Aanpassing in opnamemethodiek voor infiltratie (aanpassingen zijn in het blauw weergegeven)

Vergelijkbare documenten
Luchtdicht bouwen. De theorie en het waarom. drs. ing. H.M. (Harry) Nieman Directeur. Theorie luchtdicht bouwen

Beknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen

SKH PUBLICATIE BESCHERMEN VAN VUREN ACHTERHOUTCONSTRUCTIES

Rgd. Dichtheid. Voor het aspect dichtheid van bouwconstructies wordt onderscheid gemaakt in:

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

RAPPORT. Nieuw te bouwen woning Kortland 47 Alblasserdam. Geluidwering gevels. Nieuw te bouwen woning. Betreft

Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen

Luchtdicht Bouwen = Werken aan kwaliteit!

Bijlage 2. Opnameformulier netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen. Opnameformulier Woningen t.b.v. netto warmtevraag mei

Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 19 mei 2016

Voorbeeldtoets Energieprestatiecertificaat Utiliteitsgebouwen Nieuwbouw

Geluidwerende voorzieningen. woning Zutphensestraat 240

Aangenomen in de vergadering van van het CCvD van

Inhoud en Legenda Kenmerk: Pagina 1/12

FACTSHEET HET EFFECT VAN GOEDE KIERDICHTING. Aan de slag met praktische tips voor een lagere EPC-norm.

Dakkapellen Door H. Koelemij (TNO Bouw)

Bepalingsmethode RC-waarde van prefab houten elementen

zolder - nieuw Namens dezen, Teamleider Ruimtelijke Ordening & Vergunningen Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: zolder

Eindtermen en Toetsmatrijs: Energieprestatiecertificaat Utiliteitsbouw Nieuwbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD

Bepalingsmethode RC-waarde van prefab houten elementen

Nieuwe ISSO 51, 53 & 57 (juli 2017) Overzicht van de wijzigingen

Onderzoek naar en ontwerp van een installatiegevel voor kantoortransformatie. Bijlagebundel. Afstudeercommissie: Auteur:

Opzet en gebruik. Inleiding

Uit de gesprekken met de aannemers is het volgende naar voren gekomen ten aanzien van de constructie.

Titel Dicht, dichter, potdicht

Omgevingsvergunning: OV Berekening constructie:

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Toets 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Beslisschema s ISSO 75.1 Methode 2013

Principe constructie t.b.v. wabo aanvraag

BOUWBESLUITRAPPORTAGE

Overzicht interpretatie- en wijzigingsbesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties) versie 26 januari 2015

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten

Psi-waarden ( ) in de EPC-berekening. Het bepalen van de -waarden (spreek uit: psi-waarden) en het invoeren daarvan in de EPC-berekening.

RAPPORT AKOESTISCH ONDERZOEK GELUIDWERING GEVEL HEIKANTSTRAAT ONG. TE SOMEREN PROJECT: 13644

Station Waterlooplein

12 februari 2014 W1598-2a-GI. Project Consult BV

Opnameformulier Energielabel woningen 1. Algemene projectgegevens

Onderzoek geluidwerende. voorzieningen woning. Oude Winterswijkseweg 11. te Vragender

verwijzingen zijn afgestemd op ISSO 82.1 versie oktober 2009

Herformulering van het toepassingsdomein van de certificering van wooneenheden.

december-2017 door Maurice Toet

Adviesbureau Vrancken

Bouwscheuren vóór 1940

Woning Westervelt Valkseweg te Barneveld

Annahoeve Science Park 205

Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus. Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen.

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Bouwfysische prestaties

Renvooi Bouwbesluit Materiaalstaat

Details binnen-isolatie met Pavadentro steenachtige gevel

Renvooi Bouwbesluit Gebruiksfunctie logiesfunctie

Energie Index berekening (EI)

Akoestisch onderzoek Geluidwering gevels Prins Hendrikkade, Noordereiland te Rotterdam

Workshop D2: Bestaande bouw Energielabel conform NEN Spreker: Kees Arkesteijn, ISSO. Programma

07/2012. Details Isolair. PAVATEX BENELUX bv T +31 (0) F +31 (0) E info@pavatex.nl

Uitwerking ontwerp Cichoreifabriek

Energieneutraal via de Passief bouwen route

De woningen PVO heeft een 0-meting laten uitvoeren door ARCADIS. De hoofdconclusies zijn per onderdeel zijn hieronder weergegeven.

