BESCHRIJVING van het CODEREN. Van de FM 15-X AUTO METAR. En de FM 16-X AUTO SPECI. (versie 2 - Concept)

Vergelijkbare documenten
NOTEN: 1.* De sectie in deze vorm wordt alleen door automaten gebruikt 2.** Deze groepen worden niet gebruikt door automaten

FM 15-XIV AUTO METAR Weerrapport ten behoeve van de luchtvaart (met of zonder trend forecast), automatisch station.

FM 15-XIV AUTO METAR Weerrapport ten behoeve van de luchtvaart (met of zonder trend forecast), automatisch station.

FM 15-XIV METAR Weerrapport ten behoeve van de luchtvaart (met of zonder trend forecast), bemand station.

De symbolische codevorm: TAF AMD COR CCCC YYGGggZ NIL Y 1 Y 1 G 1 G 1 /Y 2 Y 2 G 2 G 2 CNL dddffgf m f m KT

V O O R L I C H T I N G

De symbolische codevorm

1 PLOTHANDLEIDING 1.1

Zorg en Hoop 0.8. Nickerie 0.0 Hoogste waarde Kustgebied: Albina 18.0 Hoogste waarde Binnenland: Laduani 19.6

Inhoud Hoofdstuk 14, Actueel en verleden weer

Het weer: docentenblad

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toelichting maandoverzicht van het weer in Nederland

Het Nationaal Meteorologisch Centrum is te bereiken op het tel no: / Mail adres:

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008

Meteorologische berichten voor de luchtvaart

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008

Nieuwe ballonvaartverwachting

Rekenregels bij het experiment met het nieuwe normen en handhavingstelsel

GAFOR / LLFC (Low Level Forecast)

Maandoverzicht van het weer in Nederland. november 2014

VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013

Inzet Schiphol- Oostbaan

Beknopt Stormrapport 17 juli 2004

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2013

Protocol extreem slecht weer.

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2015

Protocol. Extreem slecht weer.

Daniël Duwaer Frans Slaats Iris Verboven Sanne Verhagen

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2015

Protocol extreem slecht weer en gladheid

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2014

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Maandoverzicht van het weer in Nederland. november 2015

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2014

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2015

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2014

Maandoverzicht van het weer in Nederland. april 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. april 2014

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2017

RISICOSIGNALERING Winterse neerslag

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2014

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Maandoverzicht van het weer in Nederland

6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Vlucht 31 Augustus 2013 Losplaats: Morlincourt Lossingstijd: uur

Maandoverzicht van het weer in Nederland

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2013

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. december 2013

MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. april 2015

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2017

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2017

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2017

Factsheet KNMI waarschuwingen zicht

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2017

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2015

BP-43 Beste Piloten: LNM en het WEER 19

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2015

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2016

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2014

Maandoverzicht van het weer in Nederland. januari 2016

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2017

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

JAARRAPPORT WAARNEMINGEN ZEEBRUGGE METEOPARK 2011

Maandoverzicht van het weer in Nederland

Maandoverzicht van het weer in Nederland. januari 2015

Transcriptie:

BESCHRIJVING van het CODEREN Van de FM 15-X AUTO METAR En de FM 16-X AUTO SPECI (versie 2 - Concept) BESCHRIJVING AUTO METAR en SPECI De Bilt, maart 2004 A. den Uijl - WM/OD J.A.P. Postma - WA/OM P.Y. de Vries - WM/OD 1

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE...I-2 I. DEFINITIES...I-3 II. III. CODEVORM VAN DE AUTO METAR/SPECI... II-3 A. TEN BEHOEVE VAN EEN GESLOTEN EN ONBEMANDE LUCHTHAVEN...II-4 B. TEN BEHOEVE VAN EEN OPENGESTELDE EN ONBEMANDE LUCHTHAVEN...II-4 C. TEN BEHOEVE VAN EEN NOORDZEE PLATFORM...II-4 HET CODEREN VAN DE METAR...III-5 DE CODENAAM... III-5 DE TIJDGROEP... III-5 HET CODEWOORD AUTO... III-5 DE WIND... III-6 1. De groepen dddffgf m f m KT en d n d n d n Vd x d x d x :... III-6 HET ZICHT... III-10 HET WEER... III-15 Actueel weer... III-17 Uitzonderingen... III-17 Toegestane combinaties van verschijnselen... III-18 Nationale afspraken... III-18 Overige regelgeving... III-18 Criteria m.b.t. de verschijnselen volgens tabel 4678... III-19 Gemengde neerslag... III-19 HET VERLEDEN WEER... III-20 DE WOLKEN... III-21 De groep NsNsNshshshs... III-21 De groep VVh s h s h s... III-21 De groep SKC... III-21 Het coderen van de wolkenhoogte... III-21 CAVOK... III-22 DE TEMPERATUUR... III-22 DE LUCHTDRUK... III-22 DE WINDSHEAR... III-22 DE ZEEWATERTEMPERATUUR EN DE TOESTAND VAN DE ZEE... III-23 DE TOESTAND VAN DE BANEN... III-23 DE GROEP RMK... III-24 2

