Koemelkallergie. Test met voedselprovocatie. Allergie of intolerantie? Voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP)

Onderzoek naar koemelkallergie

Onderzoek naar koemelkallergie

Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling)

Voedselallergieonderzoek met de DBPGVP

VOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN

Koemelkallergietest. Informatie voor ouders / verzorgers. Medisch Centrum Haaglanden

Dubbelblinde koemelkprovocatietest

Onderzoek naar allergie voor koemelk

Dubbelblinde koemelkprovocatietest

Voedselprovocatietest: Pinda, kippeneiwit, open koemelk en overige

Voedselprovocatietest: Pinda, kippeneiwit, open koemelk en overige

Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Onderzoek naar koemelkeiwitallergie

Koemelkallergie provocatietest

Allergie kind: Provocatietest bij kinderen

Voedselprovocatietest bij kinderen

Koemelkallergie provocatietest Patiënten informatie

Voedselprovocatie bij kinderen

Afdeling Kind&Jeugd (B5) DUBBELBLINDE KOEMELKEIWITPROVOCATIETEST

Onderzoek naar koemelkallergie

Allergie- en astmacentrum voor kinderen

Koemelkallergie? De eliminatie-provocatietest

(Verdenking) koemelkallergie. Afdeling Kindergeneeskunde

Voedsel- of geneesmiddelenallergie Eliminatie-provocatietest

Welkom op de polikliniek voor kinderen met allergische klachten

(Verdenking) koemelkallergie

Sophia Kinderziekenhuis. Voedselprovocatie. Test op voedselallergie

Koemelk-provocatietest. Informatie voor ouders

Koemelk-provocatietest

Voedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie

Bijlage 14A. SYMPTOOMSCOREFORMULIER DUBBELBLINDE PLACEBOGECONTROLEERDEKOEMELK PROVOCATIE 2 E EN 3 E LIJN

Koemelkallergie. Is je baby allergisch voor koemelk?

Centrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie

Dubbelblinde voedselprovocatietest bij uw kind; informatie voor ouders

Voedselprovocatietest.

Koemelk-provocatietest

Kindergeneeskunde. Patiënteninformatie. Provocatietest koemelkallergie. Slingeland Ziekenhuis

Voedselallergie en voedselintolerantie

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen

Koemelkeiwit provocatietest. kinderafdeling

Joep, en zijn vermoeide ouders

Richtlijn Diagnostiek van Koemelkallergie bij Kinderen in Nederland

Astmatische klachten bij kinderen jonger dan 6 jaar

Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie

Het formulier voor zowel testdag 1 als testdag 2 invullen. Naam kind... Geboortedatum... Testdatum... Type testvoeding... Symptoomregistratie

Voedsel-provocatietest

Wat is een allergie? Afweersysteem

Diëtetiek. Voedingsadvies bij koemelkallergie. Afdeling: Onderwerp:

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

Voedselallergie: Veel gestelde vragen

Voedselprovocatietest bij kinderen

Voedingsadvies bij koemelkallergie. Diëtetiek

Franciscus nascholing. Welkom!

Vroeger: huidtesten en bloedonderzoek

Benauwdheid en piepen bij kinderen jonger dan 6 jaar

Benauwdheid bij kinderen jonger dan 6 jaar

PATIËNTEN INFORMATIE. Voedselallergie. Polikliniek Allergologie

Klinische dagbehandeling allergologie

Allergie bij zuigelingen

Tweede kindje Geboren AD Geboortegewicht 3575 gr Apgar 9/10 Voeding: kunstvoeding

Hoe gaat de test in zijn werk? Hoe lang duurt dit onderzoek? Voorbereiding thuis op de DPVP-test

Bij een voedselallergie is het immuunsysteem rechtstreeks betrokken. Hierbij spelen allergenen een rol.

Voedselallergie en -intolerantie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Voedselallergie. April 2011 Nederlandse Vereniging voor Allergologie

Naam... Geboortedatum... Uitvoerende JGZ-professional Naam... Verantwoordelijke arts Naam...