Overzicht interpretatiebesluiten CCvD BRL9500 Energieprestatieadvisering (inclusief ISSO-publicaties)

Akoestisch onderzoek Hoogveldseweg te Mill

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Vabi Elements Warmteverlies. Woning Vuurvlinder

BEREKENINGEN T.B.V. AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING RESTAURATIE RIJKSMONUMENT KERKHOFWEG 18 TE STEENDEREN BA800

Rapportage luchtdichtheidsmeting Project. In opdracht van..

Toelichting Formulier GBa

5 OPNAMEFORMULIER BINNENMILIEUPROFIEL WONINGEN

geluidno titie Adviesbureau Houtappels T.a.v. de heer Jarl Houtappels Rietwijkerstraat XC Amsterdam

KNPL 150 KNPL 165 KNPL 200 KNPL 260/265 KNPL 320 KNPL 400. De kanaalplaatvloer wordt toegepast in woningbouw en utiliteitbouw.

NOTITIE. Datum 14 september 2016 Projectnaam Matrix VII Werknummer RNL Warmteweerstand gebouwschil ir. J.A. Pleysier Ir. M.

Alle ruimte voor de beste oplossing

01. Sloop / bouwafval - Enig sloopafval is te verwachten bij verwijderen aftimmering onderzijde balkon.

PROJECT Nieuwbouw woonhuis aan de Verlengde Middenraai 103A te Nieuw Balinge

1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. Notitie. 2.1 Berekeningswijze

Het (vernieuwde) energielabel nu en in de toekomst

Voorbeeldexamen Energielabel Woningen NV. Onderdeel 1 Bijlage bij meerkeuzetoets. Lees zorgvuldig onderstaande informatie

Rekenmethodiek De geluidwering van de gevel is berekend volgens de rekenmethode GGG 97.

Hoofdstuk 6.0 ISSO 82.1 Opnameprotocol

PROJECT Verbouw woonhuis Oranjekanaal Noordzijde 37 te Zuidveld WERKNUMMER

BESTEK. Ten behoeve van: INTALTHERM 77. Datum: 16 oktober 2015

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM

Akoestisch onderzoek naar de geluidwering van de uitwendige gevelconstructie van de woning Blitterswijckseweg 18a te Broekhuizenvorst.

C ntek serooskerke. Bouwfysische berekening Uitbreiding woning. C. Jaspersestraat 19 te Meliskerke. Matthijsse Administratie en advies

BAM Referentie woning en BAM Wooncollectie Detaillering Berekeningen Psi-waarden details

Rapport. Bouwkundig. Onderzoek. 7 maart Onderzoek naar oorzaak van de vochtschade in de hoekwoning aan de Oude Molenweg 83 te Nijmegen

NEN 6068 en NEN Wat betekenen de wijzigingen nu concreet voor gevels?

Luchtdicht bouwen in de praktijk

Boumaboulevard ZS Groningen. straatgericht

Hoofddorp. Rapportage constructie t.b.v. bouwaanvraag. Projectnummer: Datum: 19 augustus 2015

Verbeterpunten Uitvoeringskwaliteit

Ventileren onder een hellend dak

C ntek serooskerke. Bouwfysisch rapport Te realiseren appartement in wagenschuur Te Grijpskerke

LANGETERMIJNDOELSTELLING SIMULATIES EN ANALYSE

C ntek serooskerke. Bouwfysische berekening Realiseren slaapverblijf in schuur. Zwaanweg 6 te Koudekerke. Zwaanweg NJ Koudekerke

Irota, Fáy-landhuis: taxatie van bouwkundige staat.

Introductie. Inhoud. Regen. Wateraccumulatie. Wateraccumulatie schades. Dakinstortingen bij regen en sneeuw

DUURZAAM BOUW & WOONCONCEPT FAB5+ BOUWEN MET FAB5+

Rapportage Energiebus. BC Kleine Jan, Huizen

Rapportage Energiebus

Woonfabriek Tieleman Dros Omschrijving Bouwdelen

Transcriptie:

