ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2015 Directie Arcadis Nederland B.V. Arnhem 2 JUNI 2016

Vergelijkbare documenten
Carbon footprint BT Nederland NV 2014

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2014 IMAGINE THE SUSTAINABLE RESULT

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2013 IMAGINE THE SUSTAINABLE RESULT

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2016 Directie Arcadis Nederland B.V. Arnhem 20 JUNI 2017

Als laatste maatregel verplichten wij al onze medewerkers om vanaf 2017 een strikt vegetarisch eetpatroon er op na te houden.

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2012 IMAGINE THE SUSTAINABLE RESULT

CO2 ladder Carbon Footprint Speer Groep 2016 Revisiedatum: Versienummer: 1.0. Inleiding en uitgangspunten

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2010 IMAGINE THE SUSTAINABLE RESULT

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2017 Directie Arcadis Nederland B.V. Arnhem 16 JUNI 2018

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2018 Directie Arcadis Nederland B.V. Arnhem 1 AUGUSTUS 2019

25 juli B

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

CARBON FOOTPRINT 2014

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

1. INLEIDING Rapportage

Rapportage Carbon Footprint

CO2-footprint Priva B.V.

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN IMPROVING QUALITY OF LIFE Arcadis Nederland B.V. 18 MEI 2016

1. INLEIDING Rapportage

Rapportage Carbon Footprint Periode Orona the Netherlands B.V.

Voorwoord CARBON FOOTPRINT GROUTTECH 2013

CO2-footprint Priva B.V.

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage 2012 scope 1 en 2

Grouttech Carbon Footprint 2015H1

Rapportage Carbon Footprint 2011 (periode t/m ) All-in Lifttechniek B.V.

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

3.A.1 Emissie-inventarisatie 2013 ten behoeve van de CO2- Prestatieladder Takke Groep

CO2-Prestatieladder Carbon Footprint rapportage ISO Wepro Group B.V.

CO2-footprint Priva B.V.

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 2011 scope 1 en 2

CO 2 Footprint LOXIA B.V.

Energie auditverslag Tauw

CO 2 Footprint LOXIA B.V.

CO2 Emissie Inventaris Rapportage 2014 Versie 1

Grouttech Carbon Footprint 2014H2. Handboek 3.0

Voortgangsrapportage scope 1 en 2 analyse eerste halfjaar 2014

Rapport 16 oktober 2014

CO2-Emissie-inventaris

Rapportage Carbon Footprint Periode

1. INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN

CO2-footprint Priva B.V.

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 2012

Ton CO2 GASVERBRUIK KANTOOR ,64279 GASVERBRUIK TERREIN , GASVERBRUIK Werkplaats (Torenstraat 114) 420 0,79254

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

CO2-Emissie-inventaris

CO2 Footprint rapportage

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

CO 2 -Prestatieladder

1 INLEIDING 1. 2 AFBAKENING Organisatiegrenzen Operationele grenzen 2

Grouttech Carbon Footprint 2015H2

1 INLEIDING 1. 2 AFBAKENING Organisatiegrenzen Operationele grenzen 2

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

April Footprint

Grouttech Carbon Footprint 2016H1

CO2 Emissie Inventaris Rapportage 2016 Versie 1

Rapportage Carbon Footprint Periode

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

De emissie inventaris van:

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Carbon Footprint Analyse S1-2015

A: Inzicht CO2-Emissie-inventaris

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

Carbon Footprint Analyse 2011

Emissie inventaris Visser Assen. Dit document is opgesteld volgens ISO

Voortgangsrapportage 2013 scope 1 en 2

CO2-Emissie-inventaris

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Rapportage Carbon Footprint Periode

3.A.1 Carbon Footprint rapportage 2014 ten behoeve van de CO2- Prestatieladder Takke Groep

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Footprint Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO

Geheel 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

3.A.1 Carbon Footprint rapportage 2017 ten behoeve van de CO2- Prestatieladder Takke Groep

[ton/jaar] [%] [ton/fte] [ton/fte] Aardgasverbruik Scope 1 14,51 16% 0,55 0,72 Brandstofverbruik zakelijk verkeer met leaseauto's

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Carbon footprint Van Raaijen Groep BV. Carbon Footprint Van Raaijen Groep BV. Mei Pagina 1 van 13

Footprint Rollecate Group. Dit document is opgesteld volgens ISO

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

CO2-PRESTATIELADDER BIJLAGE : HOOFDSTUK 3 TUSSENTIJDSE. CO2-FOOTPRINT 2017 (schatting) GROEN & ALDENKAMP INSTALLATIETECHNIEKEN.