I. DEFINITIES Een vliegveld Een vastgesteld gebied, op het land of op het water, waarbij meegerekend alle gebouwen, installaties en apparatuur, bedoeld om te worden gebruikt geheel of gedeeltelijk voor het vertrek, aankomst en grondbewegingen van vliegtuigen. Waarnemingsstation: De locatie van een waarnemingsstation is de plaats waar de meteorologische instrumenten staan opgesteld. De omgeving Geldend voor een vliegveld Een gebied van 8 km rond de perimeter (omtrek) van het vliegveld wordt de omgeving (vicinity) genoemd. Opmerking: De vicinity wordt vooralsnog niet gebruikt in de AUTO METAR II. CODEVORM VAN DE AUTO METAR/SPECI In het voorjaar van 2004 zal de AUTO METAR/SPECI in gebruik worden genomen op (burger)vliegvelden, welke periodiek gesloten zullen zijn. De regelgeving en afwijkingen voor de AUTO METAR/SPECI en het gebruik van de RMK sectie worden hieronder beschreven. Drie codevormen zullen t.z.t. in gebruik worden genomen, als eerste de codevorm voor onbemande en gesloten (burger)luchthavens; de tweede voor onbemande en geopende (burger)luchthavens en de derde voor platforms op de Noordzee. Opmerking: De codering t.b.v. geopende (burger)luchthavens, zonder bemanning, is voorlopig niet aan de orde. Wel houdt de ANNEX 3 regelgeving rekening met de mogelijkheid. 3

AUTO METAR/SPECI: A. Ten behoeve van een GESLOTEN en ONBEMANDE luchthaven METAR of CCCC YYGGggZ AUTO dddff(f)gf m f m (f m )KT d n d n d n Vd x d x d x SPECI N s N s N s h s h s h s } of } VVVV w'w' VVh s h s h s } T'T'/T' d T' d QP H P H P H P H (REw'w ) of of of } //// // SKC } of } ////// } Weer Status RMK B. Ten behoeve van een OPENGESTELDE en ONBEMANDE luchthaven METAR of CCCC YYGGggZ AUTO dddff(f)gf m f m (f m )KT d n d n d n Vd x d x d x VVVV SPECI of //// N s N s N s h s h s h s } RD R D R /V R V R V R V R i of } of w'w' VVh s h s h s } T'T'/T' d T' d QP H P H P H P H RD R D R /V R V R V R V R VV R V R V R V R i of of } // SKC } of } ////// } WS RWYD R D R D R D R E R C R e R e R B R B R (Rew w ) of of WS ALL RWY SNOCLO TREND of WEERSTATUS en VERWACHTE WEERSTATUS (RMK) C. Ten behoeve van een NOORDZEE PLATFORM METAR of CCCC YYGGggZ AUTO dddff(f)gfmfm(fm)kt dndndnvdxdxdx SPECI NsNsNshshshs of VVVV w w VVhshshs T T /T dt d QPHPHPHPH (Rew w ) WTsTs/SS of of of //// // SKC of ////// 4

Voorbeeld van een bulletin van METAR-rapporten in Nederland TTAAii CCCC YYGGgg (BBB) METAR CCCC YYGGggZ AUTO... etc. METAR CCCC YYGGggZ AUTO... etc.. METAR CCCC YYGGggZ AUTO.... etc. NNNN Voorbeeld van een bulletin van SPECI-rapporten in Nederland TTAAii CCCC YYGGgg (BBB) SPECI CCCC YYGGggZ AUTO... etc. SPECI CCCC YYGGggZ AUTO... etc.. SPECI CCCC YYGGggZ AUTO.... etc. NNNN LET OP: Met een bulletin wordt bedoeld een bericht met één of meer dan één AUTO METAR- of AUTO SPECI-rapport!! III. HET CODEREN VAN DE METAR DE CODENAAM De codenaam METAR of SPECI moet worden opgenomen: Aan het begin van elk afzonderlijk rapport, gevolgd door de plaatsaanwijzer van het waarnemingsstation, de tijd van waarnemen en het codewoord AUTO. DE TIJDGROEP De tijdgroep YYGGggZ, dag van de maand en uren en minuten UTC, gevolgd door, zonder tussenruimte, de letter indicator Z, moet worden opgenomen. HET CODEWOORD AUTO Om aan te geven dat het rapport afkomstig is van een volledig automatisch station en is samengesteld zonder menselijke inmenging, wordt na de tijdgroep het codewoord AUTO in elk afzonderlijk rapport opgenomen van zowel de METAR als de SPECI. 5

