Handelen in noodsituaties XF105

Vergelijkbare documenten
Handelen in noodsituaties CF65 IV CF75 IV CF85 IV

Handelen in noodsituaties

Handelen in noodsituaties

Handelen in noodsituaties

00: Productinformatie voor hulpdiensten. nl-nl. Vrachtwagens en bussen P-, G-, R- en K-, N- en F-serie. Uitgave 2. Scania CV AB 2014, Sweden

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

Verwarming en ventilatie

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

Verkorte gebruiksaanwijzing

INSTALLATIE HANDLEIDING MKR 41

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Gebruiksaanwijzing Helios

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

Verkorte gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

PACK TYXIA 541 et 546

Innovation Protection Conseil

Chauffeurs stoelen. Truck accessoires

Control 701, 702, 703

INSTALLATIE INSTRUCTIES

Smoove Origin RTS. Instalatiehandleiding

GEBOUWD OM TE PRESTEREN DAF CF CONSTRUCTION FAT (6X4) KIPPER-TREKKER

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

Maak deze plug los van de schakelaar ( op foto is aanpassing al gemaakt!)

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Regeling rijhoogte. Handmatige rijhoogteregeling. Functies voor rijhoogteregeling via BICT

Afstelbare parameters - Alarm en centrale vergrendeling

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Verkorte gebruiksaanwijzing

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Verwarming en ventilatie

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

F I A T NL S N E L G I D S

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

Handbedieningsset voor vierwielaandrijving Groundsmaster 4000 en 4010 serie cirkelmaaiers

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

Nederlandstalige handleiding Autoalarm AS5

1 Veiligheidsinstructies

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

SAFETY BULLETIN. Starten met starthulp of startkabels 1 INLEIDING

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Gebruikershandleiding

Montagehandleiding Elektrische aandrijving. Garage- en bedrijfsdeuren voor zelfmontage

Innovation Protection Conseil

Handleiding: Stroomgroep Benzine 2000 Watt

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

TECHNISCHE HANDLEIDING

2HEAT DHT: OPBOUW DIGITALE THERMO- en HYGROSTAAT

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Centrale elektrische eenheden

Gebruiksaanwijzing kort

Bedieningen Dutch - 1

Elektronische kamerthermostaat

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 2 en Color Player receiver.

Instructiehandleiding

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver.

Climate control VENTILATIEOPENINGEN

Cobra Alarm Gebruikers Handleiding

Introductie. International Ltd.

druk 1 1TH NSN PROJECTNUMMER TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB TAKEL

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM

Graaflaadcombinatie JCB 4CX-M. druk 1

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Na plaatsing en beglazing kan het nodig zijn dat het raam nagesteld dient te worden. Raadpleeg hiervoor de G.U.-handleiding met instelmogelijkheden.

Beknopte handleiding voor de Nucleus CP910 en CP920 geluidsprocessors. Eerste stappen Beknopte handleiding

Werkplaatshandboek voor het rangeersysteem. Type Mammut AMS 1

STANDAARD IN SPECIALS DAF

ES-S7B. Buitensirene.

Bedradingsschema. Student booklet

Bestnr Digitale temperatuurregelaar ENDA ET1311

GfS Nooduitgang beveiliging

Aandachtspunten Rollup batterijmotor

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

voordat u zal de aansprakelijkheid zijn van de eigenaar. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door service monteurs van Baumatic.

Roetdeeltjesfilter. Handleiding DFG DFG 316s-320s DFG DFG 425s-435s

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

Voertuigaccu WAARSCHUWINGSSYMBOLEN VAN DE ACCU VERZORGING VAN DE ACCU

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

OVERZICHT. TM2 X SW 67 A4518_6H80_Rev.A

E-Bike. Gebruikers handleiding versie B2

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

ELWSE sturing met BOX10

Handleiding Oxan Radio met obstakeldetectie

2015 Multizijn V.O.F 1

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Transcriptie:

Handelen in noodsituaties XF05

2029 DAF Trucks N.V., Eindhoven, Nederland. In het belang van een voortdurende productontwikkeling behoudt DAF zich te allen tijde het recht voor om zonder voorbericht specificaties of producten te wijzigen. Niets uit deze publicatie mag door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de fabrikant. 2029 DW4329260

