SOMOS GENIALES. A. Kies bij elke persoon de juiste beschrijving. Let op: er blijft één beschrijving over.

Vergelijkbare documenten
Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

Spaans voor zelfstudie

SPAANS LES 4 Español

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

SPAANS LES 5 Español

Mi cole. aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE

Inhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13

1 Informatie over personen

tus amigos son mis amigos

SPAANS LES 2 Español

SPAANS LES 6 Español

Mis amigos y yo. Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA UNIDAD 1 LECCIÓN 1. Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens.

Encuentros. Unidad 2. Woordenschat. Grammatica

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken.

SPAANS LES 3 Español

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

Uitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy?

EL HORARIO DE LOS CHICOS

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

Ana María y Fernando en México. Mateo en la playa. Juan y sus compañeros de fútbol. Mamá, Clarita y Mirta

Caminos nieuw 1. Instaptoets

SPAANS LES 7 Español

la bicicleta De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje van de pot pakken.

k ga naar school Voy al colegio

SPAANS LES 8 Español

Tú y yo. In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

6.5-De werkwoorden ser en estar

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo.

Ò Puerta de Alcalá, Madrid. We gaan het hebben over landen, nationaliteiten en talen.

Cómo se escribe tu nombre en español? Tienes hermanos? Cómo se llaman?

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -

Tú y yo 1. Actividades. Tú y yo. Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,...

Leer je talen. Podcast woordenlijsten

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven!

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Mi nueva vida LECCIÓN 1

El horario de los chicos

Me llamo. Clase: Instituto:

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

Rutinas de clase Lenguaje para la clase de español

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Quisiera una habitación

Metas profesionales // 2

cuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el

Serie de publicaciones - Serie-overzicht

Spaans voor zelfstudie

Groene- Blokken- Boekje. Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones

Argentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo

Qué Guay! Manual, parte 2

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

Nederlands in 4 weken week 1 jsp-taligen.indd :26:18

Jongens en Guillaume, aan tafel!

En Mi Mundo In mijn wereld

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

SPAANS LES 10 Español

Wonen. In deze les leert u

Inleiding!...!i! Les!1:!Welkom!...!1! Inleiding!...!1! De!uitspraak!...!1! Klemtoon!...!2! Dubbele!medeklinkers!...!3! Oefeningen!...!3!

Examen VMBO-GL en TL. Spaans CSE GL en TL. tijdvak 1 donderdag 31 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

bab.la Uitdrukkingen: Persoonlijke correspondentie Gelukwensen Spaans-Nederlands

Examen VMBO-KB. Spaans CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Woordenlijstenspel eigen

Als kinderen ruzie maken Cuando los niños riñen

4. Waaraan moet een voorbereidingstekst voor gespreksvaardigheid voldoen?

Examen VMBO-KB. Spaans CSE KB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

Woordenlijst Nederlands Spaans

Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen?

Comer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet?

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

Mi cole. In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen

Werkgroep Hospitaleren Roncesvalles. Nieuwsbrief Editie: januari 2016

Examen VMBO-GL en TL. Spaans CSE GL en TL. tijdvak 1 woensdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Capítulo uno y dos + capítulo

A leer! Periode 2. Leesopdrachten Spaans mavo 4

Examen VMBO-GL en TL. Spaans CSE GL en TL. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

AQUÍ VIVO YO. unidad. A. Dit is de kamer van Iker. Schrijf op waar de voorwerpen uit het kader zich bevinden.

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Viajar Salir a comer. Salir a comer - En la entrada. Salir a comer - Ordenar comida

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Examen VMBO-KB. Spaans CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

CUÁL PREFIERES? empezar E D 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA. A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels?

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

agosto al lado de Alemania

Maart is een rustige maand. Buiten de vaste waarde van carnaval houden alle takken hun eigen vergaderingen op zaterdag achternoen!!!

Transcriptie:

SOMOS GENIALES 1 Zoek de tegengestelde woorden bij elkaar. Let ook op de uitgang: mannelijk of vrouwelijk. pelo liso bajito guapo delgado pelo corto feíta gordita bajita feíto gordito pelo rizado pelo largo alto alta guapa delgada 2 A. Kies bij elke persoon de juiste beschrijving. Let op: er blijft één beschrijving over. PEDRO ÁNGELES ALBERTO ROSA GABRIEL 25 años, alto, delgado, moreno, pelo rizado. Es... 15 años, no muy alta, pelo largo, liso y moreno. Es... B. Teken hieronder hoe de persoon van de overgebleven beschrijving eruitziet. 40 años, alta, delgada, pelo rizado, rubia. Es... 40 años, bajito, calvo, delgado, bigote gafas. Es... 12 años, bajito, gordito, pelo corto, gafas. Es... 10 años, bajita, rubia, delgada. Es... veintinueve 29

