HANDLEIDING. Scooter Orbit 50

Vergelijkbare documenten
Fiddle II Gebruikshandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. SYM AV05W-8

Read instructions before use - Lees instructies voor gebruik. Gebruikershandleiding User Manual

Garantieboekje. 1. Garantieperiode 2 jaar. 2. Onderhoudsbeurten

Garantieboekje. 1. Garantieperiode: 2 jaar. 2. Onderhoudsbeurten

HANDLEIDING. Scooter Mio 50 4-takt

onderhoudsboekje 50cc Scooter

1. Garantieperiode. 4. Wat komt niet in aanmerking voor een garantieaanvraag VOORWAARDEN

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK)

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK)

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

enjoy life!

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Powerpack. gebruikshandleiding

TURBHO RL-50 TURBHO RL-50

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

- Verlichting. Uiteraard is het van groot belang dat je tijdig wordt gezien. De volgende lampen moet je op hun juiste werking controleren:

Garantie- en onderhoudsboekje

Gebruikershandleiding. Nimoto Trendy-R

Gebruiksaanwijzing Loophulp

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

Remvloeistof vervangen

Generator Gebruiksaanwijzing kw kw kw kw.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Handleiding voor E-conomic elektrische fiets

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Handleiding MultiMotion Trollimaster

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Vloeistofpe ilcontro les

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Remmen: blokken, schijven, klauwen, slangen, remolie verversen en ontluchten

WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

Fold-E Gebruikshandleiding

Montagehandleiding. Categorie Mountainbike

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

INHOUDSOPGAVE. Voetenplaat. Monteren van de adapterplaat 1:1 6:1. Spatborden Taxifixatieset

ContiComfortKit Handleiding


HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Banden (B Profilering

Handleiding Euroflex Basic & Classic

Gebruikershandleiding Inhoud

De voorkant. De zijkant. De banden

Handleiding. Breeze. Elektrische fiets

Praktijk Vragen over auto

Veiligheidstips. Inleiding. Inhoud SF 0400 SF 0400

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

Voertuig Controle Golf 7

Verwijder de deksel van het remvloeistofreservoir onder de buddyseat. Zuig met een injectiespuit zoveel mogelijk remvloeistof uit het reservoir.

Garagekrik 3 ton + assteunen 3 ton Handleiding

GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET

Innovation Protection Conseil

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

Roll ngo.

Luchtfilter vervangen en filterhuis reinigen

bagagerekken en een 12-Voltaansluiting bestaan voor de imposante Kymco maken de MXU 400 / 500 4x4 IRS ook nog MXU 400 / 500 4x4 IRS niet.

Verlichtingsset of montageset voor verlichting T4240 maaier. Figuur 1

& U UW GIDS REMSYSTEEM

Handleiding Elektrische fietsen. service.easybike

Onderhoudsprogramma, update

Praktijk Vragen over auto

Fietsworkshop Opkikker 2016

Handleiding: Rupsdumper vaste kipbak. Veiligheidsvoorzieningen

FC-M820 / FC-M825 SM-BB71 / SM-CR82

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

Het basis frame van menig scooter

Handleiding. Proficiat! U heeft zojuist een Venturelli elektrische plooifiets. gekocht! Met deze fiets kan u (her)ontdekken hoe aangenaam

Auto Onderhoud Tips. Het uitvoeren van algemene onderhoud technieken op het '98 -'02 Accord. Geschreven door: Miroslav Djuric

Handleiding GTS 125/250/300

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Theoretische toets - WerkPortfolio Mijn Fiets Antwoorden

Gemotoriseerde Tweewielers Scooters en Bromfietsen. Aandrijving en onderhoud

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

AET48 Gebruikershandleiding. SLEEPBELUCHTER Gebruikershandleiding. AET48 Beginnend met serienummer: Vervangingsonderdelen

1. Lader Onderdelen. Lader Contactpunt. Bedieningsdisplay. Groen indicatielampje Stekker

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

Zorg voor bescherming wij adviseren dan ook minimaal een helm te gebruiken voordat u gaat rijden.

GEBRUIKERSHANDLEIDING MOBIELE DIESELOLIETANK MET POMP TYPE FIELDMASTER

HANDLEIDING HAND IMPULSE SEALER SK-110 SK-210 SK-310 SK-410 SK-510

HANDLEIDING ALTEC FIETSEN

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

De coolste sportscooter ooit!

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Bedienings- en onderhoudshandleiding

Weglichten- en homologatieset/set met remlicht en richtingaanwijzers Workman MD-serie multifunctionele voertuigen

Probleemoplossingsgids

GE720 Benzineaggregaat

FMHmotor Ombouwset elektrische fiets Installatie handleiding voorwielmotor

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Carbon Ultralight BLIJF DE WERELD ONTDEKKEN

Transcriptie:

HANDLEIDING Scooter Orbit 50

1.INHOUDSOPGAVE 1. Inhoudsopgave... 1 2. Locatie bedieningsorganen... 3 3. Voor het rijden... 4 4. Veilig rijden... 4 5. Rijden... 5 6. Gebruik originele onderdelen... 5 7. Aflezen van het instrumentenpaneel... 6 Meters... 6 Contactslot... 7 Stuurslot... 7 Openen zadel... 7 Schakelaars... 7 Opbergruimte...9 Helmhaak...10 Tankdop... 10 Remmen... 10 8. Aandachtspunten bij het starten... 11 9. De beste manier om te vertrekken... 12 Controle over het gashendel... 12 Parkeren... 12 10.Inspectie en onderhoud voor het rijden... 13 Dagelijkse inspectie... 13 Motorolie nakijken en vervangen... 13 Benzineniveau controleren... 14 Transmissieolie controleren en vervangen... 14 Vrije slag (speling) van de remmen controleren en afstellen... 15 Schijfremmen controleren (afhankelijk van het model)... 16 Afstellen van het gashendel... 17 Controle en onderhoud van de batterij... 17 Banden controleren... 18 Stuur en voorvork controleren... 18 Controleren en vervangen van de zekeringen... 19 Controleren van de richtingaanwijzers en het claxon... 19 Voor- en achterlichten controleren... 19 Remlicht controleren... 19 1

1.INHOUDSOPGAVE Benzinelek controleren... 20 Smeerpunten van verschillende mechanismen controleren... 20 Ontstekingskaars (bougie) controleren... 20 Luchtfilter controleren... 20 11. Storings-diagnose-schema... 21 Diagnose wanneer de motor niet start... 21 12. C.D.I. elektronisch ontstekingssysteem... 21 13. Suggesties inzake benzine... 21 14. Transmissieolie... 21 15. Voorzorgsmaatregelen voor het berijden van een scooter... 22 16. Periodiek onderhoudsschema... 23 17. Specificaties... 24 18. Garantiebepalingen.25 2