CO 2 -Prestatieladder

CO2 Emissie Inventaris Rapportage 2013 Versie 1

JAARRAPPORTAGE ENERGIE- EFFICIENCY 2015 Arcadis Nederland Arnhem 24 JUNI 2016

De emissie inventaris van: 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

De emissie inventaris van: Aannemingsbedrijf Platenkamp Borne 2010

De emissie inventaris van:

Transcriptie:

ARCADIS NEDERLAND CARBON FOOTPRINT 2015 Directie Arcadis Nederland B.V. Arnhem 2 JUNI 2016

Contactpersonen NIKKI SPAPENS Adviseur Energie & Duurzaamheid T +31 (0)10 2532 222 M +31 (0)6 5073 66 90 E nikki.spapens@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Nederland 2

VOORWOORD Duurzaamheid is een belangrijk uitgangspunt in de bedrijfsvoering van Arcadis. Bij Arcadis werken we al sinds 1888 aan de verbetering van onze leefomgeving. Wij streven naar ruimte voor ontwikkeling en economische groei in balans met deze leefomgeving en het milieu. Gezamenlijk met onze opdrachtgevers spannen wij ons in om de leefomgeving te verbeteren en te reserveren voor toekomstige generaties. Wij maken duurzaamheid expliciet door duurzaamheid programmatisch in te vullen volgens drie programmalijnen, zoals onderstaand is gevisualiseerd: 1. Duurzame oplossingen: de ambitie is dat wij in alle projecten voor klanten en partners zoeken naar de meest duurzame oplossingen binnen de kaders van het project. 2. Duurzame bedrijfsvoering: natuurlijk is ons eigen huis op orde en streven we ernaar om onze bedrijfsvoering constant verder te verduurzamen en deze verduurzaming te borgen in de organisatie. 3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO): initiatieven waarmee we onze bijdrage leveren aan een duurzame maatschappij. Figuur 1: Duurzaamheid onderverdeeld in Programmalijnen Wij streven in onze eigen bedrijfsvoering naar duurzaam bewust handelen. Focus daarbinnen ligt op de bewustwording van duurzaamheid bij onze medewerkers, efficiënt gebruik van materialen, energiebesparingen en het gebruik van hernieuwbare energie. Om inzicht te krijgen in de invloed die Arcadis Nederland heeft op het milieu, en derden inzicht te geven in het effect van haar activiteiten op de CO2-problematiek, maakt Arcadis halfjaarlijks een energie-efficiency rapportage. Hierin wordt beschreven welke acties Arcadis onderneemt om haar CO2-reductie doelstellingen te behalen en wat de voortgang van de doelstellingen is. 3

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 1 INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN 5 1.1 Scope bepaling 5 1.2 Gehanteerde uitgangspunten 6 1.3 Onzekerheden in de nauwkeurigheid van resultaten 6 2 CARBON FOOTPRINT ARCADIS NEDERLAND B.V. 2015 7 3 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1 8 3.1 Aardgasverbruik 8 3.2 Brandstofgebruik leaseauto s 9 4 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2 11 4.1 Elektriciteitsverbruik 11 Groene stroom 13 4.2 Warmte en koudeverbruik 13 5 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 3 14 5.1 Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto s 14 5.2 Brandstofverbruik zakelijk vliegreizen 14 5.3 Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar vervoer 15 Operationele controle 17 Energiegegevens gebouwen 17 Brandstofgebruik zakelijk verkeer leaseauto s 17 Brandstofgebruik zakelijk verkeer privéauto s 18 Brandstofgebruik zakelijke vliegreizen 18 Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar vervoer 18 Aantal medewerkers 19 Vloeroppervlakten gebouwen 19 4

1 INLEIDING EN UITGANGSPUNTEN In dit hoofdstuk lichten we (kort) toe hoe de gegevens ten behoeve van de carbon footprint worden gegenereerd en gecategoriseerd en welke uitgangspunten hierbij worden gehanteerd. Uitgebreide informatie over de gegevensverzameling is te vinden in bijlage 2. 1.1 Scope bepaling De energieverbruiksgegevens van bedrijven worden voor het berekenen van een carbon footprint onderverdeeld in een drietal scopes (scope 1, 2 en 3). De scopes onderscheiden zich door de mate waarin het bedrijf invloed heeft op de uitstoot. Scope 1 betreft directe CO2-emissies waar Arcadis Nederland (ANL) invloed op heeft. Ter illustratie: op het moment dat de verwarming aangaat, wordt er meteen aardgas verbruikt. Scope 2 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL wel invloed op heeft maar waar de uitstoot op een andere locatie plaatsvindt. Ter illustratie: wanneer het licht aangaat komt de stroom van de energiecentrale, waar de uiteindelijke uitstoot plaatsvindt. Scope 3 betreft indirecte CO2-emissies waar ANL beperkt invloed op kan uitoefenen. Ter illustratie: medewerkers van ANL mogen zelf kiezen op welke manier zij hun woon-werk verkeer invullen. Arcadis is wel verantwoordelijk voor de uitstoot, niet voor de keuze die wordt gemaakt. In de onderstaande figuur staan de scopes grafisch weergegeven. Figuur 2: Indeling scope 1, 2 en 3 ANL rapporteert in deze carbon footprint een zevental emissies. De scopes waarover ANL rapporteert zijn als volgt onderverdeeld. 5

