TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE BENOR CERTIFICATIE VAN THERMOPLASTISCHE KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN.

BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION ASSOCIATION vzw BCCA Opgericht door SECO en WTCB TOEPASSINGSREGLEMENT VOOR DE BENOR CERTIFICATIE VAN THERMOPLASTISCHE KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN. Certificatie Systeem Certificatie Schema Versie BB 651/601 versie 1 van 24/02/2010 Validatie Goedkeuring Adviesraad: Datum: 24/02/2010 Goedkeuring BCCA Datum: 24/02/2010 De nederlandstalige versie is tevens referentiedocument TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 1/197

LIJST MET N A.1.1 A.1.3.1. Chronologische lijst van de wijzigingen Aanvraagformulier voor een Benorcertificatie (bijlage A.1.3.1.) A.1.3.2.1.1 Overzicht van de productnormen A.1.3.2.1.2 Overzicht van de proefnormen A.1.3.2.1.3 Overzicht van de PTV s (technische voorschriften) A.3.2. A.3.3.1. A.3.3.2. A.3.4. A.3.5 A.4 A.6.1 A.6.2 Samenstelling van de adviesraad Thermoplastische kunststofleidingsystemen Samenstelling van het certificatie-comité Thermoplastische kunststofleidingsystemen Samenstelling van de certificatieraad Thermoplastische kunststofleidingsystemen Lijst van de gemandateerde inspectie-instellingen Lijst van de gemandateerde controlelaboratoria Overzicht van de certificatie-instellingen waarmee BCCA een akkoord van wederzijdse erkenning heeft en lijst van de controle-instellingen Blanco type certificaat Voorbeeld productcataloog A.12 Sancties A.13 Controle op monsters in de markt B.1.5. B.1.5.1.x B.1.5.2.x B.1.7. B.2.1.1. B.2.1.2. B.2.2.3.1. B.3.3 B.3.4 Lijst van de controleschema s FPC-schema Intern/extern ITT schema - Zelfcontrole afgewerkt product - Periodieke externe proeven Kalibratie en nazicht van de meet- en proefapparatuur van de producent Checklist interne ITT Checklist FPC Fiche van monsterneming Nota betreffende het gebruik van zelfklevers op hulpstukken Nota betreffende de behandeling en opslag van kunststofbuizen B.4 Non-conformiteitsfiche TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 2/197

Intern/extern ITT schema - Zelfcontrole afgewerkt product - Periodieke externe proeven B1.5.2.1 B1.5.2.2 B1.5.2.3 B1.5.2.4 B1.5.2.5 B1.5.2.6 B1.5.2.7 B1.5.2.8 B1.5.2.9 B1.5.2.10 B1.5.2.11 B1.5.2.13 B1.5.2.14 B1.5.2.15-1329-3PVC-U afvoer van afvalwater in gebouwen -1401-PVC-U ondergrondse afvoer van afvalwater -1519-PE afvoer van afvalwater in gebouwen -12666-PE ondergrondse afvoer van afvalwater -1566-PVC-C afvoer van afvalwater in gebouwen -1452-PVC-U persleidingen voor het transport van drinkwater -1852-PP ondergrondse afvoer van afvalwater -12201-PE persleidingen voor het transport van drinkwater -13244-PE persleidingen de afvoer van afvalwater -13476-PP/PE/PVC-U kunststofleidingsyteem met gestructureerde wand type B T42-604/605-PVC /PP Aansluitstukken voor rioleringen - 13598-1 Aanvullende hulpstukken en inspectieputten - 13598-2-Grote inspectieputten en inspectiekamers -1451-PP voor de afvoer van afvalwater in gebouwen TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 3/197

OVERZICHT GEBRUIKTE AFKORTINGEN NBN BCCA ARCP QS TRA PCF FPC PTV ITT OCI Bureau voor Normalisatie Belgian Construction Certification Association vzw Algemeen Reglement voor de Certificatie van Producten en productiecontrolesystemen Quality System kwaliteitssysteem Onderhavig toepassingsreglement Productcontrolefiches Factory Production Control kwaliteitsborgingssysteem toegespitst op de productie Technische Voorschriften Initial type testing (initiële proeven) Certificatie instelling TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 4/197

Inhoudsopgave A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE... 7 A.1. SITUERING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN... 7 A.1.1 Situering... 7 A.1.2 Toepassingsgebied... 8 A.1.3 Referentiedocumenten... 8 A.1.3.1 Administratief structurele documenten... 8 A.1.3.2 Technische referentiedocumenten... 9 A.1.3.2.1 Bindende referentiedocumenten... 9 A.1.3.2.2 Informatieve referentiedocumenten... 9 A.2. OPVATTING VAN DE CERTIFICATIEMETHODIEK... 9 A.3. INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE CERTIFICATIE... 10 A.3.1 De certificatie-instelling (OCI)... 10 A.3.2 Adviesstructuur... 10 A.3.3 Beslissingen over de certificatie... 10 A.3.4 Inspectie-instellingen... 11 A.3.5 Externe controlelaboratoria... 11 A.4. WEDERZIJDSE ERKENNING... 11 A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK (Assessment)... 12 A.6. CERTIFICATEN... 13 A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN HET MERK... 14 A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST... 14 A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENT- UITWISSELING... 14 A.10. TARIEFSTELSEL... 14 A.10.1 Algemeen... 14 A.10.2 Soorten vergoedingen... 15 A.10.2.1 Administratieve vergoedingen... 15 A.10.2.2 Vergoedingen voor beoordelings- en controletaken... 16 A.10.3 Bijzondere raamovereenkomsten... 17 A.11. FACTURATIE... 18 A.12. Sancties... 18 A.13. Controle op monsters in de markt.... 18 B. TECHNISCH GEDEELTE... 19 B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE GECERTIFICEERDE LEVERANCIER... 19 B.1.1 Samenstelling van het technisch dossier of documentatie... 19 B.1.2 Interne productbeschrijving... 19 B.1.3 Eisen voor de organisatiestructuur van de leverancier... 20 B.1.4 Eisen voor de processen van het productiecontrolesysteem (FPC) en de eraan verbonden procedures... 21 B.1.4.1 Procedure voor interne initiële proeven en de interne productbeschrijving... 21 B.1.4.2 Procedures van grondstofcontrole... 21 B.1.4.3.Procedures voor de procesbeheersing... 22 B.1.4.4 Procedures voor de controle van de eindkwaliteit... 22 B.1.4.5 Procedures voor correctieve maatregelen... 22 B.1.4.6 Procedures voor de behandeling van producten en de markering... 22 B.1.5 Interne controleschema s... 23 B.1.6 Het intern controlelaboratorium... 23 B.1.7 Kalibraties en ijkingen... 23 B.1.8 Registraties... 24 B.1.9 Klachtenbehandeling... 24 B.2.0. Voorraad.... 24 B.2. EXTERNE EVALUaTIE EN TOEZICHT... 25 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 5/197

