Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Protocol voor gebruik DuboCalc bij Duurzaam Inkopen RWS

Vergelijkbare documenten
Protocol voor gebruik DuboCalc bij Duurzaam Inkopen RWS

Starters Handleiding DuboCalc Project versie juni DuboCalc Project 4.0 StartersHandleiding

Starters Handleiding DuboCalc Project versie 2.2 datum 20 november DuboCalc Project 2.2 StartersHandleiding

Duurzaam Inkopen RWS. PIANOo congres Den Haag, 7 juni Leendert van Geldermalsen Projectmanager Duurzaam Inkopen RWS

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat

Duurzaam inkopen bij Rijkswaterstaat. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam. Wat doen we zelf. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Aanbesteding van Toerit Someren

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Duurzaamheid. Ervaringen van een Rijkswaterstaat medewerker. Harald Versteeg Programmamanager RWS Duurzaam

Handreiking D&C Contracten. 26 September 2005

Duurzaamheid bij RWS. Van visie naar praktijk. Annette Augustijn. Symposium Duurzame Infrastructuur 28 april 2011, Woerden

Doorontwikkeling Duurzaam Inkopen GWW. Paula Kuijpers Rijkswaterstaat, SDG M&I. 27 september 2010

SBK Nationale Milieudatabase

Criteria voor duurzaam inkopen van Openbare Verlichting (OVL)

Functionele Specificatie DuboCalc. Maart 2010

Duurzaam bouwen en LCA s en de NMD. G. Jonkers NVVT

INFRASUCCES. LCC Tender. Het bureau voor het duurzame aanbestedingen in de bouw

DEELNAME AAN INITIATIEVEN VERSIE: 01 21/05/2013

Verkeersregelinstallaties

MKI score van wegen aanleg en onderhoud

Kwantificeren van Milieuprestatie. Mantijn van Leeuwen

DuurzaamheidsKompas Wijzer in duurzaam bouwen

Criteria voor duurzaam inkopen van Wegen

VORMGEVINGSPROTOCOL KWALITEITSBORGING VORMGEVING INFRASTRUCTUUR. P.W. van den Heuvel versie 23 november 2007 pagina 1 van 7

Initiatief Duurzaam GWW

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2013 Gebroeders van der Poel B.V.

Platform Voegovergangen en Opleggingen. Themabijeenkomst 1, 10 november Meerkeuze Matrix, Voegovergangen en het contract

Plan van Aanpak CO 2 reductiedoelstellingen

Aanpak Duurzaam GWW- Aan de slag!

Op weg naar 2030 SGS congres 16 mei 2019 Drs. Ing. H.M. (Harry) Nieman

Aluminium, LCA en EPD

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Duurzaam contractmanagement

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Milieuprestatie gebouwen (MPG) Checklist als hulpmiddel. W/E adviseurs Ruud van Vliet

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam inkopen

Bijlage Q2 Format vraagspecificatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Riolering. Versie 7 mei 2015

: Maatschappelijk verantwoord inkopen en duurzaam gww Versie : 2.0

Resultaten en stand van zaken project

Cluster Bedrijfsvoering rve ICT

Overzicht en samenhang tussen de verschillende projecten rondom de Nationale Milieudatabase SBK februari 2011

VERGELIJKING KINGSPAN RW QUADCORE TM MET ANDERE DAKOPBOUWEN

MATERIAAL-MILIEUPRESTATIE EN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

Voortgangsrapportage CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 -emissies

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Aanpak duurzaam GWW in de praktijk Meerwaarde door een integrale aanpak. Imagine the result

Ketenanalyse. Aannemingsbedrijf van der Meer. Datum: 4 december Pagina 1 van 11

Duurzaam inkopen, gewoon doen!

Handleiding voor het maken van EMVI criteria bij een project

Duurzaam GWW aanbesteden Advies van de Stuurgroep Duurzaam GWW Maart 2019

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Duurzaamheid in Baggerwerkzaamheden

Selectie systematiek lokale leveranciers Gemeente Dalfsen

CO 2 Managementplan Energie meetplan 2.C.2 & 3.B.2 & 4.A.2. Jade Beheer B.V. OFN OFS 2C. Autorisatiedatum: Versie: 1.0

Oplossingsvrij specificeren

Toelichting Model vraagspecificatie bestaande bouw

Invloed op duurzaamheid als constructeur via de MPG

CO2 prestatieladder. Ordina stoot in 2020 ten opzichte van % minder CO2 uit.

De praktijk van prestatiecontracten bij Rijkswaterstaat

PROCEDURE GELIJKWAARDIGHEID VASTSTELLEN EN TOETSEN DATA VOOR NMD. Bijlage C: SBK-Toetsingsprotocol Opname data in de Nationale Milieudatabase

Lean and Green Award. Plan van Aanpak [NAAM BEDRIJF]

WIJZIGINGSBLAD BEPALINGSMETHODE versie 2.0 *

Service Level Agreement DuboCalc

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

Energie management Actieplan

JM Vrij beheer b.v. Reductie onderzoek, doelstellingen en het energiemeetplan AH Vrij Groen, Grond en Infra Vrij Materieel

Voortgangsrapportage 3 CO 2 - reductiedoelstellingen scope 1 & 2 emissies 1 e semester 2012

Inhoudsopgave. Energiemanagement programma I GMB 2

Vooraankondiging. ten behoeve van de aanbesteding Vast Onderhoudscontract DVM-keten (VODK) in het beheersgebied West Nederland Noord

Kiwa-Watersymposium / opstellen van milieuverklaringen Rense Kuil - Kiwa

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

Ketenanalyse opnemen wegenonderhoud (4.A.1)

Kingspan Geïsoleerde Panelen. Toekomstbestendig bouwen begint met duurzaamheid

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e+2e helft 2014

Systeemgerichte Contractbeheersing in juridisch perspectief

Vastleggen budget Openbare verlichting

Meest Materiële scope 3 emissies

S.A.M. Schagen BV. 3.B.2_2 Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards

Aanleg van nutsvoorzieningen

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Elektriciteit. Versie maart 2017

Energiemanagementprogramma HEVO B.V.

EMVI Gunningscriteria BGMM Gemeente Bergen, Gennep en Mook en Middelaar-

Energie Management ACTIE Plan

CO2-Prestatieladder Participatieplan Invalshoek D: Participatie

Energiemanagementsysteem. Van de Kreeke Beheer BV en Habets-van de Kreeke Holding BV

Sector- en keteninitiatieven CO 2 -prestatie

rapportage CO₂-footprint initiatieven 2014 Gebroeders van der Poel B.V.

Energiemanagementplan Carbon Footprint

2.1 SBK beheert de NMD en verkrijgt daarmee feitelijk toegang tot de vertrouwelijke informatie van de deelnemende Data-leverancier.

door: Bernd Karstenberg

Alles zelf blijven doen is geen optie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

CO2-Prestatieladder. Actieve deelname initiatieven Schilderwerken De Boer Obdam B.V.