Directe CO2-emissies [Scope 1] Indirecte CO2-emissies door energieopwekking [Scope 2] Overige indirecte CO2-emissies [Scope 3] Aardgasverbruik Elektriciteitsverbruik Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto s Brandstofverbruik leaseauto s Warmte- en koudeverbruik Brandstofverbruik vliegreizen Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar vervoer Tabel 1: Scopeverdeling ANL 1.2 Gehanteerde uitgangspunten In deze paragraaf staan de gehanteerde uitgangspunten kort, puntsgewijs toegelicht. Een uitgebreide toelichting hiervan is te vinden in Bijlage 2. Alvorens de gegevens voor het berekenen van de carbon footprint worden verzameld, worden de systeemgrenzen bepaald. Dit zijn de kaders waarbinnen gegevensverzameling plaatsvindt. Voor de carbon footprint van 2015 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De carbon footprint is opgesteld conform de NEN ISO 14064-1. De organizational boundaries van ANL worden opgesteld middels de zogenoemde Operational control approach. Dit betekent dat ANL de verantwoordelijkheid neemt voor 100% van de uitstoot van de bedrijfsonderdelen waar zij de operationele controle over heeft. Voor het omrekenen van de energiegegevens (in bijvoorbeeld kwh of liters benzine) naar CO2-emissies gebruikt ANL de conversiefactoren zoals voorgeschreven in het Handboek CO2-Prestatieladder 3.0, 10 juni 2015. Het aantal medewerkers in het verslagjaar is gelijk aan de flow (het gemiddelde) over het verslagjaar. De vloeroppervlakten van de gebouwen worden gerapporteerd conform de NEN2580. Het referentiejaar dat ANL hanteert is 2010. De wijze waarop de energieverbruiksgegevens worden gegenereerd staat uitgebreid toegelicht in bijlage 2. Koudemiddelen en koelinstallaties vallen onder scope 1. In deze carbon footprint is het effect van het vrijkomen van de koelmiddelen naar de atmosfeer niet meegenomen. Het elektriciteitsverbruik ten behoeve van de installaties is wel meegenomen. 1.3 Onzekerheden in de nauwkeurigheid van resultaten De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheidsmarge wordt geschat op circa 0,58% als gevolg van enkele factoren: 1. Voor een aantal locaties van ANL zijn de meetgegevens niet over de volledige periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 bekend. Voor deze locaties is met behulp van klimaatgraaddagen of het aantal dagen een inschatting gedaan van het verbruik over de totale periode. 2. Daarnaast zijn er een aantal locaties waarvoor geen facturen of betrouwbare meetgegevens zijn. In dit geval zijn de aardgas en/ of warmte gegevens geïnterpoleerd op basis van vergelijkbare locaties. 3. De vlieggegevens verstrekt door VCK-travel omvatten alleen de vliegafstanden van het gehele traject. Bij het berekenen van de CO2-uitstoot wordt uitgegaan van verschillende emissies op basis van startstop afstand. Daarom zijn de trajecten verder handmatig uitgesplitst naar startstop afstanden. 4. Een deel van de gereden openbaar vervoerskilometers zijn gedeclareerd. Hiervan is enkel het gedeclareerde bedrag bekend. Om te bepalen hoeveel kilometers zijn gereden is een aanname gedaan van de prijs/ km. 5. De afgelegde afstand met de taxi is niet bekend. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde afstand van 10 km per rit. 6

2 CARBON FOOTPRINT ARCADIS NEDERLAND B.V. 2015 De CO2-emissie van Arcadis Nederland is in 2015 gelijk aan 7.405 ton. Figuur 3 laat de verdeling over de verschillende emissies zien. Onderstaande figuur laat zien dat het grootste deel van de CO2-emissie wordt veroorzaakt door het (lease)wagenpark, gevolgd door het zakelijk vliegverkeer zakelijk verkeer met de privéauto. Figuur 3: CO2-emissie ANL 2015 In één oogopslag wordt duidelijk dat het grootste deel, 83%, van de CO2-emissie wordt veroorzaakt door vervoersbewegingen. De overige 17% wordt veroorzaakt door het energiegebruik van de gebouwen. In de onderstaande tabel wordt de CO2-uitstoot onderverdeeld naar de verschillende activiteiten van ANL weergegeven. Het energieverbruik ten behoeve van de vervoersbewegingen is blauw gearceerd. In de laatste kolom wordt het energieverbruik per fte (1.935,0 fte in 2015) weergegeven. Activiteit Scope CO2-emissie [ton/jaar] Percentage [%] CO2/ fte [ton/fte] Aardgasverbruik Scope 1 271 4 0,14 Brandstofverbruik leaseauto s Scope 1 3.863 52 2,00 Elektriciteitsverbruik Scope 2 854 12 0,44 Warmte- en Koudeverbruik Scope 2 119 2 0,06 Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto s Scope 3 885 12 0,46 Brandstofverbruik vliegreizen Scope 3 1.082 15 0,56 Brandstofverbruik zakelijk verkeer OV Scope 3 331 4 0,17 Totaal 7.405 100 3,83 Tabel 2: CO2-emissie 2015 per activiteit 7

