Zienswijze van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Vergelijkbare documenten
Van 24 naar 12 varianten voor de opstelling van windturbines in de A16-zone

L.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP

I Inleiding. 2 \iloon- en leefklimaat. 3 Geluidsnormen en afstanden

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in %

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

Bescherming van de omwonenden tegen de geluidsoverlast van de HSL-Zuid

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep 5 10 januari 2018 Sikkens Experience Center, Sassenheim

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

Windenergie in de Wieringermeer

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen

Windenergie en geluid:

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

Nieuwsbrief Windenergie A16. Uitgave 11 April 2017

Veel gestelde vragen rondom Windenergie

Vraag en antwoord windmolens in de gemeente Dronten

Betreft: Zienswijze op Startdocument planmer Windenergielocatie No. 45 A12, De Balij

Univé Rechtshulp Windmolenpark

Duurzaamheidsdoelstellingen

Windenergie in Steenbergen

Houtskoolschets Windstreek 2011

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

2. BESLUITVORMINGSPROCES NIET CONFORM BESTUURSOPDRACHT EN STRUCTUURVISIE

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys)

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Geluid van de HSL-Zuid: Meten is weten

Windenergie in Pijnacker-Nootdorp

Mogelijkheden windenergie langs A67 Gemeente Peel en Maas jan Windpark Groote Molenbeek

behorende bij het besluit vaststelling Notitie Reikwijdte en Detailniveau Windplan Groen van 30 januari 2018, DGETM-EO/

Windenergie Lage Weide.

Geluid. De norm: 47 db L den

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Statenmededeling. Voorkeursalternatief Windenergie A16. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant,

Stichting Platform Tegenwind N33 tegen de plaatsing van windturbines in het zoekgebied N33

1 9 JUNI wnr 6 I

Stichting Platform Tegenwind N33 tegen de plaatsing van windturbines in het zoekgebied N33

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?

Windenergie in Utrecht

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Windenergie Goeree-Overflakkee

Nota van Beantwoording Ontvangen zienswijzen en beantwoording zienswijzen op

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Onderwerp: Persbericht van de Werkgroep A16/HSL van de gemeente Breda d.d. 28 november 2011

5925 AH Venlo-Blerick

Twee groepen Omwonenden Windpark Weert

Ontwerp Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder 7 bouwkavels Tiendzone te Papendrecht

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Binnenmaas Postbus ZH Maasdam. Ontheffing Verordening ruimte 2014 Windpark Oude Maas

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

HSL REGIO BREDA. 1 Inleiding

Samenvatting van het onderzoek naar geluid en slagschaduw windmolens Beekbergsebroek. Auteurs samenvatting: dea en De Wolff Nederland Windenergie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Raadscommissievoorstel

Drenthe. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Enquête. Noorderhaaks & Windmolens in Koegras

Windenergie A16 Maatschappelijke kosten-batenanalyse Een noodzakelijke aanvulling op de milieueffectrapportage

Rapportage publieksbijeenkomsten

Staatsbosbeheer & Windenergie

Windenergie in Winterswijk

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk

Windpark Spinder Tilburg

Raadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.

Achtergrond en doel presentatie

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Aan de leden van de Provinciale Staten van Noord-Holland. Reactie op conceptnotitie Reikwijdte & Milieu versie 1.0 d.d.

Nieuwsbrief over Windplan Groen

Flevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

Betreft: Zienswijze bestemmingsplan Stadt Emden Rysumer Nacken met

Windpark Delfzijl Zuid

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

Wie zit achter Windpark Fryslân?

Afweging van maatregelen ter beteugeling van de geluidsoverlast van de HSL-Zuid Visie van de stichting Geen Gehoor HSL Regio Breda

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Windturbinepark Kabeljauwbeek. 0. Inleiding. 1. Algemeen

Daarom zal ik mij beperken tot de grote denkfout: de Kleefse Waard. Koningspleij-Noord

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie

Rijne Energie bij u in de buurt. Informatieavond Nieuwegein Inge Verhoef 9 mei 2017

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

Windpark De Veenwieken

Registratienummer: Z / Vaststelling Reikwijdte en Detailniveau Windpark Haringvliet GO

Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland

Vormvrije mer-beoordeling Windpark Autena te Vianen

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Van: Martijn Messing, zelfstandig adviseur, in samenspraak met deelnemers van de klankbordgroep.