2.LOCATIE BEDIENINGSORGANEN MODEL: AV05W-6/AV05W-8/AV05W-A/AV05W-F/AV05W-T/AV05W1-T/ AV05W1-6/AV05W-D/AV05W-S Hendel achterrem Richtingaanwijzers voor Grootlicht&dimlicht/ Openen zadel/ Richtingaanwijzer/ Claxon Helmhaak Opbergruimte Koplamp/ Positie licht Luchtfilter Zijsteun Middenbok Kick start pedaal Tankdop Licht / startschakelaar Startonderbreker Hendel voorrem Achterlicht Richtingaanwijzer achter Contacslot Zekeringen/ CDI&batterij Uitlaat Olieniveau 3

3.VOOR HET RIJDEN Deze handleiding beschrijft het correcte gebruik van deze scooter. Ook worden veilig rijden, eenvoudige inspectiemethodes en controles van de scooter in deze handleiding besproken. Voor een veiliger en comfortabeler gebruik van de scooter is het noodzakelijk deze handleiding goed door te lezen. Vraag uw SYM dealer om de handleiding van uw scooter en lees de volgende hoofdstukken zorgvuldig: het juiste gebruik van de scooter inspectie en onderhoud voor aflevering. Bedankt voor uw keuze Om de prestaties van uw scooter op het juiste niveau te houden, is het belangrijk om periodiek onderhoud en controles door uw dealer te laten uitvoeren. Wij adviseren u om na 300 km rijden met uw nieuwe scooter naar de SYM dealer te gaan voor een controle en afstelling van uw scooter. Na de eerste beurt dient u om de 1000 km naar de dealer te gaan voor periodiek onderhoud. Wanneer de specificaties en de constructie van de scooter anders zijn dan de in deze handleiding afgebeelde scooter, horen de diagrammen en gegevens bij de afgebeelde scooter. 4.VEILIG RIJDEN Het is belangrijk dat u ontspannen en juist gekleed bent voordat u op de scooter stapt. Houd u aan de geldende verkeersregels, denk na bij de acties die u in het verkeer doet en wees voorzichtig wanneer u medeweggebruikers inhaalt. De meeste mensen rijden erg voorzichtig met een nieuwe scooter, maar worden snel roekelozer naarmate ze meer gewend raken aan de scooter. Dit roekeloze gedrag kan ongelukken veroorzaken. Ter herinnering: Draag altijd een goedgekeurde helm en draag deze op de correcte manier. Draag stevige en praktische kledij of motorkledij. Loszittende kledij kan door de wind openwaaien en in de weg zitten bij de hendels, wat het veilig rijden kan beïnvloeden. Dus, draag kledij met aansluitende mouwen. Houd het stuur met 2 handen vast wanneer u rijdt. Rijd nooit met 1 hand. Houd u aan de snelheidslimieten opgelegd in het land waar u rijdt. Draag geschikt schoeisel met lage hakken. Zorg voor uw scooter zoals het onderhoudsschema voorschrijft. LET OP!! Tijdens en na het rijden wordt de uitlaat heet. U of anderen kunnen zich hieraan branden. Let er op wanneer er een passagier mee rijdt, dat hij/zij de voeten op de pedalen zet. Let ook op als u een inspectie uitvoert of onderhoud pleegt als de scooter net uit staat. Na het rijden wordt de uitlaat heet, kies een geschikte plaats om uw scooter te parkeren om te vermijden dat anderen zich kunnen verbranden aan de uitlaat. Het ombouwen van de scooter zal de structuur en het vermogen beïnvloeden en resulteren in een slecht werkend blok of een luide uitlaat, waardoor de scooter minder lang zal meegaan. Bovendien zijn ombouwingen illegaal en niet conform met het originele design en de specificaties. Een verbouwde scooter wordt niet gedekt door de fabrieksgarantie. 4

5.HET RIJDEN Houd uw armen en benen in een voor u comfortabele houding. Zorg er wel voor dat u toch snel bij de bedieningsorganen kunt om snel te reageren op veranderende verkeerssituaties. De houding van de rijder is van groot belang voor de veiligheid. Zit altijd recht op de scooter. Wanneer u te ver achterop zit, neemt de druk en daarmee de grip op het voorwiel af en zal het stuur beginnen schudden. Het is gevaarlijk om een scooter met een onstabiel stuur te bereiden. Het zal veel makkelijker zijn om een bocht te nemen wanneer de rijder zijn lichaam naar binnen helt bij het nemen van de bocht. Anderzijds zal de rijder een instabiel gevoel krijgen wanneer zijn lichaam en de scooter niet hellen. Op ongelijke wegen met kuilen en hobbels kan uw scooter onstabiel worden. Tracht de omstandigheden van de wegen op voorhand te achterhalen, minder snelheid en gebruik de kracht van uw schouders om het stuur te controleren. Suggestie: laad geen bagage op de treeplank, om onnodig beïnvloeden van de veiligheid en het stuurgedrag te vermijden. Het gevoel van de rijder aan het stuur is verschillend met of zonder lading. Wanneer u teveel gewicht op de scooter laadt zal deze onstabiel stuurgedrag vertonen wat de veiligheid beïnvloedt. Let dus op uw scooter niet te overladen. Plaats geen ontvlambare materialen zoals doeken tussen de buddy bak en de motor om beschadiging door ontbranding te voorkomen. Laad geen bagage waar geen voorziening is getroffen voor het laden om schade te vermijden. AANBEVELING Om de prestaties van uw scooter te maximaliseren en het leven van de scooter te verlengen: de eerste 1000 km is de inrijd-periode. Vermijd snelle acceleraties en houd de snelheid onder de 60km/u. 6.GEBRUIK ORIGINELE ONDERDELEN Om de beste prestaties van uw scooter te behouden is het belangrijk om kwaliteitsonderdelen te gebruiken. Originele SYM onderdelen zijn met dezelfde precisie geproduceerd als de rest van uw scooter. Gebruik daarom altijd originele SYM onderdelen. Deze kunt u laten monteren bij de SYM dealer. Het gebruik van niet originele onderdelen kan de kwaliteit van uw scooter schaden. De kwaliteit van uw scooter kan dan ook niet langer gegarandeerd worden door de fabriek. De garantie op uw scooter komt te vervallen. Niet originele onderdelen kunnen onverwachte problemen veroorzaken en verlagen de prestaties van de scooter. Gebruik altijd originele SYM onderdelen om de maximale prestaties en levensduur van uw scooter te waarborgen. 5