3 DIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 1 In dit hoofdstuk worden de directe CO2-emissies (scope 1) van ANL in 2015 weergegeven. Bij ANL betekent dit de emissies veroorzaakt door het aardgasgebruik ( 3.1) en het brandstofgebruik van de leaseauto s ( 3.2). 3.1 Aardgasverbruik Bij ANL wordt het aardgas primair gebruikt voor het verwarmen van de gebouwen. In 2015 was het aardgasverbruik van alle ANL locaties bij elkaar opgeteld 143.920 Nm³. Dit komt overeen met 271 ton CO2 en veroorzaakt circa 4% van de totale CO2-emissie in 2015. Figuur 4 bevat een overzicht van de CO2-emissies van de negen grootste aardgasgebruikers in ton CO2 per jaar. Het grootste deel van het aardgas wordt gebruikt door de locatie Apeldoorn Rietveld (27,3%), gevolgd door de locaties Arnhem Beaulieu (26,7%) en Assen Zendmastweg 19 (21%). De rest van de locaties staan samengevoegd onder Overige kantoren. Figuur 4: CO 2-emissie aardgasverbruik 9 grootste locaties Van de 30.437 m² kantoor die ANL in 2015 gebruikt, wordt 16.474 m² niet verwarmd door middel van aardgas (54% van ons kantooroppervlak). Dit gebeurt in plaats daarvan door stadsverwarming of een WKOsysteem. Tabel 3 geeft voor de top 9 gasverbruik-locaties het vloeroppervlak en de CO2-emissie per vierkante meter weer. De overige locaties zijn samengevat onder overige kantoren. 8

Locatie Vloeroppervlak [m²] CO2 [kg/m²/jaar] Apeldoorn, Rietveld 2.129 34,8 Goes 144 29,6 Assen, Zendmastweg 19 2.077 28,1 Maastricht, Colonel 886 22,5 Enschede 62 21,6 Hoorn 410 20,5 Arnhem, Beaulieu 3.831 18,9 Schoonebeek 270 10,6 Apeldoorn, Weegschaalstraat 608 9,1 Overige kantoren 3.546 6,8 Totaal 13.963 19,4 Tabel 3: CO2-emissie aardgasverbruik 2015 3.2 Brandstofgebruik leaseauto s Het zakelijk verkeer van ANL wordt gereden door leaseauto s en privéauto s. In deze paragraaf wordt de hoeveelheid CO2-emissie veroorzaakt door de leaseauto s gerapporteerd. In totaal is er 1.590.040 liter brandstof verreden door 781 leaseauto s. Hiervan was 350.418 liter ten behoeve van privégebruik (exclusief woon-werkkilometers) en 1.239.622 liter ten behoeve van het zakelijk verkeer. In Tabel 4 staat het gebruik ten behoeve van het zakelijk verkeer, per brandstofsoort, weergegeven. Brandstoftype Hoeveelheid brandstof [liter] Conversiefactor [g CO2/ liter] CO2 [ton/ jaar] Benzine 235.962 2.740 647 Diesel 918.837 3.230 2.968 LPG 2.434 1.806 4 Hybride benzine 45.414 2.740 124 Hybride diesel 36.975 3.230 119 Totaal 1.239.622 3.863 Tabel 4: CO2-emissie brandstofgebruik leaseauto's 2015 9

De totale CO2-emissie veroorzaakt door het brandstofgebruik zakelijk verkeer leaseauto s is gelijk aan 3.863 ton. Dit is circa 52% van de totale footprint van ANL in 2015. Het grootste gedeelte (77%) van deze emissie wordt veroorzaakt door de dieselauto s. Figuur 5 geeft een overzicht van de totale CO2-emissie per brandstofsoort. Figuur 5: CO 2-emissie brandstofgebruik leaseauto's 10

4 INDIRECTE CO2-EMISSIES DOOR ENERGIEOPWEKKING: SCOPE 2 In dit hoofdstuk worden de indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) van ANL in 2015 weergegeven. Voor ANL betekent dit de emissies veroorzaakt door het elektriciteitsverbruik ( 4.1) en het warmte- en koudeverbruik ( 4.2). Een klein deel van het elektriciteitsverbruik wordt gebruikt voor de elektrische leaseauto (0,7 MWh). Wegens de beperkte omvang (<1% van de totale footprint) wordt de emissie beschouwd als niet materieel en wordt deze emissie niet nader toegelicht in de rapportage. 4.1 Elektriciteitsverbruik Bij ANL wordt elektriciteit primair gebruikt voor het verlichten, ventileren en koelen van de gebouwen en voor het gebruik van kantoorapparatuur. In 2015 was het elektriciteit-verbruik van alle ANL locaties bij elkaar opgeteld 3.129.494 kwh. Dit komt overeen met 854 ton CO2 en veroorzaakt circa 12% van de totale CO2-emissie in 2015. Figuur 6 bevat een overzicht van de CO2-emissies van de negen grootste uitstoters in ton CO2 per jaar. Het grootste deel CO2-emissie wordt uitgestoten door de locatie Amersfoort (64%), gevolgd door de locaties Arnhem Bellevue (11%) en Apeldoorn Rietveld (9%). De rest van de locaties staan samengevoegd onder Overige kantoren. Figuur 6: CO2-emissie elektriciteitsverbruik 9 grootste locaties De onderstaande tabel geeft voor de top 9 locaties het vloeroppervlak en de CO2-emissie per vierkante meter weer. De overige locaties zijn samengevat onder overige kantoren. 11