ΞΦ05 Serie Indeling INDELING HANDELEN IN NOODSITUATIES 0 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Inhoud Handelen in noodsituaties INHOUD Blad Datum. HET VOERTUIG VASTZETTEN..................................... -..... 2029. Motor afzetten.............................................. -..... 2029.2 Hoofdschakelaar............................................ -2..... 2029.3 Accu's.................................................... -4..... 2029.4 Airbag.................................................... -5..... 2029.5 Xenonverlichting............................................ -7..... 2029.6 Vloeistoffen................................................ -9..... 2029 2. STABILISEREN VAN HET VOERTUIG............................... 2-..... 2029 2. Verstelling van de stoelzitting.................................. 2-..... 2029 2.2 Luchtvering chassis.......................................... 2-3..... 2029 2.3 Cabinevering............................................... 2-6..... 2029 3. BEKNELLING OPHEFFEN......................................... 3-..... 2029 3. Cabinetypes................................................ 3-..... 2029 3.2 Cabineafmetingen........................................... 3-2..... 2029 3.3 Grille openen............................................... 3-4..... 2029 3.4 Portieren.................................................. 3-5..... 2029 3.5 DAF nachtslot.............................................. 3-6..... 2029 3.6 Afstelling van stuurwiel....................................... 3-8..... 2029 3.7 Opbouw van cabine.......................................... 3-0.... 2029 2029

HANDELEN IN NOODSITUATIES Inhoud ΞΦ05 Serie 2 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten. HET VOERTUIG VASTZETTEN. MOTOR AFZETTEN Contactschakelaar Indien de contactschakelaar kan worden bereikt, kan een poging worden gedaan om de motor af te zetten door het contact uit te schakelen. CO 2 Een andere methode is het blazen van CO 2 in de luchtinlaat. De motor ontvangt niet langer voldoende zuurstof zodat deze stopt. De luchtinlaat is bereikbaar achter de cabine. Til eerst de rubberen afdichthoes op en blaas met een brandblusser CO 2 in de onderste helft. CO 2 G0028 2029 -

HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten ΞΦ05 Serie.2 HOOFDSCHAKELAAR Afhankelijk van de voertuiguitvoering kan de hoofdschakelaar mechanisch of elektronisch zijn uitgevoerd. Met de schakelaar kan de voeding van de accu's naar het voertuig (met uitzondering van de tachograaf) worden onderbroken. Elektronische hoofdschakelaar De elektronische hoofdschakelaar schakelt na het omzetten van de schakelaar niet meteen uit; dit gebeurt met een vertraging van circa 0 seconden. Dit gebeurt vanwege naloopregelingen van diverse elektrische systemen van het voertuig. De elektronische hoofdschakelaar (deze is meestal in de buurt van de accubak geplaatst). OFF ON G00284-2 -2 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten Is het voertuig uitgerust met een elektronische hoofdschakelaar, dan is er ook een schakelaar op de middenconsole in de cabine. E5040-2 Mechanische hoofdschakelaar Mechanische hoofdschakelaars hebben uitsluitend een schakelaar buiten de cabine. ON OFF 90sec. OFF G00285-2 2029-3

HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten ΞΦ05 Serie.3 ACCU'S Locatie van de accu's De accu's bevinden zich aan de linker-of rechterzijde van het chassisraam. Loskoppelen van de accu's. Schakel het contact uit 2. Schakel alle elektrische verbruikers uit 3. Verwijder het accubakdeksel 4. Neem de accuklem los van de minpool 5. Neem de accuklem los van de pluspool 6. Houd de plus-en minkabels bij elkaar om het vermogen dat in de condensatoren kan zijn opgeslagen te ontladen 7. Zet de kabels vast; zorg dat ze niet in aanraking kunnen komen met de aansluitklemmen. -4 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten.4 AIRBAG WAARSCHUWING! Een airbagmodule en gordelspanners zijn pyrotechnische systemen en bevatten een explosieve lading. SET G00309 Voertuigen die met een airbag- en gordelspannersysteem zijn uitgerust, zijn herkenbaar aan een sticker met het airbagsymbool op de voorruit van het voertuig. Daarnaast is de tekst "AIRBAG" op het stuurwiel aangebracht. Een voertuig dat met een airbag is uitgerust, is tevens voorzien van een automatische gordelspanner. 2029-5

HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten ΞΦ05 Serie Gordelspanner De automatische gordelspanner is gemonteerd op de achterzijde van de chauffeurs- en bijrijdersstoel. Veiligheidsvoorschriften - Leg geen voorwerpen in de buurt van geactiveerde airbagsystemen - Voordat er een handeling aan het airbagsysteem uitgevoerd mag worden, moet achtereenvolgens:. het contact uitgeschakeld worden. 2. de hoofdschakelaar uitgeschakeld worden. 3. de accuklem van de minpool gescheiden worden. 4. minimaal 30 seconden worden gewacht. - Koppel nooit een elektrische connector los van de airbag- of gordelspannercircuits als de elektronische regeleenheid onder spanning staat. G0032-6 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten.5 XENONVERLICHTING kv WARNING Ontstekingsunit xenonverlichting 2 Voorschakelunit xenonverlichting 2 G00306 In tegenstelling tot conventionele verlichting, waarbij het licht van een gloeispiraal komt, wordt het licht bij xenonverlichting opgewekt door een lichtboog. Xenonlicht biedt een grotere lichtopbrengst bij een laag stroomverbruik in combinatie met een lange levensduur van de lamp. De xenonverlichting (aan één zijde van het voertuig) bestaat uit drie componenten: de voorschakelunit, ontstekingsunit en xenonlamp. Voorschakelunit De voorschakelunit (2) zorgt voor de ontsteekspanning (circa 00 V) en de continuspanning (circa 85 V). Door middel van een DC- DC-transformator wordt de spanning van 24 V verhoogd. Ontstekingsunit De ontstekingsunit () vormt de al hoge spanning (circa 00 V) van de voorschakelunit om naar een nog hogere ontsteekspanning (circa 23.000 V). Deze hoge spanning is nodig om de afstand tussen de elektroden bij het inschakelen van de verlichting te overbruggen en een lichtboog te doen ontstaan in de xenonlamp. Als de xenonlamp eenmaal ontstoken is, geeft de ontstekingsunit de continu-spanning (circa 85 V) vanuit de voorschakelunit door, zodat de lamp blijft branden. 2029-7

HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten ΞΦ05 Serie WAARSCHUWING! Het uitvoeren van werkzaamheden aan xenonverlichting zonder inachtneming van de veiligheidsprocedures kan elektrocutie of brandwonden tot gevolg hebben, wat tot ernstig letsel leidt. Voordat aan de xenonverlichting gewerkt mag worden, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: - Schakel de verlichting uit. - Schakel het contact uit. WAARSCHUWING! Tijdens gebruik worden de xenonlampen zeer heet. Als u het glas van de xenonlampen aanraakt terwijl de lamp brandt of zojuist heeft gebrand, kan dit leiden tot ernstig letsel (brandwonden). WAARSCHUWING! Xenonlampen zijn gevuld met gas onder overdruk. Er bestaat gevaar van versplintering van het glas van de lamp als de lamp beschadigd raakt. Dit kan leiden tot ernstig letsel. -8 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten.6 VLOEISTOFFEN 2 3 4 5 Koelvloeistof: 4 liter 2 Motorolie: 39 liter 3 Versnellingsbakolie: 4 liter 4 AdBlue: 00 liter 5 Brandstof: maximaal 000 liter per tank 6 Accuzuur 6 K03074 De inhoud en positie van de tanks zijn afhankelijk van het voertuigtype. AdBlue AdBlue is een niet-ontvlambare, niet-giftige, kleurloze, geurloze en wateroplosbare vloeistof. AdBlue is een vloeistof die voor 32,5% uit ureum en voor 67,5% uit water bestaat. AdBlue moet voldoen aan de specificaties volgens DIN 70070. Hoge temperaturen Indien AdBlue gedurende lange tijd in de tank tot 50 C wordt verwarmd, kunnen ammoniakdampen als afbraakproduct uit de AdBlue vrijkomen. Ammoniakdampen hebben een penetrante geur. Vermijd daarom het inademen van mogelijke ammoniakdampen die bij het losschroeven van de vuldop van de AdBlue-tank ontsnappen. Deze concentraties van ammoniakdampen zijn niet giftig of gevaarlijk voor de gezondheid. i40824 Lage temperaturen AdBlue bevriest bij een temperatuur van circa - C. 2029-9