DE WIND 1. De groepen dddffgf m f m KT en d n d n d n Vd x d x d x : a. De groep dddffgf m f m KT 1. Gemiddelde windrichting en windsnelheid worden over de 10-minuten periode voorafgaande aan het tijdstip van waarnemen bepaald. 2. Windrichting wordt gemeld in tientallen van graden ten opzichte van het ware noorden; de windsnelheid in knopen (KT). 3. Indien de windrichting < 100º dan wordt het eerste karakter gemeld met een nul (0). 4. Indien de windsnelheid 100 KT, dan wordt deze gemeld als: fff. Dit geldt ook voor de maximumwindstoot, is de gust 100 KT dan deze coderen als f m f m f m. 5. Variabele wind: ff 3 KT en de variatie is 60º, dan is ddd = VRB 6. Indien zich in de 10-minuten periode een kenmerkende onderbreking in de windkarakteristiek heeft voorgedaan, worden alleen de gegevens van na de onderbreking gebruikt om de gemiddelde windrichting en de windsnelheid vast te stellen. 7. De groep dddffgf m f m wordt, zonder tussenruimte, gevolgd door de afkorting KT. b. Een kenmerkende onderbreking Een kenmerkende onderbreking doet zich voor als: a. Er een abrupte en aanhoudende verandering in de windrichting van 30º of meer optreedt, bij een windsnelheid van 10 knopen (KT) of meer voor of na de verandering. b. Een verandering in de windsnelheid van 10 knopen (KT) of meer, welke tenminste 2 minuten aanhoudt. a. Als er een abrupte en aanhoudende verandering in de windrichting van 30 of meer optreedt, bij een windsnelheid van 10 knopen (KT) of meer voor of na de verandering. H A * * + + B * * + + 24KT * + tijd * * + + * * + + 25KT H-10 * + 0 60 90 120 180 10 20 richting in snelheid in KT De periode AB is in dit voorbeeld de periode na de verandering. 6

7

De codering van de wind wordt bepaald over de periode AB, waarna de groep dddffgf m f m KT gecodeerd wordt als 11012G24KT, omdat: - Windrichtingsverandering van meer dan 30º. - Windsnelheid is meer dan 10KT. - Windstoot van 24 KT na de verandering b. Als een verandering in de windsnelheid van 10 knopen (KT) of meer optreedt, welke tenminste 2 minuten aanhoudt. H B * + * + * + A * + * + * + tijd * + C * + * + H-10 * + 0 60 90 120 10 20 30 richting in snelheid in KT De periode AB is de periode na de verandering, welke in dit voorbeeld langer was dan 2 minuten. De codering van de wind wordt bepaald over de periode AB, waarna de groep dddffgf m f m KT als 11012KT gecodeerd wordt, omdat: - De veranderingsperiode AC hier langer is dan 2 minuten. - De toename van de windsnelheid in de periode AC meer is dan 10KT. c. De groep d n d n d n Vd x d x d x : De groep d n d n d n Vd x d x d x wordt toegevoegd als: 1. Totale variatie 60º, maar < dan 180º 2. De gemiddelde windsnelheid meer dan 3 KT bedraagt. Codering: 1. De volgorde van de delen van de groep worden met de klok mee gecodeerd. 2. De beide extremen worden gecodeerd. 3. In andere gevallen wordt de groep niet gecodeerd. Voorbeeld van een variatie in de wind: H A * + * + * * + + tijd * * + + * + * + * + H-10 B * + 0 60 90 130 180 5 10 richting in snelheid in KT De wind wordt bepaald over de periode AB; waarna de groepen dddffkt d n d n d n Vd x d x d x als 8

09007KT 060V130 gecodeerd worden omdat: - Totale variatie is meer dan 60º, maar minder dan 180º. - Windsnelheid is meer dan 3 KT. Overige coderingen a. Windstilte Windstilte moet gecodeerd worden als 00000KT. b. Variabele wind Variabele wind (VRB) doet zich dus voor als: - ff 3 KT en variatie ddd 60º - ff > 3 KT en variatie ddd 180º of meer c. Windstoten Toevoeging Gf m f m : De toevoeging van de windstoten aan de windgroep wordt gecodeerd indien: Er gedurende de 10-minuten periode voorafgaande aan het tijdstip van waarnemen windstoten voor komen, waarbij f m f m is ff + 10 of meer. De toevoeging Gf m f m moet onmiddellijk, zonder tussenruimte, op de groep dddff volgen. Hoe moeten de windstoten gecodeerd worden: 1. f m f m moet vooraf gegaan worden door de letter G. 2. Als f m f m 100 knopen is dan wordt gemeld als: P99 Opmerkingen: Voor Nederland geldt de oude regeling met de windgroep: dddffgf m f m KT Voor windsnelheden van 100 of meer eenheden, wordt de exacte waarde van de eenheden van de windsnelheid gemeld met een 3-cijfercode fff of f m f m f m, in plaats van de 2-cijfercode ff of f m f m. 3. De groep dddffgf m f m wordt, zonder tussen ruimte, gevolgd door de letterafkorting KT. Deze vervalt dan achter dddff. 4. Indien zich in de 10-minuten periode een kenmerkende onderbreking in de windkarakteristiek heeft voorgedaan, worden alleen de gegevens van na de onderbreking gebruikt om de waarden van de maximale windstoten vast te stellen. 5. Als de windsnelheid ontbreekt worden de windrichting en snelheid gecodeerd met /////KT, als de windrichting ontbreekt, wordt de groep gecodeerd met ///ffkt. 9