Locaties Vloeroppervlak [m²] CO2 [kg/m²/jaar] Arnhem, Bellevue 135 686,8 Maastricht, Colonel 886 71,8 Amersfoort, Eempolis 10.424 52,6 Amsterdam, Sloterdijk 926 39,8 Apeldoorn, Rietveld 2.129 37,3 Goes 144 28,7 Hoorn 410 26,7 Zwolle, Pas de Deux II 628 17,6 Leusden 246 13,2 Overige kantoren 24.932 0,2 Totaal 30.437 20,9 Tabel 5: CO2-emissie elektriciteitsverbruik 2015 Opvallend is dat locatie Amersfoort, die in de totale uitstoot als gevolg van het elektriciteitsgebruik bovenaan staat, in deze tabel op de derde plaats staat. Dit is omdat deze locatie minder CO2 uitstoot per vierkante meter onder andere door de aanwezige energiezuinige(re) installaties. Ook is opvallend dat een relatief kleine locatie als Arnhem Bellevue de meeste CO2 per vierkante meter uitstoot. Dit is te verklaren doordat hier alleen dataservers zijn gesitueerd. Een aantal van de grote locaties staan niet in bovenstaande overzichten (o.a. Arnhem Beaulieu, Rotterdam en Den Bosch Mercatorplein). Dit komt omdat op deze locaties groene stroom wordt ingekocht. Onderstaand een tabel met de 10 grootste locaties op basis van vloeroppervlak en de bijbehorende CO2-uitstoten. De locaties met groene stroom zijn blauw gearceerd. Locaties Vloeroppervlak [m²] Elektriciteitverbruik [kwh] Conversiefactor [g CO2/ kwh) CO2 [ton/ jaar] Amersfoort 10.424 1.041.721 526 548 Arnhem Beaulieu 3.831 517.877 0 0 Rotterdam 3.748 357.288 0 0 Den Bosch Mercatorplein 2.486 277.409 0 0 Apeldoorn Rietveld 2.129 150.912 526 79 Assen Zendmastweg 19 2.077 183.247 0 0 Beilen 1.060 15.609 0 0 Amsterdam, Sloterdijk 926 70.011 526 37 Maastricht Colonel 886 120.870 526 64 Zwolle, Pas de Deux II 628 21.050 526 11 Tabel 6: Top 10 grootste locaties op basis van vloeroppervlak 12

Groene stroom ANL heeft zichzelf ten doel gesteld in 2015 26% van haar stroomgebruik groen in te kopen met een SMKkeurmerk (of vergelijkbaar). De locaties waar ANL zelf haar stroom inkoopt spelen een belangrijke rol bij het behalen van deze groene stroom doelstelling. In 2015 koopt ANL bij negen locaties groene stroom in met een SMK-keurmerk, de groene stroom met keurmerk maakt 44% uit van het totale elektriciteitsverbruik in 2015. Op de locatie Amersfoort wekt ANL in 2014 voor het eerst zelf energie op met zonnepanelen. In 2015 is in totaal 130.823 kwh opgewekt op deze locatie. Daarmee komt de hoeveelheid groene stroom in 2015 op 1.505.222 kwh, gelijk aan 48% van de totale hoeveelheid ingekochte elektriciteit. 4.2 Warmte en koudeverbruik Op de kantoren Rotterdam, Zwolle Pas de Deux II en Amsterdam Sloterdijk wordt stadswarmte ingekocht voor het verwarmen van de gebouwen. Op de locatie Amersfoort wordt warmte en koude ingekocht die wordt opgewekt middels een warmte en koude opslag systeem (WKO). In 2015 komt de CO2-emissie veroorzaakt door de ingekochte warmte en koude overeen met 119 ton. Dit is circa 2% van de totale CO2-emissie veroorzaakt door ANL in 2015. Figuur 7 bevat een overzicht van de CO2-emissie in 2015 veroorzaakt door het warmte- en koudeverbruik. Figuur 7: CO2-emissie warmte- en koudeverbruik In Tabel 7 staan de CO2-emissies per locatie weergegeven van de locaties waar warmte en/ of koude wordt gebruikt. Locatie en omschrijving Hoeveelheid Conversiefactor [g CO2/ ] CO2 [ton/ jaar] Amersfoort benodigde elektriciteit t.b.v. WKO 148.484 kwh 526 78 Rotterdam stadswarmte 688 GJ 35.970 25 Zwolle Pas de Deux - stadswarmte 177 GJ 35.970 6 Amsterdam Sloterdijk - stadswarmte 268 GJ 35.970 10 Totaal 119 Tabel 7: CO2-emissie ingekochte warmte- en koude 2015 Het WKO systeem in Amersfoort heeft in 2015 in totaal 1.570 GJ aan warmte en 1.304 GJ aan koude geleverd. Voor de opwekking en distributie van deze energiestromen is 148.484 kwh aan elektriciteit gebruikt. 13

