Toekomst Tuinbouw in de Bio-based Economy

Vergelijkbare documenten
Tuinbouw zoekt Chemie voor Puur Plantaardig

Behoort bij agendapunt 5d i Verg. Cie. Sierteelt en Groen dd Programma De Tuinbouw in de Biobased Economy

Programma Kas als Energiebron

Productschap Tuinbouw Met Minder Meer. Helma Verberkt 26 juni 2012 Landelijke dag Roos

Innovatie in de Hoeksche Waard. Projectleider Biobased Economy Hoeksche Waard Henk Groeneveld

Programma Kas als Energiebron

Tweede call voor offertes voor projecten

Biomassa WKK in de glastuinbouw

Werken in de Tuinbouw - programma Arbeid

Glastuinbouw Business met Biomassa

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen

Energietransitie in de Betuwse Bloem

Programma 'de tuinbouw in de biobased economy'

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

Notitie. Betreft: Nieuwe werkwijze PT en Ondernemingsplatforms. 1. Inleiding

Netwerkbijeenkomst VAVI, VIGEF & NEBAFA

Biomassa: realistisch doel of niet?

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

SBIR Verduurzamen voedselproductie

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Inhoudsstoffen van planten

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Grenzen voor Luchtkwaliteit

AMBITIE NUTRIËNTEN 2018

Integraal GFT of tuin- en keukenafval apart? NVRD - 31 maart 2016 Tim Brethouwer

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving

De Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening en de rol van biomassa. Ir. Harry A. Droog

Quick Scan Mogelijkheden biobased economy voor de tuinbouw

Innovatieprogramma. New business met plantenstoffen uit de tuinbouw. Nieuwegein, 18 april 2017 Jan Smits Kenniscentrum Plantenstoffen

Verwaarding van zeefgoed:

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

De Biobased Economy in de Zuidvleugel

Grenzen voor Luchtkwaliteit

De chemie herstellen tussen agro en energie Speech, uitgesproken door Ruud Lubbers, bij de bijeenkomst Agro met energie verbinden, op 10 mei 2011.

Biobased economy in het Groene Hart

Mogelijkheden met paprika inhoudsstoffen en vezels. Leon A. Mur Managing director

Ontwikkelingen rond de opwerking van organische reststromen en biomassa. Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen

Programma Kas als Energiebron

Valorisatie reststromen met aquatische biomassa. Rommie van der Weide, Wim van Dijk, Sander Huurman, Hellen Elissen,...

C-153 Green Deal Groen Bouwen

Samenvatting. economy.

Bio NL. Een unieke collectie plantenstoffen: de brug tussen telers en nieuwe markten. Leon A. Mur Managing director

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Biomassa in het Greenport Betuwse Bloem. Door Roelf de Boer Lid projectteam GBB

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

De rol van biomassa in de energietransitie Inleiding Debat 22 nov 2017

Energietransitie Glastuinbouw en warmte

Duurzaamheid als drager voor gebiedsontwikkeling. Drs. ing. Bert Krikke Projectdirecteur

GRONDSTOFFEN VAN DE TOEKOMST MICHIEL ADRIAANSE

Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie

Verkenning energie en verduurzaming glastuinbouw Limburg. 20 februari 2019

Verpakken in de circulaire economie. Hester Klein Lankhorst Empack, 5 april 2017

Debat Kansen voor duurzame biomassa in Zeeland. Goes, 22 januari 2009 Conclusies en aanbevelingen CE Delft

Subsidies Biobased Economy

Productschap Tuinbouw kennisknooppunt platform overheid op maat van de tuinbouw

GFT-afval is een waardevolle bron voor nieuwe grondstoffen. Maar hoe ziet de toekomst eruit?

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

Van circulair gebied naar circulair gebouw

Water. Landschap en Leefomgeving. Biobased economy

Algen en Groen Gas Een duurzame en rendabele combinatie!

