Rioolheffing gemeente Stein: mogelijkheden in belastingplicht en heffingsmaatstaven

Vergelijkbare documenten
Mogelijkheden rioolheffing Stein

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Om een duidelijke afweging te kunnen maken is het gewenst om een aantal definities eerst te verduidelijken.

Gespreksnotitie harmonisatie van de rioolheffing Gooise Meren

Wijziging heffingssystematiek rioolheffing

Bijlage 12: Notitie verbrede rioolheffing, 7 september 2009

1. Wettelijke grondslag. 2. Fusie. Aan de Gemeenteraad.

Raadscommissievoorstel

Voorstel De heffingssystematiek voor de rioolheffing met ingang van 1 januari 2011 te wijzigen.

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 21 september 2010 Nummer voorstel: 2010/93

Inhoud. Blz. Corsa:

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries, (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Notitie invoering (verbrede) rioolheffing

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

RAADSBESLUIT 14R.00481

Portefeuillehouder: P. Broeksma Behandelend ambtenaar J. Koomans van den Dries, (t.a.v. J. Koomans van den Dries)

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie

Technische berekening van het tarief en de rioolheffing

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Notitie gedifferentieerde rioolheffing

Wetstechnische informatie

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 27 november 2012 Nummer voorstel: 2012/103

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

De raadsfracties zijn zodanig geïnformeerd dat zij goed toegerust hun standpunt kunnen bepalen bij besluitvorming.

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 22 november 2011 ;

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Behandelend ambtenaar: J.B.M. Schulte Afdeling/cluster: / Telefoonnr.: Portefeuillehouder:

Agendapunt: 19 Sliedrecht, 10 november 2009

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

B&W-Aanbiedingsformulier

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk 10 april Betreft Gedifferentieerde rioolheffing

Aan de Raad. No. : 7/11. Muntendam : 9 december Onderwerp : Vaststellen Verordening OZB

B&W-Aanbiedingsformulier

emeente Bladel Economisch hart van de Kempen ilil l IIIIľllİİIE11il lit!illll El

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Aan de gemeenteraad A-voorstel. Onderwerp: RIOOLHEFFING: BELASTINGPLICHTIGE EN MAATSTAF Volgnr.: 7

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 vast te stellen.

Onderwerp: onderzoek alternatieven voor de rioolheffing op basis van het principe de vervuiler betaalt.

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Vaststelling heffingsmaatstaf voor het rioolrecht vanaf 1 januari 2013

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

Verordening rioolheffing

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 en de bijbehorende tarieven vast te stellen.

Aan: de leden van klankbordgroep fusie Beemster-Purmerend. Beemster/Purmerend, 04 juni 2019

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Postbus AD STEENWIJK

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

GEMEENTE BEDUM. Commissie ABZ : 6 oktober 2011 AGENDAPUNT : RV NUMMER :

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Onderzoeksopzet Rioolheffing. gemeente Nuth

Onderwerp: voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2011

Toelichting op de Verordening Reclameheffing Valkenswaard Centrum

Rioolheffing Inhoud 1 Inleiding 2 Fiscaal-juridisch kader 3 Heffingsmaatstaven D1200

categorie agendanr. Stuknr. Raad

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

Vraag (art. 39 Reglement van Orde)

Verordening rioolheffing

Verkerk, CS Van: Dijk, CT van Verzonden: woensdag 28 september :11 Aan: Verkerk, CS Onderwerp: RE: leges soci. woningbouw Oude Uitbreiding Hallo

Kostenonderbouwing rioolheffing

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

Modelverordening rioolheffing - B

Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling belasting- en retributieverordeningen 2009

Memo Klankbordgroep. Harmonisatie Rioolheffing. Harmonisatie Rioolheffing ABR

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017.

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING STEIN 2016

3. Wordt verbruik gemeten via de leverancier van water of dienen ondernemers nieuwe meetapparatuur te installeren?

Kennisbank Stedelijk Water Inhoudsopgave

VERORDENING EENMALIG RIOOLAANSLUITRECHT 2016

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014)

*Z FE6* Aan de raad,

Module D1200 Rioolheffing. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstelleren begeleidingscommissie 3 1.