HET ZICHT 1. Zicht aan het aardoppervlak De groep VVVV: Het minimale zicht moet gemeld worden met de groep VVVV. Het coderen van het zicht: Het zicht moet gemeld worden in de volgende stappen: a. Tot 800 m in stappen van 50 m, afgerond naar beneden. b. Tussen 800 en 5000 m in stappen van 100 m, afgerond naar beneden. c. Tussen 5000 t/m 9999 m in stappen van 1000 m, afgerond naar beneden. d. 10 km of meer wordt aangegeven met 9999. Voorbeelden: Zicht kleiner dan 50 m : coderen - 0000 Zicht kleiner dan 6000 m maar 5000 m of meer : coderen - 5000 Baanzicht (Runway Visual Range) De groep RD R D R /V R V R V R V R i: 1. Gedurende periodes dat op één of meer banen, die voor het landen beschikbaar zijn, een horizontaal zicht of een baanzicht is waargenomen van minder dan of gelijk aan 2000 m, moet de RVR van maximaal 4 van de meest operationeel beschikbare (actieve landing) banen in het rapport worden opgenomen. Noot: De volgende 3 regels zijn m.b.t. het coderen van de Nederlandse (AUTO) METAR/SPECI van belang: 1. RVR-metingen coderen van TDZ positie van de instrument landing runway(s) intended for use, als: 2. Veld is open. 3. VV en/of RVR 2000 m. Dit betekent dat EHAM maximaal 4 RVR-groepen kan (mag) gebruiken en de overige regionale velden en militaire velden slechts 1. 2. De letter R, onmiddellijk gevolgd, zonder tussenruimte, door het baannummer D R D R, moet altijd voorafgaan aan de RVR meldingen. 3. Er is een maximum van 4 groepen voor de RVR vastgesteld. 10

4. De stappen waarin de RVR wordt gecodeerd luiden: van: in stappen van: 000 tot 400 meter 25 meter 400 tot 800 meter 50 meter 800 tot 2000 meter 100 meter. a. Het baannummer D R D R 1. Het nummer van elke start- of landingsbaan waarvan de RVR wordt gemeld, moet worden aangeduid met D R D R. 2. De start- of landingsbanen die evenwijdig lopen moeten van elkaar onderscheiden worden door aan D R D R de letters L, C of R toe te voegen, respectievelijk aangevend de linker, de middelste of de rechter evenwijdige baan. 3. Een passende combinatie van deze letters wordt gebruikt voor 5 evenwijdige banen (LL, L, C, R en RR). 4. De letter(s) moet(en) indien nodig toegevoegd worden aan D R D R in overeenstemming met de "Standard practice for runway designation", zoals vastgelegd is door de ICAO in de Annex 14 Aerodromes,Vol I 5.2.2.4 en 5.2.2.5. b. Het baanzicht V R V R V R V R 1. De te melden RVR waarden moeten representatief zijn voor de landingszone van de betrokken start- of landingsbaan (A-positie). 2. V R V R V R V R is de gemiddelde waarde van de RVR, gedurende de 10-minuten periode direct voorafgaande aan de waarneming. 3. De gemeten zichtwaarde moet naar beneden worden afgerond naar de eerstvolgende, lagere stap van de schaal. 4. Als binnen de 10-minuten periode een kenmerkende onderbreking in de RVR voorkomt, mogen alleen gegevens van na de onderbreking worden gebruikt om de gemiddelde RVR waarden en de variaties daarop te bepalen. 5. Het tijdsinterval moet in dergelijke omstandigheden overeenkomstig worden verkleind. 3. Kenmerkende Onderbrekingen Een kenmerkende onderbreking treedt op als er een abrupte en aanhoudende verandering is in de RVR, tenminste 2 minuten durend, overeenkomend met de uitgifte van geselecteerde "special reports" aangegeven in de Technical Regulations (C.3.1) 4.3.3. 11

Voorbeeld: 2 km A B C.. ** **.. *** ************* ******..** ******* ********* *****.. ******* zicht...... ****** 0 km.. 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode - De periode AB is de kenmerkende onderbreking - Over de periode BC wordt de RVR bepaald. 4. Tendens i Als de gemiddelde zichtwaarden gedurende de eerste vijf minuten 100 m of meer varieert t.o.v. het gemiddelde van de tweede vijf minuten van de periode wordt: 1. De i voor een toenemende tendens van de RVR waarden met een U (Up) gecodeerd. 2. De i voor een afnemende tendens van de RVR waarden met een D (Down) gecodeerd. 3. De i, als geen duidelijke verandering van de RVR is waargenomen met een N (Neutral) gecodeerd. 4. De i wordt weggelaten als de tendens niet vast te stellen is. Voorbeelden: Eerste voorbeeld: 2 km. *. * A. *. * *. * * B. *. zicht * *.. 0 km 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode 1. * De tendens is toenemend - Het verschil tussen de 1 e en 2 e 5-minuten periode is 100 m (afstand AB) - Codering i = U Tweede voorbeeld: 2 km.. A... B. zicht.. 0 km 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode 12