Ambitie: Op naar een Vitale Teelt in 2030

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Duurzaamheid: speerpunt voor industrie en onderwijs

zonweringsdoeken gemaakt van planten THE FIRST SUNSCREEN FABRIC IN THE WORLD WITH CRADLE TO CRADLE CERTIFIED GOLD

Roadmaps Innovatieagenda

Toelichting op de Nederlandse Roadmap Bioraffinage

Byosis Group. oplossingen voor vergisters; maisraffinage. Datum: September 2012

Biobased voedselverpakkingen

Aanpak, uitwerking en rapportage

Samenwerken aan een gezond, groen en economisch vitaal werk- en leefklimaat in het Groene Hart

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Multi-Input-Multi-Output Papierfabriek

Mobilisatie Biomassa een visie vanuit het bedrijfsleven. WUR/Alterra-workshop 3 juli 14 Fokke Goudswaard, voorzitter Platform Bio-Energie

Factsheet: biologisch afbreekbare kunststof verpakkingen

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Interactie tussen bio-materialen en bio-energie. Annita Westenbroek 17 december 2013

Groentenvezels als basis voor biobased verpakkingen

Het Productschap Tuinbouw. 13 november 2012 / Agnes van Ardenne

Milieukeur/ On the way to PlanetProof Bloembollen en Bolboemen

TOPSECTOR Wereldoplossingen voor werelduitdagingen

ARN, uw duurzame innovatieve partner!

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Agromere Serre. Glastuinbouw in de Stad. Beperkingen. Concepten. AVAG ledenvergadering 25 juni 2008 Eric Poot, Wageningen UR Glastuinbouw

Duurzame Greenport Westland Oostland

Trend: Toename van biobased in verpakken. Karen van de Stadt

VERKENNING van de BioBased Economy

Innovatienetwerk Nieuwe Energie Systemen (INES) Kies voor slimme technologie en bespaar energie

Urban Farming Long Term future with Algae?

Transcriptie:

concept Toekomst Tuinbouw in de Bio-based Economy Contouren van een co-innovatieprogramma Juni 2010 1

INHOUD Pagina 1. Inleiding 3 2. Mogelijkheden en kansen 4 3. Ambities en streefbeelden 6 4. Co-innovatie programma sector LNV 7 5. Bronnen 9 2

1. INLEIDING In de door het Productschap Tuinbouw opgestelde (concept) toekomstagenda 2010-2015 wordt duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen gezien als een cruciale ontwikkeling voor de Nederlandse Tuinbouw. Dit is een bestendiging van al eerder ingezet beleid. De sector heeft de laatste jaren via het PT fors geïnvesteerd in duurzaamheidsthema s en -programma s als Kas als Energiebron, MVO onder glas, water, duurzame gewasbescherming en duurzame arbeid. Ook heeft de sector via het PT nieuwe thema s verkend die mogelijk onderdeel uit kunnen maken van een duurzame tuinbouw. Eén daarvan betreft de Quick Scan Verkenning van de bio-based economy voor de tuinbouw. In deze verkenning zijn mogelijkheden voor de tuinbouw in kaart gebracht. Deze mogelijkheden doen zich voor door gebruik van bio-based verpakkingsmaterialen voor het verhogen van de toegevoegde waarde van met name biologisch geteelde producten of door geheel nieuwe product- marktcombinaties die in ketenverband moeten worden ontwikkeld. Ondernemers in de sector zijn in dit kader al met diverse projecten van start gegaan, veelal ook met financiële ondersteuning van sectorgelden via het PT. In 2007 is de Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie gepubliceerd. In deze visie staat het optimaal benutten van groene grondstoffen centraal. De visie is mede gebaseerd op het Groenboek Energietransitie van het Platform Groene Grondstoffen. Veel accent wordt gelegd op de bijdrage van biomassa in een schone, betrouwbare en betaalbare energievoorziening. Ambitie is dat vóór 2030 30 % van het energie- en materialengebruik in Nederland is gebaseerd op groene grondstoffen. Eén van de zeven transitiepaden binnen het programma Kas als Energiebron sluit daar op aan; streefbeeld daarin is dat bio-energie in 2020 op circa 8 % van het glastuinbouwareaal het gebruik van aardgas vervangt. Indachtig de overheidsvisie op de bio-based economy en de genoemde verkenning naar mogelijkheden voor de tuinbouw hebben LNV en PT op 15 april 2010 een werkconferentie belegd. Op deze werkconferentie werden o.a. drie concrete ketenprojecten gepresenteerd op het terrein van de bio-based economy. Deze hadden betrekking op een vraaggestuurd ketenproject in de groenteteelt met gebruik van bio-plastics, de teelt van narcissen voor de productie van galanthamine, een stof die in potentie bijdraagt aan het verminderen van Alzheimer, en de teelt van algen als voedsel voor mosselen. Duidelijk werd dat er in de tuinbouw in ketenverband al diverse initiatieven worden ontplooid op het terrein van de bio-based economy. Ook werd duidelijk dat deze ondernemers nog veel (collectieve) vraagstukken hebben en dat ondersteuning met een collectief gedragen innovatieprogramma zeer nodig is om de kansen voor de tuinbouw te kunnen verzilveren. In dit document wordt een eerste aanzet gegeven voor een ondernemersgedreven coinnovatieprogramma tussen sector en LNV. Met steun van dit co-innovatieprogramma kan de tuinbouw een bijdrage leveren aan de bio-based economy 3