5 OVERIGE INDIRECTE CO2-EMISSIES: SCOPE 3 In dit hoofdstuk worden de overige indirecte CO2-emissies (scope 3) van ANL in 2015 weergegeven. Voor ANL betekent dit de emissies veroorzaakt door het zakelijk verkeer privéauto s ( 5.1), vliegreizen ( 5.2) en het brandstofverbruik gedurende zakelijke reizen door gebruik van het openbaar vervoer ( 5.3). 5.1 Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto s Zoals eerder vermeld, wordt het zakelijk verkeer binnen ANL veroorzaakt door privéauto s en leaseauto s. In deze paragraaf wordt de hoeveelheid CO2-emissie veroorzaakt door de privéauto s gerapporteerd. In totaal is er in 2015 4.070.005 km zakelijk gereden (gedeclareerde kilometers). Tabel 8 geeft het brandstofgebruik per brandstoftype weer. Brandstoftype Gereden kilometers [km/ jaar] Conversiefactor [g CO2/ km] CO2 [ton/ jaar] Benzine 2.209.566 224 495 Hybride benzine 49.417 171 9 Diesel 1.640.551 213 349 LPG 152.207 196 30 Elektrisch 18.264 107 2 Totaal 4.070.005 885 Tabel 8: CO2-emissie brandstofgebruik privéauto's 2015 De totale CO2-emissie veroorzaakt door het brandstofgebruik zakelijk verkeer privéauto s is gelijk aan 885 ton. Dit is circa 12% van de totale footprint van ANL in 2015. Het grootste gedeelte (56%) van deze emissie wordt veroorzaakt door de benzineauto s. In Figuur 8 staat een overzicht van de totale CO2-emissie per brandstofsoort. Figuur 8: CO2-emissie brandstofgebruik zakelijk verkeer privéauto's 5.2 Brandstofverbruik zakelijk vliegreizen Medewerkers van ANL maken gebruik van het vliegtuig om grote afstanden te overbruggen. In deze paragraaf wordt de hoeveelheid CO2-emissie veroorzaakt door deze vliegreizen gerapporteerd. In totaal is er 6.184.436 km gevlogen in 2015. Tabel 9 geeft het gebruik per categorie vliegafstand weer. 14

Categorie Afstand reizen [km/ jaar] Conversiefactor [g CO2/ km] CO2 [ton/ jaar] Vervoer < 700 km 648.741 297 193 Vervoer 700 2.500 km 1.427.631 200 286 Vervoer > 2.500 km 4.108.064 147 604 Totaal 6.184.436 1.082 Tabel 9: CO2-emissie vliegreizen 2015 De totale CO2-emissie veroorzaakt door het brandstofgebruik zakelijke vliegreizen is gelijk aan 1.082 ton. Dit is circa 15% van de totale footprint van ANL in 2015. Het grootste gedeelte (56%) van deze emissie wordt veroorzaakt door de vliegreizen boven de 2.500 km. In Figuur 9 staat een overzicht van de totale CO2-emissie per vliegafstand. Figuur 9: CO2-emissie vliegreizen 5.3 Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar vervoer Bij ANL wordt het gebruik van het openbaar vervoer voor het zakelijk verkeer actief gestimuleerd. In 2015 laag het aantal zakelijke trein- en taxikilometers van alle ANL medewerkers bij elkaar opgeteld op 5.088.745 km. Dit komt overeen met ca. 331 ton CO2 en is verantwoordelijk voor ca. 4% van de totale CO2-emissie in 2015. 15

BIJLAGE A LITERATUURLIJST Goudappel Coffeng, Zicht op de zakenautorijder. KNMI klimatologie: Datagegevens van het weer in Nederland (2015), http://www.knmi.nl/klimatologie. Milieu Centraal, http://www.energielabel.nl. Nederlands Normalisatie-instituut (2006). NEN ISO 14064-1:2006, Greenhouse gases Part 1: Specification with guidance at the organization level for quantification and reporting of greenhouse gas emissions and removals. Nederlands Normalisatie-instituut (2006). NEN ISO 14064-2:2006, Greenhouse gases Part 2: Specification with guidance to the project level for quantification, monitoring and reporting of greenhouse gas emission reductions or removal enhancement. Nederlands Normalisatie-instituut (2006). NEN ISO 14064-3:2006, Greenhouse gases Part 3: Specification with guidance for the validation and verification of greenhouse gas assertions. Stichting klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (2015): Handboek CO2-Prestatieladder 3.0. Travelmath (2016): http://www.travelmath.com/flights. World Resources Institute & World Business Council for Sustainable Development (2004). The Greenhouse Gas Protocol: A Corporate Accounting and Reporting Standard. 16