Geluid van windturbines Jurisprudentie

Ter Uwer Informatie. steaten. Geachte heer / mevrouw,

Windpark De Veenwieken

RAADSINFORMATIEBRIEF met beantwoording artikel 42 vragen 19R.00299

De gehouden presentaties kunnen worden bekeken op

Plaatsingsmogelijkheden windturbines in de gemeente Heusden

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

Transcriptie:

>>> Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant <bewonersplatformvoordewind@gmail.com> 20-9-2016 15:59 >>> Geachte mevrouw Ronde, griffier van de gemeenteraad van Drimmelen, In de bijlage treft u de zienswijze aan van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant op de provinciale Notitie Reikwijdte en Detailniveau Windenergie A16. Wij zouden het zeer op prijs stellen, dat onze zienswijze wordt opgenomen in ingekomen stukken van de raad. Contactpersoon: Floris van de Vooren, e-mail: fwcjvandevooren@planet.nl. Met vriendelijke groet, mevrouw Friedy van den Akker secretariaat Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant Zienswijze van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant op de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Aan: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant Van: Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant Contactpersoon: Zie aan het einde van de zienswijze Datum: 12 september 2016 1 Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant Het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant wil alle bewoners in West-Brabant, die met windturbineplannen worden geconfronteerd, verenigen, opdat bij de selectie van de locaties voor de windturbines hun woon- en leefklimaat (met het omringende landschap met zijn flora en fauna als onderdeel) zoveel mogelijk gerespecteerd wordt. Het bewonersplatform is van oordeel, dat de wettelijke normen met betrekking tot geluid en slagschaduw van de windturbines de bewoners onvoldoende bescherming bieden en dat de horizonvervuiling van de windturbines onvoldoende aandacht krijgt. Het bewonersplatform acht de afstand tussen de woningen en de windturbines in aanvulling op de wettelijke normen van cruciale betekenis om acceptatie van het windturbineplan door de bewoners te bereiken. Daarom wenst het bewonersplatform een plaats in te nemen in de overlegstructuur over windenergie in West- Brabant. Het verkrijgen van draagvlak voor windenenergie vereist interactieve besluitvorming, waaraan niet alleen bestuursorganen, ambtelijke vertegenwoordigers, wijkraden, bedrijfs-, natuur- en milieuorganisaties deelnemen, maar ook organisaties van de bewoners zelf, zoals het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant. Het gaat in eerste en laatste instantie om mensen! 2 Algemene opmerkingen over de NRD De concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) stelt het landschap centraal om te komen tot opstellingsalternatieven van de windturbines (p. 28). Vanuit dit uitgangspunt acht de NRD een optimale ruimtelijke toepassing van windturbines verzekerd. Wij wijzen dit uitgangspunt af, niet omdat wij het landschap onbelangrijk vinden, maar wij stellen het woonen leefklimaat van de bewoners (met het omringende landschap met zijn flora en fauna als onderdeel) voorop. De optimalisatie van de ruimtelijke toepassing van windturbines dient dan ook te geschieden op basis van het woon- en leefklimaat van de bewoners onder harde en zachte randvoorwaarden. Dat betekent, dat de afstand tussen de woningen en de windturbines

