Bijlage 10: CHC-model en intelligentie 1

Vergelijkbare documenten
ER ZIT MUZIEK IN HET CHC - MODEL

Naar een nieuwe benadering van het IQ

Intelligentie-onderzoek volgens het CHC-model. IB/directiedagen SWV Rijnstreek 21 en 23 november 2017 Judith de Vries

CHC - Werkdocument benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML boven 7 jaar

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar

CHC Werkdocument Benadering het zeer lage IQ. Talige personen met vermoedelijke ML tussen 2 en 7 jaar

Dag van intelligentie. Selma Ruiter De Waarde van het IQ

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 4 8 jaar

Intelligentiediagnostiek: over CHC en andere nieuwe trends

Een andere manier van kijken, het Cattell-Horn-Carroll model

INTELLIGENTIEMETING BIJ

Van Nu naar Morgen. Walter Magez. CAP vzw VVSP studiedag 21/11/2013

NAAR EEN TAAL- EN CULTUURFAIRE BENADERING VAN HET IQ OP DE WPPSI-III (WPPSI-R) Walter Magez Riete Debbaut Annemie Bos

Dag van intelligentie. Lindsay Vanhecke Intelligentiemeting met WISC-V-NL en RAKIT-2

PVOC ANTWERPEN. Provinciale Vormings- en Ondersteuningscel VCLB Antwerpen WERKBROCHURE

PVOC ANTWERPEN. Provinciale Vormings- en Ondersteuningscel VCLB Antwerpen WERKBROCHURE

CHC in de praktijk. Introductie in het CHC-model : van IQ naar cognitief vaardigheidsprofiel. van IQ naar Cognitief vaardigheidsprofiel

Zwakbegaafdheid heeft geen specifiek klinisch beeld. Meestal communicatie noch fysiek iets ongewoons aan de leerling te merken.

A. Bos. W. Magez. Onderzoek naar de intelligentie bij kinderen met dyspraxie

WERKBROCHURE. CROSS BATTERY ANALYSE VAN HET INTELLIGENTIEPROFIEL VOLGENS HET CHC INTELLIGENTIEMODEL Versie 2009

STERKTE-ZWAKTEANALYSE IN DIAGNOSTIEK ADHD Lotte Van Dyck

21/09/2018 CULTUUR EN PSYCHODIAGNOSTIEK WIE INHOUD. Caroline Dejonghe

INTELLIGENTIEMETING BINNEN HET (KLINISCHE) WERKVELD: WAT VERTELT HET IQ ONS?

R. Debbaut. W. Magez. Intelligentiemeting bij kinderen met dyslexie

Wetenschappelijke reflecties op het CHC model. Prof. Karine Verschueren Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent

PASSEND ONDERWIJS: AFSTEMMEN OP HET COGNITIEF PROFIEL VAN DE LEERLINGEN

CAP/PDC CHC-vademecum

Niet-talig onderzoek van cognitieve vaardigheden

4 Theoretisch deel. 1 Klinisch beeld. 2 Definities en begrippen

Intelligentiemeting in nieuwe banen: CoVaT-CHC

CHC bij meertalige kinderen Infobundel met casusmateriaal

W. Magez A. Bos M. Tierens. CoVaT CHC Basisversie als cognitieve ontwikkelingsschaal

M. Tierens. W. Magez. K. Van Parijs. Normen: Jongens versus Meisjes?

K. Van Parijs 2017 W. Magez M. Tierens. Rapportering in ontwikkeling Technisch verslag CoVaT-CHC Basisversie

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

Van Gisteren naar Nu. Walter Magez. CAP vzw VVSP Studiedag 21/11/2013

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

Vastlopen op de ondergrens van intelligentietests is verleden tijd

Kaufman Intelligentietest voor adolescenten en Volwassenen (KAIT)

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

Sandra's studenten rapport

HOE INTELLIGENT IS MIJN

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

W. Magez (red.) CoVaT-CHC Basisversie

HET TESTEN VAN CENTRAAL AUDITIEVE PROCESSEN BINNEN HET CHC-MODEL

W. Magez A. Bos. Validiteit. Relatie met andere psychologische testen bij 1ste jaars secundair onderwijs

COGNITIEF VAARDIGHEIDSPROFIEL VANUIT HET CHC. CHC kinderen - PDC Thomas More 21/02/ A. Bos

CoVaT-CHC Basisversie:

W. Magez. K. Van Parijs. Ontwikkelingspsychologische Validiteit - een exploratie -

Nieuwe intelligentietest: WISC-V-NL

OPERATIONALISERING CRITERIA M-DECREET TYPE 2

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam


De TODIO-L door een CHC-bril:

Lezing over de WPPSI-III-NL & aanverwante info over evoluties ivm. psychodiagnostiek én eigen onderzoeksbevindingen in het bijzonder over IQ-tests