De bijgevoegde Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2008 vast te stellen.

Raadsvergadering 12 december 2002 Made, 27 november De bijgevoegde verordening rioolrechten 2003 conform vast te stellen.

ZAP WHEP Financiële aspecten Harderwijk. Commissie Beleid Algemeen 25 juni 2015

Modelverordening rioolheffing - A

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van afkortingen / Inleiding / 17

Transcriptie:

Rioolheffing gemeente Stein: mogelijkheden in belastingplicht en heffingsmaatstaven 1. Inleiding De gemeente Stein heft thans rioolheffing van de eigenaren, waarbij voor iedereen, ongeacht of sprake is van een woning of een niet-woning, een vast tarief in rekening wordt gebracht van 227,-. Momenteel is de gemeente bezig met het opstellen van een nieuw kostendekkingsplan en in dat kader heeft men aan Van den Bosch & partners gevraagd om een notitie op te stellen waarin de verschillende opties en mogelijkheden die er binnen de rioolheffing zijn, worden beschreven. Doel van deze notitie is om meer inzicht te geven in de verschillende mogelijkheden die er ten aanzien van de belastingplicht en de heffingsmaatstaven zijn, waarbij tevens de voor- en nadelen van de diverse opties besproken worden. 2. Wetswijziging 2010 Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen hiervan zijn: - verankering grondwaterzorgplicht voor gemeenten voor openbaar gemeentelijk gebied; - splitsing van afvalwaterzorgplicht en hemelwaterzorgplicht; - verbreding van de afvalwaterzorgplicht; - invoering van de brede rioolheffing ter bekostiging van alle gemeentelijke wateropgaven. Bij de invoering van de rioolheffing is opgemerkt dat het bepalen van de belastingplichtige, de heffingsgrondslag, de heffingsmaatstaf etcetera wordt overgelaten aan het lokale bestuur. Dit om het de gemeenten mogelijk te maken zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij het systeem dat zij gebruiken voor de heffing van het oude rioolrecht. Gemeenten zijn vrij in de keuze van de belastingplichtige en heffingsmaatstaf. Een gemeente heeft de mogelijkheid het tarief te differentiëren naar de aard van het eigendom dat op de riolering is aangesloten, bijvoorbeeld differentiatie tussen niet-woningen en woningen. 1 De gemeente Stein heeft deze brede rioolheffing vanaf 2010 ingevoerd, waarbij ervoor gekozen is om de heffing zoveel mogelijk in ongewijzigde vorm te blijven hanteren. De gemeente Stein heft thans een rioolheffing tegen een vast tarief van de eigenaren van percelen die zijn aangesloten op de riolering. Het tarief voor 2015 bedraagt 227,- per perceel, per jaar. 3. Mogelijkheden Rioolheffing 3.1. Mogelijkheden belastingplicht Voor de uitvoeringspraktijk is het van belang te beseffen dat met het invoeren van de rioolheffing ten opzichte van het rioolrecht geen wijziging is beoogd. Dit houdt in dat net als in het verleden met één heffing kan worden gewerkt, waaruit zowel kosten die verband houden met de waterketen- (afvalwater) als watersysteemkosten (hemel- en grondwater) kunnen worden verhaald. Zowel de gebruikers als eigenaren, dan wel één van beide categorieën kunnen als belastingplichtige worden aangewezen. Landelijk beeld 2 is dat 36% van de gemeenten alleen een eigenarenheffing kent, en 42% van de gemeenten alleen een gebruikersheffing. Er is een groeiend aantal gemeenten (22%) dat zowel een eigenaren- als een gebruikersheffing heeft. 1 TK 2005-2006, 30.578, nr 3, blz. 22-23. 2 Dit blijkt uit de Benchmark rioleringszorg 2013 genaamd Riolering in beeld van de Stichting Rioned. 1

