JOYCE, het straathondje

Vergelijkbare documenten
Groep 4. Beoordelingstoets begrijpend lezen. Toets 1 (na thema 2) 2. Dit is een verhaaltje, maar de zinnen staan door elkaar. Zoek de eerste zin.

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

Hond. in s he van t Wolf. hui. Sylvia Vanden Heede. Met illustraties van Marije Tolman

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

HANDIG DE TAAL VAN EEN HOND

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Deel 2. Begrijpend lezen Smoetie zoekt haar weg

1 Pas op! Drrrring! De voordeur. Ik doe open, roept Dolfje. Hij rent naar de deur.

Thom de dino vriend. Lize Ippel

Marcus 14,1-11 Maak Jezus blij met jouw liefde

Wa t e r hondje2-binnen.indd :39

Werkblad: Gedrag van honden

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit

MINDER HONDENBETEN DE 10 GOUDEN REGELS

Dag van de Hond. Kind & Hond. kunnen de beste maatjes worden!

Miauw! Miauw!

MULTATULI. Het beroemde liefdesverhaal uit Max Havelaar. Saïdjah en Adinda. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Les 3: en toen ging het mis. Het begin

Vos en Haas. en de bosbaas

HANDIG VERDEDIGEN VAN VOER EN SPEELTJES

Wat raar. Dolfje schudt zijn kop. Dan rent hij verder door het Wolvenbos. Hij maakt een koprol. Hij springt over struiken. Hij klimt in dikke bomen.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Eh ja, zegt hij, dat kan ook.

Herman gaat met zijn dochter Lies naar de dierentuin. Joppie de hond gaat ook mee. Ze gaan gelijk naar de apen, die dicht bij de ingang zijn.

Samen met Jezus op weg

Marlies Verhelst. Geraakt

De boekenbeer Module dans groep 1-2

begrijpend lezen werkboek

weerwolvenfeest 15e druk.indd :37

Heer ik kom tot u Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart.

HANDIG SPELEN MET EEN HOND

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Liturgie 7 mei 2017 Morgendienst. Ik zal er zijn

Na een paar weken is de marionet eindelijk klaar. Vol trots neemt Bas hem mee naar school. In de

inhoud 1. er kan nu friet door hijs het zeil! piet snot ben jij nou een boef! je bent een held!...

Deel 1. Ze is jong, groot en sterk door het sporten. Ze trapt naar achteren. Raak. Maar haar dunne zomerschoenen doen hem geen pijn.

Marietje Witteveen. bron Marietje Witteveen, Karel en Mienet 2. Luctor, z.p. ca dbnl / erven Marietje Witteveen

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Beste Lezer. Voor u ligt de bundel met als thema afscheid, de dood, rouwverwerking. Het heeft mij jaren gekost om deze bundel vorm te geven.

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Zo ver weg, zo dichtbij

Hij zorgt voor zijn volk, ook in de woestijn.

LYRICS EP1 BEGRIJP ME NIET VERKEERD

Hoofdstuk. Even een waarschuwing voordat ik begin: laat dit boek maar niet aan grote mensen zien. Die snappen het toch niet. Ze zeggen vast dat het

Draak trekt haar zwempak aan. Lekker zwemmen, juicht ze. Muis aarzelt. Ga je niet mee? vraagt Draak. Ik wil wel, maar Draak begrijpt het opeens.

Goed. Dan laat ik je met rust, zegt Kat. Erewoord? vraagt Muis. Erewoord, zucht Kat.

Geboortecentrum. Tips bij borstvoeding. Gezien vanuit uw kindje

Liturgie jongerendienst 14 juli 2019

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

gaat eronder staan blaffen. Kolletje en Dirk rennen naar hem toe. Je mag geen katten plagen, zegt Kolletje. Dat vindt Dirk ook. Je bent stout.

Tevredenheid 1. Tevreden over wat je hebt gedaan 8 2. Tevreden in alle omstandigheden Tevreden met weinig Tevreden met wat je hebt 14

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Vastenactie l Lesmateriaal Onderbouw

PRAKTISCH KIND EN HOND HOUD HET VEILIG

Marieke Smithuis. Lotte en Roos. Samen ben je niet alleen. Met tekeningen van Annet Schaap

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Je moet de Heere God liefhebben met heel je hart en ziel, met al je kracht en verstand. En je moet je naaste net zo lief hebben als jezelf.

KIND TOCH! Een bad op straat

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

reeks 1 leesboek 1 Leesteksten bij Leesboekje 7/43-1 1

Panda in de val.

