De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 4 april 2016 Stand van zaken pilot DTT

De diagnostische tussentijdse toets

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De diagnostische tussentijdse toets

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

BETEKENIS GEVEN AAN DE DTT

Hoofdlijnenbrief SLOA

Dit advies, gedateerd 14 september 2012, nr. W /I, bied ik U hierbij aan.

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

Datum 4 april 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van de leden Ypma en Vermue (beiden PvdA) van meervoudige schooladviezen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 4 november 2016 Schriftelijk overleg over het SO over het advies van de Raad van State inzake de rekentoets

Tussentijdse opbrengsten schoolleiders - DTT

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De diagnostische tussentijdse toets

De diagnostische tussentijdse toets

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

SCHOOLONTWIKKELING & DTT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De DTT is een digitale, diagnostische toets aan het eind van de onderbouw voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. De DTT is bedoeld om inzicht

Datum 19 december 2012 Betreft Voortgangsrapportage implementatie referentiekader taal en rekenen

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 januari 2014 Voorhang ontwerp-toetsbesluit PO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 3 juli 2015 Privacy en informatiebeveiliging in het primair en voortgezet onderwijs

Datum 24 april 2015 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard (34146)

Primair Onderwijs Onze referentie

Uw brief van. 10 februari 2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

obs De Boemerang Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Van Meenen (D66) van uw Kamer inzake de aanmeldleeftijd in het onderwijs.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

INFORMATIE- BIJEENKOMST DTT. LOCATIE: Zwolle, Utrecht en Tilburg DATUM: 6, 10 en 17 november 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 5 juni 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Westerveld over de failliet verklaarde ipadscholen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijeenkomst Taalweb Referentieniveaus

Datum 23 mei 2011 Betreft Aanbieding Actieplannen Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Leraren

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Met deze brief breng ik u op de hoogte van het plan van aanpak voor Engels in het primair onderwijs. 1

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

Datum Betreft Adviesaanvraag flexibilisering van toetsing en examinering in primair en voortgezet onderwijs.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Onderdelen van uw plan die al mogelijk zijn Uw plan bevat een aantal onderdelen waar u ook zonder experimenteerruimte mee aan de slag kunt.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 4 juli 2019 Betreft Analyse naar aanleiding van de eerste tussenrapportage over onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Datum 1 november 2016 Aanpak van de motie Van Meenen/ Ypma betreffende meer tijd voor onderwijsverbetering

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar

Onderwijskundig jaarplan

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Datum Aanpak van de motie Van Meenen/ Ypma betreffende meer tijd voor onderwijsverbetering

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Introductie van de referentieniveaus in het primair onderwijs

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 20 december 2016 dyslexieverklaringen

Beoordelingsbeleid GO. Schooljaar

Voorwaarden voor effectieve formatieve toetsing

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum Centrale examinering taal en rekenen mbo

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Tweemaster

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. Datum 10 juni 2014

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 25 november 2014 Betreft Examens VO 2014

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

Transcriptie:

>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 13 juni 2016 Betreft Reactie op de brief van de GEU over de pilot DTT Op 20 april jongstleden ontving u een brief van de Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU) met haar standpunt over de pilot diagnostische tussentijdse toets (DTT), naar aanleiding van de Kamerbrief Stand van zaken pilot DTT. 1 Aan de brief was een juridisch advies van Stibbe toegevoegd. Met deze brief reageer ik op uw verzoek van 25 mei jongstleden om een schriftelijke reactie op de brief van de GEU. In deze brief bespreek ik de volgende punten: 1. Waarom de overheid investeert in de pilot DTT; 2. Afspraken met de GEU; 3. Wettelijke grondslag voor subsidieverlening aan Stichting Cito. 1. Waarom de overheid investeert in de pilot DTT In aanloop naar de pilot DTT Internationaal vergelijkend onderzoek laat zien dat het Nederlandse onderwijs van hoge kwaliteit is, maar ook op welke punten verdere verbetering mogelijk is. 2 Ten eerste is dit met meer onderwijs op maat. Daarom is in het sectorakkoord met de VO-raad de ambitie geformuleerd om meer maatwerk te realiseren. 3 Als leraren hun lessen beter afstemmen op (groepen) leerlingen, ondersteunen ze leerlingen beter in hun onderwijsleerproces. Ten tweede is het Nederlandse onderwijs gebaat bij meer inzicht in de precieze leerontwikkeling van kinderen. 4 Waar nu nog veelal de nadruk ligt op summatieve toetsing, die vooral als doel heeft te bepalen of leerlingen een vooraf gestelde norm wel of niet halen, is het nuttig als een deel van de toetsing een formatieve doelstelling heeft. 1 Kamerstukken II 2015/2016, 31 289, nr. 272. 2 Zie onder andere OECD (2014). PISA 2012 results in focus; Inspectie van het Onderwijs (2016). Staat van het onderwijs 2014/2015; OECD (2016). Netherlands 2016: Foundations for the future. 3 Sectorakkoord VO 2014-2017. Klaar voor de toekomst. 4 Epstein, B.B. et al. (2002). Immediate feedback technique promotes learning and corrects inaccurate first responses; Shute (2008). Focus on formative feedback. Pagina 1 van 5