In Stein wordt op dit moment uitsluitend een eigenarenheffing geheven, waarbij voor iedereen sprake is van een uniform, vast tarief. Het zou voor de verdeling van de lasten in relatie tot het profijt dat verschillende groepen hebben van de watertaken van de gemeente (afvalwater, hemelwater en grondwater) ook mogelijk kunnen zijn om de lasten over eigenaren en gebruikers te verdelen. Indien de belasting zowel van de eigenaren als de gebruikers wordt geheven, is wel een controleerbare toedeling van kosten noodzakelijk. De Hoge Raad heeft bepaald dat de gemeente bij de toerekening van kosten aan het eigenaren- en het gebruikersdeel een zekere vrijheid toekomt. Wel moet op controleerbare wijze worden vastgelegd welke uitgaven in welke mate door het eigenarendeel, onderscheidenlijk gebruikersdeel worden gedekt. Deze eis lijkt met name te moeten waarborgen dat dezelfde kosten niet twee keer in rekening worden gebracht. Hierdoor is bij een heffing van zowel de eigenaren als de gebruikers vereist dat aangetoond kan worden op welke wijze de kosten aan de verschillende categorieën belastingplichtigen zijn toegedeeld. 3.2. Mogelijkheden heffingsstructuren en heffingsmaatstaven Sinds de inwerkingstreding van de rioolheffing kan de gemeente kiezen voor twee heffingsstructuren: 1. een niet naar watertaken gesplitste heffing. Er is dan sprake van één heffing waaruit de kosten van zowel de waterketen (afvalwater) als het watersysteem (hemel- en grondwater) worden bekostigd; 2. een wel naar watertaken gesplitste heffing. In deze variant worden twee belastingen geheven, waarvan één belasting wordt geheven voor de waterketen en één belasting voor het watersysteem. Iedere belasting heeft dan zijn eigen keuze in belastingplichtigen, heffingsmaatstaf en tarief. De keuze voor een bepaalde heffingsstructuur is van invloed op de keuze van de heffingsmaatstaf. Hieronder hebben wij per heffingsstructuur een aantal voorbeelden van mogelijke heffingsmaatstaven gegeven. Het betreffen de in de praktijk reeds meest voorkomende heffingsmaatstaven. Ad 1. Niet naar taken gesplitste heffing Bij een niet naar taken gesplitste heffing is sprake van één belasting ter bestrijding van de kosten van zowel het afvalwater als het hemel- en grondwater. Er kan binnen deze variant worden gekozen voor een: eigenarenheffing : een heffing van degene die op basis van een zakelijk recht het genot heeft van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering of anderszins belang heeft bij de watertaken; gebruikersheffing : een heffing van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijk riolering wordt afgevoerd of anderszins belang heeft bij de watertaken; een combinatie van beide heffingen. Voorbeelden van mogelijke heffingsmaatstaven zijn: voor de eigenarenheffing: - een vast bedrag per perceel (eventueel differentiatie tussen woningen nietwoningen); - WOZ-waarde (eventueel differentiatie tussen woningen niet-woningen). voor de gebruikersheffing: - een bedrag afhankelijk van de grootte van het huishouden; - WOZ-waarde (eventueel differentiatie woningen niet-woningen); - waterverbruik (bijvoorbeeld op basis van het aantal ingenomen kubieke meters, per volle eenheid, gestaffeld of een vast bedrag met een opslag). 2