Energie Management Actieplan

Inleiding Systeemgerichte. of: SCB. Mr Joost Jansen MBA

Milieuprestatie gebouwen (MPG) W/E adviseurs Ruud van Vliet

Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)

Thermische prestatie contracten

Transcriptie:

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Protocol voor gebruik DuboCalc bij Duurzaam Inkopen RWS DuboCalc als hulpmiddel bij duurzaam inkopen Versie voor opdrachtnemer Datum 24-04-2013 Status Definitief

Colofon Uitgegeven door Informatie Telefoon Fax Uitgevoerd door Rijkswaterstaat Opmaak Datum 24-04-2013 Status Definitief Versienummer V19 Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur, Afdeling Waterbouw en Milieu Pagina 2 van 21

Inhoud Samenvatting 4 1. Inleiding 5 2. Rijksbeleid Duurzaam Inkopen 5 3. Duurzaam GWW 6 4. Duurzaam Inkopen door RWS 4.1 SBK, bepalingsmethode milieuprestatie en de Nationale Milieudatabase 7 8 4.2 DuboCalc in de relatie tot de aanbesteding 4.3 Inspanning marktpartijen 8 9 5. Het instrument DuboCalc 10 5.1 DuboCalc Project 10 5.2 DuboCalc Bibliotheek 10 6. Proces gebruik DuboCalc 11 6.1 Achterhalen gegevens 11 6.2 Invoer in DuboCalc 11 6.3 Aflezen MilieuKostenIndicator (MKI) 12 6.4 Aantonen dat het ontwerp voldoet aan de MKI-Waarde 12 7. Rekenen met DuboCalc 13 7.1 Modelleren in DuboCalc 13 7.1.1 Bouwfase 13 7.1.2 Gebruiksfase 14 7.1.3 Onderhoudsfase 15 7.1.4 Einde levensduurfase 15 7.2 Materialen niet opgenomen in de DuboCalc bibliotheek 15 7.2.1 Variabele en vaste waarden in de berekening 16 7.2.2 Methode en kwaliteitseisen tav de berekening van het Materiaal 16 7.3 Toevoegen van nieuwe items aan de DuboCalc Bibliotheek 16 7.4 Stappenplan van een DuboCalc berekening 17 7.4.1 Stap 1 - Opbouwen structuur Project 17 7.4.2 Stap 2 - toevoegen items 17 7.4.3 Stap 3 - analyseren milieueffecten 18 8. Verkrijgbaarheid en versiebeheer 8.1 Verkrijgbaarheid 19 19 8.2 Versiebeheer 19 Bijlage A Processchema gebruik DuboCalc 20 Bijlage B Voorbeeld energieberekening 21 Pagina 3 van 21

Samenvatting De Tweede Kamer heeft de rijksoverheid verplicht om per 2010 100% duurzaam in te kopen. Rijkswaterstaat voldoet daar aan door toepassing van de door AgentschapNL opgestelde GWW-criteria. Rijkswaterstaat heeft deze criteria vastgelegd in de Rijkswaterstaat brede afspraken (RBA) Duurzaam Inkopen. Rijkswaterstaat wil echter verder gaan dan alleen de eisen van AgentschapNL. Deze ambitie wordt ingevuld door duurzaamheid verplicht één van de drie EMVI-criteria te laten zijn. Een van de instrumenten die hiervoor wordt ingezet is DuboCalc. Dit protocol geeft weer hoe DuboCalc door RWS wordt gebruikt voor duurzaam inkopen. DuboCalc is een rekenprogramma dat werken in de GWW-sector (Grond-, Weg- en Waterbouwsector) beoordeelt op duurzaam materiaal- en energieverbruik. DuboCalc berekent de MilieuKostenIndicator (MKI), op basis van de gegevens van het project. Het instrument DuboCalc kan kortweg op een drietal manieren worden ingezet: 1) Om te bepalen of wordt voldaan aan de milieuprestatie-eis (uitgedrukt in MKI), zoals opgenomen in Vraagspecificatie deel I. 2) Om te bepalen of het ontwerpproces duurzaamheideffecten najaagt door aantoonbaar te optimaliseren naar een lagere MKI voor delen van het ontwerp zoals opgenomen in de eisen in Vraagspecificatie deel II. 3) Als gunningcriterium, waarmee de opdrachtnemer zich onderscheidt door een oplossing met een lagere MKI aan te bieden. De aanbieder kan door te spelen met verschillende ontwerpen een optimale prijs en MKI bereiken. Met DuboCalc worden GWW-werken op een relatief eenvoudige en snelle wijze op duurzaamheid beoordeeld en kunnen stappen worden gezet in het verduurzamen van GWW-werken. De kracht van het model is dat het geschikt is voor de berekening van de verschillende objecten die voorkomen in de GWW zonder dat veel informatie moet worden ingevoerd. Het beschikbaar hebben van een materiaalstaat is voldoende. Wanneer in de toekomst meer ervaring is opgedaan met DuboCalc, kan mogelijk met kengetallen gewerkt gaan worden en wordt het mogelijk op een probabilistische wijze om te gaan met MKI-waarde bepaling. De toepassing van DuboCalc verloopt in het kort als volgt. Ten eerste verzamelt de opdrachtnemer diverse relevante gegevens voor de aanbieding van het werk. Vervolgens voert hij deze gegevens in het rekenprogramma DuboCalc in. Het is mogelijk om verschillende oplossingen door te rekenen, waardoor een zo optimaal mogelijke MKI-Waarde wordt bereikt. De opdrachtnemer toont vervolgens aan dat het te realiseren ontwerp voldoet aan de geëiste of aangeboden MKI-Waarde. De methodiek die Rijkswaterstaat voor toetsing gebruikt is Systeemgerichte Contract Beheersing. Het rekenprogramma wordt per aanbesteding ter beschikking gesteld, inclusief de benodigde database. Rijkswaterstaat voert hierbij een nadrukkelijk versiebeheer. Pagina 4 van 21

1. Inleiding Het protocol voor het gebruik van DuboCalc bij Duurzaam Inkopen RWS legt vast hoe het gebruik van het instrument DuboCalc ten behoeve van Duurzaam Inkopen door Rijkswaterstaat wordt vormgegeven. Bij het duurzaam inkopen van werken dient DuboCalc op een eenduidige wijze te worden toegepast. Het is van belang dat aanbiedingen op basis van gelijke uitgangspunten worden opgesteld, op gelijke wijze worden beoordeeld en dat kwaliteit wordt geborgd. Het protocol beschrijft: 1. welke duurzaamheidseisen worden gesteld. 2. hoe berekeningen moeten worden uitgevoerd 3. welke data moet worden ingevoerd 4. hoe wordt getoetst 5. hoe wordt geborgd dat wat is beloofd ook wordt geleverd. RWS werkt met verschillende contractvormen zoals Prestatiecontracten, Design & Construct (D&C) en Design, Built (Finance) and Maintain (DB(F)M) waarbinnen duurzaam kan worden ingekocht met behulp van DuboCalc. 2. Rijksbeleid Duurzaam Inkopen Wereldwijd is de overtuiging groeiende dat welvaart en welzijn van vandaag niet ten koste mogen gaan van welvaart en welzijn van toekomstige generaties. In dat kader heeft de Tweede Kamer eind juni 2005 een motie aangenomen om uiterlijk in 2010 bij álle rijksinkopen en rijksinvesteringen duurzaamheid als zwaarwegend criterium mee te nemen. De overheden stelden duidelijke doelen: het Rijk wilde in 2010 voor 100 procent duurzaam inkopen, dat gold en geldt dus ook voor Rijkswaterstaat. Gemeenten streefden naar 75 procent in 2010 en 100 procent in 2015. Provincies en waterschappen hadden minimaal 50 procent in 2010 als doel gesteld. Uit de voortgangsrapportage duurzaam inkopen 2010 is gebleken dat de overheden hun doelstellingen ruimschoots hebben behaald. Daarmee worden belangrijke doelstellingen op het terrein van milieu en sociale aspecten bereikt. Echt duurzaam inkopen vraagt om meer ambities en gaat verder dan de minimumeisen. Zowel voormalig staatsecretaris Atsma van Milieu als de Tweede Kamer hebben aangegeven de aanbevelingen van het bedrijfsleven voor een ambitieuzere aanpak van duurzaam inkopen te omarmen. De centraal vastgestelde minimumeisen blijven een plek houden binnen duurzaam inkopen, maar de toepassing daarvan wordt voortaan gezien als een minimale ondergrens voor duurzaam inkopen. Honderd procent duurzaam inkopen is zodanig gedefinieerd dat de inkopen voldoen aan de criteria die op dat moment voor de desbetreffende productgroepen door Agentschap NL zijn opgesteld. Deze duurzaamheidcriteria stellen enerzijds eisen, anderzijds wensen aan de levering van een product of dienst. Pagina 5 van 21

