Rectificatie Spelregels Projecten Natuur- en Sterrenkunde De eerder rondgestuurde Spelregels bevatten een fout: er was een te groot aantal dinsdagochtenden genoemd. Die fout is in deze versie van de spelregels hersteld: zie Periode. Projectgroep In het tweede studiejaar moeten de studenten natuur- en sterrenkunde deelnemen aan een projectgroep. Een projectgroep is een groep van (meestal) twee tot zes studenten die onder leiding van een docent ofwel een klein, maar op zichzelf staand onderzoek uitvoeren, ofwel een klein, maar op zichzelf staand onderwerp uit de literatuur bestuderen. Periode De projecten starten op maandag 4 april en lopen tot en met van woensdag 29 juni. De project-bijeenkomsten zijn geroosterd op maandagmiddag, van 13.30 tot 17 uur, en in juni ook op dinsdagochtend, van 9.15 tot 12.45 uur (rooster, pagina 21). Omdat eind mei en begin juni tentamens geroosterd zijn (30 mei: Wiskunde N, 8 juni: Quantum-fysica II, 16 juni: Statistische fysica) verdient het aanbeveling om de voorbereiding van de projecten gedurende een aantal weken geheel stil te leggen. Tweede pinksterdag valt op 16 mei, en het zou daarom een goed idee zijn de projecten te stoppen na dinsdag 24 mei, en deze te hervatten op maandag 20 juni. Deze data kunnen natuurlijk per groep in overleg met de docent vastgesteld worden. Met dit voorstel zouden in totaal 11 dagen overblijven, te weten 4, 11, 18, 25 april, 2, 9, 23 mei, en 20, 21, 27 en 28 juni. Dat zou voldoende moeten zijn voor de voorbereiding van een project van 4 ECTS. Voor deelname aan een project is inschrijving bij de coördinator (zie onderaan deze brief) verplicht, onder opgave van de gekozen project(-en), en een volgorde van voorkeur. Nadere informatie over deze inschrijving, met name over de in 2005 aangeboden onderwerpen, wordt in maart aan de studenten verstrekt. Naast de bijeenkomsten op de onderzoeksinstituten, is, op aparte data, een aantal ondersteunende bijeenkomsten geroosterd in verband met het studieonderdeel Communicatie, Presentatie en Orientatië (CPO). De afsluitende bijeenkomst vindt plaats op woensdag 29 juni 2005.
Verslag en mondelinge presentatie Van de wetenschappelijke activiteiten wordt door de deelnemers aan een projectgroep één verslag gemaakt. Daarnaast wordt, ter afsluiting van het project, door één of twee deelnemers van elke groep een mondelinge presentatie verzorgd. De duur van deze presentatie is 20 minuten per project. Deze afsluiting wordt georganiseerd in de vorm van een Mini-Symposium, samen met de scheikunde-studenten. Het Mini-Symposium vindt plaats op woensdag 29 juni, in de zalen 3.88-A en 3.88-B van het Van der Waals- Zeeman gebouw, Valckenierstraat 65. Uiterste inleverdatum verslag Het laatste moment voor het inleveren van het verslag (één verslag per project, dus niet één verslag per student) is de dag waarop ook de presentatie wordt gehouden, woensdag 29 juni, 16 uur. De verslagen moeten als hard copy in viervoud worden ingeleverd bij de coördinator van de projecten, W.A. van Leeuwen. Zijn adres vindt men aan het eind van deze brief. Het is niet toegestaan het verslag per email in te leveren. De genoemde deadline is een harde deadline: verslagen die te laat worden aangeboden, zullen niet meer worden beoordeeld. Het project wordt dan als niet uitgevoerd beschouwd. In dat geval moet het jaar daarop een ander tweedejaarsproject worden gedaan. Het aantal in te leveren (papieren, identieke) verslagen is vier. De coördinator draagt er zorg voor dat de verslagen terecht komen bij diegenen die ze moeten beoordelen, te weten de projectbegeleiders en de docenten CPO. Vorm van het verslag Het verslag moet worden voorbereid in Latex. Het is niet toegestaan Word of een ander opmaak-programma te gebruiken. Het is wel toegestaan daarnaast van de in Latex voorbereide tekst van het verslag een postscript-document (.ps) of een portable document-file te maken (.pdf), en deze laatste op het Web te plaatsen. Ook is het, uiteraard, toegestaan het verslag om te werken tot een html-document. Dit laatste mag echter beslist niet in plaats van een verslag worden aangeleverd: dit zou de beoordeling door CPO onnodig compliceren, omdat een Web-page aan heel andere criteria moet voldoen dan een wetenschappelijk verslag. 2
