Gemeentelijk reglement betreffende begraafplaatsen TERNAT

Vergelijkbare documenten
Model van politieverordening op de begraafplaats(en) Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, 2;

POLITIEVERORDENING. Begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Artikel 1. Het huishoudelijk reglement op gemeentelijke begraafplaatsen, zoals hieronder weergegeven, goed te keuren.

Op de begraafplaatsen

GEMEENTE DILBEEK. Gemeentelijk reglement op de begraafplaatsen

Zitting van 25 februari Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 64;

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

POLITIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN

reglement begraafplaatsen aanpassing Gelet op het reglement op de begraafplaatsen dd ; Gelet op het bericht dd. 16 februari 2015 van dhr.

Reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN HERENT

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen

Politiereglement overlijden en begraafplaats

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

Begraafplaatsen. GEMEENTEBESTUUR OPPERSTRAAT LIEDEKERKE TEL FAX LIEDEKERKE.

Gemeentelijke begraafplaatsen

Politiereglement op de begraafplaatsen

AFDELING 7 - BEGRAAFPLAATSEN

Reglement begraafplaats

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 7 mei 2010)

Gemeentelijk reglement voor de parkbegraafplaats en de oude begraafplaatsen

Politieverordening op de begraafplaatsen

Reglement. Huishoudelijk reglement begraafplaatsen. Hoofdstuk 1: Algemeenheden

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

Huishoudelijk reglement gemeentelijke begraafplaatsen

BEGRAAFPLAATS WESTLEDE ALGEMEEN REGLEMENT

POLITIEVERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

Politieverordening op de begraafplaatsen

POLTIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN LIJKBEZORGING

Gelet op de artikelen 15 bis, 2, tweede lid, 23 bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, in het bijzonder de artikelen 15bis, 2, tweede lid, 23bis en 32;

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging (Belgisch Staatsblad van 10 februari 2004), gewijzigd bij de decreten van:

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. op de begraafplaatsen en de lijkbezorging TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 17 NOVEMBER 2016

De categorieën vermeld onder de nrs. 4 en 5 worden wat de retributie betreft gelijkgesteld met de inwoners.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

Gemeentelijk reglement voor de begraafplaatsen

Reglement Huishoudelijk reglement gemeentelijke begraafplaatsen

POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN CREMATORIA

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 oktober 2012.

Goedkeuren huishoudelijk reglement begraafplaatsen

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 26 juni 2018 Beleidsdomein Interne Zaken - Dienst Bevolking & Burgerlijke Stand

REGLEMENTEN VAN INWENDIG BESTUUR BELEIDSDOMEIN VEILIGHEID EN BURGERZAKEN

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119, 119bis, 133 en 135 2;

De kist mag na de kisting niet meer geopend worden tenzij om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing.

UITTREKSEL uit de notulen van de Gemeenteraad ZITTING VAN 25 november 2013

Politieverordening op de begraafplaatsen

REGLEMENT BEGRAAFPLAATSEN. HOOFDSTUK 6: BEGRAAFPLAATSEN Begraafplaatsreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van

GEMEENTE GEETBETS. Gemeentelijk reglement betreffende begraafplaatsen

HST 3 Begraafplaatsen en lijkbezorging

Ingeval van internationaal lijkenvervoer is een conserverende behandeling toegestaan.

Retributiereglement van 23 december 2014 op de begraafplaatsen, verkoop en plaatsing van graf- en of urnenkelders en columbariumnissen

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Pagina 20 van 20 INFOBROCHURE BEGRAAFPLAATSEN DIEST

Artikel 1. Deze politieverordening is gericht op het waarborgen van de orde en de rust op de gemeentelijke begraafplaats van Wezembeek-Oppem.

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 26 juni 2018 Beleidsdomein Interne Zaken - Dienst Bevolking & Burgerlijke Stand

GEMEENTE GEETBETS. Gemeentelijk reglement Betreffende begraafplaatsen

GEMEENTELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN

GEMEENTE ROOSDAAL BEGRAAFPLAATSREGLEMENT

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

HOOFDSTUK 3 : CONCESSIES.

Artikel 1.- het hiernavolgend huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen goed te keuren:

GR 26 maart 2015 en aangepast op GR 21 december 2017 GECOÖRDINEERDE VERSIE REGLEMENT OP BEGRAAFPLAATSEN. Titel 1: BEGRIPSOMSCHRIJVING. 1.