7.AFLEZEN VAN HET INSTRUMENTENPANEEL (Het volgende voorbeeld betreft SYM 4-takt luchtgekoelde 50cc scooters. Tussen de verschillende modellen kunnen variaties voorkomen. Kijk ook achteraan in deze manual.) METERS De snelheidsmeter kan verschillen van model tot model, maar de locatie is meestal dezelfde. Snelheidsmeter Linker Richtingsaanwijze Grootlicht lampje Rechter richtingaanwijzer Km-teller Brandstof meter Gebruik geen organische oplosmiddelen (vb. benzine,...) op plasticonderdelen zoals het instrumentenbord, de koplamp, etc. om beschadiging te vermijden. Snelheidsmeter: Toont de snelheid in km/uur. Kilometerteller: Geeft het totaal aantal gereden km weer. Grootlicht lampje: Dit lampje brandt wanneer u uw grootlicht ontsteekt. (linker/rechter) richtingaanwijzerlampje: Dit lampje zal opflikkeren wanneer de linker- of rechter richtingaanwijzer wordt gehanteerd, respectievelijk links of rechts. Brandstofmeter: De wijzer van deze meter geeft weer hoeveel benzine er nog in de tank is. Deze gaat automatisch naar de E stand wanneer het contact uit staat ( OFF ). 6

CONTACTSLOT ON stand: De motor kan gestart worden. De contactsleutel kan niet verwijderd worden. OFF stand: De motor staat uit en kan niet gestart worden. De contactsleutel kan verwijderd worden. STUURSLOT TANKEN SLOT stand (stuurslot) Draai het stuur naar links en steek de sleutel in het contactslot, druk de contactsleutel in de richting van de klok en keer dan zachtjes naar links naar de slot stand. In deze stand is het stuur geblokkeerd. De contactsleutel kan verwijderd worden. Om het slot te openen volstaat het de sleutel van de SLOT stand naar de OFF stand te draaien. Zorg ervoor dat u de sleutel verwijdert voor u het zadel afsluit. Tank stand Steek de contactsleutel in het hoofdcontactslot. Draai de sleutel tegen de klok in naar de zadel open stand. Het zadel is open. U kan tanken. Gebruik de contactsleutel niet wanneer de motor draait. Het contact naar OFF en LOCK draaien tijdens het draaien van de motor zou het elektrisch systeem afsluiten wat kan resulteren in een zwaar ongeval. Daarom mag het contact alleen afgezet worden wanneer de scooter volledig stilstaat. Verwijder steeds de sleutel en neem de sleutel altijd mee nadat u het stuurslot heb opgezet en u uw scooter achterlaat. Wanneer het contact in de ON stand blijft staan gedurende lange tijd wanneer uw scooter stilstaat, zal de capaciteit van de batterij afnemen en dit kan het starten van de motor beïnvloeden. Zorg ervoor dat u uw sleutel hebt verwijderd vooraleer u het zadel afsluit. SCHAKELAARS Schakelaar grootlicht/dimlicht Schakelaar openen zadel Lichtschakelaar Richtingaanwijzer Claxon Elektrische startknop 7

Lichtschakelaar Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen de koplamp, het licht van het dashboard en het standlicht ontsteken. Dit is de grootlicht functie van de lichtschakelaar. Wanneer de schakelaar in deze stand staat bij het starten van de motor zullen het achterlicht, het licht van het instrumentenpaneel en het standlicht ontsteken. Wanneer de schakelaar in deze stand staat zullen alle lichten uitgaan. Elektrische startknop Dit is de startknop om de motor te starten. Met de hoofdschakelaar op ON, drukt u op deze knop om de motor te starten terwijl u de voor- of achterrem dichthoudt. Laat deze knop meteen los na het starten van de motor, druk er niet meer op terwijl de motor draait om schade aan het blok te vermijden. Dit mechanisme is beveiligd. Het blok kan enkel gestart worden wanneer de voor- of achterrem worden dichtgehouden. Zet geen lichten aan. Zet de lichtschakelaar en de richtingaanwijzers in de OFF stand wanneer u de motor start. Lichtschakelaar Dit is de schakelaar voor grootlicht en dimlicht. Druk op deze schakelaar om van grootlicht naar dimlicht en terug te schakelen. Dit symbool staat voor het grootlicht. Dit symbool staat voor het dimlicht (gebruik deze stand wanneer u in de bebouwde kom rijdt). Openen zadel Seat open Zet het contact in de ON stand en druk op deze knop om het zadel te openen. switch Wanneer u deze knop loslaat zal hij in zijn originele positie terugkeren. Wanneer u het zadel neerklapt zal het automatisch sluiten. Wanneer u het zadel hebt afgesloten, trek er dan even aan om te voelen of het goed dicht is. Zorg ervoor dat u de sleutel verwijdert voor u het zadel afsluit. Leg de sleutel niet in de opbergruimte wanneer deze open is om te vermijden dat u hem zou insluiten wanneer u het zadel neerklapt. 8

Startonderbreker schakelaar Deze schakelaar bevindt zich onder het zadel. ON stand: De motor is geblokkeerd en kan niet gestart worden. OFF stand: Wanneer het contact in de ON stand staat en de startonderbreker in de OFF stand, drukt u op de elektrische startschakelaar terwijl u de voor- of achterrem dichthoudt om de motor te starten. Startonderbreker schakelaar Claxon Druk op deze knop wanneer het contact op ON staat en de claxon zal weerklinken. Richtingaanwijzer schakelaar Wanneer u links of rechts afdraait of een straat indraait moet u dit melden door gebruik van uw richtingaanwijzers. Draai het contact op ON, schuif de richtingaanwijzerschakelaar naar links of naar rechts. De richtingaanwijzers zullen opflikkeren, respectievelijk links of rechts. Om ze uit te zetten zet u de schakelaar gewoon weer in de originele stand. Wanneer dit lampje oplicht betekent dit dat u links wil afdraaien. Wanneer dit lampje oplicht betekent dit dat u rechts wil afdraaien. OPBERGRUIMTE Deze ruimte bevindt zich onder het zadel. Maximum laadgewicht : 10kg. Berg geen waardevolle spullen op in deze ruimte. Controleer of het zadel afgesloten is nadat u het hebt dichtgeklapt. Haal waardevolle spullen uit deze ruimte voor u uw scooter wast. Plaats geen warmtegevoelige zaken in deze ruimte want deze wordt warm door de temperatuur van de motor. Opbergruimte 9