2. MOGELIJKHEDEN EN KANSEN De door S&P uitgevoerde Quick Scan geeft inzicht in de nu bekende mogelijkheden voor het gebruik van bio-based toepassingen in de tuinbouw. Deze zijn in figuur 1 schematisch weergegeven als inputoutput-model. Figuur 1. Biobased mogelijkheden in de tuinbouw (input output): bron S&P Dit schema maakt duidelijk waar potentiële aangrijpingspunten in de sector liggen voor bio-based toepassingen (groene vakken). Het afgelopen jaar zijn er bij het PT voor een aantal toepassingen projecten ingediend en met collectieve financiering van start gegaan. Een eerste inventarisatie van deze en andere ondernemersgedreven initiatieven geeft aan waar op dit moment de belangrijkste aandachtsgebieden / strategieën liggen waarmee de tuinbouw concreet in wil spelen op de bio-based economy. Een te starten co-innovatieprogramma zou zich in eerste instantie op deze aandachtsgebieden moeten richten. Dat zijn: 2.1 Gebruik van bio-based verpakkingsmaterialen, folie en plantenpotten 2.2 Productie van hoogwaardige complexe inhoudsstoffen 2.3 Productie van algen voor complexe inhoudsstoffen, veevoer en energietoepassing 2.4 Valorisatie van plantaardig restmateriaal 2.5 Gebruik biomassa voor energievoorziening Deze worden onderstaand kort toegelicht. 4