B.2.1 Initiële evaluatie of toelatingsonderzoek... 25 B.2.2 Toezicht... 25 B.2.2.1 Periodieke inspectie van de FPC... 26 B.2.2.2 De technische controlebezoeken... 26 B.2.2.3 Externe controleproeven... 26 B.2.2.3.1 Monsternemingsprocedure... 26 B.2.2.3.2 Schema s externe proeven... 27 B.2.2.3.3 Evaluatiemethode... 27 B.3. REGELS VOOR DE VERPAKKINGSWIJZE, DE Declassering, DE MARKERING en HEt VOORRAADBEHEER... 27 B.3.1 De verpakkingswijze... 27 B.3.2 De declassering... 27 B.3.3 Markering... 27 B.3.4 Voorraadbeheer (zie bijlage B.3.4)... 28 B.4. REGELS VOOR DE BEPALING VAN MAATREGELEN BIJ TEKORTKOMINGEN.... 28 B.4.1 Tekortkomingen in de processen voor het beheer van de productbeschrijving en de ITT 28 B.4.2 Tekortkomingen in de processen voor de FPC... 28 B.4.3 Tekortkomingen m.b.t. de kenmerken van de producten... 29 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 6/197

A. ADMINISTRATIEF GEDEELTE A.1. SITUERING, TOEPASSINGSGEBIED EN REFERENTIEDOCUMENTEN A.1.1 Situering Onderhavig document beschrijft de regels en procedures voor de certificatie van de overeenstemming van de kenmerken van de thermoplastische kunststofleidingen en kleine en grote inspectieputten met de eisen opgenomen in de respectievelijke productnormen, voor het gebruik van het BENOR-merk dat als attestering door de producent van deze overeenstemming geldt. Dit toepassingsreglement is gebaseerd op de regels en richtlijnen bepaald door de volgende referentiedocumenten: - Algemeen Reglement BENOR betreffende de overeenstemming van producten met de normen (ref. PC(TD)/TD/CM3001) opgesteld door het BIN. - het reglement voor productcertificatie in de bouwsector eveneens opgesteld door het BIN. (ref. BIN 3001/G06). - Het Algemeen Reglement voor de Certificatie van Producten en productiecontrolesystemen BCCA (verder ARCP). Dit reglement bepaalt de principes voor de organisatie van de certificatie door BCCA. - Bijzonder reglement van BCCA voor de uitvoering van controleproeven op monsters genomen in de markt in het kader van de voluntaire certificatie van producten. - De technische verwijzingsspecificaties voor de betreffende producten (zie verder). Het toepassingsreglement werd voor de eerste maal na goedkeuring van de adviesraad Thermoplastische Kunststofleidingen van toepassing gesteld op 24/01/2010 De eigenlijke tekst van het reglement wordt herzien in functie van de noodzaak. Elke wijziging wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de adviesraad. (Zie bijlage A1.1: chronologische lijst van de wijzigingen) De bijlagen worden permanent geactualiseerd. Significante wijzigingen worden eveneens voorgelegd aan de adviesraad. Het gehele document wordt één maal per jaar door de adviesraad herbevestigd. Het reglement is publiek beschikbaar en wordt aan de door BCCA gecertificeerde leveranciers en eventuele aanvragers ter beschikking gesteld. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 7/197

A.1.2 Toepassingsgebied Het toepassingsreglement voor de sector Thermoplastische Kunststofleidingen heeft betrekking op de volgende productfamilies met de familienummer: 651: Kunststofleidingsystemen met gladde of gestructureerde wand, voor het transport onder druk of drukloos, van afvalwater, rioolwater of drinkwater, ondergronds of in gebouwen. 601: Kunststofleidingsystemen voor drukloze ondergrondse rioleringen van ongeplasticeerd PVC (PVC-U), polyproyleen (PP) en polyethyleen (PE) specificaties voor inspectieputten Het BENOR-merk wordt per productiezetel verleend De regels voor de verschillende toepassingen worden in functie van de noodzaak opgesplitst. De technische schema s voor deze producten worden per product weergegeven in deel B van dit toepassingsreglement. A.1.3 Referentiedocumenten A.1.3.1 Administratief structurele documenten a. Het Algemeen Reglement voor de Certificatie van Producten en productiecontrolesystemen BCCA (verder ARCP genoemd). b. Algemeen reglement BENOR betreffende de overeenstemming van producten met de normen PC(TD)/TD/CM 3001 c. Model van BENOR reglement voor de productcertificatie in de bouwsector G06. Doc.3001/1260 d. Bijzonder reglement van BCCA voor het inrichten van nieuwe certificatieschema s voor het BENOR merk e. Bijzonder reglement van BCCA voor de uitvoering van controleproeven op monsters genomen in de markt in het kader van de voluntaire certificatie van producten. f. Aanvraagformulier voor het bekomen van een Benor-certificatie (zie bijlage A.1.3.1.) g. Reglement voor het gebruik van het BENOR-logo en de verwijzing naar het BENORmerk. Doc.3001/1063 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 8/197

A.1.3.2 Technische referentiedocumenten A.1.3.2.1 Bindende referentiedocumenten Productnormen: zie bijlage A.1.3.2.1.1 Proefnormen: zie bijlage A.1.3.2.1.2 Technische Voorschriften: zie bijlage A.1.3.2.1.3 Keuring van Materialen in contact met drinkwater: HYDROCHECK (beheer document:belgaqua: www.belgaqua.be Hydrocheck) A.1.3.2.2 Informatieve referentiedocumenten Notification of a Body pursuant to article 18 of the Construction Products directive 89/106/EEC (http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/nando/index.cfm?fuseaction=notifiedbody.main) A.2. OPVATTING VAN DE CERTIFICATIEMETHODIEK Vooraleer de Thermoplastische Kunststofleidingen op de markt kunnen gebracht worden onder het BENOR-merk dient er een toelatingsonderzoek te worden uitgevoerd door een daartoe bevoegde certificatie-instelling, hierna OCI genaamd. Wanneer uit het toelatingsonderzoek blijkt dat er voldaan is aan de eisen, gesteld in de van toepassing zijnde productnorm, stelt het OCI een BENOR Conformiteit Certificaat op. Het product kan nu onder BENOR op de markt gebracht worden. De certificatie is gebaseerd op een periodiek toezicht, op het intern ITT (= Initial Type Testing)-beheer, de productie, het productiecontrolesysteem en de eraan verbonden procedures. Normaliter bedraagt de controle 4 per jaar, mits er een gedocumenteerd productiecontrolesysteem is dat beantwoordt aan de regels, vermeld in hoofdstuk B 2. en dat aanvaard is door het OCI (zoniet 6 controles/jaar). Het OCI zal hiervoor de nodige evaluaties (FPC audit) verrichten en behoudt het recht te oordelen over het toestaan van een verminderde controle: vb 2 i.p.v. 4 controles/jaar. Bij het vaststellen van significante tekortkomingen kan dit opnieuw tot een verhoging van de van de controlebezoeken leiden.. De validiteit van de zelfcontrole wordt nagezien door controleproeven in een extern laboratorium. Fabrikanten die geen BENOR-certificaat bezitten voor thermoplastische buizen, hulpstukken en/of inspectieputten dienen een toelatingsperiode te doorlopen van tenminste 6 maanden (zie ook doc. BIN 3001/G06), tijdens deze proefperiode dient elke productie te worden gemeld aan BCCA zodat er tenminste 3 onaangekondigde controles kunnen uitgevoerd worden. Bij vaststelling van onregelmatigheden tijdens deze controles kan het BENOR-merk onmiddellijk worden opgeschort en de betreffende producties dienen te worden vernietigd. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 9/197