2 geen zachte randvoorwaarde kan zijn, zoals de NRD op p. 31 stelt, maar het uitgangspunt vormt voor een optimale ruimtelijke toepassing van windturbines. Alleen op deze grondslag wordt acceptatie van het windturbineplan door de bewoners verkregen! Wij verzoeken de provincie om de opsomming van de te onderzoeken facetten op p. 5 (alinea onder de gemarkeerde tekst) en op p. 10 (onder tabel 1) met het woon- en leefklimaat aan te vullen. De wettelijke normen met betrekking tot geluid en slagschaduw dienen uiteraard te worden gerespecteerd, maar ze bieden de bewoners onvoldoende bescherming, zoals in de volgende secties uiteengezet zal worden. Daarom kan met die normen niet worden volstaan. 2.1 Geluid De wettelijke geluidsnormen houden in, dat de gemiddelde geluidsbelasting gedurende één jaar op de gevel van een woonhuis maximaal 47 decibel per etmaal (47 db L den ) mag zijn en voor de nacht (van 23 tot 7 uur) maximaal 41 decibel (41 db L night ). Het probleem hierbij is, dat deze normen op een gemiddelde geluidsbelasting gedurende één jaar gebaseerd zijn. Dit betekent bijvoorbeeld, dat de windturbines gedurende een winderige week zeer veel geluid mogen maken, doordat dit vele geluid in een volgende windstille week gecompenseerd kan worden. In de ons omringende landen zijn de normen harde grenswaarden, die niet overschreden mogen worden (Nieuwenhuizen & Köhl, 2015). In een onderzoek van het RIVM (2008) staat: Kenmerkend voor het geluid van windturbines is, dat al bij een zeer lage geluidsbelasting hinder wordt ervaren. Daarom concludeert het RIVM: Een richtwaarde van ongeveer 40 decibel (40 db L den ) voor windturbines is wat hinderbeleving betreft vergelijkbaar met de richtwaarden bij wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Het RIVM zegt het rapport van 2008 in 2013 te hebben geactualiseerd: Het geluid van windturbines is minder luid dan van andere bronnen, maar wordt sneller als hinderlijk ervaren. Dit wordt vooral veroorzaakt door het karakter van het geluid (zoeven en zwiepen). en Ook in vergelijking met industrielawaai scoort geluid van windmolens ongunstig. De voorgestelde richtwaarde van 40 decibel (40 L den ) is in de versie van 2013 (onder druk van de rijksoverheid?) verdwenen. Een onderzoek van TNO (2008) komt tot dezelfde conclusie: In vergelijking met andere geluidsbronnen wordt al bij een relatief lage geluidsbelasting hinder van windturbinegeluid ervaren. Teneinde de bewoners meer bescherming te bieden, bepleiten wij om in aanvulling op de wettelijke normen de afstand tussen de woningen en de windturbines in het kader van de ruimtelijke optimalisatie te maximaliseren. Welke afstand dient daarbij minimaal te worden aangehouden? De volgende overwegingen kunnen worden aangevoerd: (1) Een windturbine is volgens de geluidsdeskundige van de windsafari op een afstand van 1000 m niet hoorbaar. (2) Duitsland en Denemarken worden ten aanzien van windenergie Nederland dikwijls ten voorbeeld gesteld. Uitgaande van een lijn van vijf windturbines met een ashoogte van 108 m (tiphoogte ongeveer 148 m) langs een woongebied, resulteren de Duitse en de Deense geluidsnormen in een afstand tussen de woningen en deze windturbines van 950 respectievelijk 1050 m, gemiddeld 1000 m (Nieuwenhuizen & Köhl, 2015); (3) De gemeenteraad van Moerdijk heeft op 11 augustus 2016 een motie aangenomen (19 stemmen voor en 1 stem tegen), onder meer inhoudende dat bij een afstand van 1000