2.1 Bio-based verpakkingsmaterialen, folie en plantenpotten De tuinbouw is groot afnemer van op aardolie gebaseerde materialen voor consumentenverpakkingen. Op beperkte schaal wordt gebruik gemaakt van bio-plastics uit PLA (polymelkzuur gemaakt uit maïs zetmeel) en schalen en trays gemaakt uit suikerriet. Deze verpakkingen zijn ook biologisch afbreekbaar. Biologische producten worden voor een belangrijk deel in bio-plastics en bio-afbreekbare verpakkingen geleverd. Meerkosten voor deze verpakking liggen in orde grootte van enkele 10-tallen procenten. Deze meerprijs vormt een belangrijke bottleneck voor bredere toepassing. Er is binnen de Europese supermarkten geen eenduidigheid in verpakkingswensen. Engelse supermarkten tonen momenteel belangstelling voor gerecycled PET. Onlangs werden - als initiatief van PuraNatura - paprika s geteeld zonder kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen in een CO2 neutrale doos aan de minister van LNV aangeboden. Het gebruik aan plantenpotten in Nederland bedraagt 3 miljard stuks per jaar. Hiervoor wordt 30.000 ton kunststof verwerkt. Dit betreft voor het merendeel gerecycled polypropyleen. De grondstofkosten zijn hierdoor laag en de potten relatief goedkoop. Bio-based potten uit PLA-mengsels zijn al een aantal jaar op de markt. Sterk punt is dat deze potten composteerbaar zijn; voordeel daarvan is ook dat aan het eind van de keten de planten en potten niet meer hoeven te worden gescheiden. Ander voordeel is dat in de productiefase minder energie nodig is dan bij een polypropyleen pot. Door hun hogere kostprijs hebben de bio-based potten nog een gering marktaandeel. Ook de folie voor de hoezen van substraatmatten kunnen bij een acceptabele kostprijs worden gemaakt van bio-based materialen. 2.2 Productie van hoogwaardige complexe inhoudsstoffen voor geneesmiddelen, voedingssupplementen en gewasbeschermingsmiddelen De tuinbouw heeft (voor de langere termijn) mogelijkheden voor de productie van specifieke hoogwaardige stoffen voor bio-based toepassingen. Er zijn diverse redenen waarom planten zouden kunnen concurreren met aardolie als grondstof. Naast het hernieuwbare karakter van de grondstoffen speelt mee dat een aantal stoffen goedkoper in planten geproduceerd kan worden. Zo kunnen bepaalde stoffen die via energetisch dure tussenstappen uit aardolie worden gewonnen, rechtstreeks in planten worden geproduceerd. Naar schatting komen er in iedere plant 30.000 complexe stoffen voor. Bekende voorbeelden zijn: Galanthamine uit narcissen; deze stof voorkomt het toenemen van geheugenverlies bij mensen die leiden aan de ziekte van Alzheimer. Natuurlijke zoetstoffen uit de Stevia plant; Coca-cola wil de kunstmatige zoetstoffen in zijn suikervrije producten vervangen door deze plantaardige zoetstof. Het plantaardig gewasbeschermingsmiddel pyrethrine dat gewonnen wordt uit bepaalde chrysanten soorten. De bollensector heeft met de productie van galanthamine uit narcissen al concrete stappen gezet. In de glastuinbouw worden er oriënterende verkenningen gedaan. Er zijn plannen ontwikkeld voor het opzetten van een Kenniscentrum Plantenstoffen dat op basis van concrete projecten en scans o.a. innovatieve ketencoalities wil vormen voor productie en gebruik van plantenstoffen. 2.3 Productie van algen voor complexe inhoudsstoffen, veevoer en energietoepassing Een aantal glastuinbouwbedrijven verkent de mogelijkheden om de teelt van algen te combineren met hun eigen teelt. In de kas aanwezige omstandigheden zoals temperatuur en licht en de beschikbaarheid van CO2, water en nutriënten zijn in potentie gunstig voor een rendabele algenteelt. 5