CHC in de praktijk. Introductie in het CHC-model : van IQ naar cognitief vaardigheidsprofiel. van IQ naar Cognitief vaardigheidsprofiel

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

Artikels WAT KAN IK ALS LOGOPEDIST DOEN MET CHC-INTELLIGENTIEONDERZOEK? EEN PRAKTIJKVOORBEELD OVER LEZEN EN SPELLEN

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

CHC en faire diagnostiek

CHC bij meertaligen

Onderzoeksrapport Constructvaliditeit

Niet geplaatst. 3. General Apitude test Battery ( GATB) veelheid aan functies om success te voorspellen. 4. Raven Progressive Matrices Niet-verbaal

W. Magez. CoVaT CHC Basisversie Essentials

W. Magez. CoVaT-CHC Basisversie Essentials

DE CIJFERS VOORBIJ. Van CHC-profiel naar aanbevelingen

FICHE 4: Gv Visuele informatieverwerking

Dag van intelligentie

DE MEERWAARDE VAN EEN TOTAALPROFIEL IN DE HANDELINGSGERICHTE DIAGNOSTIEK VAN DYSLEXIE

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater

Intelligentieonderzoek anders bekeken: een toepassing bij meertalige kinderen

Dag van intelligentie

COGNITIEF VAARDIGHEIDSPROFIEL VANUIT HET CHC-MODEL

Methodologie van het gemiddelde BCV versus IQ

Methodologie van het gemiddelde BCV versus IQ

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

Inhoud. Het IQ in de klas. Kunnen we leerlingen slimmer maken? 2/10/2013. Waarover willen we iets vertellen? PVOC ANTWERPEN

De nieuwe wereld, de nieuwe WISC

Diagnostisch instrumentarium voor motivatie-onderzoek : wat is bruikbaar in Vlaanderen?

FICHE 1: Gf - Vloeiende intelligentie KENMERKEN EN AANBEVELINGEN GISLEEN RAUWS

W. Magez K. Van Parijs. Validiteit. BCV-IQ/GCV en studie-opties in het tweede jaar secundair onderwijs

Wat is intelligentie? Wechsler (1975) definieerde

Testen met een Vlaamse bril

Dag van intelligentie

A. Bos K. Olieslagers W. Magez

Aan de slag met faire diagnostiek

het belang van de cliënt staat voorop de meting is zo nauwkeurig mogelijk de uitkomst wordt gerelativeerd

Het WISC-V project in Vlaanderen ( ) Testpracticum PPW

Van IQ-cijfers naar handelen

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren

Dit geeft aan dat Kevin duidelijk meer problemen heeft met het verwerken en onthouden van auditieve informatie.

Voorwoord Beste Lezers,

M. Tierens. W. Magez. Onderzoeksrapport. Betrouwbaarheid en betrouwbaarheidsintervallen

Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency, second edition. Kathy Blanchaert COS Gent Potloot Gentbrugge- Lochristi Dinamo Lochristi BOT-2

Capaciteitentest MBO. 1. Inleiding

FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking

V. Decaluwé. M. Tierens. W. Magez. Onderzoeksrapport. Test-hertestbetrouwbaarheid

Taal en Connector Ability

Transcriptie:

Bijlage 10: CHC-model en intelligentie 1 Voor aanvullende informatie kan u terecht op de website van het CHC-platform 2. Omdat over intelligentie veel meningen en bijna evenveel misverstanden bestaan, wordt eerst een intelligentiemodel (Cattell, Horn & Carroll, CHC ) geschetst en pas daarna een definitie gegeven. Het CHC-model is een van de meest actuele modellen van de structuur van intelligentie. Het werd ontwikkeld vanuit een psychometrische invalshoek. Uit wereldwijd onderzoek blijkt dat bij psychodiagnostiek het model nagenoeg overal van toepassing is. Binnen een universele intelligentietheorie moet wel in elke cultuur worden gezocht naar een adequate, cultuurspecifieke operationalisering. Denken we bijvoorbeeld maar aan andere items die we moeten gebruiken om informatie (algemene kennis, deel van Gc) te onderzoeken in Vlaanderen of in Japan. Intelligentie bestaat uit verschillende grote domeinen. Ze is meerledig. Ze is ook hiërarchisch van opbouw. Die hiërarchische opbouw situeert zich op drie niveaus (zie figuur 3 ). 1 Magez W., De I van IQ. IQ voor slimmies, In: Caleidoscoop, 21(1), 2009 2 http://www.thomasmore.be/psychodiagnostisch-centrum/chc-platform-0 3 Magez W.en Stinissen H., Diagnostiek bij allochtonen. Schoolpsychologisch onderzoek met psychodiagnostische tests voor intelligentie en cognitieve vaardigheden, VCLB-service, Schaarbeek, 2010, blz. 10-13 Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 1