Aanpassing in opnamemethodiek voor infiltratie 15-10-2010 (aanpassingen zijn in het blauw weergegeven) 6.7 Bepaling van de gegevens ten behoeve van de infiltratie (stap 9) Om de infiltratie in een gebouw te kunnen berekenen is een aantal kenmerken van het gebouw nodig. De infiltratie wordt per energiesector berekend, hieronder worden de benodigde kenmerken van de sector gegeven: 1. Sectorhoogte 2. Bouwtype 3. Daktype 4. Geveltype 5. Kwaliteit detaillering 6. Gebouwvorm Naast deze kenmerken spelen ook het toegepaste ventilatiesysteem en het bouwjaar een rol bij de bepaling van de infiltratie. Het bouwjaar is in paragraaf 6.3 toegelicht, het ventilatiesysteem komt in paragraaf 6.8 aan de orde. Opmerking: In 2009 is de berekeningswijze van de infiltratie voor de labelsystematiek voor utiliteitsgebouwen aangepast op basis van de voorlopige NEN 8088 Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen. In de verdere ontwikkeling van de NEN 8088 is een aantal aanpassingen gedaan die leiden tot een lagere infiltratie dan de infiltratie die wordt berekend met de infiltratiemethode voor de labelsystematiek van utiliteitsgebouwen. De huidige labelsystematiek zal op termijn op dit punt worden herzien. De acties die daarvoor genomen worden zijn aanpassing van de formulestructuur, aanpassing van de software en het opnieuw attesteren van software. Dit zal enige tijd in beslag nemen. Om op korte termijn te kunnen rekenen met infiltratiewaarden die beter zijn afgestemd op de NEN 8088 wordt een aantal invoerparameters die van invloed zijn op de infiltratie vastgezet. Bij de kenmerken waarbij dit aan de orde is wordt dit bij de opmerkingen vermeld. 6.7.1 Sectorhoogte Sectorhoogte is de gemiddelde hoogte van de sector ten opzichte van het maaiveld. De gemiddelde sectorhoogte wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van de maximale en minimale sectorhoogte. De maximale sectorhoogte wordt bepaald door het hoogteverschil tussen het maaiveld en de vloer van de hoogste gebruikslaag (waar zich één of meerdere verblijfsruimten bevinden) van de betreffende sector te meten. De minimale sectorhoogte wordt bepaald door het hoogteverschil tussen het maaiveld en laagste gebruikslaag van de betreffende sector te meten. De gemiddelde sectorhoogte is dan de maximale sectorhoogte plus de minimale sectorhoogte en de som hiervan te delen door twee, zie afbeelding hieronder. De gemiddelde sectorhoogte moet worden afgerond op hele meters, 20,5 m wordt 21 m en 20.4 wordt 20 m.

sector 1 sector 2 H s1,max H s2,min H s2,max Afb 6.09: Bepalen gemiddelde sectorhoogte. Sector 1: Maximale sectorhoogte is H s1,max, minimale sectorhoogte is 0. De gemiddelde sectorhoogte is dan (H s1,max + 0)/2. Sector 2: Maximale sectorhoogte is H s2,max, minimale sectorhoogte is H s2,min. De gemiddelde sectorhoogte is dan (H s2max + H s2min )/2. Indien de sector verschillende hoogten heeft dan zijn de maximale hoogte van de sector en minimale hoogte van de sector bepalend. Opmerking: Technische ruimte op het dak wordt niet als verblijfsruimte beschouwd. Noot: Eigenlijk zou als hoogte H2 de hoogte van het dak genomen moeten, we wijken dan echter af van de definitie gebouwhoogte zoals vermeld in het Bouwbesluit