Water, CO2 en mineralen kunnen in de kas met een hoge efficiëntie worden omgezet in hoogwaardige biomassa. Er zijn circa 30.000 soorten algen. Er zijn algen die direct biodiesel produceren, waardoor er geen omzettingsproces nodig is. Ook zijn er algensoorten die hoogwaardige vetten, vitamines en koolhydraten produceren. Er zijn marktkansen voor het opzetten van ketenprojecten tussen de tuinbouw en de vis- en veesector. In eerste kasexperimenten is er o.a. samenwerking tussen tuinbouw en een schelpdierproducent. In een recent gestarte project wordt onderzocht of met de teelt van algen ook schoon drainwater kan worden verkregen; daarmee kan de algenteelt bijdragen aan het verkrijgen van schoon gietwater. 2.4 Valorisatie plantaardige reststromen voor inhoudsstoffen, kleurstoffen en groentesappen Er zijn al diverse praktijkinitiatieven om reststromen die vrijkomen in de agrarische sector te benutten voor de productie van bijvoorbeeld wortelsap, bietensap en natuurlijke kleurstoffen. In de uiensector loopt al enige tijd een project voor het benutten van natuurlijke kleurstoffen en gezondheidsbevorderende stoffen uit uienschillen. Er is met inzet van collectieve sectorgelden apparatuur ontwikkeld waarmee klasse III tomaten en paprika s machinaal kunnen worden gescheiden van de aanhangende groene delen. In de volgende fase van dit project wordt beoogd de vruchten te verwerken tot hoogwaardige sappen. Daarnaast zijn in het verleden verkenningen uitgevoerd naar de aanwezigheid en bruikbaarheid van anticarcinogene stoffen in bladeren en stronken van spruitkool. Planten zijn in de regel resistent tegen de meeste ziekten en plagen; denkbaar is dat restmateriaal van de tuinbouw zou kunnen worden gebruikt voor de productie van gewasbeschermingsmiddelen. Vanuit de sector is er belangstelling om plantaardige reststromen beter te benutten dan momenteel gebeurt; dit past ook binnen ontwikkelingen op het terrein van cradle to cradle. Studies zijn gedaan naar het valoriseren van champost (afgewerkte champignoncompost). 2.5 Gebruik biomassa voor energievoorziening Voor de glastuinbouw is het gebruik van bio-energie één van de transitiepaden op weg naar een klimaatneutrale en rendabele sector. Streefbeeld is dat in 2020 op circa 8 % van het areaal gebruik wordt gemaakt van bio-energie. De hoofdroutes om dit te realiseren zijn: Benutten van lokaal beschikbaar resthout uit bos, landschap en fruitteelt en A-hout voor lokale warmtelevering al dan niet in combinatie met elektriciteitopwekking (bio-wkk) Vergisten van natte gewasresten en mest (in samenwerking met veehouderij) en benutten van biogas / groen gas in de WKK of ketel Initiatieven en projecten binnen bovenstaande 2 hoofdroutes worden in het kader van het Programma Kas als Energiebron door LNV en de sector via het PT geïnitieerd, ondersteund en gefinancierd. 3. AMBITIES EN STREEFBEELDEN De tuinbouw ziet mogelijkheden een bijdrage te gaan leveren aan de bio-based economy. Op projectmatige basis investeert de tuinbouw al in elk van de bovenstaande aandachtsgebieden. Dit is geen doel op zich, maar past binnen één van de speerpunten van de sector, nl. duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De tot nu toe ontplooide initiatieven geven aan dat ondernemers stappen willen zetten. Maar de initiatieven zijn nog dermate pril en fragmentarisch, dat er nog geen sectorbrede ambities kunnen worden geformuleerd. Als één van de eerste stappen in een door sector en LNV te initiëren co-innovatieprogramma moet onder de huidige initiatiefnemers en sectorbesturen een verkenning worden gedaan voor het opstellen van een realistische ambitie. Als aanzet voor de discussie worden onderstaand indicatieve streefbeelden aangegeven. 6

3.1 Bio-based grondstoffen en materialen Het gebruik van bio-based materialen zoals verpakkingsmateriaal, plantenpotten en ook meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen past in de ontwikkelingsrichting die de tuinbouw heeft ingeslagen naar verdere verduurzaming. Technologische mogelijkheden zijn soms al beperkt beschikbaar; de economische en markttechnische situatie vormt nog een belemmering voor bredere toepassing. Ambitie is om in ketenverband de komende 10 jaar het marktaandeel van bio-plastics, composteerbare verpakkingen en CO2 neutrale verpakkingen dat momenteel nog onder de 1 % ligt te verhogen tot ten minste 5 %. Ook voor plantenpotten en folie voor substraatmatten is het streefbeeld een marktaandeel van 5 % in 2020. 3.2 Productie van hoogwaardige complexe inhoudsstoffen Het produceren van hoogwaardige complexe inhoudsstoffen op commerciële schaal is voor de tuinbouw een geheel nieuwe ontwikkeling. Streefbeeld is dat in 2020 ten minste 10? rendabele ketenprojecten tot stand zijn gekomen. Daarmee is de tuinbouw in 2020 leverancier geworden aan een geheel nieuwe groep afnemers als bijvoorbeeld de farmaceutische industrie. 3.3 Productie van algen In het kader van een door de sector via het PT gefinancierd project voor algenteelt wordt als streefbeeld 50 ha algenteelt genoemd. Duidelijk is dat er concurrentie kan ontstaan met in de open lucht geproduceerde algen. 3.4 Valorisatie van reststromen Streefbeeld: tenminste 10? rendabele nieuwe projecten zijn in 2020 gerealiseerd. En de plantaardige afvalstromen bij tuinbouwbedrijven zijn met 5 % verminderd. 3.5 Gebruik biomassa voor energievoorziening Streefbeeld is dat acht procent van het glastuinbouw areaal in 2020 gebruik maakt van bio-energie 4. CO-INNOVATIEPROGRAMMA SECTOR EN LNV 4.1 Inhoudelijk De werkconferentie over de kansen voor de tuinbouw in de bio-based economy heeft de wenselijkheid van een collectief ondernemersgedreven - innovatieprogramma aan het licht gebracht. Zowel de inleiders als de deelnemers aan de conferentie hebben diverse knelpunten, risico s en kansen genoemd; projecten die in dat kader moeten worden opgezet overstijgen de reikwijdte van individuele ondernemers. Ook in vervolgcontacten met een beperkt aantal initiatiefnemers kwam de vraag en het draagvlak voor collectief ondersteunde innovatieprojecten naar voren. Draagvlak, exacte vraagstelling en prioritering van projecten binnen een collectief innovatieprogramma moeten nog nader worden vastgesteld. Vooruitlopend daarop zijn - op basis van de output van de werkconferentie en de projecten die het PT recentelijk financieel heeft ondersteund - als eerste indicatie de volgende onderwerpen in beeld: 7