3 DESCUBRO, OBSERVO Y USO 3 A. Bekijk de portretten van de gebroeders Malasombra (tekstboek, p. 45). Schrijf hier bij elke naam een korte beschrijving met minstens twee kenmerken. FULGENCIO... LLeva barba y... es calvo....... RIGOBERTO............ EUSTAQUIO............ ROSENDO............ INOCENCIO............ ANASTASIO............ CASIMIRO............ TIMOTEO............ B. Beantwoord deze vragen over de gebroeders Malasombra. 1. Quiénes son calvos? 2. Quiénes no llevan gafas? 3. Quiénes llevan bigote? 4. Quiénes llevan el pelo corto? 5. Quiénes tienen el pelo rizado? 6. Quiénes no llevan barba? 30 treinta

DESCUBRO, OBSERVO Y USO 3 4 Vul de werkwoordsvormen in op de juiste plaats. tengo Para : criscris@correo.gj tenemos tiene me llamo es se llaman lleva soy es eres tienes tengo Asunto : Club ciber12 Hola!... Cristina.... tres súper amigos,... Roger, Natalia y Judith. Los cinco estudiamos 2º de ESO y... doce años. Judith... gafas,... el pelo negro y es bajita; Natalia también es bajita, lleva el pelo corto y... rubia. Roger... alto y delgado. Yo también... alta,... el pelo negro y liso. Tenemos un club: los Ciber12. Buscamos amigos de todo el mundo para hablar de NUESTRAS COSAS IMPORTANTES.... 12 años? Cómo...? Qué te gusta? Qué tal la idea de tener amigos de todos los países? Envía un mensaje a ciber12@club.net! 5 Dit is de familie van Camila. Bekijk de stamboom en schrijf de antwoorden op deze vragen in je schrift. a. Cuántos hermanos tiene Camila? b. Cómo se llama/n? c. Cuántos tíos tiene Camila? d. Cómo se llama/n? e. Cuántos primos tiene Camila? f. Cómo se llama/n? RODRIGO CARMEN MARIANO PASTORA SOLEDAD PACO ANTONIO LOLA ISABEL JESÚS tíos = tío(s) + tía(s) hermanos = hermano(s) + hermana(s) primos = primo(s) + prima(s) MIGUEL CAMILA ANA DIEGO MARTÍN LEO treinta y uno 31

3 DESCUBRO, OBSERVO Y USO 6 Verbind elk bijvoeglijk naamwoord met de juiste zin. a b c vago tímido tranquila d empollona Soy un poco tímido. e romántica f antipática g simpático h mentiroso i divertido j deportista k sincero Juan Carlos no hace nunca nada. Judith siempre está de mal humor. Eduardo es amable y gracioso, siempre está de buen humor y sonríe mucho. Manuel cuenta unos chistes buenísimos, todos nos reímos con él. Miguel entrena todos los días y sale a correr todos los fines de semana. Mari Ángeles estudia tres horas todos los días y siempre sabe todas las lecciones de memoria. A Tina le gustan las rosas, la música suave, cenar a la luz de las velas Jaime se pone rojo cuando habla con las chicas. Juan siempre dice mentiras. Noemí nunca se pone nerviosa. Antonio siempre dice la verdad. 7 Maak steeds een passende tekening. un señor una chica muy gordo bastante gordo un poco gordo muy alta bastante alta un poco alta unas gafas un corazón un poco grandes bastante grandes muy grandes muy grande muy pequeño bastante grande 32 treinta y dos

DESCUBRO, OBSERVO Y USO 3 8 Vul de familiebenamingen in die rijmen op de namen. 9 Vat de zinnen samen zoals in het voorbeeld en vertaal ze in het Nederlands. Tengo una familia muy cantarina todos nuestros nombres tienen una rima. abuela Mi... se llama Marianela y, claro, mi..., Marcelo. Mariano, mi... y mi..., Susana. Y sabes tú quién se llama María? Mi... 1. Ramón tiene un perro. Es su perro. 2. Ramona tiene un perro. 3. Sergio y Antonio tienen un perro. 4. Susana y Natalia tienen un perro. 5. Luisa y Miguel tienen un perro. 10 A. Schrijf de ontbrekende bezittelijke voornaamwoorden in het schema. enkelvoud bezittelijke voornaamwoorden meervoud mi abuela + mi abuelo tu... +............ + su... nuestra tía +... tío vuestra... + vuestro...... amiga +... amigo = = = = = = mis abuelos... padres... primos nuestros...... hermanos sus... B. Vertaal de woorden uit het schema in het Nederlands. treinta y tres 33