Naast minimumeisen worden, in lijn met de nieuwe Aanbestedingswet, in principe altijd ook wensen en dus gunningcriteria voor duurzaam inkopen opgenomen. Bij duurzaam inkopen worden naast economische, ook sociale en milieugerelateerde aspecten meegenomen bij de inkoop van goederen, diensten en werken. Door duurzaam in te kopen wordt de markt gestimuleerd om meer duurzame producten te leveren. Bij Duurzaam Inkopen gaat het in principe om alle fasen van een project, van ontwerp tot het einde van de levensduur. De inkoop betrekt zich daardoor niet alleen op de totstandkoming van een nieuw werk maar ook op opvolgende fasen zoals beheer en onderhoud. In mei 2012 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (I&M) aan alle decentrale overheden een brief gestuurd over duurzaam inkopen. Aanbestedende diensten worden opgeroepen om de inkoopfunctie strategisch in te zetten met het oog op het nastreven van ambitieuze duurzaamheiddoelstellingen. Het is belangrijk om in alle fasen van een inkoopproces, zo mogelijk in samenspraak met het bedrijfsleven, op zoek te gaan naar kansen op duurzame, innovatieve oplossingen. Daarbij gaat het vooral om die inkopen waarbij dit substantieel kan bijdragen aan de duurzaamheiddoelen van de organisatie. Afhankelijk van het project en de situatie wordt voor de beoordeling van de eisen en wensen op het gebied van duurzaamheid gebruik gemaakt van DuboCalc. Op agentschapnl.nl en op de website van het expertisecentrum aanbesteden, pianoo.nl, is veel aanvullende informatie te vinden. 3. Duurzaam GWW Publieke opdrachtgevers en marktpartijen in de Spoor- en Grond- Weg- en Waterbouw (GWW) tillen duurzaamheid in de GWW-sector naar een hoger plan. Ze hebben hun krachten gebundeld en een uniforme werkwijze ontwikkeld: de Aanpak Duurzaam GWW. De Aanpak Duurzaam GWW is een praktische werkwijze om duurzaamheid in GWWprojecten concreet te maken. Maar wel zonder vooraf generiek voor te schrijven wat de duurzaamheidseisen zijn. De Aanpak wil juist per project de kansen op duurzaamheidswinst maximaal benutten. Met deze werkwijze kan een projectorganisatie (opdrachtgevers/ingenieursbureaus) in elk stadium van een project een stappenplan volgen en daarmee duurzame ambities formuleren, vastleggen en doorgeven naar de volgende projectfase. Door duurzaamheid zo vroeg mogelijk in het project te borgen, worden de kansen optimaal benut. Het instrument DuboCalc is een van de vier aangegeven instrumenten die binnen de aanpak kunnen worden gehanteerd. Kijk voor meer informatie op duurzaamgww.nl Pagina 6 van 21

4. Duurzaam Inkopen door RWS De doelstelling van Rijkswaterstaat is om de CO 2 uitstoot in 2020 met 20% te verminderen ten opzichte van 1990 en om infrastructuur met een goede milieukwaliteit te laten - realiseren. Inkoop is bij Rijkswaterstaat verdeeld over een viertal domeinen: 1. Grond-, Weg- en Waterbouw en mariene zaken, zoals aanleg en onderhoud van de infrastructuur, de vloot, het bergen, baggeren en betonnen. 2. Bedrijfsvoering, zoals facilitaire zaken en energie 3. Informatieverwerking en ICT, zoals verkeersmanagement, geo-informatie en ICT hard- en software 4. Kennis, zoals ingenieursdiensten en dergelijke Voor elk domein heeft Rijkswaterstaat doelstellingen vastgesteld en actieplannen opgesteld. Uit de carbon footprint van Rijkswaterstaat blijkt dat verreweg de grootste uitstoot van CO 2 gerelateerd is aan de aanleg- en onderhoudprojecten in de grond-, weg- en waterbouw, daarom gaat daar in eerste instantie de grootste aandacht naar uit. Op 24 juni 2011 heeft Staatssecretaris Atsma per brief aan de 2 e Kamer nader uitgelegd hoe duurzaam inkopen in de grond-, weg en waterbouw moet worden vorm gegeven. Rijkswaterstaat volgt helemaal de werkwijze die Atsma voorstaat. Op 15 oktober 2011 heeft de staatsecretaris nogmaals in een toespraak zijn visie op duurzaam inkopen gepresenteerd. Het Bestuur van Rijkswaterstaat heeft in aansluiting op die visie op 27 april 2012 besloten dat duurzaamheid wordt aangewezen als één van de drie EMVI criteria bij aanbestedingen van aanleg projecten. Het voornemen is de aanpak van duurzaam GWW begin 2013 vast te leggen in een Green Deal Duurzaam GGW. Bij aanbestedingen doet Rijkswaterstaat drie dingen om duurzaam inkopen te realiseren: de opdrachtnemer krijgt de ruimte om met innovatieve oplossingen te komen doordat Rijkswaterstaat een oplossingsvrije uitvraag doet via functionele specificaties. de aanbieders die de opdracht op een energiezuinige manier beloven uit te voeren (ambitieniveau van CO2-prestatieladder), krijgen een fictieve aftrek van hun inschrijfprijs, en; de aanbieders die een milieuvriendelijk product aanbieden (berekend met DuboCalc), behalen een fictief gunningsvoordeel door het principe van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) toe te passen. Kijk voor meer informatie op rijkswaterstaat.nl fi duurzaam inkopen Pagina 7 van 21