BIJLAGE B UITGANGSPUNTEN TOEGELICHT In deze bijlage worden de uitgangspunten, die zijn gehanteerd voor het vaststellen van de operationele controle, verkrijgen van de energiegegevens van de gebouwen, het brandstofgebruik van het zakelijk verkeer leaseauto s, privéauto s en vliegreizen, het aantal medewerkers en het vloeroppervlak van de gebouwen, beschreven. Operationele controle Voor het bepalen van de operationele controle over de verschillende bedrijfsonderdelen zijn de volgende vier uitgangspunten gehanteerd: 1. Geen werkmaatschappij (alleen financieel, geen activiteiten dus geen CO2). 2. Geen rechtspersoon (in het kader van IFRS geen rechtspersoon en dus geen controle). 3. Geen personeel (geen personeel van ANL werkzaam). 4. Geen doorslaggevend belang (geen doorslaggevend belang c.q. stem in het genoemde bedrijfsonderdeel). Naar aanleiding van de bovenstaande criteria hanteert ANL de entiteit: Arcadis Nederland BV, KvK 09036504 BTW NL006293700B13 Energiegegevens gebouwen De energiegebruiken van de gebouwen worden bepaald aan de hand van meetgegevens uit facturen of een handmatige aflezing van de energiemeters. Bij het ontbreken van jaarafrekeningen en maandgebruiken of wanneer het bemeterde tijdvak niet gelijk is aan een kalenderjaar, wordt het jaargebruik via een berekening vastgesteld. De uitgangspunten van deze berekening zijn als volgt: Het aardgasgebruik en de geleverde warmte wordt berekend naar rato van het aantal graaddagen met als referentie temperatuur 18 C en als temperatuurgemiddelde de etmaaltemperatuur. Bijvoorbeeld: als de gemiddelde etmaaltemperatuur gelijk is aan 6,8 C dan is het aantal graaddagen gelijk aan 18-6,8 = 11,2 graaddagen. In 2015 was het aantal graaddagen gelijk aan 2.685,5. De etmaaltemperaturen zijn afkomstig van het KNMI, waarvoor bij alle gebouwlocaties de temperaturen van weerstation De Bilt worden aangehouden. Het elektriciteitsgebruik wordt berekend naar rato van het gemiddelde elektriciteitsgebruik per dag. Voor een aantal locaties zijn geen facturen of betrouwbare meetgegevens bekend. In dit geval zijn de aardgas en/ of warmte gegevens geïnterpoleerd op basis van vergelijkbare locaties. Voor het elektriciteitsgebruik is aangenomen dat het ontbrekende elektriciteitsgebruik voor de opslagplaatsen 25 kwh/m² bedraagt. Voor kantoorpanden is uitgegaan van 125 kwh/m². Brandstofgebruik zakelijk verkeer leaseauto s Het aantal leaseauto s in het verslagjaar wordt vastgesteld als het gemiddelde van het aantal leaseauto s op 1 januari van het verslagjaar en 1 januari van het verslagjaar + 1 (het jaar volgend op het verslagjaar). Het aantal leaserijders wordt verkregen via de personeelsadministratie. De brandstofgegevens worden verkregen via de wagenparkbeheerder die het contact onderhoudt met de leasemaatschappijen. Ook brandstoffen die buiten de tankpas om worden getankt, worden middels declaratie opgenomen in de administratie van de leasemaatschappijen. Brandstoffen getankt in het buitenland en ten behoeve van privéreizen in het buitenland kunnen niet gedeclareerd worden en vallen buiten de brandstof-administratie. Tankpassen zijn alleen geldig in Nederland. 17