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS

Politiereglement op de begraafplaatsen. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 22 december 2015

Gelet op de nieuwe gemeentewet; inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, 2;

GEMEENTE GEETBETS Gemeentelijk reglement Betreffende begraafplaatsen

DE GEMEENTERAAD BESLUIT

Goedkeuren retributiereglement begraafplaatsen

technisch uitvoerende diensten R E G L E M E N T POLITIEVERORDENING OP DE BEGRAAFPLAATSEN Gemeenteraad van

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad in vergadering van 28 april2016

Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 7 september 2010

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Gemeente BRAKEL Arrondissement Oudenaarde Provincie Oost-Vlaanderen. Uittreksel uit het notulenboek van de Gemeenteraad

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Onderwerp: Huishoudelijk reglement begraafplaatsen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN 24 NOVEMBER 2016

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE GEETBETS

Arrondissement Oudenaarde UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 27 FEBRUARI 2014

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Huishoudelijk reglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen

Zonale Politiecodex Zuiderkempen versie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN Gemeenteraad 24/05/2012

GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

Gemeente Zoersel Reglement Begraafplaatsen

Infobrochure begraafplaatsen

Huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen

2. HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN: GOEDKEURING.

Reglement op de begraafplaatsen

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 29 april 2019 Leven - Burgerzaken

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;

NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 16 APRIL 2009.

Gelet op de artikelen 15bis, 2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

REGLEMENT. Huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging. I. Algemene bepalingen

GEMEENTE KAMPENHOUT PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Onderwerp: Politieverordening op begraafplaatsen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN 24 NOVEMBER 2016

reglement op de begraafplaatsen Goedkeuring

Transcriptie:

Gemeentelijk reglement betreffende begraafplaatsen TERNAT HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen Artikel 1: begraafplaatsen De gemeente beschikt over 3 begraafplaatsen gelegen te Ternat, Sint-Katherina-Lombeek en Wambeek. Artikel 2: voorzieningen Iedere begraafplaats beschikt over percelen voor het begraven in volle grond, grafkelders, columbarium, een urnenveld en een strooiweide. Artikel 3: wie kan begraven worden De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van: 1. personen die op het grondgebied van Ternat overleden of dood aangetroffen zijn 2. personen die op datum van overlijden ingeschreven waren in het bevolkings-, vreemdelingenof wachtregister van Ternat 3. personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in de gemeentelijke bevolkingsof vreemdelingenregisters 4. personen die vroeger in het bevolkings- of vreemdelingenregister van Ternat waren ingeschreven, maar die door het OCMW van Ternat in een instelling buiten de gemeente werden geplaatst en tot aan hun overlijden ten laste gebleven zijn van het OCMW van Ternat 5. ouderlingen die steeds in de gemeente gehuisvest waren maar overleden in een rusthuis of bij familieleden buiten de gemeente 6. personen die minstens ¾ van hun leven in het bevolkingsregister van Ternat zijn ingeschreven 7. personen begunstigd met een recht van begraving door middel van een concessie Artikel 4: begraving Begraving is mogelijk op werkdagen van 09.00u tot 16.00u, op zaterdagen van 09.00u tot 14.00u. Uitstrooiing en bijzetting columbarium is op zaterdag mogelijk tot 16u30. Het is niet toegelaten: - te begraven op zon- en feestdagen - te begraven de laatste werkdag van oktober - enig werk op de begraafplaatsen uit te voeren (onderhoud, reinigen van graven ) de twee laatste werkdagen van oktober - enig grafteken (zerken, gedenktekens ) te plaatsen de laatste vijf werkdagen van oktober. De wettelijke zon- en feestdagen zijn: 1 ste januari - Pasen Paasmaandag - 1 mei Hemelvaartdag Pinksteren Pinkstermaandag - 21 juli - 15 augustus - 1 november - 11 november - 25 december. Het is eveneens niet toegelaten te begraven op volgende dagen: 11 de juli - jaarmarkt (enkel voor de gemeente Ternat) - 2 november - 15 november - 26 december. Voor dienstnoodwendigheden kunnen de begraafplaatsen tijdens deze openingsuren op bevel van de burgemeester tijdelijk voor het publiek gesloten worden. Het gemeentebestuur geeft toelating tot begraven en bepaalt de plaats en het tijdstip van begraven. De aanvraag tot begraven vermeldt het type van begraving en de eventuele concessie.