4.1 SBK, bepalingsmethode milieuprestatie en de Nationale Milieudatabase De milieueffecten van een GWW-werk, gebouw, component, materiaal e.d. die worden bezien over de hele levenscyclus worden met een milieugerichte levenscyclusanalyse (LCA) in kaart gebracht. Het resultaat van een LCA is een milieuprofiel: een verzameling van verschillende milieueffecten, zoals bijdrage aan broeikaseffect, uitputting van grondstoffen, etc.. Een LCA kan worden uitgevoerd voor een materiaal of product, maar ook voor een geheel gebouw of GWW-werk. Om de milieubelasting van een gebouw of bouwwerk te kunnen bepalen zijn verschillende rekeninstrumenten beschikbaar zoals Greencalc, Dubocalc en Eco- Quantum. Deze instrumenten gebruikten nu data uit dezelfde Nationale Milieudatabase. De bepalingsmethode inclusief de nationale database is ontstaan door bestaande instrumenten en databases te combineren. Met de bepalingsmethode én de nationale milieudatabase zijn de milieueffecten van gebouwen en GWW-werken eenduidig te berekenen. Stichting Bouwkwaliteit (SBK) is op 14 april 2010 aangewezen als beheerder van de bepalingsmethode Materiaalgebonden milieuprestaties van gebouwen en GWWwerken inclusief de daaraan verbonden Nationale Milieudatabase. Voor meer informatie, zie de website van de Stichting Bouwkwaliteit: bouwkwaliteit.nl fi Milieudatabase en mileudatabase.nl 4.2 DuboCalc in de relatie tot de aanbesteding Rijkswaterstaat, andere opdrachtgevers, adviesbureaus en aannemerij kunnen met DuboCalc een aanbieding en/of ontwerp beoordelen op milieuprestatie. Het wel of niet toepassen van DuboCalc, wordt bij elke individuele aanbesteding afgewogen. Het uitgangspunt van RWS is om duurzaam en innovatief in te kopen en aan te besteden. DuboCalc is bedoeld om dit uitgangspunt na te streven. Het instrument DuboCalc kan kortweg op een drietal manieren worden ingezet: 1. Als gunningcriterium in EMVI, waarmee de opdrachtnemer zich onderscheidt door een oplossing met een lagere MKI aan te bieden. Dit is de standaard toepassing van DuboCalc; 2. Om te bepalen of wordt voldaan aan de milieuprestatie-eis (uitgedrukt in MKI); 3. Om te bepalen of het ontwerpproces duurzaamheideffecten najaagt door aantoonbaar te optimaliseren naar een lagere MKI voor delen van het ontwerp.. De MKI-waarde of milieuscore berekend met DuboCalc kan als kwaliteitscriterium of prestatiecriterium worden gebruikt. In het eerste geval bepaalt de maximale monetaire waarde en de onderlinge kwaliteit van de biedingen het aandeel kwaliteit t.o.v. de prijs; in het tweede geval is een monetaire waarde direct gekoppeld aan een extra eenheid prestatie ( per eenheid MKI). In de uitvraag zal Rijkswaterstaat aangeven hoe zwaar duurzaamheid scoort in de EMVI criteria. Kijk voor meer informatie op rijkswaterstaat.nl fi duurzaam inkopen Pagina 8 van 21

4.3 Inspanning marktpartijen Met DuboCalc worden GWW-werken op een relatief eenvoudige en snelle wijze op duurzaamheid beoordeeld. De kracht van het model is dat het geschikt is voor de berekening van de verschillende objecten die voorkomen in de GWW zonder dat veel informatie moet worden ingevoerd. Het beschikbaar hebben van een materiaalstaat op het niveau van de raming is voldoende. Na verloop van tijd ontstaat ervaring aan de zijde van de markt en kan gelijk aan het calculatieproces de stap worden gemaakt naar kengetallen-calculatie. Het al dan niet uitwijken naar een kengetallendatabase is een te maken keuze van ieder afzonderlijk bedrijf. Vooral in de beginfase is het essentieel af te vragen hoeveel inspanning dit zal vragen van marktpartijen. Concreet houdt dit in dat behoefte is aan een duidelijke scope waar milieuprestaties voortvloeiend uit het ontwerp onderscheidend zijn en een duurzaam effect hebben in het RWS areaal. Meer informatie is te vinden op rijkswaterstaat.nl fi duurzaam inkopen Om de Tenderkosten laag te houden is er voor gekozen om veel gebruik te maken van defaultwaarden zodat niet alle details uitgezocht behoeven te worden. Deze keuze zal in sommige gevallen het onderscheidend vermogen van de inschrijvers beperken. Pagina 9 van 21

5. Het instrument DuboCalc DuboCalc is een rekenprogramma waarmee werken in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) worden beoordeeld op duurzaam materiaal- en energiegebruik. DuboCalc is gebaseerd op de gestandaardiseerde methodiek van levenscyclusanalyses (LCA). Het geeft daarmee een kwantitatief en geobjectiveerd antwoord op vragen rond duurzaam bouwen, door uit te gaan van een: 1. algemeen geaccepteerd rekenmodel (LCA conform ISO 14.040-serie en CML2); 2. gestandaardiseerde database met milieugegevens van materialen en processen (Nationale Milieudatabase, NEN8006 en de bepalingsmethode Materiaalgebonden milieuprestaties van gebouwen en GWW-werken ). Het instrument DuboCalc is opgebouwd uit twee onderdelen nl.: DuboCalc Project en DuboCalc Bibliotheek. 5.1 DuboCalc Project DuboCalc stelt de gebruiker in staat om werken (in DuboCalc Projecten genoemd) te modelleren. Bovendien kunnen van een Project en van elk onderdeel daarvan (Varianten, Elementen, Items) de milieueffecten worden berekend en geanalyseerd. DuboCalc is gebaseerd op de levenscyclusanalyse en berekent aan de hand van de ingevoerde gegevens de milieueffecten, omgerekend tot een prijs, die het werk op het milieu heeft. Dit wordt aangeduid als de MilieuKostenIndicator (MKI). Om de milieueffecten kwantificeerbaar te maken, worden deze met behulp van het programma DuboCalc omgerekend tot de effecten die zij hebben op het milieu, uitgedrukt in CO2-equivalenten, NOx-equivalenten, enz. Deze milieueffecten worden weer vertaald in schaduwkosten. Dit resultaat wordt weergegeven in de waarde van de MilieuKostenIndicator. 5.2 DuboCalc Bibliotheek DuboCalc maakt gebruik van een bibliotheek. In de DuboCalc Bibliotheek zijn gevalideerde items opgenomen. Deze items hebben 4 fasen: bouw (winning, productie en aanleg), gebruik, onderhoud en einde levensduur. De items zijn opgebouwd uit de bouwstenen, materialen en processen, die aan de verschillende fasen van het item zijn gekoppeld. De items zijn afkomstig uit de Nationale Milieudatabase en zijn gevalideerd conform procedure van SBK. Door de items te kopiëren van de Bibliotheek naar de projectomgeving worden milieueffecten aan de projectberekening toegevoegd. De DuboCalc database wordt periodiek geactualiseerd. Pagina 10 van 21

