 september 2015 een verweerschrift ingebracht. Betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord tijdens een op 9 oktober 2015 gehouden hoorzitting. Het van deze zitting gemaakte verslag is bij dit advies gevoegd. Op de hoorzitting is afgesproken dat [de CKI] de video opname, waarnaar in de boeterapporten en een bestreden besluit wordt verwezen, zal vrijgeven. Bij brief van 26 oktober 2015 heeft [gemachtigde] namens [bezwaarmaker] hierop een reactie gegeven. De ontvankelijkheid Het bezwaarschrift voldoet aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt, zodat het bezwaar ontvankelijk is. De gronden van bezwaar [Bezwaarmaker] voert - kort weergegeven - de volgende gronden van bezwaar aan. - De gestelde overtredingen dienen in perspectief te worden gezien. Het ging op Strijp T te Eindhoven om een uiterst omvangrijke en complexe sanering. Overal in de omgeving lag asbest. [Bezwaarmaker] heeft zich tot het uiterste ingespannen het asbest zo spoedig mogelijk te saneren. - Het gaat hier om een punitieve sanctie. Dat betekent dat aan de bewijsvoering van de overtredingen en aan de motivering van het sanctiebesluit strenge eisen worden gesteld. Pas met het bestreden besluit heeft [bezwaarmaker] stukken van het dossier van de Inspectie ISZW ontvangen, waarop het besluit tot intrekking van het certificaat is gebaseerd. In het besluit AHZ-JK026-II/01 wordt naar videomateriaal gewezen, dat [bezwaarmaker] niet kent. Het is onrechtmatig en onaanvaardbaar dat een besluit op grond waarvan een bedrijf moet sluiten, wordt gebaseerd op stukken die bij het bedrijf niet bekend zijn.

blad 3 - AHZ-JK015-II/01: toetspunt nr. 40 [De CKI] heeft niet gemotiveerd / bewezen dat de hoogwerker met asbeststof in aanraking is geweest. Verder was de plaats waar de hoogwerker uit wegreed op 22 februari 2015 al vrijgegeven. - AHZ-JK015-II/02: toetspunt nr. 27 De deco-unit was gekoppeld aan het werkgebied, doordat de deco-unit direct naast het werkgebied stond, zodat men van het werkgebied direct de deco-unit binnen kon gaan om zich te ontsmetten en om te kleden. Doordat de deco-unit één stap buiten het gele lint was geplaatst, werd geen asbeststof in de omgeving verspreid. - AHZ-JK015-II/03: toetspunt nr. 45 Toetspunt nr. 45 wordt pas overtreden indien er na afloop van de werkzaamheden toch nog asbest wordt aangetroffen. Dat was echter niet het geval. De werkplek was al vrijgegeven. [Bedrijf] had echter in het vrijgaverapport het vrijgegeven gebied per abuis verkeerd beschreven. [Bedrijf] heeft dit later gecorrigeerd. - AHZ-JK019-II/01: toetspunt nr. 12a Toetspunt nr. 12a is niet overtreden, nu één DTA toezicht hield op twee DAV-ers die samen in één werkbak van de hoogwerker stonden. Toetspunt nr. 12a vereist toezicht, maar niet een bepaalde mate van kwaliteit van toezicht. - AHZ-JK019-II/02: toetspunt nr. 37 Ter onderbouwing van overtreding van toetspunt nr. 37 verwijst [de CKI] naar videomateriaal dat [bezwaarmaker] niet kent. Het in afwijking van het werkplan toepassen van de glove-bag methode is geen overtreding van toetspunt nr. 37. De medewerkers van [bezwaarmaker] hebben wel degelijk de leiding inclusief metalen schaal middels de glove-bag verwijderd. De metalen schaal is niet zonder asbest te verwijderen. Soms waren er twee schalen om de stoomleiding aangebracht. Dan kan de buitenste schaal zonder probleem worden verwijderd, omdat die niet in aanraking met asbest is geweest. - AHZ-JK026-II/01: toetspunt nr. 1 De facto gaat het hier om dezelfde overtreding als bij besluit AHZ-JK019-II/02. Het is onjuist om twee maal een sanctie toe te passen op dezelfde gestelde overtreding. [Bezwaarmaker] heeft wel alle maatregelen getroffen. Zij heeft wel degelijk een stofzuiger toegepast. Verder was het asbest volledig doorweekt en bestond het asbest uit een soort natte pap. Daarmee werd feitelijk één van de voorgeschreven technieken van TNO toegepast. - AHZ-JK13C-II/01: toetspunt nr. 40 De bezems waren niet in aanraking met asbeststof geweest maar in aanraking met olie. Het gaat hier niet om handelen van werknemers van [bezwaarmaker], maar van [zusterbedrijf van bezwaarmaker]. - Tot slot wijst [bezwaarmaker] erop dat zij op jaarbasis circa 1.250 projecten uitvoert en dat dat vaak zeer grote en gecompliceerde werken zijn. Desondanks is dit de eerste maal dat [bezwaarmaker] met een sanctiebesluit als het onderhavige te maken krijgt. Feit is dat [bezwaarmaker] vrijwel foutloos werkt. Het wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Arbeidsomstandighedenregeling en het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Procescertificaat Asbestverwijdering (SC-530).