Ik ben geen vis! riep hij nu tegen Konijn. Dat was tenminste al een opluchting. Hij ging zitten en staarde wat voor zich uit. Nee, zei Konijn breed

Kioki op ontdekking is geschreven in Vlaamse Gebarentaal (VGT). We kozen er bewust voor om Kioki op ontdekking niet te ondertitelen, zo komt de

Volgorde in goede de (In de goede volgorde)

Ik wil de eerste dagen 8 tot 12 keer aan de borst

Prent 1 : Klaslokaal. De kinderen zingen rond de kerstboom.

Golf van Biskaje, zegt Amy. Pieter kijkt op de kaart. Hoe was het ook weer? Biskaje lijkt op biscuitje en die golf heeft een beetje een vierkante

Poelie de Verschrikkelijke. Bowie. Krabbel. IJtje. Truffel. Krabbel & Nies Schut.indd 2

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Het nachtmerrieneefje

2. Het kistje. Joost weet niet wat hij hoort. Geadopteerd. Hij!

NAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.

Weer kijkt Kees in zijn binnenspiegel. Naar de man op de achterbank. De lifter. Slaapt die man nou? Kees heeft hem al een uur niet meer gehoord.

Het speelhuis van Lotte en Nina

Laura zelf heeft bijna nooit ruzie met haar moeder. De moeder van Laura komt uit Peru. Yasmina vindt haar lief, zacht en zorgzaam.

Liturgie voor de Gezinsdienst op 7 april 2019 Voorganger: Ds. R.A. Houtman, Epe M.m.v. Combo Goede Herderkerk Thema: Wil je Jezus volgen?

een beetje overdreven? Ellis doet de deur open en Spikkel rent de voortuin in. Blijf, Spikkel! roept ze, terwijl ze de riem van de kapstok pakt.

Antwoorden: zie laatste bladzijde. Woordenschat 1

De Tent Module Dans groep 3-4

de zon schijnt altijd

Het kasteel van Dracula

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Naar de bovenste verdieping

In de hemel is de Heer en Zijn glans is als kristal Hij is de Heilige, Hij is God en Hij heerst over het Heelal

En ik kom tot U Opwekking 612

Op weg met Jezus. eerste communieproject. hoofdstuk 1 De droom van Jesaja. H. Theobaldusparochie, Overloon

Liturgie. zondag 9 juli :30 uur Ds R Prins. 14:15 uur Ds H D Bondt

Toen ze buiten stond, knipperde Sabien met haar ogen. Overal zag ze sneeuw en ijs, zelfs op de vijver en op de heuvel.

Adam geeft de dieren namen

Kinderdienst 2 e 40 dagen tijd Kruispunt 12 maart 2017

Adam geeft de dieren namen

Professor Plons is zoek. Door Bram Klein en Joris Lutz

Transcriptie:

JOYCE, het straathondje Bijbelverhalen.nl Geboren werd jij in een vuile schuur. Je moeder likte je schoon. Zodra je droog was, sprongen de vlooien van je moeder op je velletje. Duisternis om je heen. Je ogen zaten dicht. De warme vochtige adem van je moeder ging over je heen. Toen zocht je een plekje om te zuigen. Zo leerde je tevreden te zijn met je buikje vol. Dat er een baasje bestond, wist je nog niet. Later gingen je oogjes open. Toen je groter werd moest je voor jezelf zorgen. Je vocht met je broertjes en zusjes. Niemand waste je. Niemand aaide je. Je was immers vies. Je wist niet wat liefde was. Je wist ook niet dat er een baasje bestond. Verwaarloosd, hongerig, vies en zo eenzaam. Altijd op zoek! Honger, honger, je maagje knort. De vlooien bijten. Je krabt je. Je jankt zacht. Je trekt een bedorven stukje vis uit de vuilnisbak. Niemand aait je. Niemand spreekt vriendelijke woorden tegen je. Niemand geeft je een bord eten. Weet je wel dat er een baasje is? Weet je wel, dat er een ander hondenleven bestaat?

Je bijt. Je blaft. Je vecht. Niemand zorgt er immers voor je? Dan moet je wel bijten en grommen. Dreigend toon je je witte tanden aan ieder, hond of mens. Kom eens hier, als je durft! zeggen die tanden. Je kijkt vals. Je steelt vlees bij de slager. Die gooit met een steen naar je precies op je linker voorpoot. Rood loopt het bloed in het gras. Je gaat liggen onder een afdakje. Je likt je gewonde poot en je gromt. Wacht maar! WAT MIS JE VEEL ALS JE GEEN BAASJE HEBT. Het afdakje lekt als het regent. Je kijkt naar die druppel. Je wordt er kwaad om. Ja, durf eens te bewegen, zeg je tegen die druppel. Je gromt, je laat je tanden zien. Die druppel valt toch. Hap! Zegt je. Bah! Zo n flauwe natte hap. Dan lik je maar weer je kapotte poot. Je vacht stinkt nog erger door de regen. Vies, rillerig sta je op. Je schudt je pels eens uit. Je snuffelt eens wat op de grond. Met je voorpoten krabbel je wat aan die oude lap. Die heb je eens ergens weggepikt. Maar die lap is ook klam en je vindt er geen warmte bij. Zeg, ER IS EEN HUIS: EEN HUIS OMHOOG. Daar boven in die flat woont je baasje. Jij kent hem niet. Jij zoekt hem niet. Hoe zou je ook?