Op het derde ordeniveau situeert zich de factor G, de universele intelligentiefactor. Eronder, op het tweede ordeniveau, liggen de brede cognitieve vaardigheidsdomeinen (BCV) die elk een eigen inhoud hebben (Gf, Gc ). De G loopt door op dit niveau als een waterval en mengt zich in elk breed cognitief domein met de inhoud van dit domein. Die doorstroming is niet voor elk breed cognitief domein even krachtig. Sommigen hebben een grotere lading G dan andere. Elk van deze brede domeinen bestaat op zijn beurt, op het onderliggende eerste ordeniveau, uit nauwe cognitieve vaardigheden (NCV). Zij vertegenwoordigen elk een inhoudelijk facet van het brede cognitieve domein (inclusief G -component). Het is op dit niveau dat intelligentietests (en hun subtests) aansluiten. Deze tests zijn deuren tot dit niveau. Ze variëren in breedte of in dekkingsgraad van het geheel. Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 2

De brede cognitieve vaardigheden kunnen als volgt worden omschreven 4 : Gf = fluid intelligence: de vaardigheid om te redeneren in nieuwe situaties Gq = quantitative knowledge: de vaardigheid om kwantitatieve concepten en hun relaties te begrijpen en met numerieke symbolen om te gaan Gc = crystallized intelligence: de vaardigheid om zich de kennis die in de cultuur aanwezig is, eigen te maken en effectief toe te passen Grw = reading and writing abilities: de verworven vaardigheid om te lezen en te schrijven, om de geschreven taal te begrijpen en om gedachten uit te drukken in de geschreven taal Gsm = short-term memory: het kunnen vasthouden van informatie en het gebruik ervan op korte termijn Gv = visual processing: de vaardigheid in het waarnemen van en het denken met visuele patronen Ga = auditory processing: de vaardigheid om auditieve patronen te begrijpen en te synthetiseren Glr = long-term storage and retrieval: de vaardigheid om informatie op langere termijn efficiënt op te slaan en snel te kunnen oproepen Gs = processing speed: de vaardigheid om betrekkelijk eenvoudige taken die iedereen juist zou hebben als er voldoende tijd wordt gegeven, snel uit te voeren Gt = reaction and decision speed: de vaardigheid om snel de juiste oplossing te vinden bij problemen met een middelmatige moeilijkheid. De score is de tijd die nodig is om de antwoorden te genereren. Het CHC-model poneert de meerledige inhoud van G. Sommige intelligentietests meten slechts één stroom (BVC) uit de waterval, andere peilen meerdere stromen. In Vlaanderen dekt geen enkele test het geheel. Een intelligentiemeting met een test die slechts één component onderzoekt, laat niet toe iets te zeggen over iemands cognitieve vaardigheden in het algemeen 5. Het CHC-model helpt ook de inhoud van een intelligentietest te situeren (welke domeinen komen aan bod) en vaardigheden buiten de test, zoals schoolvorderingen, een plaats te geven. Bijzondere aandacht moet op deze plaats worden gevraagd bij het onderzoek van kansarme en/of allochtone kinderen en jongeren. Een test die vooral de crystallized intelligence (Gc) onderzoekt, geeft haast per definitie geen fair beeld van de mogelijkheden van een allochtoon die nog niet lang in Vlaanderen is. Recent onderzoek met de WISC-III wijst op een bias die kan gaan van 10 à 15 4 Magez W.en Stinissen H., Diagnostiek bij allochtonen. Schoolpsychologisch onderzoek met psychodiagnostische tests voor intelligentie en cognitieve vaardigheden, VCLB-service, Schaarbeek, 2010, blz. 10-11 5 Cré J., Magez W., Willems L., Olieslagers K., Van den Bosch R., Cocquet E., & Vancouillie M., Toetsstenen faire diagnostiek, VCLB-service, Schaarbeek, 2008 Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 3