Fabrikanten de reeds in het bezit zijn van een BENOR-certificaat voor thermoplastische buizen, hulpstukken en/of inspectieputten en die het BENOR-merk aanvragen voor producten die het voorwerp uitmaken van een ander toepassingsreglement, dienen een toelatingsperiode van tenminste 3 maanden te doorlopen. Tijdens deze proefperiode dient elke productie te worden gemeld aan BCCA zodat er tenminste 2 onaangekondigde controles kunnen uitgevoerd worden. Bij vaststelling van onregelmatigheden tijdens deze controles kan het BENOR-merk onmiddellijk worden opgeschort en de betreffende producties dienen te worden vernietigd. Externe stock controles worden beschouwd als uitzonderlijke controlebezoeken en dienen als dusdanig vergoed worden. ( A.10.2.2.e) De geldigheid van de BENOR Conformiteit Certificaat dient om de drie jaar herbevestigd te worden door de OCI aan de leverancier. Dit gebeurt op voorwaarde dat de controlebezoeken en externe proeven werden uitgevoerd met positief resultaat. De lijst van de BENOR gecertificeerde producenten en producten wordt weergegeven op de website www.bcca.be. A.3. INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE CERTIFICATIE A.3.1 De certificatie-instelling (OCI) De organisatie van de certificatie is door het NBN_New Belgian Standardization Organisation toevertrouwd aan BCCA ( Belgian Construction Certification Association vzw ) die hiervoor een certificatiesysteem inricht dat beantwoordt aan de eisen van NBN EN ISO/IEC 17021 1 ( 45011 2 ). A.3.2 Adviesstructuur BCCA heeft voor de in dit reglement opgenomen productfamilie een adviesraad opgericht (samenstelling: zie bijlage A.3.2) A.3.3 Beslissingen over de certificatie De beslissingen over de certificatie (toekenning, intrekking en andere maatregelen) worden genomen door de directeur van BCCA in overleg met een intern kerncomité genaamd: Certificatiecomité Kunststofleidingsystemen (samenstelling: zie bijlage A.3.3.1). Alle belangrijke probleemstellingen binnen de dossiers worden voorgelegd aan een raad van deskundigen Certificatieraad Kunststofleidingsystemen genaamd (samenstelling: zie bijlage A.3.3.2), die een volstrekte vertrouwelijkheid toepast met betrekking tot dossiergebonden informatie. Het certificatiecomité en de certificatieraad kunnen aan de adviesraad vragen stellen over de interpretatie van de toepasselijke reglementen zonder dat dossiergebonden informatie vrijgegeven wordt. 1 ISO/IEC 17021 Conformiteitsbeoordeling - Eisen voor instellingen die audits en certificatie van managementsystemen uitvoeren (ISO/IEC 17021:2006) = EN ISO/IEC 17021:2006 2 45011:1998 Algemene eisen voor instellingen die productcertificatie-systemen uitvoeren (ISO/IEC Guide 65:1996) = EN 45011:1998 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 10/197

A.3.4 Inspectie-instellingen De inspectie-instellingen die in naam van BCCA de controles in de productie-eenheden uitvoeren, werken volgens de relevante richtlijnen van de norm ISO/IEC 17020 3 en hebben voor deze opdrachten een overeenkomst met BCCA die de wederzijdse verplichtingen vastlegt. De inspectie-instellingen zijn bij voorkeur geaccrediteerd volgens de genoemde norm. Bij ontstentenis van een dergelijke accreditatie worden andere erkenningen aanvaard. In elk geval houdt BCCA een passend toezicht op het werk van de inspectie-instellingen. Bijlage A.3.4 geeft de lijst met gemandateerde instellingen met hun werkgebied. A.3.5 Externe controlelaboratoria BCCA aanvaardt externe controleproeven uitgevoerd door genotificeerde laboratoria of andere laboratoria die werken in overeenstemming met de relevante eisen van de norm ISO/IEC 17025 4. en die hiervoor met BCCA een overeenkomst hebben die de wederzijdse verplichtingen vastlegt. De laboratoria zijn bij voorkeur geaccrediteerd volgens de genoemde norm. De proeven mogen ook uitgevoerd worden door gemandateerden van buitenlandse certificatie instellingen die eveneens werken volgens EN ISO/IEC 17025 Aangezien BCCA de verantwoordelijkheid over de certificatie draagt,behoudt BCCA zich het recht om bepaalde laboratoria niet te aanvaarden. In elk geval houdt BCCA een passend toezicht op het werk van de laboratoria. Bijlage A.3.5 geeft de lijst met gemandateerde laboratoria. A.4. WEDERZIJDSE ERKENNING Voor de sector van de Kunststofleidingsystemen wordt telkens de noodzaak zich voordoet gebruik gemaakt van het principe van de wederzijdse erkenning. De wederzijdse erkenning houdt in dat twee instellingen de organisatie van de externe controle geheel of gedeeltelijk aan elkaar delegeren mits een passend toezicht. Elke instelling blijft echter verantwoordelijk voor zijn eigen certificatie en dient zich ervan te vergewissen dat de eraan verbonden regels door de andere instelling gerespecteerd worden. De afspraken over de toepassing van deze regels worden vastgelegd in een raamovereenkomst. In bijlage A.4 is een overzicht gegeven van de OCI s waarmee BCCA een akkoord van wederzijdse erkenning heeft met vermelding van de betrokken inspectie-instellingen. 3 ISO/IEC 17020:2004 Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoeren (ISO/IEC 17020:1998) = EN ISO/IEC 17020:2004 4 EN ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria (ISO/IEC 17025:2005) = EN ISO/IEC 17025:2005/AC:2006 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 11/197