blad 4 In paragraaf 5.5 van SC-530 is bepaald dat, indien blijkt dat een certificaathouder en de onder zijn verantwoordelijkheid voor te bereiden en uit te voeren processen niet of niet meer voldoen aan de eisen of normen in het werkveldspecifieke certificatie-schema, de CKI de sancties die zijn voorgeschreven in dit schema dient op te leggen. Bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dient de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Artikel 5.5.2.3 van SC-530 bepaalt dat bij de toepassing van het hierboven onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 bedoelde, de volgende verzwaringen worden toegepast: Indien tijdens een controle of onderzoek drie of meer afwijkingen, niet zijnde afwijkingen uit Categorie I, uit één categorie worden geconstateerd, dan worden deze drie of meer afwijkingen beschouwd als zijnde één afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie; Indien binnen een periode van één jaar zesmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld, dan wordt de zesde afwijking beschouwd als zijnde een afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie. Dit betekent dat bij elke afwijking van Categorie II, III, of IV bepaald dient te worden of er in het jaar voorafgaand aan deze afwijking vijfmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld; Indien op een bepaald moment meerdere feiten worden geconstateerd die in verschillende van de onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 genoemde categorieën vallen, dan zal het feit uit de zwaarste categorie bepalend zijn voor de door de certificatie-instelling te treffen sanctie. Artikel 5.5.3 van SC-530 bepaalt dat de vier categorieën waarop bij initiële en/of periodieke beoordeling van de (kandidaat-)certificaathouder sancties worden opgelegd, inclusief de onderverdeling in de afwijkingen zijn uitgewerkt en opgenomen in tabel 5.5.3 (bijlage H). In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 1 als een afwijking projectlocatie genoemd: Bij het verwijderen van asbest worden niet alle maatregelen getroffen die behoren bij de wettelijk voorgeschreven risicoklasse. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 1 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 6 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het werkplan is niet volledig. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 6 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 12a als een afwijking projectlocatie genoemd: Op niet alle plaatsen waar asbest wordt verwijderd is toezicht door een DTA. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 12a In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 27 als een afwijking projectlocatie genoemd: De decontaminatie-unit is, indien technisch mogelijk, niet direct gekoppeld aan het werkgebied. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27

blad 5 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 37 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het glove-bag werk wordt niet correct uitgevoerd. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 37 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 40 als een afwijking projectlocatie genoemd: Gereedschappen, machines, klimmaterieel, uitrustingsstukken, etc., die met asbeststof in aanraking zijn geweest, zijn niet doeltreffend gereinigd, dan wel niet volgens de eisen minimaal dubbel én luchten vezeldicht in een deugdelijke, stoot- en scheurbestendige verpakking (0,2 mm dikke of hi-tec pe-folie) verpakt t.b.v. het vervoer en de opslag buiten de werkplek. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 45 als een afwijking projectlocatie genoemd: Na de eindbeoordeling en vrijgave door eindbeoordelingsinstelling én de laatste visuele eindcontrole door het asbestverwijderingsbedrijf vóór de oplevering, is de veilig te achten saneringslocatie visueel niet vrij van als asbesthoudend/besmet te beschouwen resten afkomstig uit het asbestverwijderingswerk; het betreft niet hechtgebonden asbest. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 45 In bijlage I van SC-530 is aan een categorie I-afwijking de herstelsanctie van onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat verbonden. De beoordeling 1. De Inspectie SZW heeft tussen 27 februari 2015 en 3 april 2015 een vijftal klachten over de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] bij [de CKI] ingediend. Naar aanleiding van deze klachten heeft [de CKI] op 14 april 2015 een klachtenonderzoek bij [bezwaarmaker] uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek heeft [de CKI] (uiteindelijk) zes categorie II-afwijkingen vastgesteld (AHZ-JK015- II/01, AHZ-JK015-II/02, AHZ-JK015-II/03, AHZ-JK019-II/01, AHZ-JK019-II/02 en AHZ-JK026-II/01). Daarnaast zijn er in de afgelopen twaalf maanden nog een tweetal categorie IIafwijkingen (AHZ-JW05C-III/01 en AHZ-JW13C-II/01) uitgeschreven. Vervolgens heeft [de CKI] deze afwijkingen - na escalatie - vastgesteld op een categorie I-afwijking en het certificaat van [bezwaarmaker] per 15 juli 2015 ingetrokken. 2. Met verwijzing naar haar advies BCA 15006 stelt de commissie voorop dat de afwijkingen worden getoetst op de toetspunten in bijlage H van SC-530. Volgens paragraaf 5.5 van SC-530 dient de CKI bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dwingend tabel 5.5.3 (Bijlage H) toe te passen. Uit artikel 5.5.3 blijkt dat de toetspunten in tabel 5.5.3 in bijlage H de omschrijvingen van de afwijkingen bevatten waarop wordt getoetst. Per toetspunt wordt de categorie van de afwijking aangeduid. Bij een aantal toetspunten wordt aangegeven van welke normen het toetspunt een uitwerking is. De toetspunten zijn een concretisering van de in SC-530 opgenomen algemene(re) normen. Uit dit systeem moet worden afgeleid dat wordt getoetst en gehandhaafd op de

blad 6 toetspunten in bijlage H. De commissie ziet zich in haar opvatting gesteund door een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 november 2014, AWB - 14/1469 (ECLI:NL:RBDHA:2014:13245). De vaststelling van een categorie afwijking en de oplegging van een sanctie is een belastend besluit. Daaruit volgt dat het aan [de CKI] is te bewijzen dat aan een toetspunt is voldaan. 3. AHZ-JK015-II/01: toetspunt nr. 40 Uit het besluit en het daaraan ten grondslag liggende boeterapport A1303/29/06 van de Inspectie ISZW blijkt dat [bezwaarmaker] op 25 februari 2015 met de Gunco hoogwerker uit het werkgebied is gereden zonder dat er een doeltreffende reiniging dan wel vrijgave heeft plaatsgevonden. Uit het boeterapport blijkt ook dat de hoogwerker bij de asbestverwijdering is gebruikt. Eveneens blijkt daaruit en uit de getuigenverklaringen van de heren [naam] en [naam] van [bezwaarmaker] dat het werkgebied was afgezet met bouwhekken en linten en niet was vrijgegeven. Op grond van de door de Inspectie ISZ gedane constatering en de door de medewerkers van [bezwaarmaker] afgelegde verklaringen moet worden geconcludeerd dat de hoogwerker bij de asbestsanering is gebruikt, daardoor met asbeststof in aanraking is geweest en als asbestbesmet moeten worden aangemerkt. Op grond van artikel 7.15.11 van SC-530 dienen de gebruikte gereedschappen na afloop van de sanering te worden vrijgemaakt van bronnen met secundaire asbestvezelemissie. Dit is niet gebeurd. Het geconstateerde feit is terecht als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd. 4. AHZ-JK015-II/02: toetspunt nr. 27 Anders dan [bezwaarmaker] stelt, blijkt uit het besluit, het daaraan ten grondslag liggende klachtrapport A1303/29/12 en het boeterapport A1303/29/06 van de Inspectie ISZW dat de deco-unit op 25 februari 2015 niet aan het werkgebied was gekoppeld. De werknemers van [bezwaarmaker] waren gedwongen het werkgebied te verlaten, voordat zij de decontaminatieprocedure konden uitvoeren. Daardoor heeft [bezwaarmaker] bewust de kans genomen op verspreiding van asbestvezels buiten het werkgebied. Het geconstateerde feit is terecht als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 27 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd. 5. AHZ-JK015-II/03: toetspunt nr. 45 Uit het rapport van [bedrijf] van 13 maart 2015 blijkt dat het gehele gebied op het moment van constateren van de overtreding was vrijgegeven en, zoals mag worden aangenomen, daarbij ook was geïnspecteerd. Afgezien daarvan is niet komen vast te staan dat na de eindbeoordeling en vrijgave van (dat deel van) het werkgebied én de laatste visuele eindcontrole door het asbestverwijderingsbedrijf vóór de oplevering, de veilig te achten saneringslocatie visueel niet vrij was van als asbesthoudend/besmet te beschouwen resten afkomstig uit het asbestverwijderingswerk. Het is aan [de CKI] om te bewijzen dat dergelijke resten zich nog op de saneringslocatie bevonden. Hierin is [de CKI] niet geslaagd. De afwijking projectlocatie toetspunt nr. 45 is niet komen vast te staan.