3 tot 1100 m tussen de windturbines en de rand van een woonkern de tiphoogte van de windturbines maximaal 140 m (ashoogte ongeveer 100 m) mag bedragen. Uit deze overwegingen volgt een minimaal aan te houden afstand van 1000 m. Mocht dat niet haalbaar zijn, gegeven de hoeveelheid op te wekken windenergie van 100 MW, de breedte van het onderzoeksgebied van 1 km ter weerszijden van de A16 en de daarin gelegen woningen, dan is een verruiming van het onderzoeksgebied noodzakelijk. Een andere aanpak is een verlaging van de norm. Het dichtbevolkte Vlaanderen heeft een bevolkingsdichtheid van 447 inwoners/km 2 ; de bevolkingsdichtheid van Nederland is lager en bedraagt 393 inwoners/km 2. De Vlaamse geluidsnormen leveren bij dezelfde uitgangspunten als voor Duitsland en Denemarken een afstand op van 850 m. Het bewonersplatform acht een afstand van 850 m een absoluut minimum om in West-Brabant aan te houden. Een ander nadeel van de wettelijke normen is gelegen in de omstandigheid, dat de bewoners niet kunnen controleren, of ze daadwerkelijk gerespecteerd worden. Daarentegen is de afstand wel een te controleren maatstaf. Kan de provincie aangeven, met betrekking tot welke bestaande windparken de geluidsbelasting van de woningen in de omgeving daadwerkelijk gemeten is om vast te stellen, of aan de geluidsnormen voldaan is? 2.2 Slagschaduw De slagschaduw van windturbines veroorzaakt een knipperende lichtinval in woningen en kantoren, die over het algemeen als storend en irriterend wordt ervaren. De wettelijke norm schrijft voor, dat er niet meer dan 17 dagen maximaal 20 minuten per dag slagschaduw mag optreden. Bij overschrijding van deze norm wordt de windturbine automatisch stilgezet. Maar dat betekent nog altijd ruim 5½ uur hinder. De door ons bepleite maximalisatie van de afstand tussen woningen en windturbines in aanvulling op de wettelijke norm neemt deze hinder in belangrijke mate weg. 2.3 Horizonvervuiling De NRD tracht de horizonvervuiling ten gevolge van de plaatsing van windturbines acceptabel te maken door woorden te gebruiken als bijvoorbeeld A16 als etalage voor duurzame energie en De ontwikkeling van de zone langs de A16 HSL tot energielandschap biedt de kans om aan deze zone een nieuwe laag toe te voegen. Een vernieuwend landschap met een sterke eigen identiteit, een beeldmerk van innovatie. Wij constateren een feitelijke verloedering van het landschap langs autowegen, waar op korte afstand al windturbines zijn geplaatst. Ze nodigen uit om deze plekken zo spoedig mogelijk te verlaten. Wie West-Brabant via de A16 na 2020 zou binnenrijden en aanhoudend windturbines zou passeren, zou niet denken aan de geciteerde hooggestemde woorden van de NRD, maar zich verbazen over de lelijke woonomgeving. Ondernemers zouden zich kritisch kunnen afvragen, hoe het in West-Brabant gesteld is met het vestigingsklimaat, waaronder het woon- en leefklimaat. In artikel 32 van de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant is voor het zoekgebied windturbines onder meer de richtlijn opgenomen: Windmolens moeten inpasbaar zijn in de omgeving (p. 39). Deze verordening is bedoeld om in een bestemmingsplan bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap (p. 21). Door de enorme hoogte van de windturbines is dat onmogelijk, de fraaie woorden van de NRD ten spijt. Trouwens de NRD geeft dat op p. 28 ook toe: ze zijn niet inpasbaar. Daarom