Buikgriep bij kinderen Informatie voor ouders. Maatschap Kindergeneeskunde IJsselland Ziekenhuis

voedselallergie en provocatietests

Voedselprovocatie-test voor volwassenen

Benauwdheid bij kinderen

Immunotherapie bij hooikoorts en allergie voor huisstofmijt

Centrumlocatie. Voedselovergevoeligheid. Afdeling Allergologie

Subcutane immunotherapie. Een injectiekuur tegen allergieën voor kinderen

Informatie over de voedselprovocatietest voor volwassenen

KNO. Niezen, loopneus en jeukende ogen

Interne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie met inhalatieallergenen

Immunotherapie bij hooikoorts en allergie voor huisstofmijt

Praktische tips en trucs over eczeem en voedselallergie. Petra Kentie Verpleegkundig specialist kinderallergie en eczeem Perone Gerritz diëtiste

Minisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe

Patiënten informatie polikliniek Allergologie. Geneesmiddelovergevoeligheid Juni 2011 vakgroep Allergologie

De brochure is een uitgave van de Stichting Voedselallergie, patiëntenorganisatie voor mensen met voedselovergevoeligheid.

Geneesmiddelenallergie

RSV Risicogroep Oorzaak Symptomen van RSV

Kindergeneeskunde. Patiënteninformatie. Onderzoek naar geneesmiddelallergie. Provocatietest. Slingeland Ziekenhuis

Vragenlijst over arbeidsgerelateerde luchtwegklachten.

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

Diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen in Nederland

Wat is allergie? Wat is hooikoorts?

Informatie. Allergische reactie bij kinderen. Anafylaxie

Hooikoorts. Sophia Kinderziekenhuis

Wat kan het Martini Allergie Centrum voor Kinderen voor u betekenen?? Irene Herpertz kinderdiëtist i.herpertz@mzh.nl

IMMUNOTHERAPIE TEGEN ALLERGIE DOOR MIDDEL VAN INJECTIES FRANCISCUS VLIETLAND

Allergie. Allergische rhinitis: een loopneus of verstopte neus

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem

Allergologisch onderzoek

Transcriptie:

Koemelkallergie Test met voedselprovocatie Uw kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie voor koemelk. In deze folder leggen we u het een en ander uit over allergie voor koemelk bij jonge kinderen. Daarnaast geven we u informatie over de test die in Gelre ziekenhuizen Zutphen gebruikt wordt om een allergie voor koemelk vast te stellen. Allergie of intolerantie? Er kunnen veel redenen zijn waarom een kind niet tegen een bepaald voedingsmiddel kan. Een van de mogelijke redenen is een echte allergie. De term allergie wordt in de geneeskunde gebruikt om een bijzonder type overgevoeligheidsreactie te beschrijven. Bij deze allergie maakt het kind bepaalde antistoffen (immunoglobuline E, IgE) tegen bepaalde voedingsmiddelen, die zorgen voor de allergische reactie. Een dergelijke door IgE veroorzaakte allergie speelt ook een centrale rol bij ziekten als astma en hooikoorts. Maar dan gaat het vooral om IgE tegen stoffen die je kunt inademen (zoals huisstofmijt en pollen van bomen en gras). Zo n IgEallergie komt vaak in families voor. IgE antistoffen kunnen in het bloed van kinderen aangetoond en gemeten worden (de RAST-test ). Helaas is het niet zo dat je op grond van die laboratoriumbepaling kunt zeggen of een kind allergisch is voor een bepaald voedingsmiddel. Een positieve RASTtest voor een bepaald voedingsmiddel zegt alleen dat het kind antistoffen in zijn (of haar) bloed heeft (in medische termen: het toont een sensibilisatie aan). Lang niet alle kinderen met een sensibilisatie voor een bepaald voedingsmiddel hebben echter klachten als ze blootgesteld worden aan dat voedingsmiddel (die kinderen zijn tolerant). Van alle kinderen tussen de 6 en 12 maanden met een positieve RAST op koemelk is slechts 30-50% ook echt klinisch allergisch, de anderen zijn tolerant. Voedselprovocatie Laboratoriumonderzoek helpt dus weinig bij het vaststellen van een allergie voor voedingsmiddelen. Daarom is er maar één manier om uit te zoeken of een kind overgevoelig reageert op een bepaald voedingsmiddel. Dat is uitproberen wat er gebeurt als het kind een bepaald voedingsmiddel gebruikt: de voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie Kinderen met een allergie voor een bepaald voedingsmiddel zullen hun allergie laten zien als ze blootgesteld worden aan het betreffende voedingsmiddel (provocatie). De verschijnselen zullen verdwijnen als het bewuste voedingsmiddel wordt vermeden Kindergeneeskunde KIND-593.1 22 oktober 2015 pagina 1/5