Op de hoogste verdieping van de grote flat is een raam. Wie zit daar achter? Dat is Ja, dat is het baasje. Hij kijkt naar de regen. Hij kijkt naar de mensen. Hij ziet alles, ook jou! Ach, die hond, denkt het baasje. Wat is die er ellendig aan toe. Z n vacht is nat. Z n staart zwaait niet vrolijk. Zijn staart hangt triest tussen zijn poten. De slager gooit een steen naar hem. Raak! Ach, dat beest. Nu hinkt hij. Waar gaat hij heen? Kijk, hij heeft geen baasje. Hij is erg ellendig. Hij heeft geen thuis. WAT LIEFDE IS, dat weet dat beest niet. Zo denkt het baasje. Och, nu is het raam leeg. Pappa, zegt het baasje, er is een hond, hij is zo ellendig. IK HOUD VAN HEM. Ga maar, zegt vader. Ga hem maar zoeken, mijn zoon. Ik heb die hond al lang op het oog. IK HOUD NET ZOVEEL VAN HEM ALS JIJ. Ga jij maar naar beneden en zoek hem op. Probeer zijn liefde te winnen. Maar pas op. Hij is nu vals! Hij bijt vast. Ja, vader, zegt het baasje, IK GA! IK GA OM UW WIL TE DOEN. Dan gaat het baasje naar beneden. De regen in, de kou in. Hij wordt zelf kletsnat en vies. HIJ ZOEKT JOU! Had je dat ooit gedacht, kleine hond?

Het baasje loopt door de modder. Hij roept. Hij lokt met lieve woordjes. JIJ? Je kruipt weg. Je kruipt naar achteren tot je niet verder kunt. Het baasje roept een naam. Joyce! roept hij. Joyce? Heet jij zo? Joyce betekent toch vreugde? Dat kan niet goed zijn. Maar het baasje heeft besloten om je Joyce te noemen. Dus van nu af heet je Joyce. Maar jij bent doodsbang. Ga weg, grom je. Ik ken je niet, ik wil geen baasje. Ik ben mijn eigen baas. Dat is prima! Dat bevalt me goed. Ga weg, jij. Ik vertrouw je niet. Pas op of anders. BIJT IK. Bloed aan de hand. Je beet. Au! zegt het baasje. Hij denkt aan zijn vader. Die heeft het voorspeld. Het baasje heeft pijn. Zijn hand bloedt. Dat heb jij gedaan, kleine hond. Zo n hondenbeet is ook gevaarlijk. Het baasje kan er aan doodgaan. Toch houdt het baasje nog van je. Arme kleine wilde Joyce, zegt hij. Morgen kom ik weer. Je zult aan mij wennen. Je hoort bij mij thuis, daar boven in de flat. Niet hier onder het lekkende afdakje. Als je gewassen bent, dan ben je mooi, Joyce. Ook eten geef ik je. NOOIT ZUL JE MEER HONGER HEBBEN OF DORST. En altijd zullen we samen zijn. Mijn hond ben je. Voor altijd en altijd.

Honger, altijd weer die honger! Jij gaat weer op roof uit. Is er hier of daar wat te stelen? De mensen zien je. Daar gaat die kleine wilde hond, die is vals. Ze moesten die hond opsluiten, zeggen ze. Of doodmaken. Hij is vies en gevaarlijk. Geef hem maar een schop. Of gooi een puts water op zijn lijf. Joyce, hoor je dan roepen. Even spits je de oren. Dat is die stem, dezelfde stem van gisteren. Je aarzelt. Wat? Ruik je dat goed? Eten? Worst? Het water loopt je in de bek. Wat ben je toch mager, zegt de vriendelijke stem van het baasje. Kom bij mij. Ik heb eten. IK BEN ER TOCH VOOR JOU? BIJ MIJ IS LEVEN EN OVERVLOED! Ik houd van je. Heel voorzichtig en erg op je hoede kom je dichterbij. O, die heerlijke geur. Daar is de hand, DE HAND DIE BLOEDDE DOOR JOUW SCHULD. Hij geeft eten, eten. Maar zo gemakkelijk geef je je niet over. Je pakt het eten vlug. Je rent ermee weg. Ik ben toch mijn eigen baas, denk je. Ik blijf ook mijn eigen baas. Om mijn nek komt geen halsband. Ik hoor bij de vrije honden. O zo! Met een tevreden vol gevoel in je buikje slaap je o zo heerlijk in onder de vuile lap, Onder je afdakje.