Deze toetsen hebben een didactische functie, wat inhoudt dat ze inzicht geven in het onderwijsleerproces. Op basis hiervan kan de leraar zijn les aanpassen aan de behoeften van de leerling. Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om meer toetsing, maar om andere toetsing die gericht is op een versterking van en het bieden van meer houvast bij het leerproces, omdat meer informatie over de leerling beschikbaar komt. Ten derde, zo laat het recente advies van de OECD ook zien, zijn Nederlandse leerlingen zeker internationaal vergeleken weinig gemotiveerd. Meer inzicht per leerling geeft een basis voor differentiatie en feedback. Uit onderzoek blijkt dat dit bijdraagt aan de motivatie van leerlingen. De DTT is een hulpmiddel voor leraren om meer onderwijs op maat te geven en heeft een formatieve doelstelling: de DTT biedt informatie over de individuele leerbehoeftes van leerlingen, zodat het onderwijsleerproces kan worden bijgestuurd. Dit biedt leraren concrete handvatten om meer onderwijs op maat te geven en draagt bij aan de motivatie van leerlingen, doordat ze meer inzicht krijgen in hun eigen leerproces en directe feedback ontvangen. De DTT biedt dus een impuls aan verdere onderwijsverbetering. Ik reken het mede tot de taak van de overheid om onderwijsverbetering te stimuleren. Het idee voor een DTT is ontstaan in 2011 toen de Onderwijsraad een landelijke, diagnostische tussentijdse toets adviseerde - idealiter adaptief - om de vorderingen van leerlingen op weg naar het eindexamen te monitoren. Niet om leerlingen of scholen af te rekenen, maar om inzicht te bieden in hun sterke punten en in hun verbeterpunten. Aangezien zo n toets er nog niet was én de voorbereiding voor een wettelijke verplichting werd gestart, is door de toenmalige minister Van Bijsterveldt opdracht gegeven aan Stichting Cito om een DTT te ontwikkelen. Ik wilde in 2014 voorkomen dat een verplichting de discussie en de ontwikkeling van de diagnostische tussentijdse toets onnodig zou domineren. Daarom is met de VO-raad in het sectorakkoord afgesproken om het instrument eerst in een driejarige pilot te ontwikkelen en om daarmee de toegevoegde waarde van het instrument te onderzoeken. U bent hierover ook geïnformeerd in de Kamerbrief Nut en waarde van toetsen. 5 Marktwerking In tegenstelling tot de GEU, constateer ik dat de pilot DTT de markt niet verstoort, maar juist een markt creëert voor toetsaanbieders en leermiddelontwikkelaars. Ik constateer namelijk dat scholen zich, mede dankzij de pilot DTT en het doorbraakproject Onderwijs en ICT, steeds kritischer opstellen naar toetsaanbieders: ze willen vaker gebruik maken van toetsen die laten zien waar verbetering mogelijk is in plaats van toetsen die uitsluitend laten zien of een leerling een vooraf vastgestelde norm wel of niet beheerst. Bovendien vragen scholen de markt vaker om (nieuwe) leermiddelen die gepersonaliseerd leren en maatwerk mogelijk maken. Dit zou zijn uitwerking moeten hebben op ontwikkelingen in de markt. Zoals toegezegd in de brief Stand van zaken pilot DTT heb ik een onafhankelijke marktscan laten uitvoeren. Allereerst wil ik benadrukken dat de marktscan is ingericht als quick scan, gebaseerd op wat aanbieders zélf vertellen over hun producten. Deze biedt nog geen objectieve vergelijking op het diepgaande niveau van de 5 Kamerstukken II 2013/2014, 31 293, nr. 204. Pagina 2 van 5