2. De tendens is afnemend - Het verschil tussen de 1 e en 2 e 5-minuten periode is 100 m (afstand AB) - Codering i = D Derde voorbeeld: 2 km.... * * * A. * * * * * * * * * * * * * * *. * * B. zicht.. 0 km 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode 3. * De tendens is niet duidelijk waar te nemen. - Het verschil tussen de 1 e en 2 e 5-minuten periode (AB) is < 100 m, maar er is geen tendens waar te nemen. - Codering i = N Vierde voorbeeld: 2 km....... zicht.. 0 km 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode 4. De tendens is niet vast te stellen. - Het verschil tussen de 1 e en 2 e 5-minuten periode is niet te bepalen. - i wordt niet gecodeerd. 5. Significante Variaties De groep RD R D R /V R V R V R V R VV R V R V R V R i a. Voorwaarden 1. Het zicht significant varieert op een start- of landingsbaan. 2. Gedurende de 10-minuten periode, voorafgaande aan het tijdstip van waarnemen, de beoordeelde 1-minuut extreme waarden meer dan 50 m of meer dan 20% van de gemiddelde waarde, afhankelijk welke waarde groter is, afwijken van de gemiddelde waarde. Als de groep RD R D R /V R V R V R V R VV R V R V R V R i opgenomen moet worden, komt deze in de plaats van de groep RD R D R /V R V R V R V R i. 13

b. Codering De volgorde van codering van de groep RD R D R /V R V R V R V R VV R V R V R V R i is: a. Letter indicator = R b. Baannummer = D R D R c. Breukstreep = / d. Minimale 1-minuut gemiddelde = 1 e V R V R V R V R e. Letter indicator = V f. Maximale 1-minuut gemiddelde = 2 e V R V R V R V R g. Tendens = i Voorbeeld: 2 km A B * * * * * zicht *** ****** ** **** C***---**-----**------****---****-------------******----******- D ***** *** * * *** 0 km 1 e 5-minuten periode 2 e 5-minuten periode A en B zijn significante variaties op start- en landingsbaan 24. - De 1-minuut gemiddelden wijken meer dan 50 m of 20% af van het gemiddelde over de betrokken 10-minuten periode. - De codering zou kunnen zijn: R24/0900V2000. 6. Uiterste waarden Als de RVR waarden, te rapporteren overeenkomstig de Technical Regulations, buiten het meetbereik van het in gebruik zijnde waarnemingssysteem vallen, moet: 1. V R V R V R V R voorafgegaan worden door de letterindicator P (Plus) (PV R V R V R V R ) als: De RVR groter is dan de maximale waarde die door het in gebruik zijnde systeem kan worden bepaald. 2. V R V R V R V R voorafgegaan worden door de letterindicator M (Minus) (MV R V R V R V R ) als: De RVR minder is dan de minimum waarde die door het in gebruik zijnde systeem kan worden bepaald. Voorbeelden: A. Als de RVR bepaald is meer te zijn dan 2000 m, maar het meetsysteem kan niet verder meten dan 2000 m, moet dit gemeld worden met P2000. B. Als de RVR bepaald is minder te zijn dan 50 m, moet dit gemeld worden met M0050. 14

HET WEER De groep w'w': Eén of meer groepen, maar nooit meer dan drie, mogen worden gebruikt om alle actuele weersverschijnselen te rapporteren, waargenomen op of nabij het vliegveld, en van betekenis zijn voor luchtvaartdoeleinden. 1. Gebruik in Nederland Nationaal is vastgesteld dat maximaal twee w'w'-groepen worden gebruikt!! Van toepassing zijnde intensiteitindicatoren en letterafkortingen moeten samengevoegd worden tot groepen van twee tot maximaal negen tekens om actuele weersverschijnselen te melden. Als het actueel waargenomen weer niet kan worden gemeld met behulp van codetabel 4678, wordt de groep w'w' weggelaten. Automaten op de Noordzee kunnen (nog) geen weersverschijnselen detecteren behalve op station F-03, (EHFD 06239). Op het land kan het ook voorkomen dat er geen weer gedetecteerd wordt of geen gegevens beschikbaar zijn omtrent weersverschijnselen. Om het verschil aan te geven tussen de vormen van coderen gelden de volgende afspraken: - Geen weer gedetecteerd, maar kan het wel w w weggelaten - Wel weer gedetecteerd, en meldt dit ook w w gecodeerd - Geen weer kunnen detecteren, sensor buiten werking w w // - Noordzee platforms kunnen geen weer detecteren w w altijd // 2. De opbouw van de w'w'-groep a. Als eerste de aanduiding omtrent de intensiteit of de omgeving, gevolgd, zonder tussenruimte, door: b. De afkorting voor de omschrijving van het type of de soort, gevolgd, zonder tussenruimte, door: c. De afkorting voor het waargenomen weersverschijnsel of combinaties daarvan. 3. Voorbeelden Voorbeeld 1: Optredende verschijnselen op het tijdstip van waarnemen: Lichte regen en motregen en mist; de regen overheerst de motregen Codering: w'w' = -RADZ FG - Voor lichte neerslag (hier regen en motregen) RADZ Neerslagverschijnselen worden gecombineerd. RA gaat voor DZ omdat de regen overheerst. 15