6. Proces gebruik DuboCalc Voor het bepalen van MKI doorloopt de inschrijver de volgende stappen: achterhalen gegevens invoeren gegevens in het programma DuboCalc bepalen MilieuKostenIndicator (MKI) aantonen dat het gerealiseerde ontwerp voldoet aan de MKI-Waarde In bijlage A is een schema opgenomen met de DuboCalc processtappen. 6.1 Achterhalen gegevens Om te beginnen worden de relevante gegevens voor het project achterhaald, zodat deze in te voeren zijn in DuboCalc. Deze gegevens zijn afhankelijk van de oplossing die de inschrijver wil geven aan de uitvraag. Doordat Rijkswaterstaat gekozen heeft voor het functioneel beschrijven van de inkoopbehoefte, kan een inschrijver zelf een geschikte oplossing aandragen die voldoet aan de door Rijkswaterstaat opgestelde eisen. Over het algemeen zijn de benodigde gegevens uit de materiaalstaat bij de projectraming te halen of dienen gegevens overlegd te worden aan RWS. Met het programma DuboCalc kan de MKI worden berekend op basis van de volgende gegevens: de gekozen soort(-en) materiaal van de gekozen oplossing de hoeveelheden van deze materialen transportafstanden van bulkmaterialen de af te voeren materialen de levensduur van materialen het te verwachten energieverbruik tijdens de exploitatieperiode 6.2 Invoer in DuboCalc De procedure voor het invoeren van gegevens en het maken van een berekening wordt uitgebreid beschreven in hoofdstuk 7. Onderstaand worden alleen de hoofdpunten aangegeven. Wanneer de gegevens met betrekking tot de toe te passen materialen en hoeveelheden beschikbaar zijn, worden deze ingevoerd in DuboCalc. De inschrijver voert de gegevens in van het betreffende project door Items uit de DuboCalc bibliotheek te selecteren en de juiste hoeveelheden in te vullen. Aan de hand van de ingevoerde Items en hoeveelheden berekent DuboCalc de MilieuKostenIndicator. Om een zo goed mogelijke MKI te krijgen, heeft een inschrijver de mogelijkheid om meerdere alternatieven op de uitvraag in te voeren in DuboCalc om zo tot het werk te komen dat voldoet aan de minimum-eis of de beste verhouding heeft tussen prijs en MKI. Doordat inzichtelijk is welke materialen de grootste bijdrage leveren aan de MKI, is te zien voor welke materialen een alternatief het meest geschikt is. Zo kan een inschrijver een ander materiaal toepassen om te kijken wat de effecten hiervan zijn op de MKI van de totale inschrijving. Pagina 11 van 21

6.3 Aflezen MilieuKostenIndicator (MKI) Wanneer de inschrijver de oplossing heeft gevonden met de meest geschikte MKI, kan deze MKI worden meegenomen in de inschrijving. 6.4 Aantonen dat het ontwerp voldoet aan de MKI-Waarde De inschrijver hoeft bij inschrijving geen detailberekening voor te leggen maar dient wel aannemelijk te maken dat de door hem aangeboden MKI realistisch gezien haalbaar is. Het is dus mogelijk om een andere MKI op te geven dan de MKI die is afgelezen uit de berekening (6.3). Tijdens het verder uitwerken van het ontwerp en de realisatie dient door de opdrachtnemer te worden aangetoond dat het ontwerp en het gerealiseerde werk voldoet aan de MKI die bij de inschrijving is beloofd. RWS maakt hiervoor gebruik van Systeemgerichte Contract Beheersing (SCB). SCB is een methode van contractbeheersing waarbij RWS gebruik maakt van informatie die voortkomt uit het kwaliteitsmanagementsysteem van de opdrachtnemer. De procedure voor het aantonen dat het ontwerp en het gerealiseerde werk voldoet aan de aangeboden MKI zou dus heel goed onderdeel uit kunnen maken van het (deel-) kwaliteitsplan van de opdrachtnemer. D.m.v. een passende combinatie van toetsen (systeem-, proces- en producttoetsen) stelt RWS vast of de opdrachtnemer voldoet aan de contractueel vastgelegde afspraken en eisen. Meer informatie over wat SCB inhoudt en hoe het werkt is te vinden op de website van RWS: rijkswaterstaat.nl fi SCB Pagina 12 van 21

7. Rekenen met DuboCalc In dit hoofdstuk wordt het gehele werkproces met DuboCalc stap voor stap beschreven. In paragraaf 7.1 worden de aandachtspunten voor het modelleren (per fase) aangegeven. In de paragrafen 7.2 en 7.3.wordt beschreven hoe er moet worden gehandeld indien er gebruik wordt gemaakt van Items die niet in de DuboCalc Bibliotheek zijn opgenomen. In paragraaf 7.4 wordt met stappen aangegeven hoe een DuboCalc berekening moet worden gemaakt. Voor een uitleg van de werkwijze van het programma wordt verwezen naar de DuboCalc Startershandleiding.. 7.1 Modelleren in DuboCalc Een gebruiker kan in DuboCalc Project elk gewenst GWW-werk samenstellen uit de items die beschikbaar zijn in de DuboCalc Bibliotheek. Modelleren is het samenstellen van een GWW-werk uit items Een project dient alle relevante informatie over het GWW-werk te bevatten. Een van de belangrijkste parameters voor de bepaling van de MKI-waarde is de levensduur van het project. Om een goede analyse van de milieueffecten uit te voeren is het belangrijk dat de juiste informatie wordt ingevoerd. Afhankelijk van de toepassing van DuboCalc geeft de opdrachtgever in de vraagspecificatie aan welke onderdelen van het werk onderdeel uitmaken van de scope van de uit te voeren berekening. Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de bouw van het GWW-werk. Het gebruik (bijvoorbeeld energie voor verlichting), onderhoud en de einde levensduur (bijvoorbeeld de sloop van een werk) zijn ook verantwoordelijk voor een deel van de milieueffecten. Let goed op de scopebeschrijving in de uitvraag van RWS en gebruik deze als basis voor de DuboCalc berekening. Beschrijvingen in de aanbestedingsdocumenten gaan daarbij voor generieke beschrijving. Per LCA-fase worden hieronder de relevante aandachtspunten gegeven: 7.1.1 Bouwfase In de items zijn in deze fase alle processen en materialen opgenomen die nodig zijn voor de realisatie van het werk. Ook de processen voor het transport van de fabriek naar de bouwplaats zijn in deze fase opgenomen. Materiaalkeuze Ieder materiaal heeft zijn eigen milieu-effecten. Vergelijk verschillende materialen met elkaar en bepaal de optimale materiaalkeuze voor een bepaalde ontwerpoplossing. Pagina 13 van 21

Hoeveelheden Een ontwerp waarbij zuinig wordt omgegaan met materialen zal een lagere milieubelasting hebben. Uiteraard dient het ontwerp wel te voldoen aan de overige (functionele en technische) eisen die worden gesteld. Transportafstanden van bulkmaterialen Er zijn materialen waarbij transport een groot onderdeel uitmaakt van de totale milieubelasting. Deze materialen bevatten default transportafstanden. Deze default afstanden zijn wijzigbaar. Doordat de aannemer de afstanden kan wijzigen kan hij zich onderscheiden door zijn logistieke proces zodanig in te richten dat de negatieve milieueffecten het kleinst zijn (lagere MKI). Indien een aannemer zelf transportafstanden opgeeft is de mogelijkheid tot controle van belang, bijvoorbeeld door de afstanden te vermelden in het grondstromen plan. Tevens neemt de opdrachtnemer beheersmaatregelen om te voorkomen dat de afgesproken maximale MKI waarde niet wordt gehaald door afwijkende transportafstanden in de praktijk. Af te voeren materialen In projecten kan het zijn dat voordat begonnen kan worden met de bouw er aanzienlijke hoeveelheden materiaal of grond van bijv. een gesloopte constructie moeten worden afgevoerd. Deze materialen kunnen apart worden ingevoerd door het item aan te vinken als vrijkomend materiaal. Een ontwerp waarbij zoveel mogelijk grond- of vrijkomende bouwstoffen worden hergebruikt zal in de regel beter scoren. 7.1.2 Gebruiksfase In de bibliotheek zijn items beschikbaar die alleen een gebruiksfase hebben. Het betreft Items voor bijvoorbeeld elektriciteit of brandstofverbruik. Energieverbruik De opdrachtnemer moet het energiegebruik aangeven. Om te komen tot het verwachte energiegebruik zal opdrachtnemer een goed onderbouwde berekening dienen te maken. De resultaten van deze berekening maken deel van uit de input voor de berekening van de MKI. Om de ingevoerde waarde te kunnen controleren is opdrachtnemer verplicht om volledig onderbouwde jaargebruiken te berekenen en deze aantoonbaar te maken, ook kan het daadwerkelijke energiegebruik gedurende een referentieperiode of jaarlijks worden gemeten. Energieberekening Om tot een energiezuinig ontwerp te komen kan door opdrachtnemer worden gezocht naar optimale oplossingen. Een belangrijk punt is dat opdrachtnemer bij een D&C-contract aannemelijk moet maken dat berekende jaarverbruik van het gekozen ontwerp resulteert uit verschillende onderzochte alternatieven. Bij een DBFM-contract moet opdrachtnemer de besparingsresultaten in bijvoorbeeld gemeten jaaroverzichten kunnen aantonen. Voor energiezuinig ontwerpen bestaat echter geen specifieke methodiek. Wel zijn er diverse aandachtspunten en richtlijnen te noemen die de opdrachtnemer hierbij kunnen ondersteunen. Meer informatie hierover is terug te vinden in de leidraad Energiezuinig ontwerpen van civiele kunstwerken van CUR/RWS. Bij installaties die zelf energie opwekken mag de opgewekte energie worden afgetrokken van het totale stroomverbruik. Pagina 14 van 21