IQ-punten bij kansarmen en allochtonen. Er blijken aanwijzingen van gevoelige items waarbij bijvoorbeeld etnische bias of taal- en testvertrouwdheid de belangrijkste verklaringen vormen 6. We vermelden hier de GACS (Gentse Acculturatieschaal) 7 die ons een beeld kan geven van hoe de confrontatie met verscheidene culturen een rol spelen. Professioneel deskundig en dus fair handelen houdt hier in: het onderzoeken van de verschillende aspecten van de intelligentie (Gc, Gf ) en het voorkomen en/of een zo goed mogelijk inschatten van mogelijke storende factoren. We verwijzen in dit verband ook naar de publicatie Toetsstenen faire diagnostiek die hier uitgebreid op ingaat 8. Definitie: Intelligentie is een samenspel van verstandelijke vermogens, cognitieve processen en cognitieve vaardigheden. Dit samenspel omvat manieren om zo optimaal mogelijk met een veranderende wereld om te gaan. Kwaliteitsvolle individuele intelligentietests zijn tests die de algemene intelligentie (G) beogen en dus een goede dekking hebben van de brede cognitieve vaardigheden. Best zou de intelligentietest minstens vier van de brede cognitieve vaardigheden binnen het CHC-model meten, waaronder zeker de vloeiende (Gf/Gq) en gekristalliseerde intelligentie (Gc). Niet alle vermelde intelligentietesten bij het diagnostisch materiaal meten al deze vaardigheden. 6 Schittekatte M., Algemene commentaren, suggesties bij protocol diagnostiek bij een vermoeden van zwakbegaafdheid en verstandelijke beperking (wetenschappelijke toetsing), intern document, UGent, 2010 7 Zie Diagnostisch materiaal GACS, Hans Groenvynck, Koen Beirens, Judit Arends-Tóth & Johnny Fontaine 8 Cré J., Magez W., Willems L., Olieslagers K., Van den Bosch R., Cocquet E., & Vancouillie M., Toetsstenen faire diagnostiek, VCLB-service, Schaarbeek, 2008. Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 4

Een overzicht: WPPSI-III < 4 jaar WPPSI-III > 4 jaar WISC-III SON-R 2½ - 7 SON-R 6-40 WNV KAIT WAIS-IV RAKIT-2 Gf - X - X (X) X X X Gq - - (X) - - - (X) - Gc X X X - - X X X Grw - - - - - - - - Gsm - - (X)* - (X) - X (X) Gv X X X X (X) X X - Ga - - - - - - - - Glr - - - - - X - X Gs - X X - (X) - X - Gt - - - - - - - - X = 2 of meer subtests meten deze brede cognitieve vaardigheid. De indexscore kan worden berekend. (X) = Deze brede cognitieve vaardigheid wordt maar door één subtest gemeten. De indexscore is niet te berekenen. * = Deze subtest is niet opgenomen in TIQ In de beschrijving van deze tests bij het diagnostisch materiaal zijn per testonderdeel de gemeten brede cognitieve vaardigheden aangeduid. Door psychometrisch verantwoorde combinaties te maken van testonderdelen van verschillende tests kan een breed beeld worden geschetst van de intelligentie (cross-battery-benadering). Met deze cross-battery-benadering (XBA) kunnen ook bepaalde brede cognitieve vaardigheden verder worden uitgediept. Op het CHCplatform zijn materialen te vinden die de toepassing van het CHC-model concreet ondersteunen 9. Men kan de uitslag van een intelligentietest op twee manieren uitdrukken: in één getal (een IQ, respectievelijk een score op een subschaal, een factor of een brede cognitieve vaardigheid) of in een zone tussen twee getallen (een betrouwbaarheidsinterval). Een zone tussen twee getallen geeft aan hoe groot de marge is waarbinnen 90% (of 95%, 99%...) van hetzelfde soort metingen valt. De meting is immers nooit perfect betrouwbaar. Een score van een test kan bij een volgende meting variëren, dit wordt de standaardmeetfout genoemd. Bij de WISC- III bijvoorbeeld is de standaardmeetfout 3.2, dus een IQ van 67 bevindt zich met een waarschijnlijkheid van ongeveer 70% - in de zone tussen 63.8 en 70.2. 9 http://www.thomasmore.be/psychodiagnostisch-centrum/chc-platform-0 en Psychometrische principes crossbattery-benadering (XBA) http://www.thomasmore.be/sites/www.thomasmore.be/files/media/xba-principes.pdf Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 5

Werken met het betrouwbaarheidsinterval is veel realistischer en betrouwbaarder. De zekerheidsmarge is dan gekend en de foutenmarge bij het interpreteren is veel kleiner 10. Wanneer een vast IQ-punt geldt als drempel, bijvoorbeeld voor toegang tot zorg, heeft dit bepaalde gevolgen. In principe kan men die drempel enkel hanteren als het drempel-iq lager ligt dan het onderste punt van het betrouwbaarheidsinterval, of als het drempel-iq hoger ligt dan het bovenste punt ervan. In alle andere situaties is slechts een twijfelachtige beslissing mogelijk. Het enige wat externen in principe dienen te weten is: ligt het IQbetrouwbaarheidsinterval van dit kind boven of onder het afgesproken drempel- IQ 11? 10 Magez W., Het IQ van Marjolein. IQ voor Dummies, In: Caleidoscoop, 20(5), 2008 11 Magez W., Het IQ van Marjolein. IQ voor Dummies, In: Caleidoscoop, 20(5), 2008 Algemeen Diagnostisch Protocol 22 januari 2015 6