(eliminatie). Als de kinderen dan opnieuw worden geprovoceerd met het voedingsmiddel, zullen de allergieverschijnselen weer terugkeren. Een belangrijk principe in het onderzoek naar voedselallergie is dat allergische reacties bij hetzelfde kind voor hetzelfde voedingsmiddel steeds dezelfde zijn. Als een kind bijvoorbeeld op koemelk reageert met galbulten (urticaria) zal hij dat bij volgende blootstelling aan koemelk wéér laten zien. Verschijnselen van voedselallergie Kinderen kunnen met heel veel verschillende verschijnselen reageren op voedingsmiddelen: huidverschijnselen (rode vlekjes, urticaria (galbulten), eczeem) verschijnselen van de luchtwegen (een loopneus met niezen (rinitis), piepen bij de inademing of bij de uitademing) verschijnselen van maag en darmen (braken, diarree, krampen) algemene verschijnselen zoals dikke ogen (angio-oedeem) hevig huilen, voedselweigering, prikkelbaar gedrag. Aan de ene kant is het dus zo dat je bij veel verschillende verschijnselen aan een voedselallergie zou kunnen denken. Aan de andere kant is het zo dat elk van deze verschijnselen veel verschillende oorzaken kan hebben. Om een voorbeeld te noemen: de meeste kinderen met een verstopte neus hebben een verkoudheid en geen voedselallergie! Ook de meeste hard huilende baby s hebben geen voedselallergie. De meest gevreesde uiting van een voedselallergie is de zogenoemde anafylaxie, een heftige reactie van het hele lichaam, waarbij het kind vaak eerst rood en daarna bleek wordt, klam en zweterig en duidelijk ziek, vaak ook met benauwdheidsklachten en gezwollen ogen. Een anafylaxie bij een zuigeling berust bijna altijd op een voedselallergie. Zoals boven gezegd zijn alle andere mogelijke verschijnselen van voedselallergie weinig specifiek. Daarom moet dus verder onderzocht worden of de verschijnselen wel of niet berusten op een voedselallergie. Eliminatie-provocatieproef Als er bij een kind verschijnselen bestaan die doen denken aan een koemelkallergie, dan zijn dokters in Nederland het erover eens dat er een eliminatie- en provocatieproef gedaan moet worden. Hierbij krijgt het kind dus eerst geen koemelk toegediend (eliminatie) en daarna wel weer (provocatie). Verdwijnen de klachten tijdens eliminatie en keren ze weer terug tijdens provocatie, dan kan de diagnose koemelkallergie gesteld worden. Kindergeneeskunde KIND-593.1 22 oktober 2015 pagina 2/5

