7 Inhoud Figuren, tabellen, grafieken & kaarten 13 Woord vooraf 15 Hoofdstuk I Vrijheid van het parlementslid versus partijdiscipline 19 1. De particratie in België, een bloemlezing 22 2. Representatie en democratie 29 3. Lastgever versus agent 33 4. Het belang van de context 36 De institutionele context 36 De toegang tot het parlement: kandidatenselectie en verkiezingen 38 Politieke ideologie 40 Het profiel van parlementsleden 41 Het gewicht van de voorgeschiedenis 42 5. Onderzoek naar de fractiecohesie 45 6. Wat volgt 50 Hoofdstuk II Tussen de regels door. De partijen in de Grondwet, de kieswet en het reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, 19 de en 20 ste eeuw 53 1. Parlementsleden als vertegenwoordigers van de natie 55 2. De partijen en de toegang tot het parlement 59 3. Een bestaan in het duister. Partijen in de Kamer van volksvertegenwoordigers 68 Het reglement van 1831 68 Het interbellum: evenredige vertegenwoordiging van de fracties in de praktijk, maar niet in het reglement 72 Eindelijk erkenning: het reglement van 1962 78 4. De relatie tussen fractie en partij tot de Eerste Wereldoorlog 87 De liberale partij(en) 87 De katholieke partij 89 De Belgische Werkliedenpartij 90 5. Besluit 93 Hoofdstuk III 1918-1936. Het moeilijke afscheid van de negentiende eeuw 95 1. De verkiezingen van 16 november 1919 97
8 De vertegenwoordigers van de natie in partijdienst 2. Een staat in de staat. De Belgische Werkliedenpartij 104 Nieuwe partijstatuten 104 De arrondissementsfederaties als lokale baronieën 107 De onmacht van het partijcongres 111 De relatie tussen de algemene raad en de fractie 113 Het bureau van de algemene raad 118 De organisatie van de socialistische fractie 120 Ontnuchtering en groeiend antiparlementarisme 127 3. De Rechterzijde. Parlementsfractie van een verkavelde partij 129 De standenvertegenwoordiging 129 Het ACW: een partij in de partij 133 De katholieke parlementsleden afgevaardigd namens de landbouwers, middenstand of burgerij 141 De Federatie van Kringen 144 De werking van de Rechterzijde 145 Een katholieke partij, ondanks alles 153 4. Een versleten, opgebruikte, kleine partij? De liberalen in het interbellum 154 Een eengemaakte maar zwakke partijstructuur 154 De liberale parlementsleden en de lokale partij 158 De Linkerzijde in het interbellum 160 Naar nauwere banden tussen partij en parlementsleden 164 5. Meerderheids- en fractiecohesie net na de Eerste Wereldoorlog (1918-1921) 168 Drie regeringen van nationale unie 168 Cohesie in de diverse fracties 174 6. Besluit 180 Hoofdstuk IV 1936-1940. De totalitaire verleiding 183 1. Het wettelijke land uitgedaagd. De verkiezingen van 24 mei 1936 185 Ontreddering in de traditionele partijen 187 Rex en het parlement 189 Regering, parlement en partijen: diagnose en remedies van de jaren 1930 190 2. De parlementsleden voor het blok gezet, de katholieke partij nieuwe stijl 195 Hervormen onder externe druk: de oprichting van het Blok der Katholieken 195 De Rechterzijde voortaan in dienst van de partij? 197 Le Bloc Catholique n a jamais existé que sur papier. 200
Inhoud 9 3. Over naar de orde van de dag: de liberale partij na de verkiezingen van 1936 203 Voldongen feiten 203 De hervormingspoging van Victor de Laveleye 204 De Laveleyes plannen worden opgeborgen 206 Lokale verankering als politiek kapitaal 208 4. De Belgische Werkliedenpartij sinds 1933: een slagschip op drift 210 Antiparlementarisme aan de top van de BWP 210 Het bureau van de algemene raad wordt partijbureau 212 De fractie en de studiedienst 213 De mandatarissen gewantrouwd: het partijcongres van oktober 1936 214 De socialistische fractie in het defensief 216 5. Meerderheids- en fractiecohesie tijdens een bewogen legislatuur (1936-1939) 220 Opnieuw drie regeringen van nationale eenheid 220 Cohesie in de diverse fracties 226 6. Besluit 239 Hoofdstuk V 1944-1958. Het hoogtepunt van de massapartij 241 1. Rechts versus links. De verkiezingen van 17 februari 1946 243 Afrekenen met een tijdperk 244 De verkiezingen van 1946: Vlaanderen versus Wallonië 246 2. De liberale partij na de Tweede Wereldoorlog. Politieke macht zonder kiezers 251 Ondanks de nederlaag slechts bescheiden wijzigingen aan de nationale partijorganisatie 252 Een machteloze partijvoorzitter: de liberale partij en de ontknoping van de koningskwestie 257 De Linkerzijde in een partij zonder tucht 259 De liberalen en de ontluikende particratie 260 3. De BSP en de uitvinding van de naoorlogse partijvoorzitter 263 Afrekenen met de jaren 1930 263 Le socialisme gestionnaire 264 De partijorganisatie in 1945 265 Max Buset: liever volkscommissaris dan minister 268 Een uitvoerend orgaan. De socialistische fractie na de Tweede Wereldoorlog 270 Macht, geen almacht 273
10 De vertegenwoordigers van de natie in partijdienst 4. De Christelijke Volkspartij, de meest democratische partij in het land 276 Afscheid van het Blok en van de Rechterzijde 276 De parlementsleden en de partijorganisatie van de CVP 280 De CVP-fractie 284 Euforie en ontgoocheling 289 5. Meerderheids- en fractiecohesie tijdens de koningskwestie (1945-1949) 292 Wankele regeringen 292 Sterke partijen. De cohesie in de diverse fracties 300 6. Besluit 308 Hoofdstuk VI 1958-1970. Nieuwe breuklijnen 311 1. De verkiezingen van 23 mei 1965 en de grenzen van de massapartij 313 2. De liberale metamorfose: de oprichting van de PVV 322 Ongenoegen over de fractie 324 De statuten van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang 326 De mandatarissen van de PVV 328 3. De fracties barsten, de partijen volgen (1965-1970) 330 De PVV als regeringspartij 330 De verliezers willen tucht in eigen rangen 333 De zwanenzang van de nationale partijen 336 Leuven en Brussel als breekijzers 339 4. Meerderheids- en fractiecohesie in de Golden Sixties (1961-1965) 343 De regering-lefèvre 343 Cohesie in de diverse fracties 349 5. Besluit 359 Algemeen besluit Belgische politieke partijen en hun parlementsfracties, 1918-1970 361 1. Representatie en democratie 363 2. De mandataris als agent van de partij 366 3. Lastgevers en agenten 370 Het contract tussen partij en parlementslid 370 Selectiemechanismen 372 Rapportering 374 Checks & balances 374 4. Fractiecohesie en -discipline 375
Inhoud 11 5. Het belang van de context 380 6. Nabeschouwing 383 Bibliografie 387 Archieven 389 Uitgegeven bronnen 390 Werken 396 Bijlage: Overzicht van de Belgische regeringen van 1918 tot 1970 417 Lijst van gebruikte afkortingen 419