A.5. VERLOOP VAN HET TOELATINGSONDERZOEK (ASSESSMENT) Het toelatingsonderzoek verloopt volgens 12.2 van het ARCP. Hieronder wordt in het kort het verloop van het toelatingsonderzoek weergegeven. Essentieel hierbij is dat het toelatingsonderzoek per productieplaats wordt uitgevoerd: indienen van een aanvraag door de leverancier BCCA maakt een offerte op en stelt een team samen (hoofdverantwoordelijke en coauditors). Deze offerte dient ondertekent en betaald te zijn alvorens het initiële onderzoek een aanvang kan nemen. nazicht van de interne ITT (= Initial Type Testing) van de leverancier en de daaraan gekoppelde productgroepindeling verzamelen van bestaande proefresultaten rekening houdend met de voorwaarden die hieraan gesteld worden in het ARCP uitvoeren van de monsternemingen voor testen in daartoe bevoegde laboratoria evaluatie van de proefresultaten initiële inspectie van het productiecontrolesysteem (FPC = Factory Production Control) en de eraan verbonden procedures er wordt een assessment rapport inclusief productcataloog opgemaakt die wordt voorgelegd aan de certificatieraad de certificatieraad geeft zijn advies door middel van de fiche beoordeling van certificeerbaarheid. Nadat het dossier een gunstige beoordeling van certificeerbaarheid heeft wordt een (raam)overeenkomst opgesteld tussen BCCA en de leverancier en worden de BENOR certificaten afgeleverd. BCCA zal de nodige administratieve en technische informatie betreffende de onderzochte producten publiceren op de BCCA-website. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 12/197

A.6. CERTIFICATEN BCCA zal aan de leverancier voor elk product per productie-inrichting en eventueel per productielijn overeenkomstig het ARCP een BENOR conformiteitscertificaat ter beschikking stellen. Het certificaat kan betrekking hebben op meerdere producten met verschillende gedeclareerde eigenschappen. Deze certificaten dragen een code AAA BBB CCCC DDDD EEEE, opgebouwd uit volgende elementen: AAA : code voor het certificatiesysteem (= BB voor BENOR merk) BBB : code voor de productsoort (productfamilie) (= 651 voor thermoplastische kunststofleidingen, 601 voor inspectieputten en toezichtskamers) CCCC : identiteitsnummer van de leverancier DDDD : technisch referentienummer van het product of een groep van producten EEEE : identificatie van de productie-inrichting. In bijlage A.6.1. bevindt zich een blanco voorbeeld van een BENOR-certificaat opgemaakt door BCCA. Dit certificaat vermeldt: het certificaatnummer de productnaam wie het product op de markt brengt de fabrikant de desbetreffende normen de datum van aflevering beperkingen Het certificaat blijft geldig zolang er voldaan blijft aan de voorwaarden gesteld in de vermelde normen, er zich geen significante wijzigingen voordoen en het periodiek toezicht wordt uitgevoerd met gunstig resultaat. De geldigheid van het certificaat dient jaarlijks bevestigd te worden door BCCA aan de leverancier. Voor wat betreft de verschillende gecertificeerde eigenschappen verwijst het certificaat naar de productcataloog. De productcataloog geeft een overzicht van de verschillende producten die onder certificatie vallen, waarbij de gedeclareerde waarden per eigenschap en per product vermeld worden. Een voorbeeld van een productcataloog bevindt zich in bijlage A.6.2. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 13/197

A.7. ADMINISTRATIEVE REGELS VOOR HET GEBRUIK VAN HET MERK Voor wat betreft de administratieve regels voor het gebruik van het BENOR merk wordt verwezen naar ARCP A.8. CERTIFICATIEOVEREENKOMST De certificatieovereenkomst wordt opgesteld door BCCA volgens 10 van het ARCP. De overeenkomst is een confidentieel document dat enkel wordt voorgelegd aan de leden van de certificatieraad. De overeenkomst bevat een administratief en een technisch gedeelte. Ze wordt voorzien van bijlagen per product die de checklijsten en controleschema s bevatten, opgemaakt op basis van dit reglement. A.9. VERLOOP VAN HET TOEZICHT COMMUNICATIE EN DOCUMENT- UITWISSELING Het toezicht start vanaf de ondertekening van de certificatieovereenkomst en verloopt volgens de modaliteiten bepaald in 8.3 van het ARCP. De verslaggeving van de controles geschiedt volgens 8.6 van het ARCP. Indien de Leverancier niet de producent is (vb: verkoopskantoor, of plaatselijke verdeler,...) of indien er meerdere productie-eenheden zijn, heeft BCCA het recht om een van de verkoop onafhankelijke vertegenwoordiger te vragen als communicatieverantwoordelijke tussen aanvrager en BCCA, die beslissingsrecht heeft voor elke betrokken productie-eenheid en die desgevallend op uitnodiging aanwezig kan zijn op adviesraden. A.10. TARIEFSTELSEL A.10.1 Algemeen Het tariefstelsel is opgevat volgens 13 van het ARCP en bevat volgende vergoedingen. Het financieel stelsel is zodanig opgevat dat het toelaat dat de beslissingen over de certificatie door BCCA in volle onafhankelijkheid kunnen worden genomen zoals de 45011 5 het voorschrijft. Dit betekent dat BCCA en de instellingen die voor haar in onderaanneming werken, volgens tarieven opgenomen in het financieel stelstel, op dusdanige wijze worden vergoed dat zij op continue wijze de nodige competentie, zoals geëist in de met hun activiteit overeenstemmende normen kunnen garanderen. In de certificatieovereenkomst wordt verwezen naar het sectorieel financieel stelsel. Desgevallend worden individuele regelingen toegevoegd. De bedragen zijn onderhevig aan de index voor de bouw. 5 45011:1998 Algemene eisen voor instellingen die productcertificatie-systemen uitvoeren (ISO/IEC Guide 65:1996) = EN 45011:1998 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 14/197