HELMHAAK Breng de scooter tot stilstand en hang uw helm met het sluitingsbandje aan de haak. HAAK Maak geen gebruik van de helmhaak wanneer u rijdt. Uw scooter en helm kunnen hierdoor schade oplopen. BENZINETANKDOP 1. Steek de sleutel in het slot van de buddyseat en open het zadel. Draai de benzinetankdop tegen de klok in. De dop kan nu verwijderd worden. 2. Let op dat u niet meer tankt dan de maximum limiet. 3. Om de tank te sluiten zet u het teken van de dop ter hoogte van het teken op de tank, draai de dop met de klok mee om te sluiten en sluit ook het zadel opnieuw af. Bij het tanken moet de scooter op de centrale standaard staan met de motor uit en mogen er geen vlammen gemaakt worden. Vul niet meer dan de maximum limiet. Anders zal de benzine afgevoerd worden door een gat op de tank en kan de verf beschadigd worden. In ergere gevallen kan dit leiden tot brand en kan uw scooter vuur vatten. Zorg ervoor dat u de benzinedop na het tanken goed afsluit. REMMEN Vermijd onnodig plots remmen. Gebruik bij het remmen zowel de voor- als de achterrem. Vermijd langdurig remmen want dit kan de remmen oververhitten en hun efficiëntie beïnvloeden. Minder tijdig vaart en rem op tijd bij regenweer of op een glad wegdek. Maak geen plotse remmanoeuvres om slippen en vallen te voorkomen. Gebruik van enkel de voor- of de achterrem verhoogt het risico op vallen doordat de scooter naar één kant zal overhellen. Motorrem Draai het gashendel dicht tot zijn originele positie en gebruik de motorrem. Bij het afdalen van een lange of steile helling is het noodzakelijk om zowel de handrem als de motorrem te gebruiken. Voor het voorwiel Voor het achterwiel Voor het voorwiel Voor het achterwiel Achterrem via een hendel aan het stuur Achterrem via een pedaal 10

8.AANDACHTSPUNTEN BIJ HET STARTEN Controleer het olie- en benzinepeil voor u de scooter start. Om de scooter te starten moet hij op de centrale stand staan met het achterwiel van de grond. De achterrem moet ingehouden worden om te voorkomen dat de scooter plots naar voor zou schieten. 1.Draai de contactsleutel naar de ON stand. 2.Houd de (voet) rem in. 3.Geef geen gas, druk pas op de startknop wanneer u de rem inhoudt. 1/4 1/8 [Wij geven om uw welzijn! Houd de (achter)rem in voor u start.] Wanneer de motor na 3 tot 5 pogingen niet start, draai dan het gashendel 1/8-1/4 open en druk dan op de startknop. Om schade aan de startmotor te vermijden verzoeken wij u de starknop niet langer dan 15 keer in te drukken. Wanneer na 15 pogingen de motor nog steeds niet start, wacht dan 10 seconden voor u opnieuw probeert. Het is moeilijker om de motor te starten nadat hij een lange tijd stationair heeft gedraaid of wanneer u pas tankt nadat de tank volledig leeg was. U moet dan meermaals starten en het gas dichthouden om de motor te starten. Bij een koude start kan het een aantal minuten duren voor de motor opwarmt. De uitstoot bevat schadelijke gassen (CO), start daarom u scooter enkel op een goed verluchte plaats. Wanneer u start met de kick-start. Wanneer u stappen 1 tot 5 hebt gedaan, trap dan krachtig op de kick-starter met uw voet en houd het gashendel dicht. Wanneer de motor moeilijk start met de kick-starter bij een koude start, draait u best het gashendel 1/8 tot 1/4 draai open om makkelijker te starten. Plaats de kick-starter terug in zijn originele positie nadat de motor is gestart. Voor u de scooter start met de kick-starter moet hij eerst stabiel op de centrale stand gezet worden. Start uw motor geregeld eens met de kick-starter opdat deze mechaniek niet zou falen door langdurig niet gebruik. 11

9.DE BESTE MANIER OM TE VERTREKKEN Zet uw richtingaanwijzer aan voor u zich in beweging zet en let op dat er geen voertuig van achter u komt. Dan kan u vertrekken CONTROLE OVER HET GASHENDEL Acceleratie : Snelheid opvoeren. Wanneer u op een hellend vlak rijdt draait u zachtjes aan het gashendel om de motor toe te laten rustig zijn kracht vrij te geven. Deceleratie : Snelheid minderen. Deceleratie Acceleratie PARKEREN Bij het naderen van een parkeerplaats: 1. Zet tijdig uw richtingaanwijzer aan en let op de voertuigen voor en achter en links en rechts van u, nader dan rustig uw parkeerplaats. 2. Draai het gashendel dicht en gebruik de remmen (de remlichten zullen oplichten om naderend verkeer te waarschuwen.) Bij stilstand: 3. Zet de richtingaanwijzer uit en draai de contactsleutel naar de OFF stand om de motor uit te zetten. 4. Stap van de scooter langs de linkerkant nadat u de motor hebt uitgeschakeld. Kies een parkeerplaats uit waar de scooter het verkeer niet hindert en het grondoppervlak effen is. Zet de scooter op zijn centrale stand. 5. Houd het stuur met uw linkerhand vast en duw het voorste uiteind van het zadel naar beneden of neem de parkeerhendel linksonder het zadel vast met de rechter hand. 6. Duw op de centrale stand met uw rechter voet en zet hem stevig op de grond. Ter herinnering: Zet het stuurslot op en verwijder de contactsleutel na het parkeren om te vermijden dat uw scooter wordt gestolen. Parkeer uw scooter op een veilige plaats waar hij het verkeer niet hindert. 12

10.INSPECTIE EN ONDERHOUD VOOR HET RIJDEN (Sla de tekening erop na om de volgende zaken te lokaliseren.) DAGELIJKSE INSPECTIE Controle items Controlepunten Motorolie Benzine Rem Band Stuur Voor Achter Voor Achter Is er voldoende motorolie beschikbaar? Hebt u voldoende benzine? Is het 90 Octaan of meer? Staat van de remmen? (Vrije slag: 10~20mm) Staat van de remmen? (Vrije slag: 10~20mm) Is de bandendruk goed? (Standaard: 1.75kg/cm 2 ) Is de bandendruk goed? (Standaard: 2.0 kg/cm 2 voor 1 pers. 2. 25 kg/cm 2 voor 2 pers.) Vibreert het stuur abnormaal of draait het moeilijk? Snelheidsmeter, lichten en achteruitkijkspiegel Montage van onderdelen Abnormaliteiten Werken deze correct? Gaan de lichten aan? Is de achterkant goed zichtbaar? Zijn er geen losse schroeven of moeren? Zijn oude problemen opgelost? Wanneer u op een probleem botst tijdens de routinecontrole, los dit dan eerst op voor u gaat rijden, laat indien nodig uw scooter nakijken en herstellen door een officiële SYM dealer. INSPECTIE EN VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE INSPECTIE: 1. Zet de scooter op een stabiele ondergrond op zijn centrale stand. Nadat de motor 3 tot 5 minuten uitstaat kunt u de peilstok verwijderen. Veeg deze schoon en plaats hem opnieuw in de peilstokhouder (zonder hem te draaien). 2. Haal de peilstok eruit en check of het oliepeil tussen de minimum en maximum limiet staat. Wanneer het oliepeil te laag is, vul dan bij tot de maximale limiet. (controleer cilinder, carter, etc. op lekken). 13