6.7.2 Bouwtype De bouwtypeklasse heeft betrekking op het binnenspouwblad van het gebouw. Bij bouwtype geldt de volgende klasse-indeling : Klasse 1: Betonconstructie met geprefabriceerde gevelelementen Onder betonconstructie wordt verstaan een betonnen draagconstructie met daartegen bevestigde geprefabriceerde gevelelementen. Deze gevelelementen zelf hebben een detaillering voor kierdichting die in het bestek zijn beschreven, conform de betreffende SBR-publicatie. Alle sparingen en doorvoeren zijn fabrieksmatig in de elementen aangebracht. Klasse 2: Houtskelet Bij houtskelet is het gebouw samengesteld uit houten elementen. Deze elementen dienen geprefabriceerd te zijn. Voor geen enkele aansluiting tussen de elementen mag ter plaatse een invulling moeten worden bedacht of gemaakt. Met andere woorden, de aansluitingsdetails zijn vooraf bekend. Klasse 3: Dit zijn gebouwen die bestaan uit klasse 1 Betonconstructie met geprefabriceerde gevelelementen of klasse 2 Houtskelet waarvan geen gegevens bekend zijn over detaillering van doorvoeren en luchtdichtheiddetails. Klasse 4: Alle overige niet hiervoor gespecificeerde constructies, zoals metselwerk een dergelijke.. In de meeste gevallen is het bouwtype voor het hele gebouw hetzelfde. Het type wordt echter per energiesector opgeven omdat het ook mogelijk is dat het bouwtype niet voor alle energiesectoren gelijk is. Opmerking 1 Voor alle klassen geldt dat de zwakste schakel bepalend is bij een combinatie van elementen. Indien het oppervlak van de zwakste schakel minder is dan 10% van de aanwezige gebruiksoppervlakte van de sector dan moet de aanwezige hogere bouwtypeklasse worden gebruikt, zie schema hieronder. 2 Voorlopig aan te houden Bouwtype: In 2009 is de infiltratiemethodiek aangepast op basis van de voorlopige NEN 8088. In de verdere ontwikkeling van de NEN 8088 zijn dusdanige aanpassingen gedaan dat de infiltratiemethode voor de labelsystematiek van utiliteitsgebouwen op dit punt herzien zal worden. Totdat deze herziening heeft plaatsgevonden moet voor alle utiliteitsgebouwen bouwtype klasse 1 worden aangehouden.

Bepaal klasse bouwtype Voldoet 90% of meer van de sector aan klasse 1? ja klasse 1 nee/niet bekend Voldoet 90% of meer van de sector aan klasse 1 en klasse 2 ja klasse 2 nee/niet bekend Voldoet 90% of meer van de sector aan klasse 1 en klasse 2 en klasse 3 ja klasse 3 klasse 4 nee/niet bekend Opmerking: De 90% heeft betrekking op de gebruiksoppervlakte van de energiesector. 6.7.3 Daktype Het betreft de directe dakconstructie tussen de energiesector en buiten. Bij daktype moet bepaald worden wat voor soort dak op de energiesector aanwezig is. Eén van de onderstaande mogelijkheden is van toepassing. Hellend dak met (houten) kap Hellend dak met (houten) kap is een gebouw of gebouwsector met een hellende dakconstructie die bestaat uit spanten met platen of geheel dragende dakplaten. De grootte van de hoek van de dakhelling doet er niet toe. De luchtdoorlatendheid wordt voornamelijk bepaald door de aansluiting van de dakdelen onderling en de aansluiting op de bouwmuur. Plat dak, gestort betonnen dak of geen dak Een gestort betonnen dak is een steenachtig dak dat uit één stuk is vervaardigd (beton) en waarin geen bouwkundige aansluitingen zitten die qua luchtdoorlatendheid nadere detaillering noodzakelijk maken. De doorvoeren door dit dak zijn vooraf bepaald en gedetailleerd. Alle andere dakconstructies Deze optie moet gekozen worden als de dakconstructie onbekend is of niet kan worden nagegaan wat de dakconstructie is. Opmerking: 1 Bepalend hierbij is het daktype van het labelplichtige deel van de sector. Indien er zich direct onder het hellende dak geen labelplichtig deel bevindt maar bijvoorbeeld een opslagruimte dan moet men plat dak, gestort dak of geen dak aanhouden voor de betreffende sector. 2 Als een sector meerdere dakvormen heeft dan is de grootste dakvorm bepalend. 3 Voorlopig aan te houden Daktype: In 2009 is de infiltratiemethodiek aangepast op basis van de voorlopige NEN 8088. In de verdere ontwikkeling van de NEN 8088 zijn dusdanige aanpassingen gedaan dat de infiltratiemethode voor de labelsystematiek van utiliteitsgebouwen op dit punt herzien zal worden. Totdat deze herziening heeft plaatsgevonden moet voor alle utiliteitsgebouwen daktype platdak/geen dak/gestort betonnen dak worden aangehouden