3 DESCUBRO, OBSERVO Y USO 11 A. Zoek in de tekst over Botero in La Revista (tekstboek, p. 50) woorden met een r en zet ze op de juiste plek. r al principio de una palabra r al final de una palabra r detrás de una consonante r delante de una consonante r entre vocales B. Lees de woorden uit A nu hardop voor, neem het op en luister naar je eigen uitspraak. Doe hetzelfde met de tekst over Botero. 12 Bedenk drie bijvoeglijke naamwoorden die passen bij de personen hieronder. Schrijf dan een zin over elke persoon. Gebruik de woorden nada, muy, bastante en un poco. alguien de tu familia tu mejor amigo/a tu cantante favorito un personaje famoso (un deportista, un actor, una actriz ) Mi mejor amigo es muy divertido y muy sincero, pero no es nada trabajador. 34 treinta y cuatro

DESCUBRO, OBSERVO Y USO 3 13 A. Ana laat haar vakantiefoto's zien aan een vriendin. Vul in: mí, mi (2x), me (2x), tú, tu, te, ti, se en su (2x). z Ay, mira esta foto. Es... primo Jorge. Aquí estamos en la playa. Qué guapo! Vive aquí? z No, vive en Sevilla, con... madre. Y esta foto? Eres...? z No, es... prima Laura, con... perro Tobi. Qué feo! Feo? z Bueno, es que no... gustan nada los perros. A... sí? Sí, a...... gustan mucho. z Y este es... novio? Sí. Es guapo, verdad? z Cómo... llama? Pedro. B. Zet de vetgedrukte woorden in de juiste kolom. Let op de accenten. A mí Mi primo Tu novio Eres tú? bezittelijke voornaamwoorden persoonlijke voornaamwoorden pers. voornaamwoorden na voorzetsel...... su nuestro/a vuestro/a su yo... él / ella / usted nosotros/as vosotros/as ellos / ellas / ustedes (A)... (A) ti (A) él / ella / usted (A) nosotros/as (A) vosotros/as (A) ellos / ellas / ustedes C. Schrijf een zin met elk woord hieronder. mi... mí... tu... tú... treinta y cinco 35

3 LEO, ESCRIBO Y ESCUCHO 1 Ben jij een goede vriend(in)? Doe de test. Ben je het met de uitslag eens? Zo niet, beschrijf dan wat voor vriend(in) je wél bent. Y }Y }Y }Y }Y }Y }Y }Y } TEST 1 Crees que tener un verdadero amigo o amiga te hace sentir... Y libre. } seguro/a. fuerte. 2 A tu mejor amiga o amigo le cuentas... } } } casi todo. todo, no tienes secretos. YY algunas cosas. 3 Si tu mejor amigo o amiga encuentra otra persona con la que compartir su tiempo, tú sientes... celos. } curiosidad. Y nada. 4 Crees que la amistad es como... YY un día de sol. un regalo. } una vitamina. 5 Tienes muchos amigos o amigas? } Unos pocos. YY Casi ninguno. Muchos. 6 Para ti, la amistad es... } } compartir. dar. Y recibir. 7 Tus amigos y amigas te gustan porque... son simpáticos/as. } tenéis los mismos gustos. Y no sabes. Mayoría de : ENTUSIASTA La amistad es para ti un sentimiento muy fuerte. Eres un amigo o una amiga entusiasta. Eres sociable y siempre estás rodeado de amigos y amigas, que son para ti más importantes que los libros y las clases, más, incluso, que tu familia. Mayoría de }: SERIO Para ser amigo tuyo hay que ser responsable. No te gusta la hipocresía ni la mentira. Eres un poco distante, pero cuando decides ser amigo de alguien, se puede confiar en ti porque te tomas la amistad muy en serio. Mayoría de Y: TÍMIDO Crees que puedes aburrir a los demás con tus cosas. Eres demasiado prudente. Hablas poco de ti mismo. Tienes más compañeros que amigos, pero quieres tener amigos. Anímate a expresar tus sentimientos, verás que no es difícil y los demás empezarán a hablarte también de sus cosas. Cuenta los signos Y } que tienes con tus respuestas. Si tienes... RESULTADO Y }Y }Y }Y }Y }Y }Y }Y } 2 Schrijf een e-mail aan Club Ciber12 (werkboek, oefening 4, p. 31) waarin je over jezelf vertelt. Para : Asunto : ciber12@club.net Soy ciber12 36 treinta y seis