OLIE VERVANGEN: Vervang de olie na de eerste 300km en herhaal dit nadien om de 1000 km. Om steeds over het maximaal vermogen te beschikken controleert u om de 500 km het oliepeil. Wanneer er niet genoeg olie is vult u bij tot aan de maximum limiet. Motorolie : Gebruik (API) SH/CD SAE 10W-30 grade of beter. Zoniet zal eventuele schade niet meer onder de garantie vallen. Wij raden deze olie aan: SYM Genuine 4X OIL. Olieverbruik : 0.85 Liter (0.75 liter voor routine check), bij het vervangen van de oliefilter: 0.75 liter. Kuisen van de oliefilter Draai de filterschroef open en verwijder ze. Verwijder vuil van de filter met een benzine- of lucht spuitpistool. max. limiet min. limiet Oliefilter Het oliepeil zal niet correct weergegeven worden wanneer u de scooter op een oneffen oppervlak parkeert of meteen na het uitzetten van de motor. Wanneer u de motor uitzet zullen het blok en de uitlaat nog heet zijn. Let erop u niet te verbranden bij het controleren of het vervangen van de motorolie. Wanneer na het bijvullen het peil nog steeds op de minimale limiet staat controleer dan eerst of de motor ergens lekt voor u opnieuw bijvult. Vermijd vlammen en ontstekingen tijdens het vullen. BENZINENIVEAU CONTROLEREN Draai de contactsleutel naar de ON stand en controleer de indicatienaald op de benzinemeter om te zien of u nog voldoende benzine hebt. De motor van deze scooter is voorzien op loodvrije benzine van 90 Octaan of meer. Zet de scooter stabiel op zijn centrale stand, zet de motor uit en houd vlammen weg van de scooter tijdens het vullen. Vul niet meer dan maximaal toegelaten. Zorg dat de tankdop correct is afgesloten. TRANSMISSIEOLIE CONTROLEREN EN VERVANGEN CONTROLE: Zet de scooter stabiel op zijn centrale stand na het uitzetten van de motor. Wacht 3 tot 5 minuten. Verwijder de bout van de vulopening. Zet een maatbeker onder de aftapbout en verwijder deze dan. Laat de olie in de maatbeker lopen en controleer of deze verminderd is (bij demontage 100-105cc / bij vervangen 90-100cc). VERVANGEN OLIE: Zet de motor uit en plaats de scooter op zijn centrale stand of een effen oppervlak. Verwijder de bout van de vulopening en de aftapbout en vang de olie op. Monteer de aftapbout opnieuw en zet ze vast. Vul met nieuwe transmissieolie (90-100cc) en sluit de bout van de vulopening opnieuw (controleer of de bouten goed vaststaan en of er geen lekken zijn). Gebruik bij voorkeur Scooter Gear.SAE80-W90 14

VRIJE SLAG (SPELING) VAN DE REMMEN CONTROLEREN EN AFSTELLEN CONTROLEREN: (Om de speling van de remmen te controleren moet de motor uitgeschakeld zijn). Speling van de hand- en de voetrem voor voorwiel en achterwiel. Bij het controleren van de handrem voor het voorwiel moet de speling (de afstand van het remhendel vanuit niet-remstand naar uiterste remstand) 10-20mm bedragen. Het is niet normaal wanneer het volledig dichtknijpen van de rem sponsachtig aanvoelt. Bij het controleren van de voetrem voor het achterwiel moet de speling (de afstand van de rempedaal vanuit niet-remstand naar uiterste remstand) 20-30mm bedragen. Het is niet normaal wanneer het volledig dichtduwen van de rem sponsachtig aanvoelt. 10~20 mm 10~20 mm 20~30 mm Achterrem via een hendel aan het stuur Achterrem via een pedaal AFSTELLEN: ( Trommelrem ) De indeuking van de afstelmoer moet uitgelijnd worden met de pin. (zie figuur hieronder) Afstelmoer Pin Wanneer de speling tussen de 10 en de 20mm is, controleer dan de slijtage indicator op de remtrommel. Dat is het teken dat u op de remschijf terugvindt. Wanneer u dit teken ziet wil dit zeggen dat de remvoering versleten is en vervangen moeten worden. Draai de afstelmoer van de remkabel om de speling van het remhendel aan te passen. Na het afstellen houdt u beide remmen dicht tot u de werking van de remmen voelt. Meet de speling met een liniaal. Minder speling Meer speling Voorwiel trommelrem Afstelmoer Achterwiel, trommelrem 15

SCHIJFREM CONTROLEREN ( alleen van toepassing op modellen met schijfremmen.) Controleer de remvoering op lekken of schade, controleer of de aansluitpunten van de remvoering vastzitten met een schroefsleutel of een geschikt gereedschap en controleer of de remkabels beschadigd zijn door de vibraties van het stuur of enig ander onderdeel. Als dat het geval is brengt u uw scooter naar een officiële SYM dealer voor herstelling of onderhoud. (lek, schade, loszittende remvoering) Controleer het functioneren van de remmen tijdens het rijden op een droog wegdek en aan een lage snelheid zodat u zeker bent dat uw scooter in prima staat is en u veilig de baan op kunt. (Controle van de remvoering vooraan) controleer de rem achter de remklauw. De remblokken moeten vervangen worden wanneer de limiet is bereikt. Indicatie slijtagelimiet van de remblokken (Remvloeistofpeil controleren) Parkeer de scooter op een effen ondergrond en controleer of het vloeistof peil onder het LOWER teken staat. Wij raden deze remvloeistof aan: WELL RUN BRAKE OIL (DOT 3). Remklauw Remschijf (Vullen van de remvloeistof van het voorwiel) 1. Maak de schroeven los en verwijder het deksel van de rempomp. 2. Verwijder vuil van rond het reservoir, let op dat er geen vuil in het reservoir valt. 3. Verwijder het deksel van het membraan en het membraan. 4. Vul remvloeistof bij tot de max. limiet. 5. Monteer membraan, membraandeksel en deksel rempomp terug op hun plaats. 6. Let op dat het membraan op dezelfde manier wordt teruggeplaatst en dat er niets in het reservoir valt. Zet het deksel van de rempomp correct vast. Bouten Deksel rempomp Membraan Max. limiet Remvloeistof Om chemische reacties te vermijden : gebruik geen andere remvloeistof dan aanbevolen. Zorg er bij het vullen voor dat u de Max. limiet niet overschrijdt en u niet morst op de gelakte of plastic onderdelen om schade te vermijden. 16