Algemeen Leggen van een resultaatgerichte verbinding tussen wetenschap, technologisch onderzoek en het tuinbouw bedrijfsleven Verkenningen, haalbaarheidsstudies en kennisontwikkeling Kennisdelen d.m.v. congressen, rapportages en artikelen Faciliteren van de toepassing van bio-based projecten door ondernemers in de tuinbouw samen met hun ketenpartners Uitdragen van de resultaten van het programma en daarmee vergroten van het bewustzijn van belang en kansen voor de tuinbouw in de biobased economy Meer specifiek uitgesplitst per aandachtsgebied kan er binnen het co-innovatieprogramma gewerkt worden aan de volgende onderwerpen: Bio-based grondstoffen en materialen In kaart brengen wensen en randvoorwaarden top -5 van de potentieel geïnteresseerde / meest duurzaam opererende Europese retailers Onderzoek gericht op het verbeteren van de performance van de verpakkingen qua verwerkbaarheid, kostprijs, transparantie en houdbaarheid van de producten Opstellen milieubalansen / CO2 voetafdruk van verschillende typen verpakkingsmaterialen Ondersteunen demoprojecten Samen met toeleverende industrie en partijen in de tuinbouw bezien waar aanknopingspunten liggen om in een collectief programma knelpunten voor grootschaliger toepassing van bio-based plantenpotten en folies weg te werken en potentiële marktkansen tot ontwikkeling te brengen.. Productie van hoogwaardige complexe inhoudsstoffen Ondersteunen van het op te richten Kenniscentrum Plantenstoffen en de door hen uit te voeren projecten Overige verkenningen en haalbaarheidsstudies: welke stoffen lenen zich voor productie in planten en onder welke voorwaarden kan dit rendabel worden gerealiseerd Ondersteunen van concrete business to business leer -projecten / pilotprojecten Faciliteren van samenwerking tussen tuinbouwbedrijven en andere (farmaceutisch, cosmetische,.. ) industrieën. Productie van algen Ontwikkelen van protocollen voor grootschalige productie en verwerking van algen Opzetten en risico afdekking van demoprojecten Marktontwikkeling en marktverkenning Valorisatie van reststromen Risico afdekking van een pilotproject voor sapproductie uit klasse III tomaten en paprika Verkenningen en haalbaarheidsstudies; daarbij wordt verbinding gelegd met de onder 2.2. genoemde initiatieven Vervolgprojecten valoriseren champost Gebruik biomassa voor energievoorziening Zie Programma Kas als Energiebron, jaarplan 2010 8