Beoordeling Het verslag wordt op drie verschillende aspecten beoordeeld: 1. Op wetenschappelijke inhoud: door de docent of de docenten die het wetenschappelijk werk heeft of hebben begeleid. Deze is of zijn werkzaam op een van de Instituten of Laboratoria van de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI), of een vergelijkbare, al dan niet met de Universiteit verbonden instelling. 2. Op helderheid van presentatie en vormgeving: door een docent die het vak Communicatie, Presentatie en Orientatië verzorgt. 3. Op taalgebruik: door een andere, hierin gespecialiseerde CPO-docent. In deze nog vroege fase van de studie verdient het sterke voorkeur dat het verslag in het Nederlands is; als een Engelstalig docent bij het project betrokken is, mag het echter ook in het Engels, anders zou de betrokken docent het immers mogelijk moeilijk kunnen beoordelen. De student krijgt van de drie docenten genoemd onder 1, 2 en 3 twee cijfers, é én van de docent of docenten genoemd onder 1, en één van de beide andere docenten. Het eerste cijfer kan per student verschillen, omdat de docent de individuele prestaties zoals hij die heeft waargenomen kan laten meewegen in zijn of haar beoordeling. Ook wordt de kwaliteit van de afsluitende presentatie meegenomen in de uiteindelijke beoordeling. De beoordeling van het project vindt dus gedurende de hele looptijd van het project plaats, naar aanleiding van de door de deelnemers geleverde prestaties, zowel bij de werkbesprekingen als bij de afsluitende schriftelijke rapportage en mondelinge presentatie. Het tweede cijfer is voor elk van de studenten bij één en hetzelfde project gelijk: er is immers maar één verslag per project. Aanwijzing voor de projectbegeleiders De cijfers worden rechtstreeks door de betrokken begeleiders doorgegeven aan het Onderwijsbureau, t.a.v. Mw. Heidi Schoordijk (heidi@science.uva.nl), en daar waar dit formeel mogelijk is door hen zelf getekend. Dit, om een juiste verrekening van de onderwijslast te garanderen. Om elke vergissing uit te sluiten, wordt heel nadrukkelijk verzocht bij het zenden van de cijfers naar het Onderwijsbureau te vermelden op credit van welk Instituut of Laboratorium de onderwijslast geboekt moet worden. Het Onderwijsbureau 3
weet namelijk niet altijd tot welke groepering een begeleider behoort, en dit heeft in het verleden tot onjuiste verrekeningen geleid. De begeleider die geen tekenbevoegdheid heeft, wordt verzocht contact op te nemen met de onderwijscoördinator van zijn eigen Instituut of Laboratorium. Mededeling van het Onderwijsbureau De student wordt nadrukkelijk verzocht te controleren of de beide cijfers wel op tijd zijn doorgegeven: er moet binnen enkele weken vanzelf een uitslag van het project komen. Als deze uitslag onverhoopt toch niet vanzelf zou komen, heeft de betrokken docent hoogstwaarschijnlijk nog geen cijfer doorgegeven. De student wordt verzocht in dat geval zelf de docent nog even aan zijn plicht in deze te herinneren. Opgave voor een project De volledige collectie van projecten wordt, begin maart, door de hierbeneden genoemde coördinator bekend gemaakt via een email-bericht. Studenten kunnen zich voor een bepaald project opgeven door het sturen van een mailtje naar leeuwen@science.uva.nl (en niet naar een ander email-adres!), en alleen in de periode 12 maart 20 maart. Zij kunnen een eerste, tweede, derde en hoger genummerde voorkeur opgeven. De indeling naar voorkeuren gebeurt in volgorde van binnenkomst van aanmelding. Hoe eerder men zich opgeeft maar wel pas op of na 12 maart, hoe groter de kans is dat men bij het project van eerste keuze wordt ingedeeld. Een opgave voor een project met een email-datum 11 maart of eerder wordt, eerlijkheidshalve, terzijde gelegd. Door deze constructie heeft iedereen tien dagen de tijd om een keuze te maken, en is ook sprake van wie het eerste mailt het eerste maalt, zoals het, volgens een variant op een bekend gezegde, ook hoort. Coördinator Dr. W.A. van Leeuwen, Instituut voor Theoretische Fysica, Valckenierstraat 65, 1018 XE Amsterdam. Email: leeuwen@science.uva.nl. 4
5