AFSTELLEN VAN HET GASHENDEL Bij een correcte afstelling heeft het gashendel een vrije slag van 2~6mm. Draai de borgmoer los, zet de afstelmoer in de gewenste positie en draai de borgmoer weer goed vast. 2~6 mm Check de volgende punten: 1. Controleer of het draaien en terugkomen van het gashendel soepel gebeurt. 2. Controleer of bij stuurslag naar beide zijden het gashendel goed blijft functioneren. 3. Controleer of de gaskabel door andere kabels gehinderd wordt om soepel te functioneren. Afstelmoer Borgmoer CONTROLE EN ONDERHOUD VAN DE BATTERIJ Deze scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije batterij dus u hoeft deze niet te controleren en elektrolyt toe te voegen. Laat uw scooter controleren door een officiële SYM dealer mocht u abnormaliteiten opmerken. ( Reiniging van de polen van de batterij) Verwijder de polen en reinig ze wanneer ze verroest of vuil zijn. De procedure om de batterij te verwijderen: Zet het contact in de OFF stand, Draai eerst de schroef van de negatieve kabel los en verwijder de Negatief kabel. Draai vervolgens de schroef van de positieve Positief kabel los en verwijder de kabel. Maak de buitenkant van de batterij schoon met wat warm water. Als er duidelijke aanslag is op de polen, koppel dan de kabels af en verwijder de aanslag met een stalen borstel of schuurpapier. Sluit de kabels weer aan na het kuisen en doe wat vet op de polen. Sluit de kabels terug aan in de omgekeerde volgorde van het afkoppelen. Deze scooter is uitgerust met een onderhoudsvrije batterij dus u hoeft deze niet te controleren en elektrolyt toe te voegen. Laat uw scooter controleren door een officiële SYM dealer mocht u abnormaliteiten opmerken. Dit is een gesloten batterij, verwijder nooit het deksel. Om te vermijden dat er verlies op de batterij komt of dat ze leegloopt tijdens lange periodes van inactiviteit, verwijdert u best de batterij van de scooter en bewaart u deze op een goed geventileerde donkere plaats nadat ze volledig is opgeladen. Wanneer u de batterij in de scooter laat, koppel dan de negatieve pool af. Wanneer de batterij vervangen moet worden, vervang deze dan door een batterij van hetzelfde gesloten type (onderhoudsvrij). 17

BANDEN CONTROLEREN Banden moeten gecontroleerd en opgeblazen worden wanneer de motor uitgeschakeld is. Als een band niet de correcte spanning heeft is de contactcurve van de band met de grond niet goed, controleer dit met een geijkte bandenspanningsmeter en blaas op tot de aangegeven druk. Het controleren van de banden met een bandenspanningsmeter moet gebeuren als ze koud staan. CONTROLEER A.U.B. DE VOORGESCHREVEN BANDENSPANNING Vreemde materialen (spijkers, stenen) Beschadiging Controleer de banden op scheuren en andere beschadiging. Controleer of er scherpe voorwerpen in het loopvlak zitten. Controleer de slijtage indicator van de band. Een band waarvan de slijtagebalk zichtbaar is moet vervangen worden. Profiel slijtage indicator Een foute bandendruk, slijtage of beschadigingen zijn de voornaamste oorzaak van controleverlies over het stuur en kapotte banden. STUUR- EN VOORVORK CONTROLEREN Voer deze controle uit met uitgeschakelde motor en verwijder de contactsleutel. Controleer de schokbrekers vooraan op beschadiging. Druk op de voorvering door het stuur op en neer te bewegen en controleer op vreemde geluiden. Controleer of de bouten en moeren van de voorvork goed vastzitten. Beweeg het stuur op en neer, links en rechts, voor en achter om te controleren of het los zit, te veel weerstand biedt of naar één kant trekt. Controleer of het stuur niet gehinderd wordt door de remkabels Wanneer u iets abnormaals opmerkt, breng dan uw scooter naar een officiële SYM dealer om deze te controleren of aan te passen. 18

ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN Zet het contact uit en controleer of de zekeringen intact zijn. Vervang de gesprongen zekering door een nieuwe van hetzelfde type en dezelfde ampèrage (10A&15A). Een zekering van meer dan 10 of 15 ampère gebruiken is strikt verboden om schade aan het elektrische systeem en haar componenten te vermijden. Verwijder het batterijdeksel. De zekeringhouder en de zekeringen bevinden zich in de ruimte onder het deksel. Open het deksel van de zekeringskast en controleer of een zekering beschadigd is. Zekeringen moeten stevig in de zekeringhouder zitten. Loszittende zekeringen leiden tot oververhitting en beschadiging. Gebruik steeds elektrische onderdelen met de originele verbruikswaarden. Zoals een te vervangen lamp. Het gebruik van lampen met andere waarden kan resulteren in een kapotte zekering of een overladen batterij. Vermijd bij het wassen van de scooter dat water direct op de zekeringen en de houder komt. Wanneer bij het vervangen de zekering opnieuw snel springt, zoek dan eerst naar de oorzaak. Wanneer u iets vreemds opmerkt brengt u uw scooter best naar een officiële SYM dealer. VERWIJDEREN INSTALLATIE Van bovenaf insteken Draad Zekeringhouders CONTROLEREN VAN DE RICHTINGAANWIJZERS EN HET CLAXON Draai de contactsleutel naar de ON stand. Zet de richtingaanwijzer aan en controleer of voor- en achter richtingaanwijzers werken en luister ook of het claxon werkt. Controleer de covers van de richtingaanwijzers op vuil en scheuren en kijk of ze niet los zitten. Druk op het claxon om te controleren of het werkt. Gebruik de correcte lampen voor de richtingaanwijzers om de werking niet te beïnvloeden. Zet uw richtingaanwijzer aan voor u van richting verandert of een straat inslaat zodat het opkomend en achterkomend verkeer verwittigd is van uw gepland manoeuvre. Zet nadien meteen uw richtingaanwijzer weer uit door de knop nogmaals in te drukken, dit om andere bestuurders niet te verwarren over uw intenties. VOOR- EN ACHTERLICHTEN CONTROLEREN Zet de motor aan en zet het licht aan. Controleer of voor- en achterlicht werken. Controleer de afstelling van de koplamp door ze op een muur te richten (op effen ondergrond). Controleer de cover van de koplamp op vuil en scheuren en kijk of deze niet los zit. REMLICHT CONTROLEREN Draai de contactsleutel naar de ON stand, knijp de remhendels van de voor- en achterrem dicht en controleer of het remlicht functioneert. Controleer de cover van het remlicht op vuil en scheuren en kijk of deze niet los zit. Gebruik enkel de voorgeschreven lampen om schade aan het elektrische systeem, uitbranden van de lampen en leeglopen van de batterij te vermijden. Verander geen elektronische componenten of voeg er geen toe om overlading van het elektrische circuit en/of kortsluiting te vermijden, dit kan resulteren in brand. 19