In de nacht. Wat is dat? Je spitst snel je oren. Er sluipt iets. Is het een kat? Je kunt katten niet luchten of zien. Au, je poot steekt ook weer. Die poot, die gewond werd door de steen. Je staat op. Je rekt je eens goed uit. Je kijkt het donker in. Je staart hangt bang tussen je poten.het is zo donker buiten. Dan Is daar het licht. Het flitsende grote licht. Je schrikt je wezenloos. Je kruipt helemaal achterin onder je afdakje. Dan komt er een heel harde knal. Bomberdebomberdebom! Je jankt van angst voor het onweer. Help me, jankt je. Je besterft het haast van angst en niemand die je gerust stelt. Baasje, was jij maar hier, huil je. Alleen jij kunt mijn angst weghalen. Dan hoor je: Joyce! Kom dan! Dan zet je al je eigen baas willen zijn opzij! JE GAAT NAAR HEM TOE. Kom maar, lieve hond. Kom maar Joyce. JA BAAS, IK KOM! Bij jou ben ik veilig, hè? Bij mij is een schuilplaats tegen storm en wind. Vader, zegt het baasje, hier is Joyce. Hij is nu mijn hond. Wij blijven altijd samen. Ik maak hem blij En hij maakt mij blij. Voorzichtig kwispel je. Je likt de hand. De vader ziet het. Hij is ook blij. Zoon, zegt hij dan, JE MOET HEM WASSEN.

Zo mooi. Dan wordt je gewassen. Al het vuil weekt van je af. De vlooien drijven boven. Die drijven met het vuile water door de goot. Het baasje droogt je stevig af. Je vindt het nog niet genoeg. Je schudt de laatste druppels uit je vacht. Dan kruip je bibberend in de warme doek. Je draait en je schuurt, je keert je en met de poten in de lucht Schuif je je rug droog op de doek. Joyce, wat ben je mooi! ZO REIN, ZO WIT, zo zonder modder. Zo wil vader je graag zien, zegt je baasje. Maar wat zie ik? Is je poot gewond? Zeker door die steen van de slager. Ik zal zalf op je poot doen. Dit is jouw mand. Ga maar liggen. En dit is jouw huis. Mijn huis is jouw huis. En dit is jouw etensbak. ELKE DAG ZAL ER ETEN VOOR JE ZIJN. Op! Op! Het baasje leert je kunstjes. Leuk hè? Samen spelen. Het baasje leert je steeds meer. Je wordt een gehoorzame hond. Kom! zegt het baasje En je komt. Liggen! Zegt het baasje En je gaat liggen. Dood! Zegt het baasje. En je doet alsof je dood bent. Hoe spreekt hij dan?. Woef! Geef me een poot, Joyce. Heerlijk om een goed baasje te hebben. Je staart kwispelt en je geeft het baasje een lik in zijn

gezicht. Stelen mag niet meer. Vechten met katten ook niet. En bijten helemaal niet. Dat wil de baas niet. Dat is beneden je stand, zegt hij. Je kreeg een naam en een thuis. Je vroegere zwerfhondenleven is voorbij. Ozo! Kijk, daar ga je. Zie ik het goed? Heb je een riem om, vrije hond? Ja, blaf je blij, deze riem wil ik nooit meer kwijt. Als ik die riem kwijt ben ben ik mijn baasje kwijt., Ik wil altijd bij het baasje blijven. Hij houdt van mij, hij aait mij. Hij speelt met mij, hij geeft mij eten. Hij verzorgt mij. Hij deelt zijn huis met mij. Bij hem ben ik veilig als het hondenweer is. Mijn baas en ik gaan samen door het leven. Woef! Ik Kan wel springen van blijdschap. Woef. Jij ook? Dit is een hondenverhaal en toch eigenlijk een mensenverhaal. Het is het verhaal van de Heer Jezus en jou. Zijn liefde is zo groot voor ons mensenkinderen. Die liefde is onbeschrijfelijk. De Heer Jezus heeft een plan met jou, mensje. Het is een prima plan. Vertrouw je hem? Of ben je liever eigen baas? Kom, leg je hand in zijn hand. Dan pas ben je veilig! Copyright: Josine de Jong