In bijlage B is een voorbeeld toegevoegd van een energieverbruik berekening van een civieltechnisch kunstwerk. 7.1.3 Onderhoudsfase In DuboCalc wordt het milieueffect van de onderhoudsfase bepaald door het aantal malen dat een item tijdens de levensduur van het project vervangen moet worden. Het aantal malen vervanging wordt hierbij in DuboCalc als een breuk berekend. Projectlevensduur Een van de belangrijkste parameters voor de berekening van de MKI is de projectlevensduur. Controleer altijd of de in het projectdocument van DuboCalc gehanteerde levensduur overeenkomt met de in de aanbestedingsdocumenten vermelde levensduur. Levensduur van items In de items die in de bibliotheek staan wordt gerekend met een standaard levensduur. Deze levensduur is gebaseerd op normaal gebruik zonder dat er tussentijds levensduurverlengend onderhoud wordt uitgevoerd. Indien het Item het toelaat mag van de default levensduur worden afgeweken, mits de gehanteerde levensduur conform eisen is onderbouwd. Voor wegverhardingen dient de levensduur te zijn onderbouwd met het programma CARE of OIA: CARE, versie 2.20 in het geval van aanpassing aan een bestaande wegverharding (module herontwerpen); OIA van CROW, meest recente versie, in het geval van een nieuwe wegverhardingsconstructie. De berekening in het model dient te zijn gebaseerd op door RWS ter beschikking gestelde parameters zoals verkeersgegevens en in het geval van herontwerpen gegevens van de constructie. 7.1.4 Einde levensduurfase In deze fase worden de milieueffecten opgenomen van de processen die nodig zijn voor het slopen, afvoeren en verwerken (volgens een vastgesteld afvalscenario) van de materialen die vrijkomen aan het einde van de levensduur van het project. Deze processen zijn gebaseerd op defaultwaarden en zijn door de gebruikers niet wijzigbaar. 7.2 Materialen niet opgenomen in de DuboCalc bibliotheek Indien een materiaal niet in de Dubocalc bibliotheek is opgenomen kan eventueel een Item dat het best overeenkomt met het nieuwe materiaal als alternatief in de MKI berekening worden gehanteerd. Ook bestaat de mogelijkheid voor de Inschrijver of de MKI berekening uit te voeren met behulp van data die (nog) niet zijn opgenomen in de voorgeschreven versie van de DuboCalc Bibliotheek. In de paragrafen 7.2.1 en 7.2.2 worden de voorwaarden beschreven waaraan moet worden voldaan. Pagina 15 van 21

7.2.1 Variabele en vaste waarden in de berekening De MKI berekening per nieuw Item behelst de berekening van de milieueffecten van materiaalwinning tot en met einde levensduur. Uitgangspunt in de berekening is dat: 1. De MKI van winning tot en met de fabriekspoort van het nieuwe Materiaal wordt bepaald conform door SBK beschreven procedure. 2. De Processen onder de fase Bouw hetzelfde zijn als bij het meest vergelijkbare Item in de DuboCalc Bibliotheek. 3. De eigenschappen van de fase Onderhoud zijn hetzelfde als het meest vergelijkbare Item in de DuboCalc Bibliotheek. 4. De Processen en de milieueffecten van het einde levensduurscenario van het betreffende Materiaaltype van de fase Einde Levensduur zijn hetzelfde als het meest vergelijkbare Item in de DuboCalc Bibliotheek. Het onder punt 1 genoemde nieuwe Materiaal is dus variabel, de overige data binnen het nieuwe Items moet dus worden gebaseerd op een Item dat het best vergelijkbaar is. In het geval van een alternatieve ZOAB kan dus het Materiaal ZOAB binnen het Item ZOAB worden vervangen voor een nieuw materiaal. 7.2.2 Methode en kwaliteitseisen tav de berekening van het Materiaal De MKI berekening per ton Materiaal dient te zijn opgesteld en getoetst conform door SBK aangegeven procedure. Basisdocumenten die dit beschrijven zijn te vinden op de site van SBK: milieudatabase.nl --> basisdocumenten Onder voorbehoud van in de overeenkomst andere dan in de ondertsaande verwijzingen gehanteerde versies, betekent dit dat de volgende documenten van toepassing zijn: 1. De LCA dient te worden opgesteld conform de Bepalingsmethode Milieuprestaties Gebouwen en GWW Werken (versie dd. 01-11-2011) 2. De LCA dient getoetst te worden door een bureau dat voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in SBK-voorwaarden toetsingsbureaus: SBKkwalificatie-eisen LCA-toetsingsbureau voor opname categorie 1 en 2 data in de Nationale Milieudatabase (v1.0) Het is mogelijk de nieuwe data op te laten nemen in de Nationale Milieudatabase, zodat de data daarmee ook in een nieuwe versie van de DuboCalc bibliotheek wordt opgenomen. Zie hiervoor paragraaf 7.3 7.3 Toevoegen van nieuwe items aan de DuboCalc Bibliotheek De Items en onderliggende data zoals gebruikt in DuboCalc zijn afkomstig uit de Nationale Milieudatabase in eigendom van en in beheer bij de Stichting Bouwkwaliteit (SBK). Samen met de sector en de branches hierbinnen streeft zij naar een kwalitatief hoogstaande en complete database. Uiteraard staat de sector Pagina 16 van 21