BENZINELEK CONTROLEREN Controleer de tank, de tankdop, de brandstofleiding en de carburator op een lek. SMEERPUNTEN CONTROLEREN Controleer of de scharnierende onderdelen voldoende gesmeerd zijn. (vb. het scharnierpunt van de centrale stand, de zijsteun, het remhendel, etc). ONTSTEKINGSKAARS (BOUGIE) CONTROLEREN Verwijder de dop van de ontstekingskaars (verwijder de ontstekingskaars met behulp van de speciale tool in de tool kit). Controleer de elektrode op vuil of koolstofaanslag. Verwijder de koolstof met een staalborstel, schuurpapier of een doek. Maak de ontstekingskaars schoon met benzine en droog met een doek Controleer de afstand tot de elektrode, deze moet tussen de 0.6~0.7 mm bedragen (gebruik hiervoor een voelermaat) Draai de ontstekingskaars zo ver mogelijk dicht en draai dan nog eens 1/2~3/4 draaien vaster met een sleutel. 0.6~0.7 mm Na het rijden is de motor heet. Let op dat u zich niet verbrandt. Gebruik enkel de voorgeschreven ontstekingskaarsen (Controleer de lijst met de specificaties). LUCHTFILTER CONTROLEREN Schroeven PROCEDURE DEMONTAGE 1. Verwijder de schroeven van het luchtfilterdeksel. 2. Verwijder het luchtfilterdeksel, de schroeven van de filter en de filter. 3. Reinig of vervang de filter (check het onderhoudsschema Element voor het controle-interval). PROCEDURE MONTAGE Monteer de luchtfilter in de omgekeerde volgorde van de demontage. Stof is de grootste oorzaak van vermogensverlies of een verhoogd brandstofverbruik. Om de levensduur van de scooter te verlengen is het aangewezen de luchtfilter vaker te vervangen wanneer u dikwijls op stoffige wegen rijdt. Wanneer de luchtfilter niet goed is gemonteerd zal stof in de cilinders komen, wat kan resulteren in vermogensverlies en een kortere levensduur van de motor. Zorg ervoor dat u de luchtfilter niet te nat maakt bij het wassen van de scooter. Dit kan resulteren in een moeilijk te starten motor. 20

11. STORINGS-DIAGNOSE-SCHEMA WANNEER DE SCOOTER NIET START Achterwiel Voorwiel (1). Staat het contactslot in de ON stand? 1/4 1/8 (2). Is er voldoende benzine in de tank? Schakelaar richtingaanwijzer (3). Houdt u de voor- of achterrem dicht bij het starten? Claxon (4). Draait u het gas open bij het starten? (5). Draai het contact naar de ON stand en druk op het claxon. Wanneer deze niet gaat kan de zekering gesprongen zijn. Wanneer u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en de scooter start nog steeds niet, laat hem dan controleren door een officiële SYM dealer. 12.C.D.I. ELEKTRONISCH ONTSTEKINGSSYSTEEM Het C.D.I. systeem zorgt ervoor dat er elektrische energie gegenereerd wordt. In samenwerking met de ontstekingskaars zal er op het juiste moment een vonk geproduceerd worden. 13.SUGGESTIES INZAKE BENZINE Deze scooter werd ontworpen voor het gebruik van ONGELODE benzine van 90 Octaan of meer. Wanneer de scooter op een hoogte wordt gebruikt (waar de luchtdruk lager is) dient de lucht/benzine verhouding aangepast te worden voor een optimaal vermogen. 14.TRANSMISSIEOLIE Wij raden deze olie aan: Motul Scooter Gear SAE 90 21

15.VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET BERIJDEN VAN EEN SCOOTER 1. Zet de scooter op de centrale stand en ga op het zadel zitten. Duw de scooter naar voor om de centrale stand in te klappen. Draai nooit aan het gashendel om de toeren op drijven voor u vertrekt. 2. Stap langs de linkerkant op uw scooter en zet u behoorlijk op het zadel, houd uw rechtervoet goed op de grond om te vermijden dat de scooter valt. Houd de achterrem dicht voor u vertrekt. 3. Draai zachtjes het gas open en de scooter zal zich in beweging zetten. Het snel opendraaien van het gas of het prompt loslaten van het ontkoppelingshendel kan resulteren in het plots naar voor schieten van de scooter en dit is heel gevaarlijk. Controleer of uw zijstand volledig is ingeklapt voor u vertrekt. Ga niet plots remmen of draai niet scherp af Plots remmen en scherp afdraaien kan resulteren in een slip- en/of valpartij. Plots remmen en scherp afdraaien kan vooral bij regenweer resulteren in slip-, glijd- en/of valpartijen. Wees uitermate voorzichtig bij regenweer De remafstand bij regenweer of op een nat wegdek is groter dan op een droog wegdek. Minder dus vaart en houd er rekening mee dat u vroeger moet remmen. Bij het afdalen van een helling moet het gashendel losgelaten worden en moet u remmen zoals tijdens het minderen van vaart. 22