4 is de door ons bepleite maximalisatie van de afstand tussen de woningen en de windturbines in het kader van de ruimtelijke optimalisatie de enige mogelijkheid om het negatieve effect van de windturbines op het landschap te verzachten, althans vanuit het gezichtspunt van de bewoners. Immers wij stellen het woon- en leefklimaat voorop met als onderdeel het omringende landschap met zijn flora en fauna. Daar komt bij, dat een deel van het onderzoeksgebied in het Natuurnetwerk Nederland (voorheen ecologische hoofdstructuur) gelegen is, waar geen nieuwe activiteiten mogen plaatsvinden dan na zware procedures. Het bewonersplatform verzoekt de provincie om in de MER aan te geven, waar het Natuurnetwerk Nederland door de plaatsing van windturbines wordt aangetast. Het is tegen deze achtergrond van groot belang om andere duurzame energiebronnen te overwegen als alternatief voor een deel van de windturbines. Het grote voordeel van bijvoorbeeld zonne-energie is, dat ze het woon- en leefklimaat en het landschap nauwelijks aantast. Dit geldt temeer, wanneer het bijvoorbeeld mogelijk en verantwoord is om zonnecollectoren op de reeds aanwezige geluidsschermen langs de A16/HSL aan te brengen. 2.4 Sociale participatie De NRD stelt, dat de sociale participatie een belangrijke voorwaarde is voor de ontwikkeling van windenergie in de A16-zone. De participatie dient plaats te vinden door en voor de lokale gemeenschappen (p. 26). Met het stijgen van de materiële welvaart neemt het belang van de immateriële welvaart (welzijn) toe. Daarom gaat het niet alleen om het lokaal aanwenden van de inkomsten van de windturbines, maar ook om het immateriële aspect van het woon- en leefklimaat van de bewoners. De provincie Noord-Brabant streeft ernaar, dat de sociale participatie niet alleen tot acceptatie van het windturbineplan leidt, maar ook een ruim draagvlak creëert (p. 26). Dat zal enkel lukken, indien het woon- en leefklimaat van de bewoners zoveel mogelijk gerespecteerd wordt en daarvoor is de afstand tussen de woningen en de windturbines een cruciale grootheid. Dat betekent ook, dat het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant een volwaardige plaats krijgt in de overlegstructuur. Wij gaan er daarbij van uit, dat de participatie geen informatie van voldongen feiten inhoudt, maar dat interactieve besluitvorming plaatsvindt (p. 26). 3 Specifieke opmerkingen over de NRD 3.1 Opmerkingen bij pp. 3 en 26 De provincie Noord-Brabant streeft een volledig neutrale economie in 2050 na (p. 3). De provincie denkt, dat daardoor Brabantse bedrijven internationaal beter kunnen concurreren en de werkgelegenheid groeit. Het bewonersplatform acht dit argument kwestieus, omdat de duurzame opwekking van energie op hoge subsidies steunt, waarvan het allerminst zeker is, dat zij tussen nu en 2050 gehandhaafd (kunnen) blijven. Dit geldt temeer, wanneer het wereldaanbod van fossiele brandstoffen in die periode niet significant vermindert.