Voor het berekenen van de brandstofgebruiken door de leaseauto s zijn de volgende aannames gedaan: Het aantal privé kilometers dat met de leaseauto wordt gereden, is 7.500 km per persoon per jaar. Dit is gebaseerd op onderzoek van Goudappel Coffeng in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA). Voor het omrekenen van de gereden kilometers naar gebruikte liters brandstof zijn de omrekenfactoren van www.energielabel.nl gebruikt. Aanvullend is voor hybride auto s een gemiddeld verbruik berekend op basis van verschillende hybride autotypen, vervolgens is het verbruik conform de samenstelling van het hybride wagenpark vastgesteld (van bijvoorbeeld de Toyota Prius is een gemiddeld verbruik/ liter gebaseerd op alle typen hybride berekend). Werkelijke verbruiksgegevens komen van de website www.ecotest.eu. Brandstofgebruik zakelijk verkeer privéauto s Het brandstofverbruik zakelijk verkeer met de privéauto is berekend op basis van declaraties. Hierbij worden de gereden kilometers in één verslagjaar gelijkgesteld aan de kilometers gedeclareerd in het verslagjaar. Jaarlijks worden de gegevens medio februari opgevraagd. Omdat het mogelijk is na februari nog declaraties uit het voorgaande jaar in te dienen, wordt in februari ook een overzicht opgevraagd over de declaraties van het voorgaande verslagjaar. Het verschil wordt meegenomen in de carbon footprint van het huidige verslagjaar. Brandstofgebruik zakelijke vliegreizen Voor het berekenen van het aantal vliegreizen en vliegafstanden zijn gegevens gebruikt die zijn verstrekt door VCK-travel. Alle vliegreizen van ANL worden via VCK-travel geboekt. Incidenteel wordt door medewerkers zelf een vlucht geboekt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de creditcard gegevens van VCKtravel, waardoor ook deze reizen in de ticketadministratie van VCK-travel worden opgenomen. De informatie van VCK-travel bevat alleen vliegafstanden van het gehele traject. Aangezien de CO2-Prestatieladder uitgaat van CO2-coëfficiënten op basis van iedere startstop afstand, zijn de trajecten verder handmatig uitgesplitst naar startstop afstanden. Hierbij is uitgegaan van de afstanden zoals weergegeven op http://www.travelmath.com. De berekening van de hoeveelheid CO2 geschiedt op basis van de vliegafstanden per ticket zoals verstrekt door VCK-travel. Vervolgens worden, per afstand categorie, de afstanden van het totaal afgetrokken. De afstanden per ticket zijn op identieke wijze aan voorgaande verslagjaren vastgesteld. Brandstofverbruik zakelijk verkeer openbaar vervoer Voor het berekenen van de CO2-emissie voor zakelijk verkeer met het openbaar vervoer zijn gegevens gebruikt die zijn verstrekt door NS. Middels de Businesscard die elk medewerker in zijn bezit heeft, worden de gereden kilometers met de trein geregistreerd. Daarnaast zijn er een aantal ritten gemaakt met de taxi, voor deze ritten wordt uitgegaan van een gemiddelde afstand van 10 km per rit. Tot slot worden er ook een aantal ritten rechtstreeks gedeclareerd, bijvoorbeeld wanneer medewerkers hun NS-businesscard vergeten of verloren zijn. Deze declaraties worden uit het SAP-systeem gehaald. Voor de omrekening van de ritprijs naar de gereden kilometers wordt uitgegaan van ingeschatte kosten van 0,188/ km in 2013. Dit bedrag wordt met de genoemde prijsstijging van de NS vermenigvuldigd (http://www.ns.nl/reizigers/klantenservice/klantenservice/tarieven). Tot slot worden alle gereden openbaar vervoerskilometers vermenigvuldigd met het percentage bij Arcadis gedetacheerde medewerkers in dat verslagjaar. 18

Aantal medewerkers Het aantal medewerkers in het verslagjaar is gelijk aan de flow (het gemiddelde) over het verslagjaar. Deze flow wordt halfjaarlijks opgevraagd bij de financiële administratie van Arcadis. Hiermee worden in de carbon footprint de medewerkers aantallen conform andere jaarrapportages van ANL gerapporteerd. Het aantal medewerkers in een verslagjaar is gelijk aan het aantal medewerkers met een arbeidscontract en de inhuur vanuit detacheringbureaus en uitzendbureaus. De inhuur wordt tot de medewerkers gerekend indien dit een structureel karakter heeft en er in de dagelijkse bedrijfsvoering geen verschil is met vaste medewerkers. Hier is sprake van als de ingehuurde medewerkers zijn/haar gewerkte uren in de reguliere urenadministratie van ANL boekt. Op divisieniveau wordt op basis van geboekte uren de inhuur vastgesteld en één op één overgenomen in de rapportages van formatiecijfers. Vloeroppervlakten gebouwen De vloeroppervlakten van de gebouwen worden uitgedrukt conform de NEN2580 in: VVO = verhuurbaar vloeroppervlak; BVO = bruto vloeroppervlak; Netto vloeroppervlak= binnenwerks oppervlak exclusief vaste wanden, vides en glaslijncorrectie. Voor de berekening van kentallen energieverbruik of CO2 per m² vloeroppervlak wordt uitgegaan van verhuurbaar vloeroppervlak. Voor de locaties waar de waarde van VVO niet beschikbaar is, wordt dit afgeleid van het BVO of netto vloeroppervlak. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde waarde in de praktijk van VVO, welke gelijk is aan 0,88 maal BVO of netto. Figuur 10: Beschrijving vloeroppervlak conform NEN 2680 19

Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Nederland +31 (0)88 4261 261 www.arcadis.com Onze referentie: 20