verder genoemd in de wetsgeschiedenis (maar niet of nauwelijks gebruikt): - een bedrag afhankelijk van de lengte van het riool langs het perceel; - een bedrag afhankelijk van het verharde oppervlak van het perceel. Ad 2. Wel naar taken gesplitste heffing Bij een wel naar taken gesplitste heffing is sprake van twee belastingen ter bestrijding van de kosten van enerzijds het afvalwater en anderzijds het hemel- en grondwater. Er kan voor beide heffingen binnen deze variant worden gekozen voor een: eigenarenheffing : een heffing van degene die op basis van een zakelijk recht het genot heeft van een perceel; gebruikersheffing : een heffing van de gebruiker van een perceel; een combinatie van beide. Indien wordt gekozen voor twee rioolheffingen, moeten kosten van de taken worden toegerekend aan (één van) beide heffingen. Voorbeelden van mogelijke heffingsmaatstaven rioolheffing zorgtaak afvalwater: voor de eigenarenheffing: - WOZ-waarde (eventueel differentiatie woningen niet-woningen). voor de gebruikersheffing: - een bedrag afhankelijk van de grootte van het huishouden; - WOZ-waarde (eventueel differentiatie woningen niet-woningen); - waterverbruik (bijvoorbeeld op basis van het aantal ingenomen kubieke meters, per volle eenheid, gestaffeld of een vast bedrag met een opslag). verder genoemd in de wetsgeschiedenis (maar niet of nauwelijks gebruikt): - een bedrag afhankelijk van de lengte van het riool langs het perceel; - een bedrag afhankelijk van het verharde oppervlak van het perceel. Eventueel kan in deze heffing een grootgebruikersvariant worden ingevoerd, dan wel een vrijstelling aan de voet worden gecreëerd. Voorbeelden van mogelijke heffingsmaatstaven rioolheffing zorgtaken hemel- en grondwater: eigenarenheffing: - WOZ-waarde (eventueel differentiatie woningen niet-woningen); - bedrag afhankelijk van het verharde oppervlak van het perceel. gebruikersheffing: - bedrag afhankelijk van het verharde oppervlak van het perceel; - WOZ-waarde (eventueel differentiatie woningen niet-woningen). Het waterverbruik komt niet in aanmerking als heffingsmaatstaf bij een rioolheffing ter zake van het hemel- en grondwater, omdat dit niet zou passen bij het karakter van de heffing. 3.3. Voor- en nadelen aantal heffingen en heffingsmaatstaven De keuze van de heffingsmaatstaf is, zoals hierboven al is aangegeven, mede afhankelijk van de te kiezen heffingsstructuur. De gemeente kan er enerzijds voor kiezen de kosten die verband houden met zowel het afvalwater als het hemel- en grondwater door middel van één heffing te dekken. Anderzijds kan de gemeente de twee verschillende rioolheffingen invoeren, waarvan er één specifiek ziet op het afvalwater en de ander op het hemel- en grondwater. Bij de keuze van de heffingstructuur is het goed acht te slaan op de voor- en nadelen van beide varianten. Hieronder wordt een aantal op de gemeente toegesneden voor- en nadelen opgesomd. 3

Voordelen één heffing: het handhaven van een structuur met één heffing is in lijn met de huidige rioolheffing; verschuiving van belastingdruk die bij het invoeren van twee heffingen aan de orde zou kunnen zijn, wordt vermeden; administratief eenvoudig; er hoeft in de kostentoerekening voor de belastingheffing geen aparte splitsing tussen de kosten van enerzijds het afvalwater en anderzijds het hemel- en grondwater te worden gemaakt. Voordelen twee heffingen: het hanteren van twee heffingen sluit aan bij de door het rijk op termijn gewenste (administratieve) ontvlechting van de waterketen en het watersysteem; door de splitsing is meer maatwerk mogelijk in relatie tot het profijt dat wordt getrokken van de verschillende zorgtaken; afhankelijk van de keuzes in de kostentoedeling kan een situatie gecreëerd worden dat particulieren naar verhouding minder zwaar zullen worden belast, ondanks eventueel stijgende kosten. Verder geldt nog een aantal algemene aandachtspunten die van belang zijn bij het kiezen van een heffingsstructuur en de daarbij behorende heffingsmaatstaven. Te denken valt aan: eenvoudige heffingsmaatstaven (zoals een vast bedrag per eigendom of de WOZ-waarde) leiden tot een minder nauwkeurige kostentoerekening aan de belastingplichtigen, maar zorgen voor een eenvoudigere en efficiëntere heffing: - heffing van de rioolheffing is op die wijze administratief eenvoudiger; - het heffingensysteem dat de aanslagen moet genereren is eenvoudiger te vullen en te onderhouden; - er zijn minder bezwaar- en beroepsprocedures te verwachten dan bij een complexere heffingsmaatstaf; - er zijn lagere perceptiekosten; - handhaving van de opbrengst. grote wijzigingen in de heffingsstructuur kunnen leiden tot vragen van belastingplichtigen en extra bezwaar- en beroepsprocedures. In het hierna volgende schema zijn een aantal voor- en nadelen van de verschillende heffingsmaatstaven opgenomen: Heffingsmaatstaf Voordeel Nadeel Vast bedrag per perceel Eenvoudige uitvoering Eenvoudige koppeling via de WOZadministratie Eenvoudige differentiatie tussen woningen niet-woningen is mogelijk V.z.v. geheven van eigenaren: minder subjecten (veel huurwoningen zijn in eigendom bij grote entiteiten zoals woningbouwverenigingen en institutionele beleggers) Weinig proceduregevoelig Door voortzetting huidige werkwijze weinig administratieve lasten en perceptiekosten (w.o. Minder evenwichtige kostentoedeling Particuliere huishoudens kunnen (gezien toenemende kosten) onevenredig zwaar belast worden t.o.v. nietwoningen 4