4.2 Procesmatig Het vaststellen van de ambities, het opstellen van het innovatieprogramma, en het benoemen van de concrete projecten zal samen met tuinbouwondernemers en in afstemming met hun beoogde ketenpartners worden gedaan. Gedachte is om waar mogelijk voor een aantal van de 5 strategieën een ondernemersplatform te vormen waarbinnen deze discussies kunnen worden gevoerd. Het transitiepad biomassa voor energievoorziening binnen programma Kas als Energiebron heeft al een aantal jaar een ondernemersplatform dat effectief werkt aan kennisuitwisseling en het benoemen van beleidsknelpunten, kennishiaten en onderzoeksvragen. Tevens adviseert dit platform over de financiering van concrete projectvoorstellen. Ook met andere initiatiefnemers zoals kennisinstellingen, potentiële partners buiten de tuinbouw worden contacten aangegaan. Naar verwachting wordt voor dit werk (deels) een beroep gedaan op externe expertise. De Sectorcommissies van het Productschap Tuinbouw zullen vanuit de sector besluiten over de ambities, de jaarplannen en de concrete projecten daarbinnen. Streven is dat eind 2010 de Sectorcommissies zich uitspreken over een jaarplan de tuinbouw in de bio-based economy 2011. De inhoudelijke aansturing en toetsing door LNV zou kunnen worden vormgegeven conform de aanpak van het programma Kas als Energiebron met een TransitiePlatform waarin o.a. ook de NGO s zitting hebben. Denkbaar is dat er vanuit zowel LNV als PT een aanspreekpunt (programmamanager) is en dat de tuinbouw onderdeel wordt van het transitiehuis zodat de interactie tussen de tuinbouw en de energie, chemie en papier wordt bevorderd. 4.3 Financieel Kenmerk van veel projecten zoals m.b.t. het Kenniscentrum en de inzet van algen zijn de relatief hoge kosten, de lange tijdshorizon en het nog beperkte zicht of op termijn rendabele business cases kunnen worden ontwikkeld. Om die reden is denkbaar dat in de eerste fase van het co-innovatieprogramma LNV een relatief grotere financiële bijdrage verstrekt, en dat in een latere fase het collectieve bedrijfsleven via het PT een groter aandeel voor rekening neemt. In de laatste fase zodra een rendabele business case in zicht begint te komen - zullen individuele bedrijven het leeuwendeel van de kosten voor eigen rekening moeten nemen. LNV en PT zullen hierover nadere afspraken maken evenals over de totaal door LNV en PT beschikbaar te stellen budgetten. In 2009 en 2010 heeft het PT een bedrag van ruim 500.000 geïnvesteerd in projecten die deel uitmaken van een co-innovatieprogramma de tuinbouw in de bio-based economy (zie bijlage). 5. BRONNEN Groenboek Energietransitie, Platform Groene Grondstoffen Overheidsvisie op de bio-based economy in de energietransitie, oktober 2007 Verkenning van de biobased economy voor de tuinbouw, Schuttelaar & Partners, mei 2010 Toekomstagenda Productschap Tuinbouw 2010 2015 Jaarplan Kas als Energiebron 2010 Presentaties werkconferentie LNV-PT d.d. 15 april 2010 9

Bijlage In 2009 en 2010 door PT (mede) gefinancierde projecten binnen het co-innovatieprogramma de tuinbouw in de bio-based economy Projecttitel Looptijd Project Totale PT- bijdrage nummer projectkosten Kenniscentrum Plantenstoffen 2010 2014 14016 3.650.000 Nog te bepalen Quick Scan Verkenning bio-based 2010 13654.04 18.500 18.500 economy Algencultuur op drainwater uit de 2010-2012 13972 1.056.000 354.000 glastuinbouw Markt voor champost 2009 13555 41.173 41.173 Ontwikkelen standaardformulier 2009 13456 30.000 30.000 uienpellencompost Onderzoek duurzame 2009 2010 13460 70.000 30.000 energietoepassing uit de reststroom uienbewerking Natuurlijke kleurstoffen en 2009 2011 13459 30.000 30.000 functional Foods Aanpak Klasse III glastomaat en 2009 13475 55.770 33.000 paprika Richtinggevende visie op de 2009 13095.02 KaE 50 % toepassing van bio-energie in de glastuinbouw Inhoudsstoffen bloembollen 2007 2010 12996 850.000 212.500 10