6.7.4 Geveltype Geveltype heeft betrekking op een extra aangebrachte gevel bij de energiesector. Eén van de onderstaande mogelijkheden is van toepassing: Standaard gevel Dit is een normale gevel met daarin kozijnen zonder verdere protectie tegen wind. Voorzetgevel luchttechnisch open Hierbij is in de energiesector voor de oorspronkelijke gevel een extra gevel aangebracht, bijvoorbeeld vanwege geluidsoverwegingen. De gevel is niet luchttechnisch dicht, dat wil zeggen dat er spleten aanwezig zijn die groter zijn dan 2 mm. Het betreft hier gevelplaten die zonder afdichting tussen de platen tegen elkaar zijn geplaatst. Voorzetgevel luchttechnisch dicht Hierbij is in de energiesector voor de oorspronkelijke gevel een extra gevel aangebracht die luchttechnisch goed is afgedicht. Dit wil zeggen dat de spleten kleiner of gelijk zijn dan 2 mm. Het betreft hier gevelplaten die met afdichting tussen de platen tegen elkaar zijn geplaatst. Opmerking: 1 Gevels met openingen onder en boven in de gevel die open en dicht te zetten zijn (bij warmtevraag dicht, bij koelvraag open) met afdichting tussen de platen, worden als luchttechnisch dicht beschouwd. 2 Voorlopig aan te houden Geveltype: In 2009 is de infiltratiemethodiek aangepast op basis van de voorlopige NEN 8088. In de verdere ontwikkeling van de NEN 8088 zijn dusdanige aanpassingen gedaan dat de infiltratiemethode voor de labelsystematiek van utiliteitsgebouwen op dit punt herzien zal worden. Totdat deze herziening heeft plaatsgevonden moet voor alle utiliteitsgebouwen geveltype voorzetgevel of klimaatgevel (luchttechnisch dicht) worden aangehouden 6.7.5 Kwaliteit van de detaillering Het betreft hier de kwaliteit van de detaillering van gevelvullingen en doorvoeren. De kwaliteit wordt als volgt gedefinieerd: Goed Alle details, aansluitingen en doorvoeren moeten zijn getekend en geven duidelijkheid over de manier van afdichting. Normaal De gegevens over details, aansluitingen of doorvoeren ontbreken, zijn onvolledig of onduidelijk. De uitvoeringskwaliteit valt bij seriematige- of standaardproductie vrijwel altijd in de categorie goed. Bij niet-seriematige bouw is de kans groter dat de categorie normaal moet worden aangehouden. Onder niet-seriematige bouw wordt hier verstaan gevels waarvan er slechts een enkele in die uitvoering is toegepast. De kwaliteit van detaillering is eveneens goed indien: bij het labelplichtige deel direct onder het dak het dak geïsoleerd is; bij renovatie de gevel en/of dak nageïsoleerd zijn; bij renovatie de kwaliteit van luchtdichting van doorvoeren, gevelvullingen en dak/gevelaansluiting is verbeterd. Opmerkingen: 1. Bij de gevelvullingen gaat het om de aansluiting op het binnenspouwblad. 2 Indien er meerdere geveltypes aanwezig zijn in de sector is de laagste kwaliteit bepalend. 3. De dichtingen tussen de geveldelen onderling en de dichting tussen doorvoeren in de bouwconstructie mogen geen open celstructuur hebben. Is dat wel het geval dan wordt automatisch de klasse normaal van toepassing. 4 Voorlopig aan te houden kwaliteit van de detaillering: In 2009 is de infiltratiemethodiek aangepast op basis van de voorlopige NEN 8088. In de verdere ontwikkeling van de NEN 8088 zijn dusdanige aanpassingen gedaan dat de infiltratiemethode voor de labelsystematiek van utiliteitsgebouwen op dit punt herzien zal worden. Totdat deze herziening heeft plaatsgevonden moet voor alle utiliteitsgebouwen kwaliteit van detaillering goed worden aangehouden 6.7.6 Gebouwvorm De gebouwvorm wordt gekarakteriseerd door het volume van het labelplichtige deel van het gebouw te delen door de oppervlakte van het labelplichtige deel van de gebouwschil. De gebouwschil bestaat uit gevels (inclusief kozijnen, panelen, ramen en deuren), vloeren en daken worden niet bij de gebouwschil geteld.

In formulevorm V/A Waarbij: V is van het volume van het labelplichtige deel gebouw in m 3. A is het deel van de oppervlakte van de gebouwschil (labelplichtig) dat uit gevels (inclusief kozijnen, panelen, ramen en deuren) bestaat in m 2. Daken en vloeren worden hierbij niet meegenomen. Opmerking: De gebouwvorm heeft betrekking op het hele labelplichtige gebouw en is dus voor alle energiesectoren gelijk.