producten, hoe ze werken, hoe de rapportages eruit zien en hoe de rapportages onderwijskundig kunnen worden toegepast. Hieruit blijkt dan ook nog niet gedetailleerd wat de DTT anders kan dan andere producten. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. De marktscan laat zien dat steeds meer toetsaanbieders stappen zetten richting formatieve, diagnostische en in sommige gevallen ook adaptieve toetsing. Dit zie ik als een positieve ontwikkeling omdat ik het wenselijk vind dat de markt reageert op de vraag van scholen. Ontwikkelpartners van de DTT én pilotscholen geven aan dat de bestaande producten van commerciële aanbieders nog niet aan dezelfde betrouwbaarheidsen robuustheidseisen voldoen als de DTT en niet dezelfde mogelijkheden tot onderwijskundige interventies bieden. De mate van adaptiviteit van de DTT is bijvoorbeeld veel groter dan bij andere toetsen. Dit houdt in dat de leerling op gedetailleerder niveau inzicht krijgt in welke deelvaardigheid hij voor een vak nog beter kan ontwikkelen. De leraar kan hierop zijn ondersteuning aanpassen. De investering die nodig is om deze mate van adaptiviteit te realiseren, is te groot voor marktpartijen. Mijn conclusie is dat toen de pilot startte de markt nog niet in staat was een toets met alle kenmerken van de DTT te ontwikkelen en ook nu biedt de markt nog geen toets die zo nauwgezet en gevalideerd informatie geeft over het leerproces van individuele leerlingen. Als vervolg op de snelle marktscan laat ik daarom een verdiepend onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke partij die de producten van commerciële partijen en de DTT diepgaander met elkaar vergelijkt én onderzoekt wat hun onderlinge toegevoegde waarde is om onderwijskundige ambities te stimuleren. Een derde jaar is nodig om de pilot af te ronden Door hun ervaring met de pilot DTT lukt het scholen steeds beter om hun behoeften kenbaar te maken. Ik vind het belangrijk om hier gehoor aan te geven. Projecten als de pilot DTT en het Doorbraakproject Onderwijs en ICT stimuleren de vraagarticulatie van scholen en verstoren de markt niet, maar geven juist een impuls voor toets- en leermiddelenontwikkeling. Omdat aansluiten bij de behoeften van scholen voor marktpartijen essentieel is, moeten pilotscholen en marktpartijen bij elkaar worden gebracht. Ook moeten marktpartijen nog meer kunnen profiteren van DTT-kennis en ervaringen. In het derde jaar van de pilot DTT komt dit samen. De pilot is namelijk zo ingericht dat de toegevoegde waarde van de DTT pas écht goed kan worden beoordeeld in het laatste jaar van de driejarige pilot. De DTT wordt namelijk gefaseerd ontwikkeld. Dat betekent dat de leerlingen in het afgelopen jaar (tweede pilotjaar) inzicht kregen in hoe ze een vak op het niveau van hoofdvaardigheden beheersen. Pas vanaf volgend jaar (derde pilotjaar) is het mogelijk om ook op deelniveau inzicht te geven in de beheersing van een vak. Juist naar deze gedetailleerde rapportage kijken scholen uit, omdat ze hiermee concrete stappen kunnen zetten naar maatwerk en differentiatie. De steunbetuiging van de scholen die uw Kamer vandaag per brief ontving, geeft hier ook uiting aan. Ook dan is het mogelijk om, samen met de markt, te onderzoeken Pagina 3 van 5