Twee manieren om een eliminatie-provocatieproef te doen Er bestaan twee manieren om een eliminatie-provocatieproef te doen: De eenvoudigste manier is een open eliminatie en provocatie. Daarbij weten ouders en dokter welke voeding het kind krijgt. De open provocatie volstaat alleen om een koemelkallergie uit te sluiten. Deze wordt uitgevoerd op het consultatiebureau. Echter, in veel gevallen voldoet een open eliminatie- en provocatieproef niet. Het blijkt in de praktijk erg moeilijk om onbevooroordeeld te bepalen of een kind zich tijdens de provocatie anders gedraagt dan tijdens de eliminatie. Dit geldt vooral voor de wat vagere en weinig specifieke klachten van voedselallergie zoals huilen, buikpijn, eczeem en veranderd gedrag. Als de ouders (of de dokter) van tevoren sterk vermoeden dat de klachten van het kind iets te maken hebben met een voedselallergie, zullen ze geneigd zijn om bij een lichte verandering de verschijnselen te interpreteren als een allergische reactie als die zich voordoet tijdens de provocatie, terwijl ze tijdens de eliminatie aan eenzelfde verandering van verschijnselen minder waarde zullen toekennen. Daarom levert een open eliminatie- en provocatieproef nogal eens een zogenoemd valspositief resultaat op. Dat wil zeggen het lijkt alsof het kind heeft gereageerd op het voedingsmiddel, maar in werkelijkheid heeft het geen voedselallergie. Daarom wordt voor wetenschappelijk onderzoek altijd een andere, meer onpartijdige en daardoor meer betrouwbare vorm van eliminatie en provocatie toegepast, de dubbelblinde, placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP). Dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) De DBPGVP is eigenlijk de enige betrouwbare manier om een voedselallergie aan te tonen of uit te sluiten. Daarom wordt in Gelre ziekenhuizen Zutphen bij voorkeur gebruik gemaakt van deze methode om te kijken of er sprake is van een voedselallergie. De DBPGVP is bij uitstek geschikt om te oordelen of uw kind een koemelkallergie heeft. Bij een DBPGVP krijgt uw kind twee keer een testvoeding te drinken. De ene keer gaat het om koemelkvrije voeding, de andere keer om een koemelkhoudende voeding (dieetvoeding waaraan koemelkeiwit is toegevoegd). Beide voedingen zien er hetzelfde uit en ruiken en smaken hetzelfde. Beide testvoedingen worden in opklimmende hoeveelheden gegeven. Tijdens en na het toedienen van de testvloeistof wordt nauwkeurig bijgehouden wat voor verschijnselen uw kind vertoont. Van tevoren weten noch de ouders, noch de kinderarts welke testvoeding koemelkvrij is en welke koemelk bevat. Deze informatie is in een verzegelde envelop op de afdeling aanwezig en kan, als het echt nodig is, altijd geopend worden. Bij het polikliniekbezoek, één tot twee weken na de tweede testdag wordt de code geopend. Dan is dus duidelijk welke testvoeding koemelkvrij was en welke koemelkhoudend. Dan kan worden beoordeeld of uw kind inderdaad overgevoelig gereageerd heeft op koemelk. De kinderarts bespreekt deze resultaten met u. Kindergeneeskunde KIND-593.1 22 oktober 2015 pagina 3/5