LEO, ESCRIBO Y ESCUCHO 3 3 Pista 34 Lees de tekst hiernaast. Luister daarna nog eens naar de cd (tekstboek, p. 45). Onderstreep in de tekst de verschillen in de beschrijving. Schrijf erboven wat er op de cd gezegd wordt. gordo SE BUSCAN Atención. Se comunica a todas las patrullas de la zona que se busca a dos de los hermanos Malasombra. Uno es un poco feo. Lleva el pelo muy corto y barba. Es pelirrojo, tiene el pelo rizado y los ojos negros. El otro es rubio y lleva bigote. Tiene los ojos verdes y la nariz muy pequeña. Lleva gafas. 4 Pista 73 A. Alejandra is thuis en hoort dit gesprek tussen haar moeder en haar oudere broer, Iván. Waar praten ze over? B. Luister nog eens naar het gesprek tussen Iván en zijn moeder. Als je een woord uit de lijst hiernaast hoort, zet je er een kruisje achter. Als je het woord nog een keer hoort, zet je een tweede kruisje. chica chico guapa baja alta rubia morena castaña pelirroja delgada gordita ojos negros ojos azules pelo largo treinta y siete 37

3 PRACTICO MI VOCABULARIO 1 A. Zet elk bijvoeglijk naamwoord bij de juiste vraag. Let ook op de uitgang. Cómo puede ser el pelo? azules negro inteligente grandes largo pelirroja rizado verdes antipática romántica moreno negros liso vaga corto empollona Cómo pueden ser los ojos? Cómo puede ser una persona? rubio simpática B. Kies nu de vier woorden uit A die je het leukst vindt. Zoek in een tijdschrift plaatjes die passen bij die woorden. Knip ze uit, plak ze hier of in je schrift en schrijf het woord eronder............. 38 treinta y ocho

YO Y MIS COSAS 3 1 A. Bekijk de familie van Camila uit oefening 5 nog eens. Hoe ziet jouw familie eruit? Teken de stamboom van je eigen familie. Mi Familia.............................. yo B. Vergelijk jouw stamboom met die van een klasgenoot. Wie heeft de meeste broers en zussen? En wie heeft er de meeste ooms en tantes, of neven en nichten? Yo tengo treinta y nueve 39

3 APRENDO LENGUAS 1 Een test. Zet achter elk woord een kruisje bij de activiteit(en) waar je het eerst aan denkt. Het aantal kruisjes geeft aan op welke manier jij het best leert. Lees de uitslag onder aan de pagina. VEO ESCUCHO PRUEBO HUELO TOCO HAGO matemáticas gato mañana colegio hablar ordenador vacaciones español lápiz navegar mi familia teléfono móvil Argentina lunes moreno guitarra playa novio/a deportista CONCLUSIONES Si tienes más cruces en VEO Si tienes más cruces en ESCUCHO Si tienes más cruces en HUELO, PRUEBO y TOCO Si tienes más cruces en HAGO Eres una persona visual, es decir, el sentido de la vista es muy importante en todo lo que haces. Puedes recordar muy bien todo lo que ves. Por eso te recomendamos para aprender más fácilmente español: ver películas; escribir una palabra para memorizarla; escribir reglas gramaticales en tarjetas y pegarlas en algún sitio para verlas; leer lo que te guste para poder así recordar las palabras; hacer cuadros, esquemas, telarañas; asociar las palabras a los dibujos... Eres una persona auditiva, es decir, el sentido del oído es muy importante para ti. Puedes recordar muy bien todo lo que oyes. Por eso te recomendamos para aprender más fácilmente español: escuchar música relajante para trabajar; escuchar canciones en español o una emisora de radio en español; grabarte hablando y escucharte para corregirte... Eres una persona sensorial, es decir, las sensaciones corporales son muy importantes en tu vida y por lo tanto también en el aprendizaje de una lengua. Puedes recordar muy bien aquello que experimentas con tus sentidos del olfato, del gusto y del tacto. Por eso te recomendamos para aprender más fácilmente español: perfumar tu habitación de trabajo con aromaterapia, asociar siempre el aprendizaje del español a olores y a gustos que te sean agradables; leer menús y recetas; manipular objetos que tengan una procedencia hispana: instrumentos de música, sellos, juegos... Eres una persona práctica y cinética. Todo lo que haces es muy importante para ti en el aprendizaje de una lengua. Puedes recordar muy bien lo que aprendes cuando haces algo material. Por eso te recomendamos para aprender más fácilmente español: implicarte en la realización de los proyectos del libro; recortar, pegar y dibujar cuando la actividad te da esa posibilidad; participar en la realización de juegos, concursos, representaciones teatrales en español... 40 cuarenta