niet stil en worden nieuwe producten/materialen ontwikkeld en het kan ook zijn dat de database niet op alle vlakken compleet is. Nieuwe items kunnen bij de SBK worden aangeleverd conform de procedure zoals te te vinden op website van de Nationale Milieudatabase Zodra nieuwe data zijn goedgekeurd en opgenomen in de SBK GWW-database zal na vrijgave van die databaseversie door SBK de data worden opgenomen in de DuboCalc Bibliotheek en na vrijgave van de Bibliotheekversie beschikbaar zijn voor DuboCalc Project. 7.4 Stappenplan van een DuboCalc berekening Rekenen met DuboCalc kan in drie stappen worden toegelicht. Hieronder de betreffende stappen: 7.4.1 Stap 1 - Opbouwen structuur Project In DuboCalc wordt een GWW-werk (in DuboCalc Project genoemd) samengesteld (gemodelleerd). De structuur van het project wordt bepaald door de scope van de DuboCalc berekening en de in vraagspecificatie gestelde eisen aan de DuboCalc berekening. Voer altijd de in de scopebeschrijving aangegeven levensduur van het project in. De structuur van een project wordt opgebouwd door allereerst varianten aan te maken, dit zijn de verschillende uitvoeringsvormen van het werk. Een nieuwe variant heeft als eigenschappen een eenheid, hoeveelheid, levensduur en afvalscenario (zie scherm eigenschappen). Een variant wordt onderverdeeld in de hoofdonderdelen van het werk, die in DuboCalc Elementen worden genoemd. Het is mogelijk een fijnere onderverdeling te maken met een nieuwe laag van elementen. De structuur van een project zal veelal worden bepaald door de in de vraagspecificatie gestelde eisen. Duurzaam Bouwen Rijksweg 12 Project Variant 1 verdiepte ligging Variant 2 maaiveld Variant 3 MMA Varianten Element 1 Tunnelbak Element 2 Verbreding Elementen 7.4.2 Stap 2 - toevoegen items Als de structuur van het project is bepaald, kan deze worden ingevuld met de items. De benodigde informatie hiervoor, materiaal en hoeveelheid, is bijvoorbeeld afkomstig van een kostencalculatie. Pagina 17 van 21

Items worden vanuit de Bibliotheek naar het project gesleept. Het is ook mogelijk om het scherm Zoeken te gebruiken. Vul voor elk item in ieder geval de hoeveelheid in. Vervolgens is het bij sommige Items mogelijk om de default transportafstanden of de levensduur aan te passen (zie 7.1). Het is altijd mogelijk om een stap terug te gaan en de structuur van het project aan te passen. Behalve de Items die nodig zijn voor de bouw dient de informatie voor de gebruiksfase te worden ingevuld. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om energiegebruik voor verlichting of andere installaties. 7.4.3 Stap 3 - analyseren milieueffecten Als de items aan het project zijn toegevoegd en de eigenschappen zijn gecontroleerd, dan is het tijd voor berekening van de MKI. De berekeningsresultaten kunnen op verschillende manieren worden geanalyseerd, bijvoorbeeld door het uitvoeren van zwaartepuntanalyses. Het is aan te raden om de meest bepalende items en fasen in het project nogmaals na te lopen en de informatie zo mogelijk te verfijnen. Het is altijd mogelijk om stappen terug te gaan en de structuur van het project aan te passen en Items toe te voegen of te verwijderen. Om zicht te krijgen op de milieueffecten die objecten veroorzaken is rechtsonder het bureaublad de MilieuKostenIndicator te zien en de bijdrage die het object levert aan de MilieuKostenIndicator van de betreffende variant. Door het uitvoeren van analyses met DuboCalc ontstaat bovendien steeds meer gevoel voor de onderdelen van een project die binnen elke fase de meeste invloed hebben op de milieueffecten. Pagina 18 van 21

8. Verkrijgbaarheid en versiebeheer 8.1 Verkrijgbaarheid DuboCalc wordt (voorlopig) aan alle inschrijvers per aanbesteding beschikbaar gesteld, inclusief een bibliotheek. Voor de vergelijkbaarheid van de inschrijvingen is het van belang dat alle partijen over dezelfde gegevens beschikken, daarom is, vooralsnog, de uitgeleverde versie slechts geldig voor de betreffende aanbesteding. 8.2 Versiebeheer Rijkswaterstaat heeft besloten om voor duurzaam inkopen door Rijkswaterstaat DuboCalc te gebruiken. Een en ander betekent dat DuboCalc ook up-to-date gehouden moet worden. Er zijn twee vormen van onderhoud noodzakelijk: 1. Softwarematig onderhoud; aanpassen aan nieuwe soft- en hardware ontwikkelingen. Eventuele bugs oplossen. 2. Database onderhoud; aanvullingen met nieuwe processen en materialen, verwerking van voortschrijdend inzicht, nieuwe constructiewijzen mogelijk maken, enz. Daarnaast kunnen ontwikkelingen als het harmonisatieproces (zie hoofdstuk 4) leiden tot aanpassingen. Rijkswaterstaat zal een nadrukkelijk versiebeheer voeren. Zodanig dat bij de inschrijving het versienummer van het programma en van de database moeten worden vermeld. Versienummer van het te leveren of geleverde programma en de database, die kunnen verschillen, is daarom van het grootste belang om te verifiëren. In het aanbestedingsdocument is steeds het volgende opgenomen. Bij deze aanbesteding dienen de volgende versies van de DuboCalc software en database te worden gehanteerd: Versienummer DuboCalc software 2.2.1 Versienummer DuboCalc database 3.02 Werken met een verouderde versie van de software of de database kan leiden tot uitsluiting bij het aanbestedingsproces. Pagina 19 van 21

Bijlage A Processchema gebruik DuboCalc De in het schema opgenomen nummering verwijst naar de betreffen de paragrafen. Input Procesbeschrijving Output Opgestelde eisen RWS Materiaalstaten Projectraming 1. Achterhalen projectgegevens 2. Invoeren projectgegevens in DuboCalc 2.1 Opbouwen project structuur Materiaalsoort Hoeveelheden van materialen Energieverbruik tijdens exploitatieperiode Transportafstanden bulkmaterialen Levensduur materialen Te verwijderen materialen 2.1.1 Invoeren levensduur project Eénheden Levensduur project Afvalscenario 2.1.2 Aanmaken varianten 2.1.3 Per variant elementen toevoegen 2.2 Toevoegen Items 2.1.1 Items selecteren uit de Bibliotheek en invoeren hoeveelheden. 2.1.2 Toevoegen items die niet in de bibliotheek voorkomen 2.3 Analyse Milieueffecten 2.3.1 Controleren eigenschappen Items 2.3.2 Berekenen MKI-Waarde Optimalisatie 2.3.3 Nalopen meest bepalende Items 2.4 Keuze meest optimale variant 3. Aantonen dat ontwerp voldoet aan MKI-Waarde 3.1 Haalbaarheid aangeboden MKI-Waarde Contractueel vastgelegde eisen en afspraken 3.2 Systeemgerichte Contract Beheersing (SCB) Pagina 20 van 21