blad 7 6. AHZ-JK019-II/01: toetspunt nr. 12a Vaststaat dat de DTA tijdens de asbestverwijderingswerkzaamheden aanwezig was en toezicht hield op de twee aanwezige DAV-ers in de werkbak. Volgens [de CKI] kon de DTA onvoldoende toezicht houden op de twee DAV-ers op de plekken waar asbest werd verwijderd, hetgeen een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 12a oplevert. De commissie volgt [de CKI] niet in haar standpunt. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 5 november 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2014:13245) heeft [bezwaarmaker] terecht betoogd dat het bij toetspunt nr. 12a niet gaat om de kwaliteit van het toezicht, maar enkel of (voldoende) DTA-ers op de werkplek aanwezig zijn. Toetspunt nr. 12a ziet niet op de kwaliteit van het toezicht. Omdat op 13 februari 2015 al één DTA aanwezig was op twee DAV-ers die samen in één werkbak van de hoogwerker stonden, is aan dit voorschrift voldaan. De afwijking projectlocatie toetspunt nr. 12a is niet komen vast te staan. 7. AHZ-JK019-II/02: toetspunt nr. 37 Naar het oordeel van de commissie is de afwijking projectlocatie toetspunt nr. 37 voldoende komen vast te staan. In haar brief van 20 februari 2015 met kenmerk A1303/29/04 stelt de Inspectie SZW dat de glove-bag methode onjuist werd toegepast. Tegenover de inspecteurs de heer [naam] en mevrouw [naam] heeft DAV de heer [naam] van [bezwaarmaker] bevestigd dat eerst de schaal van de leidingen werd verwijderd en daarna de glove-bag eromheen werd gedaan zonder dicht te tapen en zonder stofzuiger er op aan te sluiten. Deze getuigenis is met foto s onderbouwd. De inspecteurs hebben ook zelf vastgesteld dat de glove-bag werkzaamheden aldus werden uitgevoerd. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, wordt door [de CKI] niet gesteld dat in afwijking van het werkplan toepassen van de glove-bag methode een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 37 oplevert. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, is door de Inspectie SZW wel degelijk vastgesteld dat de metalen schaal van de leiding werd verwijderd zonder glove-bag. Niet is gebleken dat het bij de vaststelling door de Inspectie SZW om twee metalen schalen om de leiding ging. 8. AHZ-JK026-II/01: toetspunt nr. 1 In het verweerschrift heeft [de CKI] uiteengezet dat geen sprake is van exact dezelfde overtreding als het geval is bij besluit AHZ-JK019-II/02. Van twee maal een sanctie toepassen op dezelfde gestelde overtreding is geen sprake. Afwijking projectlocatie toetspunt nr. 37 is uitgeschreven op basis van waarnemingen op 13 en 18 februari 2015, terwijl afwijking projectlocatie toetspunt nr. 1 betrekking heeft op waarnemingen op 13 maart 2015 en op meer zaken dan alleen de glovebag methode. Besluit AHZ-JK026-II/01 verwijst naar de brief van de Inspectie SZW met nummer A1303/56/03, waarin staat opgenomen: - Voor het verwijderen van asbesthoudende leidingisolatie werd gebruik gemaakt van de glove-bag methode. Deze methode werd niet op juiste wijze toegepast. - De stofzuiger werd niet bij aanvang van de sanering aangesloten op de glovebag. - Bij het verwijderen van de leidingschaal in de glove-bag scheurde de glove-bag. Er was hierdoor een open verbinding met de buitenlucht. De afvalzak onder de

blad 8 glove-bag werd niet dichtgetaped voor het lossnijden van de glove-bag. De glove-bag werd niet gebruikt bij het reinigen van de buis met behulp van een stofzuiger en het dichttapen van de uiteindes van de isolatie. Er was hierdoor een open verbinding met de buitenlucht. Hierdoor konden werknemers en derden worden blootgesteld aan asbestvezels. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, heeft zij niet alle nodige maatregelen getroffen en is niet steeds een stofzuiger toegepast. Op grond van de enkele vaststelling door [bezwaarmaker] dat het asbest volledig doorweekt was en uit een soort natte pap bestond, kon zij niet - met een beroep op een enkele techniek uit een TNOrapport - de nodige maatregelen achterwege laten. 