Artikel 5: kosteloze begraving Behoudens het verlenen van een concessie is de begraving van het stoffelijk overschot van de personen in artikel 3 geheel kosteloos. Artikel 6: grafrust Behoudens in geval van een gerechtelijk bevel tot opgraving is de verplichte grafrust nooit minder dan 10 jaar. Artikel 7: aanvang en eindiging van termijnen Ongeacht het graf geconcedeerd is of niet, begint een eerste termijn te lopen op het moment van eerste ingebruikname van een graf. Iedere verlenging gaat in op het moment van de toekenning door het college. Het eindigen van een termijn om welke reden dan ook, heeft steeds tot gevolg dat de termijn nooit meer verlengd kan worden, alle graftekens van rechtswege eigendom van de gemeente worden en het graf ontruimd kan worden. Artikel 8: bekendmakingen eindigen termijnen Bekendmakingen aangaande het aflopen van termijnen of voorgenomen beslissingen omtrent een graf of begraafplaats, geschieden steeds op dezelfde wijze. Dit gebeurt door gedurende 1 jaar voorafgaand aan het verlopen van de termijn, een bekendmaking hieromtrent aan het betreffende graf te plaatsen, alsook aan de ingang van de begraafplaats en éénmalig in het gemeentelijk informatieblad. Hierin worden belanghebbenden tevens gewezen op de gevolgen van het aflopen van de termijn of beslissing en de eventuele mogelijkheden die hen hieraan voorafgaand openstaan. Bijgevolg krijgen belanghebbenden de gelegenheid alsnog een concessie aan te vragen of om graftekens weg te nemen. Artikel 9: niet-geconcedeerde graven Niet-geconcedeerde graven of nissen worden kosteloos bewaard gedurende een termijn van 10 jaar. Artikel 10: omzetting in concessies De niet-geconcedeerde graven of nissen kunnen binnen de termijn van 15 jaar op aanvraag van enige belanghebbende bij het college van burgemeester en schepenen worden omgezet in een concessie. Een omzetting is geen verlenging en start dus op de datum van eerste ingebruikname van het graf. HOOFDSTUK 2: Concessies Artikel 11: definitie Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt de toekenning in van de ingebruikneming van een nis of perceel grond voor opberging van niet-gecremeerde of gecremeerde lichamen maar houdt geen verhuring noch verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar. Artikel 12: voorwerp 1. Eenzelfde concessie kan dienen voor de aanvrager, zijn echtgenoot, zijn bloed- of aanverwanten evenals voor allen daartoe aangewezen door de concessiehouder en die daartoe bij de gemeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven. 2. Wanneer iemand overlijdt terwijl hij op dat ogenblik met één of meer andere personen een feitelijk gezin vormde, kunnen deze andere personen ieder een concessie aanvragen.

3. Elke natuurlijk- en rechtspersoon kan een concessieaanvraag indienen ten behoeve van een derde en van diens bovengenoemde(n). Artikel 13: aanvraag Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen. De concessie wordt schriftelijk en met het formulier Aanvraag grafconcessie / urne in columbarium of urnenveld aangevraagd. De vergunningen worden enkel toegestaan op de plaatsen daarvoor aangewezen op de begraafplaatsen volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen. In geen geval mag er een vergunning verleend worden op de plaats bestemd voor de niet-vergunde gronden. Het college van burgemeester en schepenen wordt tevens gemachtigd om de concessies te beëindigen bij toepassing van een procedure van verwaarlozing. Een grondconcessie kan voor het overlijden aangekocht worden. Deze grondconcessie wordt evenwel niet voorbehouden op een bepaalde plaats op het kerkhof. De termijn van deze concessie zal pas ingaan bij (de eerste) begraving. De concessies zullen in volgorde van begraven ingenomen worden. Artikel 14: omvang Een zelfde concessie wordt verleend voor maximum 2 personen. Uitzonderingen hierop zijn bijzettingen in columbarium en urnen begraven in urnenveld, waar de concessie voor maximum 3 personen kan worden toegekend alsook voor grafkelders en graven in volle grond met maximum 2 kisten, waar een urne kan bij begraven worden. Artikel 15: duur Een concessie wordt verleend voor 20 jaar en neemt aanvang op de datum van de eerste begraving en bij verlenging op datum van de collegebeslissing hieromtrent. Artikel 16: eindigen van de concessie en hernieuwing Wanneer een concessie om welke reden ook een einde neemt, kan het graf worden ontruimd en worden de niet weggenomen graftekens en de nog bestaande ondergronds constructies van ambtswege eigendom van de gemeente. Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan een concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de eerstvolgende vervaldatum. Hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden als blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is. Indien een bijbegraving zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de toegekende concessie voordoet en ingeval er geen hernieuwing wordt aangevraagd, blijft het graf nog bestaan gedurende een periode van 10 jaar. De retributie voor de hernieuwing wordt proportioneel berekend voor het aantal jaren dat de hernieuwde concessie de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt. Indien er van de mogelijkheid tot hernieuwing van de concessie bij een bijzetting geen gebruik wordt gemaakt en indien de laatste begraving in de concessie zich voordoet minder dan tien jaar voor het verstrijken van de concessie, dan moet het graf gedurende een termijn van tien jaar behouden blijven. Artikel 17: betaling Bij het aanvragen van een concessie of van een hernieuwing wordt de retributie bij de gemeenteontvanger gedeponeerd bij het indienen van de aanvraag. Indien de beslissing gunstig is, wordt zij door het gemeentebestuur verworven.