FG Wordt als tweede w'w'-groep gecodeerd. RADZ gaat voor FG omdat RA en DZ in de kolom voor FG staan vermeld. Voorbeeld 2: Optredende verschijnselen op het tijdstip van waarnemen: Onweer met lichte hagel, regen en sneeuw. De hagel overheerst met daarnaast regen en sneeuw met een zelfde intensiteit. Codering: w'w' = -TSGSSN - Voor lichte neerslag (hier hagel, sneeuw en regen) met onweer. TSGSSN Neerslagverschijnselen worden gecombineerd; voorafgegaan door de typeaanduiding (TS). GS gaat voor SN omdat de hagel overheerst. 16

4. TABEL 4678 -w'w' Actueel weer Tabel volgens WMO Tabel 4678 w w, waarin ALLEEN de door de Present Weather Sensor vast te stellen verschijnselen zijn opgenomen. Voor de kolommen 2 t/m 4 geldt: prioriteit, per kolom, van boven naar beneden. Aanduiding Weersverschijnsel Intensiteit of omgeving 1 Omschrijving van type/soort 2 Neerslag 3 Zichtbeperking en overige verschijnselen 4 Licht Teken: - Matig Teken: geen FZ Onderkoeld TS Onweer SH Buien GR Hagel GS Korrelhagel en/of Korrelsneeuw en/of Hagel PL IJsregen SQ Squalls TS Onweer FG Mist BR Nevel Zwaar Teken: + IC IJsnaalden SG Motsneeuw HZ Heiigheid SN Sneeuw RA Regen DZ Motregen UP Neerslag van niet te bepalen type/soort Uitzonderingen De aanduidingen en verschijnselen welke NIET in de AUTO METAR worden gecodeerd zijn: Omgeving Type/soort Verschijnsel o VC o MI; PR; BC o FU; VA; DU; SA; o DR; BL o PO; FC; SS ; DS 17

Toegestane combinaties van verschijnselen SH en GR GS SN RA UP (en combinaties daarvan) * * TS en GR GS SN RA PL UP (en combinaties daarvan) * FZ en RA DZ FG UP (en combinaties daarvan) TS - Zonder neerslag geen aanduiding van intensiteit ** - Met neerslag geen type aanduiding SH Opmerkingen: * GR en GS worden alleen gecombineerd als GS slaat op korrelhagel en/of korrelsneeuw. Als GR en GS slaan op hagelstenen 5 mm, maar er tevens hagelstenen voorkomen die < 5 mm zijn, moet GR gecodeerd worden. ** - TS en combinaties daarvan, worden gecodeerd als ontladingen zich voordoen in een gebied van maximaal 15 km rond de locatie. - Het bereik van SAFIR/FLITS is te klein voor de platforms op de Noordzee, indien van toepassing. In de RMK sectie zal dan ook altijd melding gemaakt worden dat SAFIR/FLITS data niet beschikbaar is. Nationale afspraken Slechts waar zich onduidelijkheden voordoen, zijn nationale toevoegingen aan de internationale regelgeving vastgelegd door leden van het IGAC-project, bestaande uit afgevaardigden van de codecommissie en vakopleidingen van de verschillende diensten van het KNMI, Kon. Marine en Kon. Luchtmacht. 1. In de combinaties met TS en SH mag de afkorting PL (ijsregen) niet worden gebruikt in Nederland! Overige regelgeving Voor nationaal gebruik 1. Format w'w'-groep: intensiteit + type/soort + (weersverschijnsel) 2. Maximaal 2 w'w'- groepen. 3. Maximumlengte per groep 9 tekens. 4. Neerslagverschijnselen worden gecombineerd. 5. Het coderen van verschijnselen in meerdere groepen: A. Bij verschijnselen uit dezelfde kolom (verticaal) wordt het verschijnsel hoger in de kolom voor het verschijnsel lager in de kolom gecodeerd. B. Bij verschijnselen niet uit dezelfde kolom (horizontaal) worden de verschijnselen in volgorde van de kolommen gecodeerd en binnen de kolom van boven naar beneden.(volgorde van nummering) 6. Significante weersverschijnselen anders dan neerslag worden in een aparte groep gecodeerd. 7. Bij een combinatie van verschijnselen wordt de overheersende neerslagvorm als eerste gecodeerd. 8. De intensiteit van de neerslag geldt voor de neerslag(combinatie) als geheel. 18