Alle vermelde bedragen zijn geldig voor het jaar 2010 en zullen jaarlijks aangepast worden op basis van de volgende formule: ( S) h = h0 S 0 waarin: h = herzien bedrag h 0 = basisbedrag S = waarde van de algemene index S gepubliceerd door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur Algemene Technische Diensten het laatste trimester van het jaar dat het beschouwd jaar voorafgaat S 0 = waarde van S van het laatste trimester van 2009 A.10.2 Soorten vergoedingen Per taak in het kader van het certificatieproces zijn volgende vergoedingen van kracht. A.10.2.1 Administratieve vergoedingen a. Vergoeding voor het openen van een certificatiedossier (administratief ingangsrecht) BCCA heeft het recht per nieuw dossier en per wijziging of aanvulling een vergoeding te vragen voor: Het administratief ingangsrecht is afhankelijk van de complexiteit van de aanvraag. eenvoudig normaal complex Onderzoek beschikbare normen 800 1600 2400 opstellen van PTV voor het BENOR-merk 2000 4000 6000 Opstellen van een nieuwe bijlage aan het basistoepassingsreglement 1600 3200 4800 opstellen van een controleovereenkomst 800 1600 4800 aanpassen van een controleovereenkomst 100 800 1600 (De complexiteit van de aanvraag wordt bepaald door de certificatieraad) b. Permanente retributie BCCA vraagt gedurende de certificatieperiode een permanente (jaarlijkse) bijdrage voor het algemeen takenpakket dat bestaat uit: De opstelling van een kwaliteitssysteem en reglementen. De inrichting van Adviesraden en beslissingsorganen voor de certificatie. Het bijhouden van de certificatiedossiers en eventuele sanctie- en opvolgingsmaatregelen. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 15/197

Het opvolgen en actief begeleiden van de technische regelgeving die aan de grond ligt van de certificatiereglementen. De organisatie van de delegatie van inspecties en laboratoriumproeven en de beoordeling van de resultaten van de externe controleproeven. Deze retributie is afhankelijk van het aantal certificaten en het aantal systemen (normen): - voor de eerste 10 certificaten: 51,13 per certificaat (2 uur/jaar/certificaat) - vanaf het 11 de t/m 20 ste certificaat: 25,56 per certificaat (1 uur/jaar/certificaat) - vanaf het 21 ste certificaat: 12,78 per certificaat (0,5 uur/jaar/certificaat) vermeerderd met 0,15% van de omzet van de onder het BENOR merk geproduceerde goederen en waarbij vanaf het vierde jaar de omzet berekend wordt uit het gemiddelde van de drie, aan het facturatie-jaar, voorafgaande jaren. Deze regeling geldt eveneens voor de putten doch indien de som van de kosten voor de certificaten vermeerderd met 0,15 % van de omzet van de onder het BENOR merk geproduceerde producten, minder bedraagt dan 2500 dan wordt minimum 2500 aangerekend. A.10.2.2 Vergoedingen voor beoordelings- en controletaken a. De initiële productbeoordelingen en FPC-inspecties Initiële ITT beoordeling: - studie van de representativiteit van de interne en externe monsternemingen voor het reëel geproduceerde - identificatie en variatie van de gebruikte grondstoffen en effect op de eindprestaties - technische kwaliteit van het productiesysteem en de zelfcontrolemiddelen bestaat uit bezoeken met voorbereiding, interpretatie en verslaggeving 1051,74 /dag Voor productieplaatsen in het buitenland dient dit vermeerderd te worden met de verplaatsings- en verblijfskosten. Initiële FPC beoordeling: Audit van het productiecontrolesysteem: 1051,74 /dag (volgens omvang en toestand systeem). Voor productieplaatsen in het buitenland dient dit vermeerderd te worden met de verplaatsings- en verblijfskosten. b. Periodieke controles De periodieke controle bestaat uit periodieke FPC-inspecties en technische controlebezoeken. De evaluatie van beide aspecten kan gescheiden of gecombineerd gebeuren. Deze prestaties gebeuren door BCCA zelf of door een inspectie-instelling die in onderaanneming werkt. BCCA kan de controlevergoedingen zelf innen en doorbetalen of ze kan toelaten dat de inspectie-instelling rechtstreeks aan de leverancier factureert. De vergoedingswijze moet in de certificatieovereenkomst worden opgenomen. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 16/197

De vergoeding geschiedt normaliter per trimester waarbij rekening wordt gehouden met: de tijdsduur van het bezoek in het bedrijf met inbegrip van de verplaatsingstijd. Deze tijdsduur wordt bepaald in functie van het aantal en de complexiteit van gecertificeerde producten en het type FPC. De exacte duur is terug te vinden in de controleovereenkomst. de voorbereiding en de verslaggeving de verplaatsings- en verblijfskosten. Het conventioneel dagtarief dat deze prestatie dekt is 1051,74 /dag. c. Monsternemingen De monsternemingen, vereist in het kader van de certificatie (toelatingsonderzoek of permanent toezicht), kunnen in het kader van inspectiebezoeken geschieden of ze kunnen afzonderlijk georganiseerd worden. De vergoeding wordt op dezelfde wijze berekend als deze voor de inspectiebezoeken. Het conventioneel dagtarief bedraagt 1051,74 /dag. De leverancier zorgt voor het transport van de genomen monsters naar het extern labo. d. Laboratoriumproeven De vergoeding voor de laboratoriumproeven in het kader van de externe controle wordt rechtstreeks door het laboratorium aan de leverancier gefactureerd. e. Bijzondere vergoedingen Bezoeken in de toelatingsperiode of indien ingevolge de vaststelling van tekortkomingen bij de externe controle-activiteiten met betrekking tot het productiecontrolesysteem of de overeenkomstigheid van de productkwaliteit met de specificatie, kan het nodig zijn aanvullende controles of proeven uit te voeren. Deze bijkomende controles worden vergoed volgens dagtarief: 1051,74 /dag en in voorkomend geval vermeerderd met de verplaatsings en verblijfkosten. A.10.3 Bijzondere raamovereenkomsten Bijzondere raamovereenkomsten zijn mogelijk: voor producenten die een product onder verschillende benamingen op de markt brengen voor gemeenschappelijke controles in opdracht van meerdere certificatie-instellingen die voor dezelfde producent producten certificeren. voor leveranciers die zelf niet produceren maar producten aankopen bij andere gecertificeerde leveranciers en deze in eigen naam commercialiseren. In al deze gevallen wordt een bijzonder financieel stelsel uitgewerkt dat compatibel is met de reglementen voor de verschillende producten. Dit bijzonder stelsel moet worden goedgekeurd door alle betrokken Certificatieraden en opgenomen in de multilaterale raamovereenkomst. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 17/197