Artikel 18: voortijdige beëindiging Het college van burgemeester en schepenen kan een geconcedeerd perceel of een geconcedeerde nis wegens openbaar belang, dienstnoodwendigheden, of in geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats), voortijdig beëindigen. In dit geval kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. De concessiehouder heeft wel recht op het bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte op dezelfde of op een andere begraafplaats in de gemeente. Hiertoe wordt gedurende 1 jaar voorafgaand aan de voorziene uitvoering van deze beslissing een bekendmaking hieromtrent gedaan zoals bepaald in artikel 8. De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel een vervangende grafkelder, zijn ten laste van de gemeente. Artikel 19: voortijdige beëindiging op aanvraag Het college van burgemeester en schepenen kan tevens een concessie voortijdig beëindigen op schriftelijk verzoek van de meest belanghebbende. De betaalde concessieprijs kan noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. Bezwaren tegen een voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Hiertoe wordt gedurende 1 jaar voorafgaand aan het nemen van de beslissing hiertoe een bekendmaking hieromtrent gedaan zoals bepaald in artikel 8. Artikel 20: eeuwigdurende concessies Telkens na 50 jaar en zonder vergoeding kan de concessie, die krachtens het keizerlijk decreet van 23 prairial jaar XII werd verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, op aanvraag hernieuwd worden voor een termijn van 50 jaar. Hiertoe wordt gedurende 1 jaar voorafgaand aan het verlopen van de concessie een bekendmaking hieromtrent gedaan zoals bepaald in artikel 8. Op schriftelijk verzoek overeenkomstig de procedure voorzien voor verlenging van een concessie in dit reglement, wordt de hernieuwing toegestaan voor een termijn van 50 jaar. HOOFDSTUK 3: Lijkbezorging Artikel 21: aangifte en vaststelling van overlijden Elk overlijden of het ontdekken van een stoffelijk overschot in de gemeente moet zonder verwijl aangegeven worden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld op basis van een getuigschrift, afgeleverd door de behandelende geneesheer of een geneesheer hiertoe aangesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Artikel 22: formaliteiten Diegenen die voor de begraving instaan, regelen met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan. Artikel 23: termijn voor begraving Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten vroegste 24 uur na het overlijden de begraving van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten of de crematie

met daarop volgend de begraving, de berging of de verstrooiing van de as plaats. De burgemeester of zijn aangestelde beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis. Artikel 24: kisting Tot kisten mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand. De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen. Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en procédés die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden. Een balseming of enige andere conserverende behandeling voorafgaand aan de kisting, kan in de door de Vlaamse regering bepaalde gevallen toegelaten worden. Deze gevallen zijn opgenomen in de artikelen 25, 26 en 27 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria. Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden. Artikel 25: lijkenvervoer algemeen Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, doch dient te gebeuren volgens de regels van welvoeglijkheid. Het vervoer van niet-gecremeerde lijken naar of van het grondgebied van de gemeente is verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde. In geval van vervoer van het grondgebied van de gemeente wordt de machtiging slechts verleend op voorlegging van een document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van bestemming en mits voorlegging van een attest inzake laatste wilsbeschikking van de overledene. De niet-gecremeerde lijken moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze worden vervoerd. De gemeente ziet toe op het ordelijk, welvoeglijk en respectvol verlopen van de lijkstoet. Artikel 26: lijkenvervoer naar het buitenland Voor zover stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland moeten vervoerd worden, is het vervoer, naargelang het geval, onderworpen aan de formaliteiten vermeld in: 1. het KB van 8 maart 1967, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar Luxemburg of Nederland; 2. het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973 wanneer het lijk moet vervoerd worden naar een ander land dan vermeld onder punt 1 en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft; 3. het Regentsbesluit van 20 juni 1947 wanneer een lijk moet vervoerd worden naar een land, niet bedoeld in punten 1 en 2. Artikel 27: mortuarium Op de gemeentelijke begraafplaatsen van Ternat zijn geen lijkenhuizen meer ingericht. Ingevolge een overeenkomst met begrafenisonderneming Huis Arijs is aldaar een koelkamer voorzien, ter vervanging van een gemeentelijk lijkenhuis. Deze koelkamer dient voor: 1. het bewaren, in afwachting van de begraving, van de gevonden lijken die nog dienen geïdentificeerd te worden; 2. het ontvangen van het stoffelijke overschot van overleden personen die niet kunnen bewaard worden op de plaats van overlijden of hun woonplaats;