Criteria m.b.t. de verschijnselen volgens tabel 4678 Zicht: FG voorwaarde: VVVV < 1000 m en Rh 80% * BR voorwaarde: VVVV 5000 m en 1000 m en Rh 80% * HZ voorwaarde: VVVV 5000 m en Rh < 80% * * Bovengrens Rh 83% Bij stijgende luchtvochtigheid * Ondergrens Rh 77% Bij dalende luchtvochtigheid Opmerking: de waarden van de onder- en bovengrens worden gebruikt om bij een fluctuerende luchtvochtigheid, in het gebied van 80%, een geleidelijke overgang van nevel naar heiigheid (en omgekeerd) te bewerkstelligen. IC voorwaarde: VVVV 5000 m Neerslag: DZ licht - < 0.1 mm/u matig 0.1 mm/u en < 0.5 mm/u dicht + 0.5 mm/u RA licht - < 2.5 mm/u + buien matig 2.5 mm/u en < 10.0 mm/u zwaar + 10.0 mm/u SN licht - < 1.0 mm/u + buien matig 1.0 mm/u en < 5.0 mm/u zwaar + 5.0 mm/u Gemengde neerslag Mengsels van motregen en regen coderen volgens criteria van regen (RA) Mengsels van (mot)regen en sneeuw coderen volgens criteria van sneeuw (SN) Grootte: GR GS 5 mm < 5 mm Temperatuur: FZ voorwaarde T < 0º C (Nationaal: T w < 0º C) Wind: SQ voorwaarde Toename 8 m/s of meer tot tenminste 11 m/s, gedurende 1 minuut of meer. 19

HET VERLEDEN WEER 1. De groepen REw'w' 1. Informatie omtrent verleden weer, moet worden gemeld door middel van de indicatorletters RE gevolgd door, zonder tussenruimte, de afkortingen, overeenkomstig de regelgeving vermeld bij de groep w'w'. 2. Er worden maximaal 2 groepen gecodeerd. 3. De volgende weersverschijnselen moeten worden gemeld als deze zijn waargenomen in het tijdvak sinds de voorgaande waarneming, maar niet op het tijdstip van waarnemen: - Onderkoelde neerslag; - Matige of zware/dichte motregen, regen of sneeuw; - Matige of zware ijsregen, hagel, korrelhagel en/of korrelsneeuw; - Onweer; - Onbekende neerslag Toevoeging: De intensiteit van het verleden weer wordt niet aangegeven! 4. Indien in combinaties van verschijnselen meerdere verschijnselen in aanmerking komen om met de groep REw'w' gemeld te worden, gelden de volgende regels: a. De hele combinatie van verschijnselen kan vanwege het type en/of de intensiteit gemeld worden met de groep REw'w'. b. Afhankelijk van de intensiteit kan een gedeelte van de combinatie van verschijnselen gemeld worden met de groep REw'w'. 2. Nationale afspraken 2. Indien in de periode, waarop REw'w' betrekking heeft, meerdere verschijnselen of combinaties van verschijnselen zijn opgetreden, welke met de groep REw'w' gemeld kunnen worden, moet het verschijnsel met de hoogste prioriteit gemeld worden. Voorbeeld: 1. Opgetreden in de afgelopen periode, maar niet op het tijdstip van waarnemen: TSRA en SHRA Gemeld wordt: RETSRA 2. Opgetreden in de afgelopen periode, maar niet op het tijdstip van waarnemen: -TSRA en +SHRA Gemeld wordt: RETS 20

DE WOLKEN De groep NsNsNshshshs Het coderen van de wolkengroepen 1. De eerste groep : De laagste individuele laag of massa van elke bedekkingsgraad (meer dan 0/8), te melden met FEW, SCT, BKN of OVC. De tweede groep : De volgende individuele laag of massa met een bedekking van 3/8 of meer, te melden met SCT, BKN of OVC. De derde groep : De volgende hogere individuele laag of massa met een bedekking van 5/8 of meer, te melden met BKN of OVC. 2. De 3-letterafkortingen FEW, SCT, BKN en OVC worden direct gevolgd, zonder tussenruimte, door de hoogte van de basis van de wolkenlaag of massa h s h s h s. N s N s N s wordt als: a. FEW gecodeerd indien 1/8 t/m 2/8 van de hemel bedekt is met de te melden individuele wolkenlaag of wolkenmassa. b. SCT gecodeerd indien 3/8 t/m 4/8 van de hemel bedekt is met de te melden individuele wolkenlaag of wolkenmassa. c. BKN gecodeerd indien 5/8 t/m 7/8 van de hemel bedekt is met de te melden individuele wolkenlaag of wolkenmassa. d. OVC gecodeerd indien 8/8 van de hemel bedekt is met de te melden individuele wolkenlaag of wolkenmassa. 3. De groepen moeten gemeld worden in de volgorde van de lagere naar de hogere niveaus. De groep VVh s h s h s 1. Als de hemel verduisterd is en het verticale zicht is beschikbaar, moet de groep VVh s h s h s worden gerapporteerd, waarin h s h s h s het verticale zicht in 30-tallen van meters (100-tallen van voeten) is. 2. De groep VVh s h s h s mag alleen worden gebruikt om een verticaal zicht te melden met een maximum hoogte van 500 voet. 3. Indien verticaal zicht niet beschikbaar is, moet de groep gecodeerd worden als VV///. De groep SKC Als er geen wolken zijn, moet de afkorting SKC worden gebruikt. Het coderen van de wolkenhoogte 1. De wolkenhoogte moet gemeld worden in stappen 30 m (100-tallen van voeten) tot en met 3000 m (10000 voet). 2. In stappen van 300 m (1000 voet) daarboven. 3. Minder dan 30 m (100 voet) wordt aangegeven met h s h s h s = 000 4. 30000 m (100000 voet) of hoger wordt aangegeven met h s h s h s = 999 21

