Bijeenkomst #Team16 over Jeugdgezondheidszorg op en met scholen: een impressie 10 oktober 2013
#Team16 Team #16 is de klankbordgroep van het programma Impuls Gezonde Leefstijl Jeugd (#Jeugdimpuls). De groep bestaat uit vier jongeren, vier ouders, vier docenten en vier gezondheidsprofessionals. Op Gezondeschool.nl staat meer informatie over dit programma bij over ons. De coördinatie hiervan ligt in handen van het RIVM Centrum Gezond Leven. 2
Aftrap Op 10 oktober vond de tweede bijeenkomst plaats. #Team 16 werd eerst door het projectteam bijgepraat over de ontwikkelingen rondom de #Jeugdimpuls. Projecten zoals het ondersteuningsaanbod van scholen bij Gezonde School activiteiten, Social Media en Scholen inspireren Scholen werden kort teruggekoppeld. De discussie kwam gelijk op gang. Een goed begin dus! De discussie ging over de Jeugdgezondheidszorg op en met scholen. Begin volgend jaar start namelijk vanuit de #Jeugdimpuls een versterkingsproject voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Projecten die bijdragen aan het nog beter uitvoeren van de JGZ op en met scholen, kunnen in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. Denk bijvoorbeeld aan initiatieven waarbinnen mentoren en JGZ-organisaties beter samenwerken, om zo de gezondheid van leerlingen te verbeteren. In januari worden organisaties uitgenodigd om een projectvoorstel in te dienen. In maart 2014 vindt de selectie van de projecten plaats. Het programmateam ging met #Team16 hierover in discussie om feeling te krijgen over wat er leeft rond JGZ op en met de scholen. De signalen worden verder afgestemd met partners, die samen met het projectteam deze versterking vorm gaan geven. 3
Discussies #Team16 voerde twee discussies. Beide keren splitste het team in drie groepen. In elke groep zat één jongere, één ouder, één gezondheidsbevorderaar en een onderwijsprofessional. Gezondheidsprofessional: een eyeopener dat ik niet goed weet wat JGZ op school doet. 4
Eerste discussie: over ervaringen met JGZ op scholen Aan de hand van 3 fictieve situaties gingen de groepjes aan de slag. Door de gemengde samenstelling ontstond er een levendige discussie. Een greep daaruit: Informatievoorziening JGZ kan beter? Jongeren vinden het vaak eng en onduidelijk wat de schoolarts doet, geeft één van de jongeren aan. Informatie over wat de schoolarts doet, zou bijvoorbeeld onder de aandacht kunnen worden gebracht bij biologie of maatschappijleer. JGZ kan daar wellicht ook iets vertellen, bracht een docent in. Breng de schoolarts in beeld De schoolarts wordt niet gezien als een vertrouwenspersoon, zegt een jongere. Door het gezicht van de schoolarts meer in beeld te brengen, gaat de schoolarts meer leven onder de jongeren. Een vermelding over de rol van schoolarts in de schoolgids zou een idee kunnen zijn. Signaleren van problemen Er werd een situatie geschetst, waarbij de schoolarts in gesprek ging met een kind over zijn overgewicht. Het kind voelde zich hierbij erg ongemakkelijk en de ouders zijn hierbij niet betrokken. Het toewerken naar een optimale betrokkenheid van ouders en de mentor is dus een belangrijk punt. Een ander punt dat werd ingebracht is dat de schoolarts in groep twee en zeven de school bezoekt. Dit gat is best groot om problemen goed te kunnen signaleren. De frequentie zou hoger moeten zijn. Er zou dan bijvoorbeeld ook meer aandacht kunnen gaan naar kinderen uit een gescheiden milieu, van alleenstaande ouders en kinderen met geestelijke gezondheidsproblemen. 5
Tweede discussie: over de versterking JGZ op en met scholen Na de pauze werd #Team16 wederom gespitst in vier groepjes, maar in een andere samenstelling Zoals eerder beschreven wordt in maart 2014 bekend gemaakt welke projecten versterkt worden. Het projectteam heeft in samenwerking met partners als Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg (NCJ) en Actiz een aantal selectiecriteria opgesteld. Aan #Team 16 is gevraagd welke zij het belangrijkst en welke zij overbodig of niet relevant vinden. De criteria zoals het toewerken naar een betere screening, vergezeld van goede follow-up zorg, toewerken naar optimale betrokkenheid van ouders, het verbeteren van de interactie tussen JGZ en mentoren in het VO en het bevorderen van samenwerking op lokaal niveau werden het meest belangrijk gevonden. Bij het beoordelen ontstond discussie over bijvoorbeeld: Experimenteren bij jongeren Enerzijds is het wellicht beter dat ouders hun kinderen loslaten. Maar tegelijkertijd wil je ze ook beschermen. De school kan hierin ook een (signalerings)rol vervullen. Als suggestie werd aangekaart dat bijvoorbeeld een ouderejaars of docent deze rol eventueel kunnen vervullen. Of dat juist de hele school zich verantwoordelijk moet voelen signalen op te vangen, zegt een jongere. Bij hem op school wordt dit namelijk gedaan. De jeugdarts/verpleegkundige werd in deze discussie niet aangedragen. Een docent vindt dat de JGZ hierin juist een toegevoegde waarde heeft. Het gat tussen signaleren en doorverwijzen is soms groot: JGZ kan daar een tussenrol in vervullen. Het is wel belangrijk dat snel geschakeld kan worden. Mentoren weten over het algemeen goed waar de grenzen liggen bij de begeleiding van leerlingen en wanneer het nodig is om zorgverleners in te schakelen. 6
Conclusie Docent: Prettig idee dat ik bij de JGZ terecht kan voor problemen doorsturen. De discussies waren levendig en gingen veel kanten op. Het is dus niet zo makkelijk om een conclusie te trekken. De JGZ vervult een belangrijke taak. Er zijn wel signalen dat de zichtbaarheid en het imago van de JGZ verbeterd kan worden en dat de mentor en de school een belangrijke plek inneemt. Wat betreft de criteria zag het #Team16 vooral een meerwaarde voor de JGZ door beter hun rol in te nemen bij het opsporen van gezondheidsproblemen en deze kinderen voldoende aandacht te geven en goed door te verwijzen. Dit samen met de school en de ouders 7