3. het opnemen van lijken waarop ingevolge rechterlijke beslissing een lijkschouwing moet worden verricht; 4. het bewaren van stoffelijke overschotten voor vrijwaring van de openbare gezondheid; 5. het bewaren van lijken waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of, bij ontstentenis door elke belanghebbende. De lijken mogen slechts naar deze voorziene plaats gebracht worden na officiële vaststelling van het overlijden. In de gevallen onder 5 mogen de lijken slechts naar deze plaats gebracht worden mits een voorafgaandelijke machtiging van de burgemeester, afgeleverd na de officiële vaststelling van het overlijden. In de gevallen vermeld onder 4 is de overbrenging vaar deze koelkamer verplicht. Artikel 28: bepalingen begravingen De begravingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Bovengrondse begravingen zijn niet toegelaten. Er mogen ten hoogste 2 kisten boven elkaar geplaatst worden. Boven de bovenste kist bevindt zich een laag grond van ten minste 65 cm en tussen de twee kisten wordt een laag grond van minimum 30 cm aangebracht. Urnenvelden hebben een minimumdiepte van 50 cm onder het maaiveld. Artikel 29: taak van de gemeente Uitsluitend gemachtigden van de gemeente zijn ertoe bevoegd te zorgen voor: -het aanhechten van een plaatje met jaartal en volgnummer van de begraving aan de kist of de urn; -het delven van een graf voor begravingen of bijzettingen in volle grond en het vullen van de kuil; -het openen en sluiten van bestaande grafkelders; -het openen, plaatsen en afsluiten van de nis in een columbarium door middel van een afdekplaat. De begraving, bewaring in een columbarium of uitstrooiing van de as op de gemeentelijke begraafplaats met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een register dat bijgehouden wordt door de gemeente van de begraafplaats waar ze plaatsgevonden heeft. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de nauwkeurige aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide. Artikel 30: lijkbezorging van behoeftigen Er wordt in een behoorlijke wijze voorzien in de lijkbezorging van behoeftigen. De daaruit voortvloeiende kosten zijn ten laste van de gemeente van het Vlaamse Gewest waar zij in de bevolkingsregisters, het vreemdelingen- of wachtregister zijn ingeschreven. Artikel 31: percelen voor begravingen Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, indien het vereist is voor de aanleg en inrichting van de begraafplaatsen, en na advies van de ploegbaas dienst begraafplaatsen, individueel afwijkingen aan de buitenafmetingen van grafzerken te behandelen en toe te staan. Een nieuw te plaatsen monument volgt de achterlijn van de reeds eerder geplaatste grafmonumenten. a/ in volle grond De percelen voor het begraven in volle grond van een niet-gecremeerde lichaam zijn, voor een persoon jonger dan 8 jaar 150 cm bij 80 cm groot en voor een persoon vanaf 8 jaar 200 cm bij 100 cm.

De geconcedeerde percelen voor het begraven in volle grond van twee niet-gecremeerde lichamen, één lichaam en één asurne of twee lichamen en één asurne, hebben dezelfde afmetingen. b/ in grafkelder De geconcedeerde percelen voor het begraven in een grafkelder van twee lichamen of van één lichaam en één asurne zijn 200 cm bij 90 of 100 cm. Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer. c/ in urnenveld In eenzelfde perceel op het urnenveld kunnen maximum 3 urnen geplaatst worden. De afdekplaten van het urnenveld worden door het gemeentebestuur geplaatst en hebben volgende buitenafmetingen: 40 cm bij 50 cm. d/ in columbarium De gesloten nissen voor bijzetting in het columbarium zijn bestemd voor maximum 3 gecremeerde lichamen. e/ strooiweide De uitstrooiing geschiedt op een daarvoor bestemd perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel. HOOFDSTUK IV: Crematie Artikel 32: formaliteiten De crematie is onderworpen aan de formaliteiten bepaald bij het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Artikel 33: asbestemmingen Asbestemmingen zijn: - begraving van de asurne op de begraafplaats; - bijzetting van de asurn in het columbarium van de begraafplaats; - uitstrooiing van de as op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats; - uitstrooiing van de as op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee, zoals geregeld door het koninklijk besluit van 25 juli 1990, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999. Indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk schriftelijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of voogd, kan de as van gecremeerde lijken: - uitgestrooid worden op een andere plaats dan de begraafplaats. De as mag niet worden uitgestrooid op het openbare domein. Tot het openbare domein behoren ondermeer de bevaarbare stromen en rivieren, de wegen en de stranden. Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande, schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein vereist; - begraven worden op een andere plaats dan de begraafplaats. Deze begraving mag niet gebeuren op het openbare domein. Indien het een terrein betreft dat niet in eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein vereist; - bewaard worden op een andere plaats dan de begraafplaats. Indien er een einde komt aan de bewaring van de as, wordt de as door toedoen van de nabestaande die er de zorg voor heeft of zijn erfgenamen in geval van diens overlijden, ofwel naar een begraafplaats gebracht om er begraven te worden, in een columbarium bijgezet of uitgestrooid te worden ofwel op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee uitgestrooid te worden; De persoon die de as in ontvangst neemt is verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen.

