Aanbesteding Concessie Zuidoost Brabant Tweede extra Nota van Inlichtingen - 23 oktober 2015 Mededelingen # hoofdstuk artikel pagina onderwerp Mededeling M30 NvI3 Vraag 167 In vraag 167 (NvI3) en vraag 203 (NvI4) is gevraagd om de referentiedocumenten van Hermes. Inmiddels heeft de Provincie van Hermes de bijgevoegde Kaderregeling roosteruitgangspunten Hermes SRE ontvangen (zie 'Bedrijfsregels Hermes SRE.pdf'), met bijbehorende bijlage (zie 'Roosteruitgangspunten Hermes SRE.pdf'). Hermes heeft aangegeven dat deze kaderregeling haar exploitatieve randvoorwaarden bevat, en dat de werking ervan vergelijkbaar is met referentiesheets, zoals die door andere vervoerders gehanteerd worden. M31 Naar aanleiding van de Vierde Nota van Inlichtingen heeft de Provincie nog een aantal aanvullende vragen ontvangen. Deze worden hieronder beantwoord. M32 ABC Programma van Eisen Bijlagen bij de Tweede Extra Nota van Inlichtingen De Provincie heeft een update gemaakt van de hoofddocumenten waarin de wijzigingen naar aanleiding van de eerste, tweede, extra, derde, vierde en tweede extra Nota van Inlichtingen zijn opgenomen. Deze update wordt slechts ter informatie verstrekt en heeft géén formele status. Op geen enkele wijze kunnen rechten ontleend worden aan de inhoud van deze update. (Zie 'WERKBESTEK - Deel ABC - Programma van Eisen (tm 2e Extra NvI).pdf'). naam bijlage nav antwoord # Bedrijfsregels Hermes SRE.pdf M30 Roosteruitgangspunten Hermes SRE.pdf M30 WERKBESTEK - Deel ABC - Programma van Eisen (tm 2e Extra NvI).pdf M32
Antwoorden op vragen vraag 215 NvI 4 vraag 201 Extra vervoer Pluspakket Deze vraag refereert aan NvI 3 vraag 164. Daar werd een vraag gesteld over een BEGIN/EINDPUNT van een lijn in het pluspakket. In uw antwoord in NvI3 gaf u aan dat een een eindpunt van een dergelijke lijn buiten het concessiegebied (ic het verlengen van een lijn naar een plaats in een buurconcessie) niet is toegestaan. De vraagstelling in NvI 4 handelt echter over EEN (willekeurige, dus mogenlijk tussenliggende) halte op een lijn buiten het concessie gebied. Is onze veronderstelling juist dat u hiermee het verbod voor een dergelijk begin/eindpunt uit antwoord uit NvI 3 nu ook van toepassing verklaart op een tussenliggende halte? Zo ja, wilt u dit dan duidelijk aangeven aangezien dit van invloed is op het te leveren vervoerplan? In algemene zin geldt dat het niet is toegestaan om nieuwe Verbindingen/Lijnen aan te bieden die haltes buiten het Concessiegebied bedienen. Als uitzondering hierop geldt dat dit wel is toegestaan indien het gaat om a) Verbindingen met slechts één halte buiten het Concessiegebied en b) waarbij die betreffende halte ook wordt aangedaan door een Verbinding uit het Kernnetwerk. Het maakt daarbij niet uit of die betreffende halte een tussenpunt of een begin- eindpunt voor de nieuwe Verbinding is. NB: indien het een halte buiten het grondgebied van de Provincie Noord-Brabant betreft, dient - op grond van artikel 25 lid 2 Wp2000 - wel overeenstemming te worden bereikt met de concessieverlener binnen wiens grondgebied de halte gelegen is.
vraag 216 NvI 4 M24 Te gedogen verbindingen De Duitse aanbieder van intercitybussen, FlixBus, gaat vanaf vrijdag 23 oktober een directe verbinding verzorgen tussen Nijmegen en de Belgische steden Antwerpen en Brussel. Tussendoor stopt deze bus ook nog in Eindhoven. Dit raakt de concessie ZOB rechtstreeks, immers reizigers van Nijmegen naar Eindhoven kunnen nu goedkoop en rechtstreeks reizen als alternatief voor een gecombineerde bus/treinreis of busreis met overstap in Uden. Bent u voornemens of heeft u deze vervoerder hiervoor toestemming verleend deze verbinding te bieden. Zo ja, welke opbrengstenderving heeft u hiervoor geprognotiseerd en wilt u deze verbinding dan ook opnemen in bijlage D2 als te gedogen verbinding Naar de Provincie begrijpt vervoert Flixbus op de door u genoemde verbinding uitsluitend reizigers van Nijmegen naar Antwerpen/Brussel (en v.v.) en van Eindhoven naar Antwerpen/Brussel (en v.v.), en biedt zij geen reizen aan van Nijmegen naar Eindhoven (en v.v.). Voor dergelijk internationaal geregeld vervoer is, zo begrijpt de Provincie, op grond van Verordening (EG) Nr. 1073/2009 geen toestemming en/of ontheffing van de Provincie vereist. Mocht Flixbus op enig moment ook reizen tussen Nijmegen en Eindhoven (en v.v.) willen aanbieden, dan is sprake van zogenaamd cabotagevervoer, waarvoor voor zover de Provincie dat thans kan inschatten wel een ontheffing vereist zal zijn. Op het eerste gezicht ziet de Provincie - gelet op artikel 29 lid 4 Wp2000 - geen grond om een dergelijke ontheffing in dat geval te weigeren, maar de Provincie kan hierover thans geen zekerheid verstrekken. De Concessiehouder dient de langeafstandsverbindingen tussen Nijmegen en Antwerpen/Brussel (en v.v.) en tussen Eindhoven en Antwerpen/Brussel (en v.v.) te gedogen. Dat geldt ook indien in de toekomst op deze verbinding reizigers worden vervoerd van Nijmegen naar Eindhoven (en v.v.). De Provincie voegt deze verbindingen niet toe aan Bijlage D2; deze bijlage bevat alleen verbindingen die op grond van andere concessies worden gereden. Dat neemt niet weg dat de Concessiehouder deze en eventuele andere toekomstige internationale verbindingen dient te gedogen. Ook nationale langeafstandsverbindingen waarvoor de Provincie een ontheffing als bedoeld in artikel 29 Wp2000 verleent, dienen door de Concessiehouder te worden gedoogd. De Provincie beschikt niet over prognoses van eventuele opbrengstenderving. Het is aan vervoerders zelf om in te schatten of/in hoeverre de genoemde verbinding leidt tot opbrengstderving of -stijging.
vraag 217 NvI 4 M24 Te gedogen verbindingen De in M24 genoemde verbindingen komen niet voor in bijlage D2. Wij verzoeken u daarom deze verbindingen in een aangepaste bijlage op te nemen. Zoals genoemd in antwoord op vraag 216 bevat bijlage D.2 alleen verbindingen die op grond van een concessie aangeboden worden. Aangezien dit niet geldt voor de in M24 genoemde verbindingen neemt de Provincie deze niet op in bijlage D.2.