WOZ-waarde Waterverbruik (div. combinaties) Grootte huishouden / aantal werknemers kosten bezwaar- en beroepsprocedures) Eenvoudige koppeling via de WOZadministratie Eenvoudige differentiatie woning niet-woning wordt op deze wijze al gerealiseerd. Een echte differentiatie in tarief is ook nog mogelijk Afhankelijk van de differentiatie is er meer relatie met profijtbeginsel Vrijstelling aan de voet mogelijk, zodat alleen grotere lozers worden belast Er wordt meer aangesloten bij het principe de vervuiler betaalt Afhankelijk van de differentiatie is er meer relatie met profijtbeginsel Minder goede relatie met de kosten Proceduregevoelig(er) Bewerkelijk v.w.b. vullen en onderhouden systeem heffende instantie Afhankelijk van derden v.w.b. gegevens waterinname of waterverbruik Niet voor eigenaar mogelijk Afhankelijk van de mate van differentiatie kan de heffing arbitrair voorkomen Niet voor eigenaar mogelijk Lengte riool Geen duidelijk voordeel bekend Geen relatie met de gebruikskosten Proceduregevoelig Bewerkelijk Verhard oppervlak perceel Begrijpelijke maatstaf i.v.m. rioolrecht voor hemel- en grondwater Geen relatie met de kosten van waterafvoer Niet altijd duidelijk wat de grootte van het verharde oppervlak is Verder wijzen wij er op dat er momenteel een discussie wordt gevoerd over de invloed die de Kader Richtlijn Water (KRW) heeft op de heffingsmogelijkheden van de rioolheffing. Een rioolheffing van (uitsluitend) de eigenaar van een perceel wordt door woningcorporaties (daartoe meestal gevoed door belastingadviseurs als Ernst & Young) gezien als strijdig met de KRW. In hun ogen zou uitsluitend een rioolheffing van de gebruiker waar een prikkel voor de vervuiler betaalt is ingevoerd, in overeenstemming zijn met de KRW. Wij voeren op dit moment verschillende procedures bij de belastingrechter op dat punt (ook voor uw gemeente). Tot nu toe is de belastingrechter nog niet meegegaan in dat standpunt van de corporaties. 3.4. Eén heffing ligt voor de hand Op dit moment is in Stein nog geen sprake van een (volledige) fysieke scheiding van het huishoudelijk en bedrijfsafvalwater aan de ene kant, en hemelwater en ingezameld grondwater aan de andere kant. Nagenoeg binnen het gehele gebied is thans sprake van een gemengde riolering, waarop zowel het afval- als het hemelwater wordt afgevoerd 3. Het zou daarom zeer waarschijnlijk onevenredig veel perceptiekosten met zich meebrengen om een nieuwe heffing op te zetten voor de zorgtaken mb.t. hemel- en grondwater. In het GRP Stein 2010-2014 en het Kostendekkingsplan Stein 2015 is tevens uitgegaan van één rioolheffing. Hierdoor is het gecompliceerd om een verdeling te maken tussen de kosten die worden gemaakt voor de verschillende taken. Het invoeren van twee heffingen zou derhalve niet aansluiten bij de feitelijke situatie en dus kunnen 3 Volgens het GRP Stein 2010-2014 is slechts in een viertal deelgebieden sprake van een gescheiden stelsel. 5