Echtgenoten of bloed- en aanverwanten in de eerste graad kunnen op eenvoudig verzoek en als er geen geschreven wilsbeschikking hierover van de overledene bestaat, een klein symbolisch gedeelte van de as meenemen. Deze verdeling gebeurt echter in het crematorium. Artikel 34: wijziging bestemming Onverminderd de naleving van de laatste wilsbeschikking inzake de wijze van lijkbezorging, overeenkomstig artikel 15 van het decreet, kan een asurn op vraag van de nabestaanden en mits toestemming van de burgemeester, opgegraven worden om te worden verstrooid of om te worden bijgezet in een concessie. Artikel 35: asverstrooiingspercelen Op de asverstrooiingspercelen op de openbare begraafplaatsen mogen geen voorwerpen worden geplaatst (bloemen, kransen, herinneringsbeelden). HOOFDSTUK V: Opgravingen en ontruimingen Artikel 36: opgravingen Opgravingen voor het verstrijken van de tienjarige grafrust zijn enkel mogelijk op bevel van de gerechtelijke overheid. Opgravingen na het verstrijken van de tienjarige grafrust zijn mogelijk: - bij terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden; - bij wijziging van de bestemming van de begraafplaats; - op verzoek wegens ernstige redenen van belanghebbenden, mits voorafgaande machtiging van de burgemeester. Artikel 37: herbegravingen In geval van herbegraven moet door de burgemeester een toelating verleend worden tot herbegraven op een gemeentelijke begraafplaats. Als een overledene in een andere gemeente wordt herbegraven, moet zowel de burgemeester van de gemeente waar de overledene begraven werd, als de burgemeester van de gemeente waar hij wordt herbegraven, toestemming verlenen voor het opgraven van het stoffelijk overschot. Het stoffelijk overschot moet onmiddellijk naar de nieuwe bestemming worden vervoerd en begraven, mits inachtneming van alle voorschriften terzake. In geval van crematie wordt de as behandeld overeenkomstig artikel 19 en 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004. Artikel 38: aanvraag De aanvraag tot opgraving of herbegraving dient door de meest belanghebbende schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd: a/ dag en uur waarop de opgraving zal geschieden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld; b/ het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten, moeten verwijderd worden door de aanvrager of familie vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan; c/ behoudens een gerechtelijke ontgraving geschiedt het openleggen van het graf, het openen van de grafkelders, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil, door de zorgen van een private onderneming en dit onder toezicht van de politie; d/ het openen van de nis, het uitnemen van de urn uit de nis en het terug sluiten van de nis geschieden door de zorgen van de gemeente. Artikel 39: nadere bepalingen Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot 30 november en op zaterdagen en zonen feestdagen geen opgravingen verricht. Tijdens de opgraving wordt de plaats ervan voor het publiek visueel afgeschermd. Er moet tot een opgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid

van de grafmaker, een lid of een afgevaardigde van de familie en een gemachtigde door de burgemeester aangesteld die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven indien zij zulks nodig achten en elke andere maatregel nemen die van dien aard is dat de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid worden beschermd, zulks op kosten van de aanvrager. Bij de opgraving moet het kerkhof gesloten blijven. Artikel 40: vervoer Tijdens het vervoer van onverteerde resten wordt gebruik gemaakt van een al dan niet herbruikbare lucht- en vloeistofdichte kist. Zo deze kist uitsluitend voor het vervoer is bestemd, mag deze kist vervaardigd zijn uit niet-afbreekbaar materiaal. Als de bestemming van het lijk buiten de begraafplaats van opgraving is gelegen, moet het lijk in afwachting van vervoer worden bewaard in een lucht- en lekdichte kist. Dit gebeurt op kosten van de aanvrager. Artikel 41: kosten De prijs en betalingsmodaliteiten voor de opgraving worden in het retributiereglement vastgesteld door de gemeenteraad. Alle kosten zijn ten laste van de aanvrager(s). Artikel 42: ontruimingen Ontruimingen kunnen plaatsvinden nadat de termijn van een graf of nis, om welke reden ook, verlopen is. In het geval de ontruiming betrekking heeft op één of meer niet-gecremeerde lichamen, dan zullen de onverteerde resten in een hiertoe aangewezen, algemeen graf geplaatst worden. In het geval de ontruiming betrekking had op één of meer gecremeerde lichamen, dan zal de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats, of op de andere wijzen zoals bepaald in artikel 33. HOOFDSTUK VI: Graftekens, bouw- en beplantingswerken Artikel 43: plaatsing graftekens Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft een ieder het recht op het graf van zijn verwant of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder. Artikel 44: vereisten Op het perceel, waarin het stoffelijk overschot begraven werd in geconcedeerde grond, mag ten vroegste vanaf de zesde maand na de aanvang van de concessie aanwezig zijn: - een (tijdelijke) afzoming, in duurzame materialen, van de grenslijnen van de grafconcessie; - een grafzerk waarop minstens verplicht is te vermelden: de naam, voornaam, eventueel de datum of het jaartal van geboorte en van overlijden van de aldaar begraven personen. Voor het verstrijken van 2 jaar na de aanvang van de concessie, dient tenminste aanwezig te zijn: een afzoming in duurzame materialen van de grenslijnen van de grafconcessie, de naam, voornaam en eventueel de datum of het jaartal van geboorte en van overlijden van de aldaar begraven personen. Eventuele verzakkingen van grafzerken zijn volledig ten laste en op kosten van de familie. Op de strooiweide bestaat de mogelijkheid van het laten aanbrengen van een naamplaatje, dat volledig door het gemeentebestuur bepaald en geplaatst wordt en dit tegen een kostprijs die door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De grafmonumenten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: - vervaardigd zijn uit duurzame materialen;