CAVOK Regelgeving: CAVOK wordt niet gecodeerd DE TEMPERATUUR De groep T'T'/T' d T' d 1. De temperatuur en de dauwpuntstemperatuur worden in hele graden Celsius gemeld. 2. De gemeten temperaturen worden afgerond naar de dichtstbijzijnde hele graad Celsius. Halve graden moeten afgerond worden naar boven. 3. De afgeronde hele waarden van de luchttemperatuur en dauwpuntstemperatuur van min 9º C tot + 9º C, moeten voorafgegaan worden door een (nul). Voorbeeld: + 9.0º C moet gemeld worden als 09. 4. Temperaturen onder 0º C moeten voorafgegaan worden door de letter M (minus). - 9.0º C moet gemeld worden als M09. - 9.6º C moet gemeld worden als M10. DE LUCHTDRUK De groep QP H P H P H P H De waargenomen QNH-waarde, naar beneden afgerond naar de dichtstbijzijnde hele hectopascals, moet worden gemeld met P H P H P H P H voorafgegaan door, zonder tussenruimte, de letterindicator Q. Als de waarde van de QNH lager is dan 1000 hpa, moet deze voorafgegaan worden door 0 nul). DE WINDSHEAR De groepen WS RWYD R D R of WS ALL RWY Laatst beschikbare informatie omtrent het bestaan van "wind shear" in het "take-off path" of het "approach path" tussen het rolbaanniveau en 500 m of 1600 ft, van betekenis voor vliegoperaties, moeten worden gerapporteerd indien beschikbaar en plaatselijke omstandigheden dit voorschrijven, door gebruik te maken van één of beide reeksen van deze groepen. De groepen worden in principe gebruikt voor de hoofdlandingsbaan (MLR) en de hoofdstartbaan (MTR); dus maximaal twee keer kan de combinatie van wind shear groepen voorkomen. Als "wind shears" voorkomen op alle "take-off-" en "approach paths", moet de groep WS ALL RWY worden gemeld. 22

DE ZEEWATERTEMPERATUUR EN DE TOESTAND VAN DE ZEE De groep WT s T s /SS. De groep wordt, indien nodig, gecodeerd direct na de groepen WS ALL RWY. 1. De groep wordt alleen gebruikt door de Noordzee platforms, welke gegevens kunnen leveren omtrent de zeewatertemperatuur en/of de golfhoogte. 2. De zeewatertemperatuur wordt gecodeerd in hele graden Celsius, de temperatuur wordt voorafgegaan door de kenletter W. 3. De toestand van de zee wordt gecodeerd met behulp van code tabel 3700, de toestand van de zee wordt voorafgegaan door de kenletter S DE TOESTAND VAN DE BANEN De groep D R D R E R C R e R e R B R B R of SNOCLO Deze groep geeft de toestand van de banen op vliegvelden weer. Vanaf 1 november 2001 zal deze groep optioneel in de waarneming worden opgenomen. De groep wordt gecodeerd na de groep WT s T s /SS, indien opgenomen of na de groep WS ALL RWY. 1. De Nederlandse (burger)velden melden de toestand van de banen. 2. De nummering van de banen wordt gecodeerd volgens de regelgeving voor D R D R. NOOT: In de gevallen dat een RSM (Runway State Message) gerapporteerd moet worden, voor één of meerdere parallelle banen van Schiphol geldt de volgende, nationale codering: 18L D R D R = 91 36L D R D R = 92 18C D R D R = 18 36C D R D R = 36 18R D R D R = 68 36R D R D R = 86 3. De tabellen voor deze groep zijn vastgelegd in de Manual on Codes en het Handboek Meteorologische Codes, te weten: tabel: 0919 - E R Soort neerslag 0519 - C R Omvang bedekking van de neerslag op de banen 1079 - e R e R Dikte van de neerslag 0370 - B R B R Frictie coëfficiënt of remwerking 4. De toestand van de banengroep moet worden vervangen door de afkorting SNOCLO als het vliegveld gesloten is wegens extreme neerslag van sneeuw. 23

DE GROEP RMK De indicator RMK geeft het begin aan van een sectie die informatie bevat welke nationaal is vastgesteld en welke niet internationaal wordt verspreid. In Nederland wordt de RMK-sectie alleen door de volledige automaten gegenereerd. Indien bij het detecteren van weersverschijnselen het SAFIR/FLITS detectie systeem of de PWS niet werkend is. De gebruikte teksten zullen zijn, indien: Safir niet werkend: w w coderen en RMK: TS info not Avbl PWS niet werkend: w w TS coderen en RMK: WX info not Avbl Als zowel het SAFIR/FLITS detectie systeem en de PWS niet werken, wordt voor w w = // gecodeerd en de RMK-sectie niet ingevuld. 24