A.11. FACTURATIE De vergoedingen voor de reguliere prestaties in het kader van het toezicht en monsternemingen worden driemaandelijks gefactureerd door BCCA samen met de over vier kwartaalbijdragen verdeelde jaarlijkse retributie. In het geval van raamovereenkomsten geschiedt de facturatie op basis van de volledige overeenkomst. Bijzondere vergoedingen zoals het ingangsrecht en vergoedingen voor initiële of speciale prestaties worden door BCCA gefactureerd na afwerking van de betreffende verslagen. Alle genoemde bedragen worden aan BCCA betaald binnen de 30 dagen na factuurdatum. Inspectiebezoeken door buitenlandse instellingen worden door deze laatste rechtstreeks gefactureerd aan de leverancier. De kosten voor laboratoriumproeven worden rechtstreeks door de leverancier aan de laboratoria betaald. De eventuele verplaatsings- en verblijfskosten in het buitenland zijn nog niet inbegrepen in de hierboven vermelde bedragen. A.12. SANCTIES De beslissing tot het uitvoeren van sancties wordt genomen door BCCA na advies van de Certificatieraad. Desgevallend wordt het principieel advies gevraagd van de Adviesraad van BCCA. Tekortkomingen die onderhevig zijn aan sancties. Zie bijlage A.12 A.13. CONTROLE OP MONSTERS IN DE MARKT. De monsternemingen in de markt gaan van start vanaf de ondertekening van de certificatieovereenkomst en verloopt volgens de modaliteiten bepaald in Het bijzonder reglement van BCCA voor de uitvoering van controleproeven op monster genomen in de markt in het kader van de voluntaire certificatie van producten. (3 de versie 11/10/02) Deze monsternemingen kunnen geschieden naar aanleiding van: - gedeelde monsterneming - toevallige vaststellingen in de markt door BCCA van BENOR gemarkeerde producten. - klachten van derden (gebruikers) Zie bijlage A.13 betreffende de verschillende mogelijkheden. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 18/197

B. TECHNISCH GEDEELTE B.1. VERPLICHTINGEN VAN DE GECERTIFICEERDE LEVERANCIER De leverancier dient te beschikken over een productiecontrolesysteem overeenkomstig 7 van het ARCP waarvan de kenmerken hierna gesynthetiseerd zijn weergegeven. B.1.1 Samenstelling van het technisch dossier of documentatie De documentatie van het productiecontrolesysteem bevat minstens volgende elementen: - De specificatie of externe productbeschrijving voor de gecertificeerde producten. - De interne productbeschrijving (of productspecificaties) die de grondstofcriteria, grondstofnaam, naam van de leveranciers en procesparameters per product bevat. - Een beschrijving van het productiesysteem (installaties en productieprincipes). - Een beschrijving van het zelfcontrolesysteem in overeenstemming met de eisen van het toepassingsreglement (controleschema s, proefmethoden, laboratorium, kalibraties en ijkingen). - Een beschrijving van de registratie van de gegevens met betrekking tot de zelfcontrole. De documentatie moet permanent de werkelijke toestand in de productie-eenheid weergeven. De leverancier moet BCCA in kennis stellen van elke significante (o.a. m.b.t. de identificatieof prestatiekenmerken, naamsverandering, wijziging van de productieplaats of het productieproces,..) wijziging van de documentatie teneinde de nodige bijkomende inspecties mogelijk te maken. De leverancier dient te beschikken over een systeemhandboek dat voor alle acties met betrekking tot de productie en de zelfcontrole geschreven procedures bevat die in voldoende mate de transparantie van de werking van de FPC illustreren (zie B 1.4.). Dit FPC handboek kan deel uitmaken van een volledig handboek voor de gehele bedrijfsorganisatie die gecertificeerd kan zijn volgens ISO 9001:2000. In dat geval dient het deel met betrekking tot de FPC duidelijk geïdentificeerd te worden. B.1.2 Interne productbeschrijving De leverancier moet beschikken over een interne productbeschrijving die alle producten betreft die onder certificatie op de markt worden gebracht. Deze beschrijving moet alle producten volledig identificeren. Deze identificatie moet in overeenstemming zijn met de gegevens die opgenomen zijn in publiek verspreide technische productfiches. Per product moet het verband worden bepaald tussen de prestatie-eigenschappen en de samenstellings- en productiegegevens, met inbegrip van de variatie op eisen voor deze gegevens. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 19/197

De productbeschrijving moet verwijzen naar de interne initiële proeven die aan de basis ervan liggen. De vorm van de productbeschrijving is vrij te kiezen en mag gegevens bevatten die naar de inspectie toe gecodeerd zijn. Ze moet echter voldoende transparant zijn om te kunnen vaststellen dat de producteigenschappen beheerst worden. Tenzij anders vermeld in de bijlage van dit reglement verstaat men onder product: - hetzij een buis - hetzij een hulpstuk - hetzij een grote of een kleine inspectieput of toezichtkamer en dienen de opgenomen figuren met betrekking tot de hulpstukken, als louter illustratief beschouwd te worden. De buizen en hulpstukken worden bepaald door hun samenstelling, hun toepassing, hun vorm en hun afmetingen. De in de handel gebruikte eenheid is: - de meter voor buizen - het stuk voor de hulpstukken - het stuk voor de inspectieputten. Dichtingsringen: De dichtingsringen moeten, voldoen aan 681-1 (rubberen dichtingen in gevulkaniseerd rubber) of 681-2 (rubberen dichtingen in thermoplastische elastomeren). De conformiteit met deze normen dient aangetoond te worden door middel van het merk van overeenkomstigheid BENOR of gelijkwaardig. De gelijkwaardigheid wordt, aan de hand van een vastgelegde procedure, binnen de gemeenschappelijke certificatieraad BCCA/COPRO nagegaan. Een Certificaat moet tevens de klassificatie volgens de betreffende norm dragen en afgeleverd zijn door een erkend organisme. De dichtingsringen dienen tevens te voldoen aan de wetgeving inzake CE-markering. B.1.3 Eisen voor de organisatiestructuur van de leverancier De organisatiestructuur moet toelaten dat de overeenkomstigheid van de producten met de specificatie daadwerkelijk kan gegarandeerd worden. Daartoe moeten de zelfcontrole en de registratie daarvan onafhankelijk geschieden van de productie- en verkoopsleiding. Het controlepersoneel moet voldoende bekwaam zijn om de proefresultaten te interpreteren en de productkwaliteit te beoordelen. De aanwezigheid van het controlepersoneel dient zo te worden geregeld dat de zelfcontrole representatief is voor de gehele productie. De verantwoordelijkheden en relaties van de bij de productie en de controle betrokken personeelsleden moeten duidelijk vastgelegd worden. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 20/197