- stevig geplaatst zijn en de basis mag niet dieper dan 15 cm onder het grondpeil worden aangebracht, behoudens de funderingspalen; - het grondvlak moet horizontaal geplaatst worden en in overeenstemming met de aangeduide lijnrichting; - maximum 90 cm boven het grondpeil uitsteken. Artikel 45: nadere bepalingen - Het is niet toegelaten graftekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of aard van de materialen, de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren. - De graftekens blijven altijd 20 cm binnen het toegewezen perceel en zijn nooit hoger dan 90 cm, voor kindergraven niet hoger dan 75 cm. - De graftekens zijn vervaardigd uit duurzame materialen, stevig geplaatst en de basis mag niet dieper dan 15 cm onder het grondpeil worden aangebracht, behoudens de funderingspalen, het grondvlak moet horizontaal geplaatst worden en in overeenstemming met de aangeduide lijnrichting; - De graftekens zijn gedurende de concessie eigendom van de nabestaande of belanghebbende en moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat zij de veiligheid en doorgang niet belemmeren en zonder schade aan te brengen aan de aangrenzende graftekens en graven. Artikel 46: plaatsing grafstenen - Alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden. - Geen enkel hulpmateriaal, restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. - De materialen worden aangevoerd en geplaatst naarmate de behoeften. - Het plaatsen van de grafstenen kan enkel tijdens de openingsuren en slechts na (telefonische) afspraak met de ploegbaas dienst begraafplaatsen. - Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder. - Voor het bijplaatsen van een lichaam moet de grafsteen door de steenkapper of begrafenisondernemer afgerold worden. Het terugplaatsen van de grafsteen moet gebeuren binnen de 10 dagen na de begrafenis. - Grafstenen worden niet verplaatst door grafdelvers. Artikel 47: urnenveld De afdekplaten van het urnenveld worden geleverd door het gemeentebestuur. De aard, de opbouw alsmede het aanbrengen van de foto s op de afdekplaten kunnen gebeuren door bemiddeling van het gemeentebestuur, op basis van een door het college vastgesteld model. De kosten hiervoor alsook de kosten van de afdekplaat zelf zijn ten laste van de aanvrager(s). Op de afdekplaten van het urnenveld is het niet toegelaten enige constructie te plaatsen: - hoger dan 50 cm; - binnen de rand van 5 cm. Artikel 48: columbarium De nissen en afdekplaten voor het columbarium worden geleverd, geplaatst en zonodig vervangen door het gemeentebestuur. De aard, de opbouw alsmede het aanbrengen van de foto s op de afdekplaten kunnen gebeuren door bemiddeling van het gemeentebestuur, op basis van een door het college vastgesteld model. De kosten hiervoor alsook de afdekplaat zelf zijn ten laste van de aanvrager(s). Vermeld worden steeds de naam, voornaam en de datum of het jaartal van geboorte en van overlijden, eventueel naam, voornaam van de nog levende echtgeno(o)t(e).

Artikel 49: herdenkingssteen Op de gemeentelijke begraafplaats is een herdenkingssteen geplaatst waarop de namen van de op de strooiweide daadwerkelijk uitgestrooide overledenen aangebracht kunnen worden. De plaatsing en het onderhoud van de herdenkingsplaatjes gebeurt door het gemeentebestuur. Deze naamplaat vermeldt naam, voornaam, geboorte- en overlijdensjaar van de overledene. De vraag om een herdenkingsplaatje aan te brengen gebeurt schriftelijk door een familielid en volgens een formulier te verkrijgen op de dienst burgerlijke stand van de gemeente. De plaatsing van een herdenkingsplaatje zal aanleiding geven tot het betalen van een door de gemeenteraad vastgelegde retributie. Artikel 50: aanplantingen De aanplantingen moeten derwijze aangelegd en onderhouden worden zodat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren. De hoogte moet beperkt worden tot 50 cm. Artikel 51: verboden Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Kniel- en bidbanken zijn niet toegelaten. HOOFDSTUK VII: Onderhoud der graven Artikel 52: bloemen De bloemen en planten op de graven aangebracht, moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Wanneer ze afgestorven zijn moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbare materialen. Artikel 53: Allerheiligen 1/ De scheefstaande en omgevallen of andere graftekens moeten uiterlijk veertien dagen voor Allerheiligen door toedoen van de familieleden terug recht gezet of verwijderd worden. 2/ De aangevoerde grafsteen of graftekens die drie werkdagen voor Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet zouden geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken familieleden daags nadien voor 10u verwijderd zijn, zoniet zullen grafstenen, graftekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente. Artikel 54: verwaarlozing De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Wanneer een graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven kan het college van burgemeester en schepenen een einde stellen aan het recht op concessie. HOOFDSTUK VIII: Graven met lokaal historisch belang en graven van oud-strijders Artikel 55: oud-strijders Op elke gemeentelijke begraafplaats wordt op een door het college van burgemeester en schepenen aangeduide plaats een herdenkingsmonument opgericht voor de oud-strijders uit de wereldoorlog 1940-1945.