16.PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA Item Check Items Onderhoud kilometer Onderhouds- Interval 300KM Elke 1000KM Elke 3000KM Elke 6000KM Elke 12000KM NEW 1 Month 3 Months 6 Months 1 Year 1 Luchtfilterelement (Opmerking) I C R(papier) R(spons) 2 Luchtfilter I 3 Oliefilter (zie handleiding) C C 4 Motorolie R I Elke 3000KM vervangen 5 Bandenspanning I I 6 Batterij I I 7 Ontstekingskaars I I R 8 Carburator (stationair draaien) I I 9 Stuurbevestiging en hendels I I 10 Controle transmissie op lekken I I 11 Controle carter op lekken I I 12 Transmissieolie R Elke 5000KM(5 Maanden) vervangen 13 Aandrijfriem en rollen I R 14 Brandstofsensor en leiding I I 15 Werking gashendel en gaskabel I I 16 Bouten en moeren van motor I I 17 Cilinderkop, cilinder en zuigers I 18 Uitlaatsysteem I 19 Ketting nokkenas / timing ontsteking I I 20 Kleppenspeling I I 21 Schokdempers I I 22 Ophanging voor en achter I I 23 Centrale stand en zijsteun I I/L 24 Carterontluchting (PCV) I I 25 Koppeling I 26 Remmen / Remblokken I I 27 Alle bouten en moeren I I Opmerking Het bovenstaande schema is gebaseerd op maandelijks onderhoud om de 1000 km, afhankelijk van wat eerst komt. Laat uw scooter geregeld controleren en onderhouden door een officiële SYM dealer om hem in optimale conditie te houden. Code: I ~ Inspectie, schoonmaken en aanpassen R~ Vervangen C ~ Schoonmaken (indien nodig vervangen) L ~ Smeren Opmerking: 1.Maak de luchtfilter vaker schoon of vervang hem vaker wanneer u dikwijls op een stoffige ondergrond of in een vuile omgeving rijdt. 2. U moet de scooter vaker een onderhoud geven wanneer deze dikwijls aan hoge snelheid rijdt en naarmate hij meer kilometers op de teller heeft. De nota s in de opmerkingen dienen om de betrokken modellen aan te duiden. 23

17.SPECIFICATIES Model AV05W-6/AV05W-8/AV05W-A/AV05W-F/AV05W-T/AV05W1-T/ Item Specificaties AV05W1-6/AV05W-D/AV05W-S Lengte 1905mm Breedte 690mm Hoogte 1125mm Wielbasis 1327mm Drooggewicht 99kg Motor 4- takt monocilinder Benzine Ongelode benzine (90 octaan of meer) Koeling Luchtgekoeld Cilinderinhoud 49.5 cm 3 Compressie 11.8±0.4 :1 Max. vermogen 2.35 kw/8500 tpm Max. koppel 2.91 Nm/6500 tpm Starter Kick & elektrische starter Vering vooraan Telescopische vork Vering achteraan Unit swing Koppeling Centrifugaalkoppeling Transmissie CVT automaat Band vooraan 120/70-12 Band achteraan 130/70-12 Velg Aluminium Bandendruk Voor: STD 2.00 kg/cm 2, Achter: STD 2.00kg/cm 2 voor 1 pers., 2.25kg/cm 2 voor 2 pers. Rem vooraan Schijfrem (Ø 190 mm) Rem achteraan Trommelrem (Ø 130 mm) Lamp vooraan (groot/dim) HS1 12V 35/35W Lamp achterlicht/stoplicht 12V 21W Licht nummerplaathouder 12V 5W Lamp richtingaanwijzers 12V 10W Lamp snelheidsmeter 12V 1.7W Motorolie niveau 0.85 L (0.75 L bij vervangen) Transmissieolie niveau 110cc (100cc bij vervangen) Inhoud benzinetank 5.2L Zekering 7A Ontstekingskaars TORCH A7RC Capaciteit batterij 12V 6Ah(gesloten, onderhoudsvrij) Luchtfilter Papiertype Tankdop Type gesloten met slot Frame achteraan Kan geen last dragen 24

Veenendaal, 01-01-2006 Garantiebepalingen SYM: 1 De bromfietsen worden gewaarborgd tegen elke materiaal- of fabricagefout gedurende een periode van 24 maanden, welke ingaat op de datum van aflevering van het product aan de eerste gebruiker. 2 De garantie beperkt zich tot het vervangen of herstellen van elk defect onderdeel. Deze vervanging of herstellen onder garantie mag enkel gebeuren door een SYM erkende dealer. 3 De aansprakelijkheid van de fabrikant of de importeur beperkt zich uitsluitend tot de garantie zoals omschreven in punt 2. De koper kan op geen enkele wijze aanspraak maken op vergoeding van materiële of lichamelijke schade, genot- of inkomstenverlies, transport, verblijfkosten, sleep- of verzendkosten of ontbinding van het aankoopcontract. 4 De garantie vervalt indien: A) Het product niet gebruikt, behandeld of onderhouden wordt volgens de voorgeschreven onderhoudsbeurten, vermeld in de handleiding van het betrokken product. B) Als productonderhoud of herstel niet door een Sym erkende dealer wordt uitgevoerd, of met gebruik van niet originele onderdelen. C) Andere brandstoffen, smeermiddelen of onderhoudsproducten worden gebruikt, dan door de fabrikant voorgeschreven. D) Het product wordt verhuurd of gebruikt voor commerciële doeleinden. E) Een ombouwing of verandering wordt uitgevoerd aan het product of indien het betrokken was in het ongeval. F) Het product gebruik wordt voor sportwedstrijden of voor doeleinden waarvoor het niet ontworpen is. 5 Normale slijtage en beschadiging veroorzaakt door gebruik van het voertuig, is geen materiaalof constructiefout, deze zijn niet gedekt door de garantie. Hieronder vallen: de vervanging van binnen-en buitenbanden, lampen, bougies, contactpunten, zekeringen, rubberen onderdelen, rem- en koppelingsbekleding, oliekering, remschijven of trommels, riemen, filters, kettingen, tandwielen, wielspaken, enz. 6 Op plastic onderdelen of kuiponderdelen wordt enkel garantie toegestaan als er constructiefouten of fabricagefouten worden geconstateerd voor de aflevering van het nieuwe voertuig aan de klant. 7 Corrosie of oxidatie aan het oppervlak van het chassis, chroom delen,schroeven, uitlaat en alle overige behandelde of onbehandelde onderdelen worden niet gedekt door de garantie. 8 Bij wijziging van deconstructie, waardoor de gehomologeerde snelheidslimiet van 25 km/h of 45 km/h worden overschreden zal alle aanspraak op garantie vervallen. 9 De importeur behoudt zich het recht op de uiteindelijke beslissing bij elke aanvraag. 25

Veenendaal, 01-01-2006 Speciale garantie onderdelen 1 jaar garantie: Uitlaat (op verf/roest 6 maanden) Olie-keerring 6 maanden garantie: Accu Onderstandaard Zijstandaard Zadel Velgen Lak Stickers en emblemen Uitgezonderd van garantie: Bougies Contactpunten Brandstoffilter Oliefilter Aandrijfketting Luchtfilter Remblokken Remschoenen Riemen Koppelingsplaats Lampen Zekeringen Pakkingen Banden Rubber slangen Afdichtingen Rubberen stootkussens Rubber op voetplaat Garantie alleen indien voldaan wordt aan de garantiebepalingen. 26