B.1.4 Eisen voor de processen van het productiecontrolesysteem (FPC) en de eraan verbonden procedures Onderhavig hoofdstuk bevat een beschrijvende opsomming van alle procedures die in het FPC-systeem dienen aanwezig te zijn. In principe mag de leverancier deze procedures uitwerken volgens zijn eigen bedrijfsorganisatie in zoverre ze beantwoorden aan het gestelde doel. Een procedure is dikwijls gekoppeld aan een controleschema. Voor sommige procedures (vooral voor de controle van het eindproduct) worden in het reglement verplichte controleschema s opgelegd. In de certificatieovereenkomst kan een nadere precisering van de vastgelegde procedures worden opgenomen. Hiervoor kan een checklijst worden opgesteld naar het model van bijlage B.2.1.2. B.1.4.1 Procedure voor interne initiële proeven en de interne productbeschrijving De leverancier dient te beschikken over procedures waarmee hij, vooraleer de productie onder certificatie te starten of reeds gecertificeerde producten wijzigt, zichzelf verzekert dat hij de vooropgestelde prestaties kan halen. Hiervoor moeten initiële proeven worden verricht op basis waarvan de interne productbeschrijving wordt vastgelegd. De bedoelde gegevens kunnen worden bekomen door: - specifieke proeven in het eigen laboratorium - proeven in een extern laboratorium dat voor rekening van de leverancier werkt - een statistische analyse van de periodieke zelfcontroleproeven - informatie uit de literatuur of wetenschap. Bij ontstentenis van de door BCCA aanvaarde eigen procedures en controleschema s dient de leverancier bij elke significante wijziging van de productspecificatie de controleschema s te volgen die aangegeven zijn in B.1.5. B.1.4.2 Procedures van grondstofcontrole De leverancier moet beschikken over procedures voor het nazicht van de overeenkomst van de grondstoffen met de specificatie in de interne productbeschrijving. Hij heeft hierbij de keuze tussen: - het gebruik van door BCCA erkende certificaten of conformiteitsverklaringen van de leverancier van de grondstoffen met administratief nazicht - een eigen, door BCCA aanvaarde, receptieprocedure. Deze procedures moeten leiden tot een adequate registratie. Bij ontstentenis van door BCCA aanvaarde eigen procedures en controleschema s dient de leverancier de controleschema s te volgen die aangegeven zijn in B.1.5 TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 21/197

B.1.4.3.Procedures voor de procesbeheersing De leverancier moet beschikken over procedures waarmee hij kan aantonen dat hij het productieproces beheerst. Dit betekent dat de procesparameters correct worden ingesteld en dat hiervoor concrete indicatoren bestaan die ook werkelijk gebruikt en geïnterpreteerd worden. Het kan hierbij gaan om machine-instellingen of proeven op halffabrikaten. Bij ontstentenis van door BCCA aanvaarde eigen procedures en testschema s dient de leverancier minstens de controleschema s te volgen die aangegeven zijn in B.1.5 B.1.4.4 Procedures voor de controle van de eindkwaliteit De leverancier dient de eindkwaliteit van de gecertificeerde producten regelmatig te verifiëren volgens de controleschema s vermeld in B.1.5. Hij dient hiervoor een monsternemingplan op te stellen waarmee op een transparante wijze kan worden aangetoond dat de interne monsternemingen representatief zijn voor de onder certificatie verkochte producten. De procedures hiervoor dienen door de certificatie-instelling te worden aanvaard, inzonderheid de wijze van registreren van productieloten en monsternemingen. De leverancier moet met het oog op een correcte zelfcontrole processen hebben voor de instandhouding van het laboratorium en de kalibratie van de meettoestellen. Hij dient deze processen af te stemmen op het schema vermeld in B.1.7. Het proces voor de registratie van de proefresultaten dient transparant te zijn. B.1.4.5 Procedures voor correctieve maatregelen De leverancier moet beschikken over procedures om de zelfcontroleresultaten te interpreteren en de resultaten van deze interpretatie aan te wenden voor de nodige correcties aan het grondstofgebruik en het productieproces. Bij vaststelling van onvoldoende resultaten van prestatieproeven of andere tekortkomingen moet hij naargelang het geval o.a. volgende maatregelen treffen: - nazicht van de meetmethodes - correcties van de interne productbeschrijving (grondstofcriteria, ) - acties naar de grondstofleverancier toe - correctie van het productieproces - bekendmaking van de tekortkoming aan de betreffende klanten. B.1.4.6 Procedures voor de behandeling van producten en de markering De leverancier moet beschikken over procedures waarmee hij zichzelf verzekert dat geen nietconforme producten onder certificatie op de markt komen. Daartoe dient hij minstens de in B.3 vermelde regels te volgen. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 22/197

B.1.5 Interne controleschema s De in het kader van de zelfcontrole opgelegde verificaties voor de verschillende productfamilies zijn opgegeven in de type controleschema s: zie bijlage B.1.5. Deze stemmen overeen met de processen genoemd in B.1.4. De zelfcontroleschema s zijn opgedeeld in: interne ITT-schema s FPC-schema s (= schema s voor de controle op de grondstoffen, de controles tijdens het productieproces en de controles op de eindproducten) - zelfcontrole afgewerkt product (dit schema geeft een gedetailleerdere versie van het FPC-schema voor wat betreft het eindproduct). In de certificatieovereenkomst worden de volledig geïmplementeerde controleschema s en de criteria vastgelegd. B.1.6 Het intern controlelaboratorium Met het oog op een voldoende beheersing van het productieproces en een elementaire verificatie van de kwaliteit van de uitgaande producten, dient de fabrikant over een intern laboratorium te beschikken voor het uitvoeren van de vereiste metingen en proeven. Desgevallend kan hij deze proeven eveneens (laten) uitvoeren in een labo van een zusterbedrijf. In uitzonderingsgevallen kan beroep gedaan worden op een extern labo. De meet- en proefmethoden die door de producent zelf moeten uitgevoerd worden, bevinden zich in de bijlagen B.1.5.1 en B.1.5.2 B.1.7 Kalibraties en ijkingen Alle meet- en proefapparatuur die door de producent wordt gebruikt, moet met een verantwoorde en volgens een bepaalde methodiek worden geijkt of gekalibreerd. In overeenstemming met 7.7 van het ARCP zijn in bijlage B.1.7 voor een aantal meet- en proefapparatuur minimum eisen opgegeven voor deze ijkingen en kalibraties. Voor andere meet- en proefapparatuur dient de ijking en kalibratie te gebeuren volgens de gedocumenteerde procedures van de leverancier. De registratie van de ijkingen en kalibraties zal minimum 10 jaar bewaard worden. De gebruikte apparatuur moet voldoende juist zijn om aan de gevraagde toleranties te kunnen voldoen. De personen die verantwoordelijk zijn voor en/of die de kalibraties uitvoeren, dienen hiervoor geschikt te zijn door een opleiding, training en/of ervaring. Het kwaliteitssysteem van de fabrikant dient hiervoor de nodige instructies te omvatten. Indien de fabrikant de constantheid van zijn meetapparatuur kan aantonen aan de hand van geregistreerde gegevens, kan BCCA afwijkingen ten opzichte van de in bijlage B1.7 weergegeven s toestaan TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 23/197