leiden tot minder gedegen kostenonderbouwing en -toerekening. Hierbij wordt opgemerkt dat het in principe wel mogelijk is twee afzonderlijke heffingen te onderbouwen 4. 3.5. Lastenverdeling binnen huidige stelsel Op dit moment betalen eigenaren van woningen en niet-woningen hetzelfde vaste tarief per perceel ( 227,-). In het Kostendekkingsplan gemeente Stein wordt uitgegaan van 11.375 woningen en 600 niet-woningen (bedrijven). Er wordt momenteel derhalve ca 2.582.000,- ter zake van de woningen geheven en ca. 136.000,- ter zake van de niet-woningen. De woningen dragen derhalve ca. 95% van de lasten van de riolering en de niet-woningen 5%. Het is de vraag of deze verhouding overeen komt met de kosten die door beide categorieën worden veroorzaakt of de hoeveelheid water die door beide categorieën wordt afgevoerd. Zolang alle belastingplichtigen in de heffing worden betrokken, is dit nog niet relevant geacht in de jurisprudentie, maar als een bepaalde groep wordt vrijgesteld van heffing, mogen de lasten die deze groep oproept niet worden omgeslagen over de overgebleven belastingplichtigen. In die situatie wordt de onderlinge verdeling van de lasten dus belangrijk. Dan zal moeten worden voldaan aan het evenredigheidsbeginsel, hetgeen verder wordt uitgewerkt in par. 4.4. 4 Mogelijkheden in lastenverdelingen 4.1. Tariefdifferentiatie woningen / niet-woningen Het maken van onderscheid tussen woningen en niet-woningen is onder de brede rioolheffing toegestaan 5. Dit onderscheid is ook in de jurisprudentie acceptabel geacht, omdat de eigenaar/gebruiker van een bedrijfspand over het algemeen meer voordeel heeft bij de aansluiting op het riool dan die van een woning. Het verschil in tarief mag, naar de omstandigheden beoordeeld, niet te groot worden. Een onderbouwing van een eventuele tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen kan bijvoorbeeld gebaseerd worden op de hoeveelheid water die door de niet-woningen wordt afgevoerd op de riolering. Indien deze relatief meer water dan woningen afvoeren, kan dat een onderbouwing vormen voor een eventueel te hanteren tariefdifferentiatie. 4.2 WOZ-waarde De WOZ-waarde wordt door de gemeente vastgesteld in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffing wordt gebruikt voor de heffing van OZB, waterschapsbelastingen en een aantal rijksbelastingen. Het is mogelijk de WOZ-waarden ook voor andere belastingen te gebruiken. De waarde in het economische verkeer (de WOZ-waarde) is als maatstaf voor de rioolheffing steeds meer in opkomst 6. De WOZ-waarde weerspiegelt het belang tussen het object en de kosten van de gemeentelijke taken. De rechter heeft in verschillende uitspraken bepaald dat de WOZ-waarde als maatstaf voor de rioolheffing kan worden gehanteerd, zowel bij een gebruikersheffing als bij een eigenarenheffing. De waarde van de onroerende zaken en de grootte van de voordelen die zijn gelegen in de vergroting van de gebruiksmogelijkheden, hebben een relatie met elkaar. Zo zal de vergroting van de gebruiksmogelijkheden van dure onroerende zaken meer voordelen opleveren dan de vergroting van de gebruiksmogelijkheden van goedkope onroerende zaken. Voor een duurdere onroerende zaak kan aldus een hoger bedrag aan rioolheffing in rekening worden gebracht dan voor een goedkope onroerende zaak. Hiermee wordt recht gedaan aan het profijtbeginsel. De tariefstelling in de verordening moet er wel voor zorgen dat kleine waardeverschillen niet leiden tot een groot verschil in verschuldigde belasting, als daarvoor geen rechtvaardiging is. 4 Middels de verdeelsleutel uit het rapport Voorstel toerekeningssystematiek kosten voor vuil- en regenwaterafvoer, VROM oktober 2005. 5 Wetsvoorstel 30 578, nr. 3, p. 23. 6 Uit de eerder genoemde Benchmark Rioleringszorg 2013 blijkt dat in 2013 ca. 10% van de gemeenten die een eigenarenheffing hanteren dat doen op basis van WOZ-waarde tegen 8% van de gemeenten die een gebruikersheffing hanteren. 6

