MINISTERRAAD Nr.4586 Notulen van de vergadering gehouden op vrijdag 20 december 1968 in de Trêveszaal aangevangen 's morgens om tien uur en 's middags voortgezet Aanwezigs minister-president De Jong en de ministers Bakker (de punten 1 t/m 4g,10, 19b t/m 19h en 20), Beernink (de punten 1 t/m 4g en 10), KLompé, Lardinois, Luns (de punten 1 t/m 4g, 5 ged. 7,8,10 en 19a). Polak, Roolvink (de punten 5 t/m 9 en 19a), Schut, Den Toom (de punten 5 t/m 9,11,14,16 t/m 20), Udink, Veringa en Witteveen (Afwezig minister De Block) Voorts zijn aanwezig de staatssecretarissen Grapperhaus (de punten 5 en 8), Haex (de punten j fcfe Koore* 1 t/m 4h en 10), Keyzer (de punten 1 t/m 4h en 10)^ Kruisinga, Van Son en Van Veen (punt 6) Secretaris? drs.j.middelburg Notularis ; mr.j.p.m.h.merckelbach 1 a. Notulen van de vergadering van 13 december 1968 Wijzigingen;zie bijlage I. 1 b. Notulen van de vergadering van 16 december 19c-- : Aangehouden. 2. Mededelingen.
Minister Veringa wijst erop dat het TD-project geen nieuw project is,maar alleen in de categorie van bijzondere projecten is geplaatst, omdat Italië zich hiervan heeft teruggetrokken. De mogelijkheid dat Nederland zich terugtrekt is volstrekt theoretisch, aangezien het TD-project wordt ingepast binnen het door Nederland aanvaarde ESROplafond van 172 min rekeneenheden (R.E.). De totale Nederlandse bijdrage aan ESRO kan derhalve toch niet worden verminderd. Spreker heeft ernstig bezwaar tegen de koppeling aan de beslissing over de bijdrage aan Euratom, die minister Witteveen voorstelt. Minister Luns betreurt het dat ondanks de gewekte verwachtingen Nederland geen compensatieorders heeft gekregen. Staatssecretaris Van Son kan zich wel met het voorstel van minister Veringa verenigen. Spreker wijst erop dat de Nederlandse delegatie bij de onderhandelingen over de compensatieorders slecht heeft gemanoeuvreerd en de relatief sterke onderhandelingspositie niet heeft uitgebuit. Minister Witteveen acht de mogelijkheid van terugtrekking niet theoretisch. Gezien de Italiaanse weigering om aan dit project deel te nemen, heeft men dit project buiten het oorspronkelijk overeengekomen programma geplaatst. Minister Veringa merkt op dat Nederland alleen zal kunnen stellen dat m plaats van het TD-project een andere project moet worden gekozen. Het overeengekomen plafondbedrag zal daarmee echter niet worden verminderd. De minister-president en minister Polak zijn het met minister Veringa eens dat Nederland naar buiten is gebonden. De raad kan zich, na de bespreking van de Euratompro jeeten (punt 4d), met het voorstel van minister Veringa verenigen. c. Stilzwijgende goedkeuring van het verdrag met Monaco betreffende de internationale hydrografische organisatie (Toelichtende nota) Zonder discussie aanvaard. d. De financiering van het Nederlandse aandeel in de kosten van Euratom voor 1969 (Nota van de minister van Economische Zaken dd. 19 december 1968, nr.368/5365/ek) Minister Luns wijst erop, dat hoewel Frankrijk weigert aan Euratom-projecten deel te nemen die niet voor het land zelf van belang zijn, velen de indruk hebben dat ook Nederland Euratom wil torpederen. Persoonlijk is spreker van oordeel dat.