B.1.8 Registraties De voorschriften van het ARCP zijn van toepassing. De registers moeten in die zin opgesteld zijn dat op een eenvoudige manier kan achterhaald worden welke producten vermeld in het register vallen onder BENORproductie. Ze moeten minstens de datum van uitvoering en een productiecode bevatten, zodanig dat een eenduidige en eenvoudige traceerbaarheid mogelijk is. Indien de registraties direct of indirect elektronisch worden opgeslagen dan treft de fabrikant de nodige maatregelen opdat deze gegevens niet kunnen verloren gaan. Tevens moeten de registers een beoordeling van de resultaten bevatten met als doel een eenvoudige identificatie van niet-conforme resultaten die al dan niet leiden tot afkeur. De interne criteria gebruikt voor de beoordeling van de proefresultaten ivm BENOR moeten beschikbaar zijn. De registers moeten beschikbaar zijn daar waar de controlebezoeken plaatsvinden en zullen minimum 10 jaar bewaard worden. De producent dient de resultaten gevonden in het kader van de eigencontrole te evalueren ivm het in de hand houden van het productieproces. Indien informatisering van de eigencontroleresultaten beschikbaar is, dient hierop een statistische interpretatie te gebeuren door de producent. B.1.9 Klachtenbehandeling In overeen stemming met het ARCP 7.9, is de leverancier gehouden alle klachten met betrekking tot de productkwaliteit te behandelen en alle gegevens m.b.t. de klacht en de behandeling bij te houden in een register, dat toegankelijk dient te zijn voor het de controleinstelling. B.2.0. Voorraad. Indien de mogelijkheid bestaat dat er geen voorraad is van BENOR buizen in de eigen opslag, dient de producent van elke productie minstens 1 buis (lengte is minimum 5 m) te bewaren tot het bezoek van de externe evaluatie. Dit om de auditor toe te laten tijdens een externe evaluatie om buistypes te kiezen voor interne beproeving en voor audit testing, TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 24/197

B.2. EXTERNE EVALUATIE EN TOEZICHT De initiële evaluaties en het extern toezicht worden georganiseerd volgens de principes beschreven in 8 van het ARCP. B.2.1 Initiële evaluatie of toelatingsonderzoek Een initiële evaluatie of toelatingsonderzoek wordt uitgevoerd bij aanvraag voor certificatie van het product en telkens wanneer een wijziging wordt aangebracht aan de productcataloog, het productiesysteem of het productiecontrolesysteem. Zie onderstaande tabel. N: nieuwe systemen D: veranderd design M: veranderd materiaal E: uitbreiding van het product P: verandering van de productiemethode Deze vermeldingen zijn louter informatief en in voorkomend geval zullen in overleg met het Certificatiecomité de extra uit te voeren proeven besproken worden. Het programma voor een toelatingsonderzoek bevat volgende elementen: a. Deel productbeoordeling Het bepalen van de te certifiëren productcataloog en de interne productbeschrijving. Het onderzoek van de methodologie van de interne initiële proeven en de resultaten daarvan aan de hand van een ITT-checklist (zie bijlage B 2.1.1). Het nazicht van de beschikbare resultaten uit de zelfcontrole of vroegere externe controleproeven. Een programma voor proeven in een extern laboratorium (externe ITT): Dit volgens de specificaties van de ITT tabellen in de bijlagen volgens de overeenkomstige norm of normen Er kan rekening gehouden worden met bestaande proefrapporten voor zover deze proeven uitgevoerd werden in geaccrediteerde laboratoria, van een recente datum zijn en de resultaten voldoen. De keuze van de monsters zal op dusdanige manier gebeuren dat deze zo representatief mogelijk zijn voor het werkelijk geproduceerde door de leverancier. b. Deel FPC Een initiële inspectie van het productiecontrolesysteem (per productielijn), inbegrepen: - de documentatie - de organisatiestructuur - de beheersprocessen. De inspectie geschiedt aan de hand van een checklist (zie bijlage B.2.1.2). B.2.2 Toezicht Het toezicht voor het behoud van de certificatie bevat volgende delen: - periodieke inspectie van de FPC - de technische controlebezoeken - externe controleproeven. TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 25/197

B.2.2.1 Periodieke inspectie van de FPC Bij deze inspectie wordt nagegaan of de bij het initieel onderzoek gevalideerde processen concreet geïmplementeerd worden en of het FPC systeem onveranderd geldig is gebleven. Indien wijzigingen vastgesteld worden, wordt een aanvullend toelatingsonderzoek uitgevoerd. De periodieke FPC inspectie kan in combinatie met de technische productcontrole bezoeken gebeuren. Ze geschiedt aan de hand van een checklist, opgesteld op basis van het model in bijlage B.2.1.2. Deze checklist maakt deel uit van de certificatieovereenkomst en wordt dus per leverancier opgemaakt. B.2.2.2 De technische controlebezoeken Tijdens deze bezoeken worden volgende controles verricht: - het nazicht van de geregistreerde resultaten van de zelfcontrole - het nazicht van de laboratoriumuitrusting en het naleven van de meet- en proefprocedures door het bijwonen van proeven op zelf gekozen monsters volgens een door de fabrikant opgesteld schema rekening houdend met proeven en de proefs van de tabellen in de betreffende bijlage(n) - het nazicht van de markering, de declassering, de expeditie, de leveringsdocumenten, het voorraadbeheer, enz. - het uitvoeren van monsternemingen. De controlebezoeken vinden plaats per productie-eenheid. B.2.2.3 Externe controleproeven B.2.2.3.1 Monsternemingsprocedure Het door BCCA aangeduide controleorganisme neemt de buizen, hulpstukken en/of inspectieputten willekeurig hetzij uit de stock, hetzij rechtstreeks uit de productie. Zowel de buizen als de hulpstukken zijn ingedeeld in groepen, het aantal te nemen monsters is in functie van deze indeling in groepen: - Diametergroepen: van toepassing op buizen en hulpstukken. - Componentgroepen: van toepassing op de hulpstukken. De inspectieputten zijn ingedeeld in grootte en klassen afhankelijk van de diameter, de inbouwdiepte en de op te nemen belasting. De monsternemingen gebeuren bij de producent of een distributeur. Een overzicht van de uit te voeren periodieke externe proeven, de en van het aantal te bemonsteren materiaal is weergegeven in de tabellen van de bijlagen B.1.5.2. van de respectievelijke normen. Bij de monsterneming wordt een monsternemingsfiche ingevuld (voorbeeld zie bijlage B.2.2.3.1.) TRA: BB-651/601 versie: 1_ 2010/02/24 nl Cle Administratief en technisch deel Herziening: 26/197