De verhouding tussen de waarde van woningen en niet-woningen zal zeer waarschijnlijk niet gelijk zijn aan de verhouding tussen het deel van de kosten van de riolering dat thans aan woningen en aan niet-woningen wordt doorbelast 7. De WOZ-waarde als heffingsmaatstaf zal derhalve zeer waarschijnlijk een verschuiving van de lasten van eigenaren van woningen naar eigenaren van niet-woningen met zich meebrengen. Indien en zolang alle belastingplichtigen in de heffing worden betrokken, is deze lastenverschuiving geen probleem. 4.3. Gebruikersheffing Naast de heffing van eigenaren is het ook mogelijk om een gebruikersheffing in te voeren 8. Ook voor het gebruikersdeel van de rioolheffing kan een vast bedrag geheven worden. Het kostenpatroon van de voorzieningen rechtvaardigt ook voor het gebruik een vast bedrag. De kosten van het leggen van riolering en de overige voorzieningen zijn voornamelijk vaste kosten. De mate van gebruik van de voorzieningen per individueel perceel heeft over het algemeen slechts een klein effect op de totale kosten. Daarom is het goed verdedigbaar om ook voor het gebruikersdeel van de rioolheffing van elke gebruiker een zelfde bijdrage te vragen in de kosten. Een eventuele gebruikersheffing kan echter ook gebaseerd worden op het waterverbruik. Het waterverbruik geeft van oudsher een goede relatie weer tussen het gebruik van de riolering en de rioleringskosten. Met de nieuwe gemeentelijke taken inzake hemel- en grondwater is de band tussen de ontstaanskosten en het waterverbruik echter een stuk losser geworden. De heffingsmaatstaf waterverbruik legt verder relatief veel beslag op het ambtelijk apparaat en brengt derhalve hogere perceptiekosten met zich mee. Er kan bij deze heffing discussie met belastingplichtigen ontstaan over de juiste basis voor het waterverbruik. Voor het dekken van de kosten van de watertaken wordt deze heffingsmaatstaf nog wel eens minder geschikt geacht. Een groot deel van de rioleringskosten zit namelijk in de afvoer van hemelwater. Huishoudelijk afvalwater en water uit productieprocessen zijn slechts twee van de kostenveroorzakers. Wel sluit het invoeren van een gebruikersheffing aan bij het principe de vervuiler betaalt. Indien men kiest voor een heffing op basis van het waterverbruik dan kan deze gekoppeld worden aan een prijs per kubieke meter afgevoerd water, maar kan er ook gebruik worden gemaakt van tariefklassen, bijvoorbeeld door een tarief per 50 of 100 kubieke meter afgevoerd water te hanteren. 4.4. Grootgebruikersheffing Als variant op de in 4.3 genoemde gebruikersheffing, is het ook mogelijk om een eventuele gebruikersheffing te beperken tot de zogenoemde grootgebruikers. Bij een dergelijke grootgebruikersheffing wordt niet van alle gebruikers geheven maar van een bepaalde groep. Belangrijke voorwaarde bij de heffing van een bepaalde groep belastingplichtigen is dat in principe alle belastingplichtigen in de heffing moeten worden betrokken. Dit aspect speelt met name bij een grootgebruikersheffing, waarbij slechts geheven wordt boven een bepaalde drempel (heffingsvrije voet, bijvoorbeeld vanaf 300 kubieke meter). Een directe of indirecte vrijstelling van een deel van de belastingplichtigen kan namelijk volgens de jurisprudentie leiden tot een onevenredige heffing, of tot een onredelijke of willekeurige heffing. Dit blijkt uit een aantal arresten van de Hoge Raad 9. De Hoge Raad oordeelt in voornoemde arresten dat is voldaan aan het evenredigheidsbeginsel als bij de verdeling van de lasten wordt rekening gehouden met de rioleringkosten die voor verschillende groepen (kleingebruikers en grootgebruikers) worden gemaakt (kostenbenadering), of met het verschil in afvoer van afvalwater die de beide groepen veroorzaken (afvoerbenadering). Daarnaast heeft de Hoge Raad nadrukkelijk opgemerkt dat het geen rol speelt of het niet door het afvoerrecht gedekte deel wordt bestreden door een rioolaansluitrecht dan wel uit de algemene 7 Zoals eerder aangegeven bedraagt deze verhouding thans 95% voor woningen en 5% voor niet-woningen. 8 In beginsel zou ook uitsluitend een gebruikersheffing kunnen worden ingevoerd, maar dit is zo n revolutionaire wijziging dat dit ons geen reële mogelijkheid lijkt. 9 Hoge Raad 10 december 2004, nrs. 36 776, 36 804, 37 041, 38 291, 38 292 en 39 178, Belastingblad 2005, p. 66, 70, 74, 80 en 78 en Hoge Raad 13 mei 2005, nr. 38 402, Belastingblad 2005, p. 647. 7