Praktische gang van zaken rondom een DBPGVP Eerst spreekt u met de kinderarts af dat er bij uw kind een DBPGVP wordt uitgevoerd. Vervolgens plant u in overleg met de kinderarts twee geschikte dagen om de test uit te voeren. De poli assistente vraagt de diëtist om de testvoedingen klaar te maken. In de vier weken vóór de test mag uw kind alleen koemelkeiwitvrije voeding gebruiken en géén koemelkhoudende voedingsmiddelen. Geeft u borstvoeding? Dan moet u gedurende die vier weken zelf een koemelkvrij dieet te volgen. Vraag zonodig hierover advies aan de diëtist. Op de ochtend van de eerste testdag mag uw kind s morgens een normale voeding krijgen of een licht ontbijt gebruiken. U meldt zich om 8.30 uur met uw kind bij de Kinderafdeling op de 3e verdieping. Heeft uw kind in het verleden ooit heftig gereageerd op koemelk (bijvoorbeeld met een anafylaxie)? Dan krijgt het voor de zekerheid een infuus om zo nodig snel medicijnen te kunnen toedienen. Dit al tijdens een bezoek aan de polikliniek met u besproken. Om ongeveer 9.00 uur krijgt uw kind de eerste testvoeding toegediend, in opklimmende hoeveelheden (zie schema hieronder). Houdt u er rekening mee dat het onderzoek de hele dag kan duren. Neem daarom eten voor uzelf mee of geld om wat in het restaurant te gebruiken. Naast de testvoeding mag uw kind, in overleg met de verpleegkundige, zijn eigen koemelkvrije voeding gebruiken. Wilt u een pak/blik eigen voeding meenemen? Indien nodig gebruiken we namelijk uw eigen voeding als testvoeding. Tijd in minuten na begin van de test hoeveelheid 0 10 ml 30 20 ml 60 30 ml 90 40 ml 120 60 ml 150 90 ml Vertoont uw kind bijzonderheden? Meldt u dat dan aan de verpleegkundige, die zo nodig de arts zal waarschuwen. Bij lichte verschijnselen (bijvoorbeeld roodheid om de mond, wat onrust) gaat de test verder. Bij duidelijke verschijnselen (bijvoorbeeld galbulten, piepen, herhaaldelijk braken enz.) wordt met de provocatie gestopt. Dezelfde procedure wordt gevolgd voor het tweede deel van de test met de tweede testvoeding (ongeveer een week later). NB: ook als uw kind op de eerste testdag duidelijk reageert, wordt het tweede deel van de DBPGVP uitgevoerd. De code wordt nog niet verbroken. Alleen op deze manier wordt duidelijk of de heftige reactie is veroorzaakt door koemelkallergie, of niet. Na de laatste voeding wordt uw kind nog minimaal 2 uur geobserveerd op de afdeling. Kindergeneeskunde KIND-593.1 22 oktober 2015 pagina 4/5

Interpretatie van de resultaten Alleen als een kind verschijnselen vertoont bij het drinken van de koemelkhoudende voeding en niet bij de koemelkvrije voeding, is de DBPGVP positief. Dan kan de kinderarts de diagnose koemelkallergie stellen. Uw kind wordt dan verder behandeld met een koemelkvrij dieet en begeleid door de diëtist. In alle andere gevallen is de DBPGVP negatief en is een koemelkallergie dus uitgesloten. Uw kind kan vanaf die dag dan gewoon koemelk (of gewone koemelkhoudende zuigelingenvoeding) gebruiken. Als u borstvoeding geeft, hoeft u geen dieet (meer) te volgen. Voor (her)introductie van voedingsmiddelen kan de kinderarts u en uw kind in overleg met u verwijzen naar de diëtist. Uitzonderingen Meestal levert een DBPGVP duidelijke resultaten op. Dat is plezierig, want dat schept voor u en uw kind duidelijkheid. Een enkele keer is het lastiger. Soms zijn er tijdens de DBPGVP heel subtiele verschijnselen opgetreden en is het onduidelijk of die echt zijn toe te schrijven aan een voedselallergie. Soms weigeren kinderen de testvoeding te drinken, of mislukt de test door organisatorische problemen. In dat geval kan het soms nodig zijn de DBPGVP nog eens te herhalen. Een heel enkele keer reageert uw kind niet tijdens de DBPGVP, maar lijken de verschijnselen in de dagen of weken daarná, als uw kind dagelijks grotere hoeveelheden koemelk gebruikt, duidelijk toe te nemen. Zo n toename van verschijnselen wordt meestal niet veroorzaakt door de koemelk, maar theoretisch kán het wel. In zulke gevallen bespreekt u met de kinderarts wat de mogelijkheden zijn. Vragen? Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen? Neem dan gerust contact op met de kinderarts via de polikliniek Kindergeneeskunde: maandag t/m vrijdag 8.30 16.30 uur Tel: 0575 592 824 Kindergeneeskunde KIND-593.1 22 oktober 2015 pagina 5/5