Bijlage B Voorbeeld energieberekening Project identificatie: Datum: 25-02-2009 Omschrijving Pn x tn = En Pst x tst = Est En + Est = Etot Noodbedrijf (*1) (*2) (*3) Actief (normaal) Stand-by Actief + Stand-by UPS Brugbeweging 1800 365 346 Vermogen Tijd Energie vebruik Vermogen Tijd Energie vebruik Energie vebruik(totaal) VEBRUIKER Aantal Pn tn En Ps tst Est Etot Wtot UPS (Wst) Brug Wh Voorwaarschuwseinen 1800 12 0 W 0,09 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 0,00 kwh 0 - W 0,00 Wh Draadloos sturing VWS 1800 6 3,6 W 0,09 uur 3,43 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 3,43 kwh 21,6 - W 1,91 Wh Landverkeerseinen 1800 8 6 W 0,08 uur 7,27 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 7,27 kwh 48 - W 4,04 Wh Stroombewakingsrelais LVS 365 16 0,84 W 0,08 uur - kwh 3,84 W 24 uur 33,6384 kwh 33,64 kwh 17,28 - W 1,13 Wh HR dimtransformator (150VA) 1800 1 10,5 W 0,08 uur 1,59 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 1,59 kwh 10,5 - W 0,88 Wh Totaal 45,94 97,38 Slagbomen 1800 8 550 W 0,00 uur 35,20 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 35,20 kwh 4400 - W 10,00 Wh Slagbomen verlichting+ kn unit 1800 8 10 W 0,08 uur 59,60 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 59,60 kw h 400 - W 7,00 Wh Totaal 94,80 4800 Scheepvaartseinen (RD) (31v) 346 4 6 W 12 uur 99,65 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 99,65 kwh 24 14,00 W 0,00 Wh Scheepvaartseinen (RD) (20v) 346 4 3,5 W 12 uur 58,13 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 58,13 kwh 14 14,00 W 0,00 Wh Stroombewakingsrelais SVS 346 4 0,84 W 24 uur 27,90 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 27,90 kwh 4,32 4,32 W 0,00 Wh Scheepvaartseinen (GR) (31v) 1800 4 6 W 0,03 uur 1,44 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 1,44 kwh 24 - W 0,80 Wh Scheepvaartseinen (GR) (20v) 1800 4 3,5 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 0,00 kwh 14 - W 0,00 Wh Stroombewakingsrelais SVS 346 4 0,84 W 16 uur 18,60 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 18,60 kwh 4,32 4,32 W 0,00 Wh Scheepvaartseinen (SP) (31v) 346 4 6 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 0,00 kwh 24 14,00 W 0,00 Wh Scheepvaartseinen (SP) (20v) 346 4 3,5 W 8 uur 38,75 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 38,75 kwh 14 14,00 W 0,00 Wh Stroombewakingsrelais SVS 346 4 0,84 W 24 uur 27,90 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 27,90 kwh 4,32 4,32 W 0,00 Wh HR dimtransformator (150VA) 346 1 10,5 W 24 uur 87,19 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 87,19 kwh 10,5 10,50 W 0,00 Wh Tolaal 359,56 137,46 Aanstraal-LED's sv borden dv1 346 3 4 W 12 uur 49,82 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 49,82 kw h 12 ****** W 0,00 Wh Aanstraal-LED's sv borden dv2 346 3 4 W 12 uur 49,82 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 49,82 kw h 12 - W 0,00 Wh Stroombewakingsrelais DVS 365 4 0,84 W 12 uur - kwh 0,96 W 24 uur 8,4096 kwh 8,41 kwh 4,32 4,32 W 0,00 Wh Totaal 108,06 28,32 LCD scada 19'' 1800 1 38 W 0,09 uur 6,04 kwh 20 W uur 0 kw h 6,04 kw h 58 Bij - nood W situatie 0,00 W PC besturing IBM 1800 346 1 130 W 0,09 uur 20,67 kwh 80 W 15,5 uur 429,04 kwh 449,71 kwh 210 automatisch - W uitschakelen 0,00 W PLC besturing 346 1 50 W 16 uur 276,80 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 276,80 kwh 50 - W 0,00 W in-gangen 1800 8 4,2 W 0,09 uur 5,34 kwh 0 W 15,5 uur 0 kwh 5,34 kwh 33,6 - W 0,00 W uit-gangen 1800 8 4,2 W 0,09 uur 5,34 kwh 0 W 15,5 uur 0 kwh 5,34 kwh 33,6 - W 0,00 W PC laptop scheepvaart registatie 346 1 65 W 8 uur 179,92 kwh 90 W 6 uur 186,84 kwh 366,76 kwh 155 - W 0,00 W Geluid 1800 1 0 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 10,00 kwh 0 - W 0,00 Wh Marifoon 346 1 0 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 50,00 kwh 0 - W 0,00 Wh Totaal 1170,00 540,2 El. Motor (50% v.opg. Verm.) 1800 2 27750 W 0,05 uur 4.495,50 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 4495,50 kwh 55500 Gevoed - W vanuit BC 0,00 W Motor besturing hz 1800 2 75 W 0,05 uur 12,15 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 12,15 kwh 150 - W 0,00 W Rem mechanisch 1800 2 260 W 0,05 uur 42,12 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 42,12 kwh 520 - W 23,40 Wh signalering / sturing 346 1 100 W 16 uur 553,60 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 553,60 kwh 100 - W 800,00 Wh Totaal 5103,37 56270 Magnetron 346 1 800 W 0,2 uur 55,36 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 55,36 kwh 800 Bij - nood W situatie 0,00 W Koffiezetapparaat (senseo) 346 1 1450 W 0,22 uur 110,37 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 110,37 kwh 1450 automatisch - W uitschakelen 0,00 W Waterkoker 346 1 1200 W 0,1 uur 41,52 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 41,52 kwh 1200 - W 0,00 W Koelkast 346 1 100 W 5 uur 173,00 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 173,00 kwh 100 - W 0,00 W TV (lcd) 346 1 150 W 10 uur 519,00 kwh 10 W 14 uur 0,14 kwh 519,14 kwh 160 - W 0,00 W Radio 346 1 20 W 10 uur 69,20 kwh 5 W 8 uur 0,04 kwh 69,24 kwh 25 - W 0,00 W Totaal 968,63 3735 Verlichting kelder 346 2 40 W 0,3 uur 8,30 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 8,30 kw h 80 Bij nood - Wsituatoe zo 0,00 min W Verlichting WC 346 1 20 W 1 uur 6,92 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 6,92 kw h 20 mogelijk - W gebruiken 0,00 W Verlichting keuken 346 1 20 W 1 uur 6,92 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 6,92 kw h 20 - W 0,00 W Verlichting app ruimte 346 2 40 W 0,3 uur 8,30 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 8,30 kw h 80 - W 0,00 W Verlichting bedienings ruimte 346 4 40 W 4 uur 221,44 kwh 0 W 0 uur 0 kw h 221,44 kw h 160 160,00 W 640,00 W Noodverlichting 365 4 0 W 0 uur - kwh 40 W 24 uur 87,6 kwh 87,60 kwh 40 - W 0,00 Wh Totaal 339,49 400 Pomp koelwater 1 6200 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kw h 6,20 kw h 6200 Bij - nood W situatie 0,00 W Ventilatie 1 134000 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 134,00 kwh 134000 automatisch - W uitschakelen 0,00 W Verwarming 1 720000 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 720,00 kwh 720000 - W 0,00 W Doorstroomapparaat warm tapwater 346 1 4400 W 0,066 uur 100,48 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 100,48 kwh 4400 - W 0,00 W Totaal 960,68 864600 WCD kracht 1 0 W 0 uur - kwh 0 W 0 uur 0 kwh 0,00 kwh 0 Gevoed - W vanuit UPS 0,00 W UPS oplader 365 1 300 W 24 uur 2.628,00 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 2628,00 kwh 300 - W 0,00 W Boostcap oplader 1800 2 20 W 4 uur 288,00 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 288,00 kwh 40 - W 0,00 W Windmeter 365 1 8 W 24 uur 70,08 kwh 0 W 0 uur 0 kwh 70,08 kwh 8 - W 0,00 Wh Totaal 2986,08 348 BEREKENING VAN HET ENERGIEGEBRUIK VAN ENERGIE NUL BRUG PER JAAR. Totaal energie verbruik per jaar 12136,60 kw h 243,78 W 1489,16 Wh Totaal aantal zonnepanelen (+/-)(*4) 112 Stuks Pagina 21 van 21