Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-02 Algemene Raad Nr. 227 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 9 december 1997 Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij te doen toekomen het verslag van de Algemene Raad van 8 december jl. De Minister van Buitenlandse Zaken, H. A. F. M. O. van Mierlo KST26362 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1997 Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-02, nr. 227 1
VERSLAG ALGEMENE RAAD D.D. 8 DECEMBER 1997 Voorbereiding Europese Raad van Luxemburg Het Luxemburgse Voorzitterschap zette kort uiteen hoe het Voorzitterschap zich de gang van zaken voorstelt tijdens de a.s. Europese Raad in Luxemburg op vrijdag 12 en zaterdag 13 dezer. De eerste zitting op 12 december begint met een bespreking van de derde fase van de EMU. Dit zal geschieden in aanwezigheid van de ministers van Financiën. Na de behandeling van het EMU-punt wordt overgegaan tot bespreking van de uitbreiding/agenda 2000. De zaterdagochtend wordt gewijd aan de bespreking van de conclusies waarna s middags de gestructureerde dialoog met de Landen van Midden-Europa en Cyprus wordt gevoerd, o.m. over het Midden-Oosten, Voormalig Joegoslavië en Rusland. Het Voorzitterschap zou zich nog nader beraden over de modaliteiten van een eventueel overleg met Turkije. Agenda 2000 De Algemene Raad voerde ter voorbereiding van de ER van Luxemburg een uitgebreid en intensief debat over de uitbreidingsstrategie van de Europese Unie. Hoewel nog enkele lidstaten vasthouden aan een toetredingsscenario waarbij onderhandelingen met alle kandidaatlidstaten tegelijk worden begonnen en hoewel Griekenland een algemeen voorbehoud heeft m.b.t. de opening van een Permanente Conferentie en de deelname van Turkije daarin, begint zich nu toch een beeld af te tekenen van een mogelijk pakket waarover de ER conclusies kan formuleren. Op basis van de besprekingen in de Raad zal het voorzitterschap een rapport onder zijn eigen verantwoordelijkheid opstellen. Naar verwachting zal dat rapport, waarin de inclusiviteit van het uitbreidingsproces zal worden benadrukt, de volgende elementen bevatten. Wat de toetredingsonderhandelingen betreft, zal gekozen worden voor het voorstel van de Europese Commissie deze te starten met Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Estland, Slovenië en Cyprus. Teneinde tegemoet te komen aan de lidstaten die het zogenaamde regatta-model voorstaan, zal bij de start van de onderhandelingen een ministeriële bijeenkomst plaatsvinden van alle kandidaatlidstaten samen. Tevens zal voor ieder van deze landen een partnerschap voor de toetreding worden ontwikkeld, zal er een financiële pretoetredingssteun worden opgezet en zal er een jaarlijkse rapportage komen over de vorderingen op weg naar de toetreding. Los van het toetredingsproces zal er een Permanente Conferentie worden voorgesteld waarin naast de EU-landen, de kandidaatlidstaten uit Midden- en Oost Europa en Cyprus ook Turkije zal deelnemen. Voor Cyprus zal er, o.a. omdat Phare niet van toepassing op deze kandidaat is, een aparte pretoetredingsstrategie worden voorgesteld, afgestemd op de specifieke behoeften van het eiland. Naar alle waarschijnlijkheid zal worden herinnerd aan eerdere conclusies van de Raad dat de toetreding ten goede moet komen aan het gehele eiland. Tot slot zal het pakket een speciale strategie m.b.t. Turkije bevatten. Deze zal onder meer bestaan uit een verdieping van de Douane-Unie, financiële samenwerking en de samenwerking op basis van de Associatieovereenkomst. De versterking van de banden met Turkije zal Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-02, nr. 227 2
mede afhangen van de politieke en economische hervormingen die Ankara in gang heeft gezet. De Algemene Raad heeft zich niet meer gebogen over de overige aspecten van Agenda 2000. Hij heeft wel kennis genomen van de voortgang in de discussies over de Structuurfondsen, het GLB en het EU-financieringsstelsel. Enkele lidstaten spraken de wens uit dat op deze terreinen globale oriëntaties worden geformuleerd. Het voorzitterschap is niet voornemens deze in zijn rapport aan de ER op te nemen. Het heeft echter wel de mogelijkheid open gelaten dat op basis van de besprekingen in de ER zelf er enkele algemene conclusies worden geformuleerd. Post Amsterdam / EBVW De voorzitter vroeg kort aandacht voor het Interim-rapport van het Voorzitterschap, waarin de stand van zaken in de discussie over de Planning Unit van het Raadssecretariaat staat weergegeven. Hij vroeg de Raad geen discussie te voeren en slechts nota te nemen van dit rapport. Hij onderstreepte nog eens dat de tekst geheel voor rekening van het Voorzitterschap komt. Verder verzocht hij het inkomende Britse Voorzitterschap de werkzaamheden voort te zetten, mede met het oog op het belang dat de Eenheid operationeel is zodra het Verdrag in werking treedt. Daartoe