welke kennis en ervaring uit de pilot kunnen worden overgedragen en op welke manier. 2. Afspraken met de GEU De professionalisering van scholen en leraren tot steeds kritischere consumenten en de beweging ook in de markt naar meer formatieve evaluatie maken dat het derde en laatste pilotjaar het aangewezen moment is om nóg sterker in te zetten op kennisdeling. Na ontvangst van de brief van de GEU heeft er op mijn verzoek een gesprek met deze brancheorganisatie plaatsgevonden. In aanvulling op eerdere gesprekken die al met de GEU waren gevoerd, vond ik het wenselijk expliciet met elkaar te spreken over kennisdeling tijdens het derde pilotjaar. Ik informeer u graag over de gemaakte afspraken: 1. GEU en OCW laten in het derde pilotjaar onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de meerwaarde en functionaliteit van de DTT ten opzichte van andere marktproducten voor maatwerk in het onderwijs en formatieve evaluatie; 2. OCW onderzoekt welke DTT-kennis als open source beschikbaar kan worden gesteld en wanneer deze kennis voor (markt)partijen beschikbaar komt; 3. OCW communiceert duidelijk naar scholen en andere onderwijsorganisaties over de status van de DTT om verwarring en onterechte beeldvorming te voorkomen. Als de pilot eind 2017 conform planning is afgerond, spreek ik of mijn opvolger op basis van de evaluatie van de pilot graag met uw Kamer over de inhoudelijke resultaten en leerpunten van de pilot en de eventuele toekomst van een diagnostische tussentijdse toets. Wanneer uit de evaluatie blijkt dat de markt ook een DTT kan aanbieden, met een zelfde (onderwijskundige) meerwaarde, is overdragen aan de markt wat mij betreft een reële optie. 3. Wettelijke grondslag voor subsidieverlening aan Stichting Cito De subsidieverlening aan Stichting Cito voor de DTT is begonnen in 2011. Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de toenmalige Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet SLOA) uit 1997 bood een heldere en solide juridische grondslag voor subsidieverlening voor de jaren 2011 tot en met 2013. Op basis van dat artikel kon de minister onder meer subsidie verlenen voor de ontwikkeling van toetsen. Op 1 januari 2014 is de Wet SLOA 2013 in werking getreden. De subsidiebesluiten die op grond van deze wet zijn genomen, trekken de lijn door van de eerdere besluiten tot subsidiëring van de ontwikkeling van de DTT. Destijds is voor artikel 3, eerste lid, onder f, van de Wet SLOA 2013 gekozen als wettelijke grondslag voor de verdere subsidieverlening aan Stichting Cito. In het nog niet in werking getreden artikel 3, eerste lid, onder b, wordt Stichting Cito belast met de wettelijke taak om de DTT te ontwikkelen. Met de GEU is een verschil van inzicht ontstaan over de juistheid van de grondslag, getuige het advies van Stibbe dat als bijlage aan de brief van de GEU toegevoegd is. In het advies van Stibbe wordt de opvatting verdedigd dat er geen wettelijke grondslag voor subsidieverstrekking aan Stichting CITO was, omdat het Pagina 4 van 5

ontwikkelen van de DTT niet expliciet als wettelijke taak in artikel 3 van de Wet SLOA 2013 is opgenomen. De ontwikkeling van de DTT is volgens de GEU geen samenhangende activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder f. De subsidieverlening voor het ontwikkelen van de DTT was echter wel degelijk bedoeld voor het uitvoeren van aanvullende activiteiten die samenhangen met de wettelijke taken van Stichting Cito. In de memorie van toelichting bij de Wet SLOA is hierover opgemerkt: Het gaat uitdrukkelijk om projecten die zo in het verlengde liggen van de taken van SLO en Cito die onder andere geïntroduceerd zijn of worden door het wetsvoorstel centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs, het wetsvoorstel leerlingvolgsysteem en diagnostische tussentijdse toets voortgezet onderwijs en de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen dat het niet doeltreffend zou zijn om een andere partij te subsidiëren voor dergelijke activiteiten. 6 De GEU noch andere (markt)partijen hebben tegen de subsidieverlening aan Stichting Cito bezwaar en beroep ingediend. Dit betekent dat de subsidiebeschikkingen voor pilotjaar 1 en 2 in rechte vast staan. Tot slot Publiek geld investeren ten behoeve van onderwijsverbetering vereist zorgvuldigheid, transparantie en proactieve kennisdeling. Nog voor het zomerreces wordt daarom met de GEU, CvTE en Cito verkend aan welke kennis en ervaring marktpartijen behoefte hebben en hoe we deze kennisdeling tot stand kunnen brengen. Over de precieze wijze van kennisdeling en betrokkenheid van marktpartijen en de bevindingen van onderzoeksbureau Regioplan over het tweede pilotjaar, zal ik uw Kamer dit najaar nader informeren. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sander Dekker 6 Kamerstukken II 2012/2013, 33 558, nr. 3, p. 19. Pagina 5 van 5