20 december 1968 van oordeel dat Nederland aan de financiering van de begrotingsoverschrijding van Euratom niet zou moeten meewerken, doch dit is politiek een onhaalbare zaak. Het parlement en ook de publieke opinie zouden dit niet accepteren. Spreker is daarom van oordeel dat Nederland niet de zwarte piet in handen mag krijgen. De begrotingsoverschrijding van ca. f.8 min is, behalve door de Franse weigering, ontstaan doordat Nederland om de hoge fluxreaptor in Euratomverband te houden een hogere sleutel - 30$ - zal moeten nemen en doordat geen overeenstemming is bereikt over de associaties en de biologie. Spreker is van oordeel dat het bezwaar dat de begrotingsoverschrijding moet worden gecompenseerd niet opweegt tegen het politieke bezwaar dat minister De Block in Brussel in een geïsoleerde positie komt. Staatssecretaris Van Son heeft deze morgen telefonisch van minister De Block vernomen dat hij met een extra-bedrag van f.4 à f.5 min voldoende onderhandelingsmarge denkt te hebben; de minister zal eerst nog proberen zonder extra-bedrag eruit te komen. Voor compensatie van de extra-bijdrage is op de begroting van Economische Zaken geen ruimte meer aanwezig. Minister Witteveen heeft destijds bij de bespreking van het advies van de Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid gewezen op het gevaar dat, nadat eerst grotere bedragen voor nationale projecten zijn uitgetrokken, men later toch gedwongen wordt aan internationale projecten meer te besteden dan was geraamd. Een dergelijk geval doet zich thans voor het eerst voor en leidt blijkens de nota van Economische Zaken tot een begrotingsoverschrijding van f.8 min. De oorzaak hiervan is dat de andere leden van Euratom, met Frankrijk voorop, weigeren de normale ontwikkeling van Euratom mee te financieren. Spreker is niet bereid een extra-bijdrage te geven, alleen maar om te voorkomen dat Nederland de zwarte piet in handen krijgt. Het is voor iedereen duidelijk dat Frankrijk Euratom wil torpederen. Indien de raad toch tot een extra-bijdrage mocht besluiten, zal hiervoor in ieder geval een reële compensatie moeten worden geboden. Door andere prioriteiten wat te verleggen acht spreker dit ook mogelijk. Op de begroting van Economische Zaken is een bedrag van f. 3 min begroot voor nieuwe ELDO-projeeten die waarschijnlijk toch niet doorgaan. Voorts zou een bedrag van f.1 min ten laste van de post voor het nationale ruimteonderzoek kunnen worden gebracht. Op andere delen van het wetenschapsbudget zullen ook nog besparingen kunnen worden gevonden. Minister Luns wijst erop dat de vaste commissies voor buitenlandse zaken en voor de kernenergie uit de Tweede Kamer een beroep op de regering hebben gedaan zich ten aanzien van Euratom constructief op te stellen. Ook het Europese parlement heeft zich in deze zin uitgesproken. Spreker is van oordeel, dat zo het enigszins mogelijk is compensatie te vinden, minister De Block de nodige onderhandelingsruimte moet worden gegeven. Als Nederland zich uit het toch niet zo succesvolle ELDO-programma terugtrekt, kan zeker voldoende compensatie worden geboden. Staatssecretaris Van Son
merkt op dat het in wezen gaat om de vraag of de raad.al dan niet wil meewerken aan de voortzetting van Euratom. Aangezien dit een zuiver buitenlands-politieke beslissing is, acht spreker het onredelijk dat Economische Zaken alleen het bedrag van f.4 à f.5 min dat minister De Block moet kunnen inzetten zou moeten compenseren. De vraag of Nederland zich uit ELDO moet terugtrekken wordt door Economische Zaken uitvoerig bestudeerd. De terugtrekking uit ELDO speelt in feite Frankrijk in de kaart, aangezien dit land zonder Groot-Brittannië de ontwikkeling van draagraketten samen met West-Duitsland toch wil doorzetten. Dan zal weer de vraag rijzen of Nederland toch niet aan deze Frans-Duitse samenwerking moet deelnemen. Het zal zeker nog enkele weken duren, voordat de ontwikkeling ten aanzien van ELDO zich duidelijk begint af te tekenen. Over de Nederlandse bijdrage aan ELDO kan thans in ieder geval nog geen beslissing worden genomen. Minister Bakker is van oordeel dat minister De Block zelf het best kan bepalen of hij het over heeft voor het niet in handen krijgen van de zwarte piet een compensatie te leveren voor het in te zetten bedrag. Staatssecretaris De Koster is van oordeel dat Nederland zich uit ELDO