zouden, volgens het Voorzitterschap tijdig de juiste (o.m. budgettaire) voorzieningen moeten worden getroffen. Transatlantische Betrekkingen follow-up van de topconferenties EU-USA / EU-Canada Top EU/VS Het Voorzitterschap en de Commissie toonden zich tevreden over het constructieve verloop van de Top met de Verenigde Staten. Gemeenschappelijke verklaringen zijn aangenomen over Oekraïne, over klimaatverandering, over elektronische handel, en over «Regulatory Cooperation». Tevens nam de Top kennis van het verslag van de Senior High Level Group waarin een beschrijving werd gegeven van de transatlantische samenwerking tijdens het Luxemburgse Voorzitterschap. Top EU-Canada De topontmoeting EU-Canada stond met name in het teken van informatieuitwisseling over ontwikkelingen in de respectieve regio s (EU: Agenda 2000-aspecten; Canada: APEC). Tevens vormden de vooruitzichten voor de Klimaatconferentie in Kyoto en een WTO Financiële Diensten- Accoord onderwerp van bespreking, alsmede de bilaterale handel en handelspolitieke onderwerpen, waaronder de Amerikaanse Helms/ Burton-wet. De Commissie belichtte de visserijproblematiek. Canada was er nogmaals op gewezen dat wetgeving met extra-territoriale werking niet aanvaardbaar was en had de hoop uitgesproken dat nieuwe wetgeving geen problemen zou oproepen. WTO financiële diensten De Commissie informeerde de Raad kort over de laatste stand van zaken bij de onderhandelingen in Genève over een WTO-akkoord over financiële diensten. Er liggen 45 nieuwe aanbiedingen op tafel, alle een verbetering t.o.v. 1995. De Commissie bedankte de Lidstaten voor de actieve pogingen die de laatste dagen werden ondernomen om een aantal belangrijke landen te bewegen alsnog hun aanbod verder te verbeteren. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-02, nr. 227 3
De Algemene Raad zal op 11 en 12 december bijeenkomen om het eindresultaat te beoordelen. OVSE voorbereiding ministerraad van Kopenhagen (18 19 december 1997) en m.n. standpunten van Unie over «Gemeenschappelijk en algemeen veiligheidsmodel voor het Europa van de 21e eeuw De Deense minister deelde de Raad mee dat de Ministeriële OVSE conferentie van 18 en 19 december a.s. te Kopenhagen, een belangrijk moment is in de totstandkoming van het Europees veiligheidsmodel. Naast dit veiligheidsmodel zullen in Kopenhagen verschillende regionale conflicten worden besproken en zullen maatregelen aan de orde komen om het functioneren van de OVSE te verbeteren. Irak / Asielzoekers Het Voorzitterschap verwees in zijn inleiding naar het resultaat van de JBZ-Raad van 4/5 december jl. en noemde het door Nederland geagendeerde probleem van groot belang. Hij bepleitte dat de conclusies van de Associatieraad van 30 oktober 1995 met Turkije z.s.m. ten uitvoer zouden worden gelegd. Verder onderstreepte hij het belang om de elkaar bestrijdende Koerdische partijen ertoe te bewegen hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen. Nederland dankte het Voorzitterschap voor het opnemen van dit punt in de agenda en sprak steun uit voor bovengenoemd document. Aansluitend bij de inleiding stelde Nederland voor dat de Raad: aan het K.4 Comité zou vragen om de resolutie van de Associatieraad van 30 oktober 1995 met Turkije z.s.m. uit te voeren; het Copo verzocht om z.s.m. een evaluatie op te stellen over de Koerdenproblematiek en aanbevelingen te doen over de mogelijkheden van de EU om de partijen tot overleg te bewegen. Informatie van door Nederland en Zweden te ondernemen ambtelijke missies in Noord-Irak kan hiervoor nuttig zijn; aan UNHCR te vragen om een «Comprehensive Action Plan» m.b.t. de opvang van vluchtelingen in de regio. De Nederlandse voorstellen werden breed gesteund. EU-Japan Het VK vroeg alvast aandacht voor de EU-Japan-Top op 12 januari 1998. De EU zou aan Japan het volgende agenda-voorstel doen: Korea (afstemming hulp, KEDO) China/Rusland (versterking nabuurschapsbetrekkingen, integratie van China in de internationale gemeenschap) landmijnen hervorming VN Bosnië (samenwerking bij wederopbouw) Afrika (Japanse deelname in regionale initiatieven conflictpreventie) Kyoto (evaluatie). Volgens de Commissie was sprake van een positieve ontwikkeling in de relaties met Japan, zoals de oplossing onlangs van een aantal handelsgeschillen. Ook op het politieke niveau was sprake van toenadering (landmijnen). Bij de Commissie bestond nog belangstelling voor bespreking van de volgende punten: herstel vertrouwen in de Aziatische economieën, Japanse reactie op de financiële crisis, devaluatie van de yen Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-02, nr. 227 4
(effecten voor handelsbelemmeringen), deregulering Japan, voorbereiding ASEM II, afsluiting wederzijdse erkenningsovereenkomst, ontwikkeling/onderzoek, vreedzaam gebruik kernenergie en douanesamenwerking. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-02, nr. 227 5