De in aanmerking komende overleden oud-strijders worden op dit monument afzonderlijk vermeld met vermelding van naam, voornaam, geboortedatum en datum van overlijden. Om voor vermelding op dit monument in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden: 1/ begraven zijn op de gemeentelijke begraafplaats in Ternat, Wambeek of Sint-Katherina- Lombeek; 2/ in het bezit zijn van: - een kaart met opgave der oorlogsdiensten voor strijder 1940-1945, afgeleverd door de bevoegde dienst van het Ministerie van Landsverdediging OF - een attest, afgeleverd door dezelfde dienst van het Ministerie van Landsverdediging, waaruit blijkt dat betrokkene aan de voorwaarden voldeed om vermeldde kaart te bekomen. De aanvraag tot opname op dit monument kan gebeuren door iedere belanghebbende bij het college van burgemeester en schepenen, mits voorlegging van de documenten waaruit blijkt dat aan de voorziene voorwaarden werd voldaan. De aanvraag kan enkel ingediend worden ten voordele van een nog levende persoon of op het ogenblik van zijn overlijden. HOOFDSTUK IX: Sluiting van de begraafplaats Artikel 56: sluiting De gemeenteraad bepaalt de datum waarop niet meer begraven wordt op de oude begraafplaats. Een afschrift van deze beslissing wordt tot de definitieve ontruiming van de begraafplaats aan de ingang ervan uitgehangen. De gesloten begraafplaatsen worden in de staat gelaten waarin ze zich bevinden. Gedurende ten minste tien jaar mag er geen gebruik van worden gemaakte. Na verloop van deze termijn of ten minste tien jaar na de laatste begraving, waarbij de inschrijving in het begrafenisregister als bewijs geldt, kan de gemeenteraad beslissen een andere bestemming te geven aan de oude begraafplaatsen. In geval van sluiting en/of wijziging van de bestemming van de begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Zij hebben slechts recht op het bekomen van een perceel of nis van dezelfde afmetingen op een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn. Het recht op het kosteloos bekomen van een nieuw perceel of nis is afhankelijk van het indienen van een aanvraag door enige belanghebbende, binnen een termijn van 1 jaar, volgend op de bekendmaking van de gemeenteraadsbeslissing tot sluiting. De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor het overbrengen van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor het overbrengen van de grafmonumenten evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van diegenen die de overbrenging hebben aangevraagd. HOOFDSTUK X: Politie Artikel 57: toegankelijkheid De gemeentelijke begraafplaats is toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang, behoudens afwijking door de burgemeester vastgesteld. Artikel 58: aansprakelijkheid Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade door particulieren of natuurelementen toegebracht aan de graven of voor de diefstal van de aangebrachte gedenktekens.

Artikel 59: verbodsbepalingen Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen en gedragingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt. Het is in het bijzonder verboden: - aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens gemeentelijke bekendmakingen met betrekking tot de begraafplaats - tegen betaling goederen of diensten aan te bieden; - de grasperken en aanplantingen van de begraafplaats te betreden of te beschadigen; - de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen te beschadigen; - binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen; - op de begraafplaats of de aanhorigheden zich te gedragen op een wijze die met de ernst en de stilte der plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden niet overeenstemt; - met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating wordt verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde of zijn gemachtigde; - vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visuele gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden; - opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren. Artikel 60: strafbepalingen Onverminderd de toepassing van de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het strafwetboek en voor zover hogere wetgeving geen straffen voorziet, worden de inbreuken op de bepalingen van deze verordening bestraft met een gevangenisstraf van één tot zeven dagen evenals met een boete van één tot vijfentwintig euro ofwel met één van deze straffen alleen. HOOFDSTUK XI: Overgangsmaatregelen Artikel 61:overgangsmaatregel Alle concessies toegewezen voor de toepassing van dit reglement blijven ongewijzigd behouden. Verlengingen echter vallen onder toepassing van het nieuw huishoudelijk reglement. HOOFDSTUK XII: Slotbepalingen Artikel 62: gevallen niet voorzien Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen of de burgemeester, in zoverre zij niet door een wet, besluit of decreet aan een andere overheid worden toegewezen en niet in strijd zijn met het niet-discriminatieprincipe. De gemeenteraad wordt op de eerstvolgende zitting van de genomen collegebeslissing in kennis gesteld. Artikel 63: toepassing Dit reglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen vervangt alle vorige reglementeringen en beslissingen. Artikel 64: bekendmaking Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 112 en 114 van de nieuwe gemeentewet en bezorgd aan de hogere overheid. Artikel 65: inwerkingtreding Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk na de vereiste afkondiging. Artikel 66: verzending Afschrift van reglement wordt gestuurd aan - de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant - de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel

- het Vredegerecht te Asse - de lokale politiezone Ternat - de dienst burgerzaken - de technische dienst - de financiële dienst - de milieudienst - de gekende begrafenisondernemers - de gekende steenkappers Namens de gemeenteraad De secretaris De burgemeester H. Peeters R. Parys