kan terugtrekken zonder daarmee Frankrijk in de kaart te spelen. De Franse regering is wel voornemens de ontwikkeling van draagraketten in ieder geval voort te zetten, maar beschikt hiervoor niet over de nodige middelen. Minister Veringa merkt op dat Frankrijk en Duitsland de achterstand op de Verenigde Staten met betrekking tot de ontwikkeling van raketten in geen 25 jaar kunnen inhalen. De minister-president constateert dat de raad het in wezen onjuist acht aan de financiering van de begrotingsoverschrijding van Euratom mee te werken, maar dat het ongewenst zou zijn als Nederland de schuld van een echec van Euratom op zich zou laden. Spreker heeft er geen bezwaar tegen dat minister De Block met de Euratom-begroting akkoord gaat, als hij zelf maar voor compensatie zorgt. Minister Lardinois acht het niet b i l l i j k minister De Block voor deze keuze te stellen. Spreker is het ermee eens dat voor deze begrotingsoverschrijding compensatie moet worden geboden, maar minister De Block moet de vrijheid hebben hierover nader in de raad te spreken. Minister Luns en staatssecretaris Van Son zijn het hiermee eens. Minister Witteveen wijst minister Lardinois erop dat minister De Block volledig op de hoogte is van zijn eis inzake de compensatie. Spreker zegt in antwoord op de opmerking van staatssecretaris Van Son dat inderdaad alleen buitenlands-politieke overwegingen pleiten voor een Nederlandse bijdrage in de financiering van de begrotingsoverschrijding van Euratom. Dit neemt niet weg dat voor deze begrotingsoverschrijding compensatie moet worden geboden. Als Nederland zich uit ELDO terugtrekt, zou dit probleem zijn opgelost. De compensatie zal in ieder geval moeten worden gevonden binnen de sfeer van het wetenschapsbudget, in eerste instantie op de begroting van Economische Zaken en daarnaast wellicht.
daarnaast wellicht voor een deel op de begrotingen van Onderwijs en Wetenschappen en Landbouw en Visserij. Spreker is het wel met minister Lardinois eens dat minister De Block hierover met de betrokken ministers en daarna in de ministerraad nog moet kunnen spreken. Minister KLompé is van oordeel dat minister De Block op deze wijze in een moeilijke positie wordt gebracht. Het gaat in wezen om de politieke vraag hoe Nederland zich ten aanzien van de voortzetting van Euratom opstelt. Minister Lardinois antwoordt op een vraag van de minister-president dat hij niet bereid is voor een bedrag van slechts f.4 min mee te werken aan een échec van Euratom. Spreker zou niet onbereid zijn uit zijn begroting een bescheiden bedrag ter compensatie aan te bieden, al kan hij dit thans nog niet geheel overzien. Minister Veringa deelt mede dat hij dit thans evenmin kan overzien. De minister-president komt na enige verdere discussie tot de volgende conclusies; 1. Minister De Block wordt, teneinde te voorkomen dat alleen Nederland aansprakelijk zou kunnen worden gesteld voor een échec van Euratom, gemachtigd in te stemmen met de voorstellen van de ad hoc-groep inzake de kosten van Euratom voor 1969. 2. Voor een overschrijding van de Euratompost op de rijksbegroting 1969 zal compensatie moeten worden geboden, in hoofdzaak op de begroting van Economische Zaken. Minister De Block behoudt de vrijheid hierover met de meest betrokken ambtgenoten en eventueel in de ministerraad nader te spreken. De raad kan zich met deze conclusies verenigen. e. Nieuwe bijdrage voor de hulp aan Biafra (Zie notulen 29 november 19T8T punt~"4b) Minister Luns deelt mede dat de vorige dag een felle aanval van D'66 op het regeringsbeleid inzake Biafra kon worden afgeslagen door de bereidwilligheid van minister Udink om alsnog f.2 min voor de hulp aan Biafra beschikbaar te stellen. Daarbij heeft minister Udink gesteld dat de eventueel voor Biafra beschikbare fondsen, nadat in totaal f.14,2 min aan hulp is gegeven, zijn uitgeput. In de Kamer is er voorts op gewezen dat geen land zoveel voor de noodlijdenden in Biafra heeft gedaan als Nederland en dat vooral het Biafraanse bewind zelf de schuld draagt voor het feit dat de noodlijdende bevolking zo moeilijk kan worden geholpen. Buitenlandse Zaken heeft voorts een beroep gedaan op de Scandinavische landen, Benelux en Canada om gezamenlijk in Lagos een staakt-het-vuren, al was het alleen maar voor de kerstdagen, te bepleiten. Aan Tanzania en Ivoorkust is gevraagd dit verzoek..