middelen. De Hoge Raad geeft daarmee expliciet aan dat het toegestaan is om naast een eigenarenheffing tevens een (groot)verbruikersheffing te heffen. De Hoge Raad heeft de gemeenten met deze uitspraken in feite een grote mate van beleidsvrijheid gegeven. Zo kunnen de totale rioleringskosten worden gedekt door ofwel een eigenarenheffing ofwel een gebruikersheffing, maar mogen ook de kosten over beide heffingen worden verdeeld. Indien echter een verdeling over heffingen gemaakt wordt, dan dient men duidelijk te maken dat geen kosten dubbel verhaald worden. De grootverbruikersheffing mag immers naar orde van grootte niet uitstijgen boven het totaalbedrag van de kosten die aan de grote lozers kan worden toegerekend. 4.5. Bedrag afhankelijk van omvang huishouden Een tarief afhankelijk van de omvang van het huishouden is een eenvoudiger variant van de heffing naar het waterverbruik. Hierbij is het uitgangspunt dat een groter huishouden meer profiteert van de gemeentelijke riolering. Voor niet-woningen is de maatstaf niet geschikt. Hiervoor moet dus een andere tariefstelling gelden. Dit komt de uitvoeringskosten van deze variant niet ten goede. 4.6 Lengte riool of verhard oppervlak perceel Deze twee heffingsmaatstaven worden nagenoeg niet (meer) gebruikt en worden daarom nu niet behandeld (indien gewenst kunnen deze, of één van de twee, heffingsmaatstaven nader uitgewerkt worden). 5. Conclusie De keuzemogelijkheden in heffingsstructuren, belastingplichtigen en heffingsmaatstaven binnen de rioolheffing zijn groot. Omdat op dit moment in Stein nog geen sprake van een (volledige) fysieke scheiding van afvalwater aan de ene kant, en hemelwater en ingezameld grondwater aan de andere kant, ligt het invoeren van twee afzonderlijke heffingen voor de verschillende watertaken op dit moment niet voor de hand. Indien één heffing wordt gehanteerd (zoals thans) voor het bestrijden van de kosten van de watertaken, kunnen er nog diverse modaliteiten worden toegepast om de lasten zo rechtvaardig mogelijk te verdelen over de verschillende belanghebbenden. Er is daarbij sprake van een grote vrijheid in de keuze voor de belastingplichtigen en heffingsmaatstaven. Het invoeren van een gebruikersheffing of een grootverbruikersheffing is in de situatie van de gemeente Stein dan de meest logische aanvulling op de huidige heffing om de lasten beter te spreiden. Bij iedere keuze dient echter een goede afweging plaats te vinden over de te kiezen belastingplichtige(n), heffingsmaatstaven, tarieven en de daaraan gekoppelde lastenverdeling. Wij hopen dat deze notitie een goed beeld geeft van de mogelijkheden van de rioolheffing. Als u nog vragen of opmerkingen hebt, dan vernemen wij dat natuurlijk graag. Wij zullen u desgewenst graag bijstaan bij de nadere fiscale en financiële uitwerking van een van de mogelijkheden. Sliedrecht, 12 februari 2015, Mr. R.M.M. Duits/Mr. E.G. Borghols 8