9. AHZ-JK13C-II/01: toetspunt nr. 40 Over de vaststelling van de geconstateerde afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 op een categorie II-afwijking en de schorsing van het certificaat van [bezwaarmaker] per 11 juni 2015 (besluit AHZ-JW13C-II/01) heeft de commissie op 24 juli 2015 advies (BCA 15013) uitgebracht. De commissie heeft daarin geconcludeerd dat [de CKI] het geconstateerde feit terecht als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 40 in bijlage H van SC-530 en als categorie II-afwijking heeft gekwalificeerd en het certificaat heeft geschorst. 10. AHZ-JW05C-III/01: toetspunt nr. 6 Tijdens de audit op 28 augustus 2014 heeft de auditor van [de CKI] bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] op de projectlocatie aan de Papenhulst 4 te s-hertogenbosch geconstateerd dat de afwijkingen op het werkplan niet zijn geregistreerd, de schets van de inrichting van de locatie en de beschrijving van de uitvoering niet correct is opgenomen in het werkplan en de gegevens over andere bedrijven op de locatie niet zijn geregistreerd in het werkplan. Vervolgens heeft [de CKI] dit feit als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 6 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd en de afwijking - na escalatie - vastgesteld op een categorie II-afwijking. Tegen de vaststelling van deze afwijking zijn geen gronden van bezwaar ingediend. 11. Op grond van bijlage J van SC-540 kan in geval van bijzondere omstandigheden van de lijsten in bijlage H worden afgeweken, als toepassing van de lijst in een concreet geval tot onevenredige gevolgen leidt. In hetgeen [bezwaarmaker] heeft aangevoerd en ook overigens ziet de commissie geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan [de CKI] de afwijkingen zou moeten terugschalen en een lagere of geen sanctie zou moeten opleggen. Het feit dat het op Strijp om een omvangrijke en complexe sanering ging en het feit dat [bezwaarmaker] op jaarbasis veel projecten uitvoert, leveren geen bijzondere omstandigheden op. 12. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, is de intrekking niet als een straf aan te merken. De op grond van het Asbestverwijderingsbesluit en SC-530 door de CKI op te leggen sancties dienen te worden aangemerkt als herstelsancties en niet als bestraffende sancties als bedoeld in artikel 5:2 van de Awb. In (onder meer bijlage I van) SC-530 worden de sancties ook als herstelsancties aangeduid. De sancties worden opgelegd in het belang van het leven en de gezondheid van mensen.

blad 9 Met de intrekking van het certificaat wordt beoogd [bezwaarmaker] als certificaathouder de gelegenheid te bieden orde op zaken te stellen en de nodige maatregelen te treffen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zodat afwijkingen in de toekomst worden voorkomen. Na twaalf maanden kan [bezwaarmaker] een nieuw certificaat aanvragen. Niet blijkt dat met de intrekking is beoogd leed toe te voegen. Van het opleggen van een straf is daarom geen sprake. Dat de maatregel ingrijpende gevolgen voor de betrokken onderneming heeft, maakt dit niet anders. 13. Op grond van het vorenstaande komt de commissie tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de toetspunten nrs. 12a en 45 zijn overtreden. De intrekking van het certificaat van [bezwaarmaker] kan niet op deze afwijkingen worden gebaseerd. Het is aan [de CKI] te bezien of de overige vastgestelde afwijkingen - na escalatie - voldoende basis vormen om op grond daarvan het certificaat van [bezwaarmaker] in te trekken. De proceskosten [bezwaarmaker] verzoekt om vergoeding van proceskosten die zij in het kader van deze bezwaarschriftprocedure heeft moeten maken. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar uitsluitend vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Zoals hiervoor gesteld dient [de CKI] te bezien of het bestreden besluit in stand kan blijven, dan wel moet worden herroepen. Afhankelijk van de uitkomst daarvan dienen de proceskosten te worden vergoed. Het advies De commissie adviseert [de CKI]: 1. te bezien of het bestreden besluit op basis van de zes overige vastgestelde categorie II-afwijkingen in stand kan blijven, dan wel dient te worden herroepen; 2. afhankelijk van de uitkomst daarvan de proceskosten te vergoeden. Dit advies is gegeven door Oisterwijk, 10 november 2015. De Bezwaarschriftencommissie Ascert de secretaris de voorzitter