HANDELEN IN NOODSITUATIES Het voertuig vastzetten ΞΦ05 Serie WAARSCHUWING! Veiligheidsvoorschriften AdBlue - Vermijd lichamelijk contact. - Bij huidcontact, langdurig spoelen met veel water. - Bij oogcontact, ten minste 5 minuten spoelen met veel water en medische hulp inroepen. - Bij inslikken, mond spoelen met veel water, geen braken opwekken. - Gebruik in geventileerde ruimtes. Procedure na morsen - Wegspoelen met veel water. -0 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig 2. STABILISEREN VAN HET VOERTUIG 2. VERSTELLING VAN DE STOELZITTING OPMERKING: Controleer vóór het verwijderen van de stoel of het voertuig is uitgerust met een airbag en een automatische gordelspanner. OPMERKING: De stoel kan worden versteld indien de luchtdruk van het voertuig minimaal 7 bar is. Stoelinstellingen. Verstelling rugleuning 2. Verstelling stoel naar voren/achteren 3. Hoekverstelling rugleuning 2 3 G00294-2 4. In-/uitstaphulp (snelkoppeling) 5. Instelling schokdemper 6. Instelling van de stoelneiging 7. Hoogteverstelling stoel 8. Onderste luchtkamer pneumatische lendensteun 9. Bovenste luchtkamer pneumatische zijsteun 0. Zij-luchtkamer. Stoelverwarming 2. Verstelling armleuning (traploos instelbaar) 2 4. In-/uitstaphulp Knop naar beneden (stoel in rijstand): stoel zakt tot zijn laagste positie. Knop omhoog (stoel in laagste positie): de stoel zoekt zijn laatst ingestelde hoogte. 4 5 6 7 8 9 0 G00295 2029 2-

HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig ΞΦ05 Serie 6. Instelling van de stoelneiging 7. Hoogteverstelling stoel 2-2 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig 2.2 LUCHTVERING CHASSIS Algemeen Bij voertuigen met luchtvering wordt gebruikgemaakt van een afstandsbediening voor de hoogteregeling van het voertuig. De afstandsbediening is tegen de console van de chauffeursstoel geplaatst. De afstandsbediening kan alleen worden bediend als het contact is ingeschakeld. OPMERKING: Tenzij anders vermeld hoeven de toetsen slechts eenmaal kort te worden ingedrukt. Afstandsbediening A achterzijde volgwagen gekozen automatische instelling van de normale rijhoogte chassis gaat naar een vooraf ingestelde hoogte als M, maar voor een andere chassishoogte het heffen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend het dalen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend alle verstellingen worden gestopt M M2 STOP C900268 2029 2-3

HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig ΞΦ05 Serie Afstandsbediening B Afstandsbediening B wordt gebruikt bij voertuigen waarvan ook de vooras voorzien is van luchtvering. voorzijde volgwagen gekozen achterzijde volgwagen gekozen automatische instelling van de normale rijhoogte chassis gaat naar een vooraf ingestelde hoogte als M, maar voor een andere chassishoogte het heffen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend het dalen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend alle verstellingen worden gestopt M M2 STOP C900269 2-4 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig Afstandsbediening C Afstandsbediening C wordt gebruikt bij voertuigen waarvan ook de vooras en de volgwagen voorzien zijn van luchtvering en bij voertuigen voorzien van bewaking van de aslast. voorzijde volgwagen gekozen achterzijde volgwagen gekozen automatische instelling van de normale rijhoogte Heffen of dalen naloopas motorwagen voorzijde volgwagen gekozen achterzijde volgwagen gekozen Heffen of dalen naloopas volgwagen M M2 chassis gaat naar een vooraf ingestelde hoogte als M, maar voor een andere chassishoogte het heffen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend het dalen van het geselecteerde chassis stopt op het moment dat de toets niet meer wordt bediend alle verstellingen worden gestopt STOP C900592-2 2029 2-5

HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig ΞΦ05 Serie 2.3 CABINEVERING De cabine kan uitgerust zijn met volledig mechanische of volledige luchtvering. Verlagen van de luchtvering Indien het voertuig is voorzien van cabine luchtvering, kan men de cabine laten zakken. De cabine zakt wanneer de luchtslangen worden doorgesneden. WAARSCHUWING! Wanneer luchtslangen zijn doorgesneden, kunnen de slanguiteinden rondvliegen en letsel veroorzaken. WAARSCHUWING! Wanneer de luchtslangen voor de cabinevering worden doorgesneden, wordt tevens de luchttoevoer voor de stuurwielafstelling weggenomen. WAARSCHUWING! Wanneer de cabine zakt, kan de beweging ongecontroleerd zijn. Luchtvering achterzijde cabine Snijd de luchtslang naar de luchtveerbalgen aan de achterzijde van de cabine door. G0030 2-6 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig Mechanische vering achterzijde cabine Luchtvering voorzijde cabine Snijd de luchtslang naar de luchtveerbalgen aan de voorzijde van de cabine door. De luchtketel kan worden gevonden onder de cabine, nabij de opstap. G0033 G00305 Mechanische vering voorzijde cabine G0035 2029 2-7

HANDELEN IN NOODSITUATIES Stabiliseren van het voertuig ΞΦ05 Serie 2-8 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden 3. BEKNELDE CHAUFFEUR BEVRIJDEN 3. CABINETYPES 2 3 Day Cab 2 Space Cab 3 Super Space Cab K02086 2029 3-

HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden ΞΦ05 Serie 3.2 CABINEAFMETINGEN De uitwendige afmetingen vanaf de grond variëren, afhankelijk van de bandenmaat, de keuze van luchtvering, belasting en instellingen. Day Cab Space Cab 3-2 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden Super Space Cab 2029 3-3

HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden ΞΦ05 Serie 3.3 GRILLE OPENEN Het bovenste gedeelte van de grille is opklapbaar. Deze frontplaat kan worden geopend door aan de sloten links en rechts achter de onderzijde ervan te trekken. Na het openen wordt de frontplaat door twee gasveren omhooggehouden. G00304 3-4 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden 3.4 PORTIEREN Scharnier 2 Kabelboom 3 Deurvanger 2 3 G003-2 2029 3-5

HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden ΞΦ05 Serie 3.5 DAF NACHTSLOT Indien het voertuig is voorzien van een DAF nachtslot, dan is dit herkenbaar aan het embleem op de deurgreep. G00298-2 G00297 3-6 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden Het DAF nachtslot is een mechanische blokkering die op de zijwand van de cabine is gemonteerd, met een hardstalen penbevestiging die in de versterkte armsteun van de deur schuift. De grote rode knop kan worden gebruikt voor het uitschakelen van het nachtslot. G00296-2 2029 3-7

HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden ΞΦ05 Serie 3.6 AFSTELLING VAN STUURWIEL SET G00309 OPMERKING: Het stuurwiel kan worden versteld indien de luchtdruk van het voertuig (circuit 4) ten minste 7 bar is. G00293 3-8 2029

ΞΦ05 Serie HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden Nastellen Druk de tweestandenschakelaar omhoog. De stuurkolom wordt tijdelijk ontgrendeld. Hierdoor kan de hoogte van het stuurwiel worden versteld en kan de hoek worden veranderd. K0546 Borging Druk de tweestandenschakelaar omlaag. De stuurkolom wordt vergrendeld. OPMERKING: Tijdens het verstellen van het stuurwiel is een licht sissend geluid hoorbaar. Dit geluid wordt veroorzaakt door de tweestandenschakelaar. Deze schakelaar zorgt ervoor dat, wanneer vergeten wordt de stuurkolom te vergrendelen, de stuurkolom na circa 20-30 seconden na het indrukken van de schakelaar weer wordt vergrendeld. 2029 3-9

HANDELEN IN NOODSITUATIES Beknelde chauffeur bevrijden ΞΦ05 Serie 3.7 OPBOUW VAN CABINE A B A B C F C D D F E E G00307-2 3-0 2029

Dutch Printed in the Netherlands DW4329260