5 De inkomsten van de windturbines zullen ten gunste van de lokale gemeenschappen komen (p. 26). De vraag stelt zich, in welke vorm dit zal gebeuren. Komt dit enkel ten gunste van de landeigenaren, die hun grond beschikbaar stellen voor het plaatsen van windmolens? Deze inkomsten worden door de financiële rentabiliteit van de windmolens bepaald, die afhankelijk is van de subsidies en de windsnelheid. Op welke windsnelheid en daarmee op welk benuttingspercentage van het opwekkingsvermogen van de windturbines is de financiële rentabiliteit van de windturbines langs de A16 gebaseerd? Deze vraag is van belang, omdat de gemiddelde windsnelheid in Nederland en België een dalende trend vertoont (CBS, 2012 en Van den Eynde, Vlaams Instituut voor de Zee, 2011). Een mogelijke verklaring voor deze ontwikkeling is de verruwing van het landoppervlak door uitbreiding van bossen en een toenemend aantal hoge gebouwen. Het mag niet zo zijn, dat een verlaging van de subsidies en een lagere dan verwachte windsnelheid tot financiële tekorten op windenergie leidt, die op de lokale gemeenschappen worden afgewenteld. Immers de bewoners hebben mogelijk al een waardedaling van hun woningbezit door de plaatsing van de windturbines moeten incasseren. Het bewonersplatform verzoekt de provincie om zowel een financiële als een maatschappelijke kosten-batenanalyse hierover op te stellen. 3.2 Opmerking bij p. 12 De problematiek van de slagschaduw voor de gezondheid van de bewoners wordt afgedaan met één woord en een vraagteken: Gezondheid?. Dit is onvoldoende. Wij verzoeken de provincie dit aspect in de MER op te nemen. Voor wat betreft de gezondheid, merken wij nog het volgende op. Het autoverkeer op de A16 verspreidt fijnstof, de (hogesnelheids)treinen verspreiden koperslijpsel van de bovenleiding en de pantograaf en de langs de A16 gelegen landbouwbedrijven wenden chemische bestrijdingsmiddelen aan en brengen gevaarlijke bacteriën (Q-koorts) voort. Het bewonersplatform verzoekt de provincie om de effecten van de windturbines op de verspreiding van deze stoffen over de daar woonachtige bevolking te onderzoeken en de onderzoeksresultaten in de MER op te nemen. 3.3 Opmerkingen bij pp. 12 en 13 Het bewonersplatform is van oordeel, dat binnen de geluidscontouren van 47 decibel gemiddeld per etmaal (47 db L den ) en gemiddeld 41 decibel in de nacht (41 db L night ) zich geen woningen mogen bevinden, temeer daar deze normen de bewoners onvoldoende bescherming bieden. Dit geldt evenzeer voor de slagschaduwcontouren. 3.4 Opmerkingen bij p. 22 De effecten van het windturbineplan op de Natura 2000-gebieden zullen onderzocht worden, waarbij ook de cumulatie van effecten van andere projecten in beschouwing zal worden genomen. Het bewonersplatform juicht dat toe, maar de cumulatie dient ook alle reeds aanwezige geluidsbronnen te omvatten, met name de A16 en de HSL. Het RIVM (2013) bepleit eveneens cumulatie met andere geluidsbronnen. Het bewonersplatform verzoekt de provincie om in de MER aandacht te schenken aan de cumulatie van geluidseffecten. In verband hiermee zij gewezen op het feit, dat in Duitsland de geluidsnormen van toepassing zijn op het cumulatieve geluid van alle activiteiten tezamen (Nieuwenhuizen & Köhl, 2015).

6 Volgens het Akoestisch rapport (1998), waarop het Tracébesluit HSL-Zuid is gebaseerd, bevinden zich binnen de gemeente Breda langs de HSL en de A16 138 woningen, waarvan de cumulatieve geluidsbelasting tamelijk slecht, slecht of zeer slecht is gekwalificeerd. Dat aantal is inmiddels tot 152 woningen opgelopen. Door het plaatsen van windturbines zullen nog veel meer woningen voor deze negatieve kwalificaties in aanmerking komen. Bovendien is momenteel de geluidsbelasting van 61 woningen in de gemeente Breda en 11 woningen in de gemeente Moerdijk met betrekking tot enkel de HSL hoger dan de geluidsnormen toestaan. Aangezien de bewoners al belast worden met ernstige geluidsoverlast van de A16 (nog vergroot door de verhoging van de maximumsnelheid van 100 respectievelijk 120 naar 130 km/h) en de HSL, verzoekt het bewonersplatform de provincie om een beeld te geven van een eerlijke lastenverdeling van de windturbines over de bewoners van West-Brabant, hetgeen noodzakelijk is voor de acceptatie van het windturbineplan langs de A16. 3.5 Opmerking bij p. 25 In tabel 9 worden met betrekking tot een aantal thema s/aspecten beoordelingscriteria vermeld. Deze beoordelingscriteria kunnen slechts tot een beoordeling leiden, indien de daarbij behorende normen bekend zijn. Deze blijven echter onvermeld, met uitzondering van die met betrekking tot geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Zonder normen krijgt de beoordeling een tamelijk willekeurig karakter. Het bewonersplatform verzoekt de provincie om aan te geven, welke werkwijze in de MER gevolgd zal worden. 3.6 Opmerking bij p. 28 De NRD vermeldt vier klankbordgroepbijeenkomsten, twee in de regio Noord (gemeenten Drimmelen en Moerdijk) en twee in de regio Zuid (gemeenten Breda en Zundert). Welke organisaties zullen aan deze klankbordgroepbijeenkomsten deelnemen en hoe verhoudt zich dat tot de overlegstructuur, die op p. 8 wordt vermeld? Wij nemen aan, dat bovengenoemde gemeenten enkel als precisering van de regio Noord en de regio Zuid fungeren. 3.7 Opmerking bij p. 31 In het kader van A16 als etalage voor duurzame energie wordt onder meer gesteld (zie ook sectie 2.3): Deze doorsnijding (van het onderliggend landschap) vormt een nieuw eigen snelweglandschap met geluidsschermen, kunstwerken en een indrukwekkende aanplant van bomenrijen. De werkelijkheid is, dat de geluidsschermen ineffectief zijn, doordat ze niet van het geluidsabsorberend materiaal zijn voorzien (wat het Tracébesluit HSL-Zuid wel voorschrijft), verkeerd geplaatst zijn in relatie tot de HSL en de bomenrijen niet in staat zijn om de geluidsoverlast te verminderen. Het bewonersplatform hecht dan ook geen enkele waarde aan de geciteerde woorden van de NRD. 4 Conclusies Het is de bedoeling van de provincie, dat het windturbineplan niet alleen geaccepteerd wordt, maar ook een ruim draagvlak krijgt (p. 26). Dat maakt het noodzakelijk de bewoners zelf in de planvorming te betrekken. Het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant dient dan

7 ook een volwaardige plaats te krijgen in de overlegstructuur, waarbij interactieve besluitvorming (p. 26) plaatsvindt. Het bewonersplatform is van oordeel, dat de wettelijke normen met betrekking tot geluid en slagschaduw de bewoners onvoldoende bescherming bieden. Daarom acht het bewonersplatform de afstand tussen de woningen en de windturbines in aanvulling op de wettelijke normen van cruciale betekenis om acceptatie van het windturbineplan door de bewoners te bereiken. Daarnaast heeft het bewonersplatform een aantal opmerkingen gemaakt, met het verzoek aan de provincie om er aandacht aan te besteden respectievelijk de hierop betrekking hebbende milieueffecten in de MER op te nemen. In de Nieuwsbrief Windenergie A16 van juli 2014 wordt toegezegd, dat de provincie in een nota van zienswijzen zal aangeven, hoe ze de ingediende zienswijzen in het vervolgonderzoek meeneemt. Wij gaan er dan ook van uit, dat dit voor elke zienswijze niet globaal maar puntsgewijs (d.w.z. in onze zienswijze per opmerking, algemeen dan wel specifiek van aard) en precies wordt weergegeven. Dat zou in overeenstemming met het interactieve besluitvormingsproces zijn, dat de NRD op p. 26 in het vooruitzicht stelt. Referenties CBS (2012), Hernieuwbare energie in Nederland 2012, pp. 42-43. Eynde, van den D. (2011), En wat met de stormen, worden die talrijker en/of krachtiger?, De Grote Rede 30, Vlaams Instituut voor de Zee, pp. 10-11. Gemeente Breda (1998), Akoestisch Onderzoek Tracébesluit HSL-Zuid, A16, A58. Movares (2014), HSL-Zuid Eindanalyse. Doelmatige maatregelen, pp. 87 en 91. Nieuwenhuizen, E. & M. Köhl (2015), Differences in noise regulations for wind turbines in four European countries, International EuroNoise 2015 Conference, Maastricht, pp. 333-338. RIVM (2013), Windturbines: invloed op de beleving en gezondheid van omwonenden, pp. 3 en 30 [de versie van 2008 is niet meer beschikbaar]. TNO (2008), Hinder door geluid van windturbines, p. 20. Samenstelling De veertien initiatiefnemers van het Bewonersplatform VOOR DE WIND West-Brabant hebben in gezamenlijk overleg bovenstaande zienswijze samengesteld. Op 19 september waren er 112 bewoners, die de zienswijze onderschreven hebben. Contactpersoon: Floris van de Vooren Dr. F.W.C.J. van de Vooren, Oude Rijsbergsebaan 4 4838 BJ Breda e-mail: fwcjvandevooren@planet.nl