Rapport. Datum: 3 mei 2001 Rapportnummer: 2001/123

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 23 juni 1998 Rapportnummer: 1998/243

Rapport. Datum: 27 januari 2000 Rapportnummer: 2000/025

Rapport. Datum: 23 februari 1999 Rapportnummer: 1999/065

Rapport. Datum: 19 januari 2001 Rapportnummer: 2001/016

Rapport. Datum: 25 januari 2001 Rapportnummer: 2001/024

Rapport. Datum: 28 juni 1999 Rapportnummer: 1999/282

Rapport. Datum: 11 maart 1999 Rapportnummer: 1999/100

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 28 november 2000 Rapportnummer: 2000/361

Rapport. Datum: 3 maart 1999 Rapportnummer: 1999/087

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/109

Rapport. Datum: 26 maart 2002 Rapportnummer: 2002/088

Rapport. Datum: 20 december 1999 Rapportnummer: 1999/513

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 22 juli 1999 Rapportnummer: 1999/325

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 19 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/270

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086

Rapport. Datum: 29 januari 1998 Rapportnummer: 1998/010

Het is mij bekend dat u meent dat in zo'n geval geen kwijtschelding mogelijk is.

Rapport. Datum: 22 juli 2002 Rapportnummer: 2002/218

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 26 april 2000 Rapportnummer: 2000/163

Rapport. Datum: 8 juni 1998 Rapportnummer: 1998/219

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 6 juli 2001 Rapportnummer: 2001/192

Rapport. Datum: 25 januari 2001 Rapportnummer: 2001/023

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 26 april 2007 Rapportnummer: 2007/077

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Datum: 29 juli 1999 Rapportnummer: 1999/335

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Rapport. Datum: 9 februari 2007 Rapportnummer: 2007/027

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 28 september 2006 Rapportnummer: 2006/337

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Datum: 25 april 2001 Rapportnummer: 2001/114

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

RAPPORT 2008/205, NATIONALE OMBUDSMAN, 26 SEPTEMBER 2008

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374

Rapport. Datum: 23 maart 1999 Rapportnummer: 1999/117

Rapport. Datum: 6 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/427

Rapport. Datum: 2 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/303

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180

Rapport. Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 23 september 1999 Rapportnummer: 1999/411

Rapport. Datum: 4 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/421

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 22 november 2010 Rapportnummer: 2010/332

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. Datum: 22 januari 2003 Rapportnummer: 2003/011

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293

Rapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam:

Rapport. Datum: 19 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/357

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/259

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 15 maart 2000 Rapportnummer: 2000/095

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 23 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/367

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/167

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 2 juni 2004 Rapportnummer: 2004/206

Dossiernummer Rapport. Verzoekers De heer E hierna genoemd: verzoeker.

Rapport. Datum: 28 januari 2011 Rapportnummer: 2011/026

Rapport. Datum: 8 augustus 2001 Rapportnummer: 2001/237

Rapport. Datum: 4 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/304

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 22 januari 2002 Rapportnummer: 2002/005

Rapport. Datum: 4 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/305

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten bv uit Den Haag. Datum: 27 april 2011

Rapport. Datum: 15 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/282

Rapport. Datum: 20 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/272

Transcriptie:

Rapport Datum: 3 mei 2001 Rapportnummer: 2001/123

2 Klacht Verzoekster klaagt er over dat Gak Nederland BV, kantoor Assen onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doorzenden van een aantal op haar betrekking hebbende persoonlijke stukken. In het bijzonder klaagt verzoekster er over dat het Gak, kantoor Assen haar niet heeft geïnformeerd over het doorzenden van de stukken naar het Gak, kantoor Heerlen alsmede de doorzending niet heeft geregistreerd. Beoordeling 1. Verzoekster stuurde op 4 mei 2000 een aanvraag bevallingsuitkering naar Gak Nederland BV, kantoor Assen (hierna: het Gak). Bij haar aanvraag had verzoekster een aantal persoonlijke stukken gevoegd, waaronder een loonbelastingverklaring, aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 1995 tot en met 1998 en de jaarrekening 1998/1997 en 1996/1995. 2. Verzoekster klaagt er over dat het Gak onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doorzenden van haar aanvraag en de daarbij behorende stukken. In het bijzonder klaagt verzoekster er over dat het Gak haar niet heeft geïnformeerd over het doorzenden van deze stukken naar het kantoor van het Gak te Heerlen alsmede deze doorzending niet heeft geregistreerd. Uit een telefoontje dat verzoekster op 30 augustus 2000 van het kantoor Heerlen kreeg, bleek dat haar aanvraag daar in mei 2000 zonder begeleidend schrijven naar toe was gezonden. 3. Het Gak deelde in reactie op de klacht mee dat wanneer er stukken binnenkomen die niet voor het kantoor te Assen zijn bestemd, er door het Gak contact wordt opgenomen met de afzender om te melden dat de stukken voor een andere uitvoeringsinstelling bestemd zijn. Afhankelijk van hetgeen de afzender aangeeft worden de stukken teruggestuurd naar de afzender of doorgezonden naar de juiste uitvoeringsinstelling. Een telefoonrapport of kopie van de begeleidende brief aan de andere uitvoeringsinstelling wordt door het Gak niet bewaard. In het geval van verzoekster heeft het Gak niet kunnen achterhalen welke medewerker de stukken mogelijk had ontvangen. 4. In een nadere reactie liet het Gak weten dat er inmiddels op het kantoor Assen een registratiesysteem is voor post dat bestemd is voor een ander kantoor van het Gak of een andere instantie. Aan de hand van deze registratie is na te gaan op welke datum en naar welke instantie het betreffende poststuk is doorgezonden. 5. Uit het vorenstaande volgt dat het Gak zonder overleg met verzoekster en zonder haar er van in kennis te hebben gesteld haar aanvraag heeft doorgezonden naar het kantoor van het Gak te Heerlen, alsmede deze doorzending niet heeft geregistreerd. Dit is niet juist. Te dien aanzien heeft het Gak niet met de vereiste zorgvuldigheid jegens verzoekster

3 gehandeld. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van Gak Nederland BV, kantoor Assen, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, is gegrond. Met instemming heeft de Nationale ombudsman kennis genomen van het feit dat Gak Nederland BV, kantoor Assen inmiddels registreert op welke datum en naar welke instantie een poststuk dat niet voor het kantoor Assen is bestemd wordt doorgezonden. Onderzoek Op 21 augustus 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw N. te Coevorden, ingediend door Accountantskantoor G.H. Veldhuis B.V. te Coevorden, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland BV, kantoor Assen. Naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van het Landelijk instituut sociale verzekeringen te Amsterdam, werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd Gak Nederland BV te Amsterdam verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. Noch het Gak noch verzoekster gaf binnen de gestelde termijn een reactie. Bevindingen De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt: A. feiten 1. Verzoeksters gemachtigde stuurde op 4 mei 2000 een aanvraag bevallingsuitkering ten name van verzoekster naar Gak Nederland BV, kantoor Assen. 2. Bij brief van 2 augustus 2000 deelde verzoeksters gemachtigde, Gak Nederland BV te Amsterdam het volgende mee:

4 " Hierbij dienen wij een klacht in met betrekking tot het niet correct behandelen van verkeerd toegezonden persoonlijke stukken van een cliënte van ons kantoor. Op 4 mei 2000 hebben wij naar het Gak Nederland BV te Assen de navolgende stukken gezonden: Formulier Gak aanvraag bevallingsuitkering Loonbelastingverklaring Kopie definitieve aanslag IB 1998/1997/1996/1995 Kopie aangifte IB 1998/1997/1996/1995 Jaarrekening 1998/97 en 1996/1995 Kopie Zwangerschapsverklaring. Uit het telefonisch onderhoud op 28 juli jl. met het Gak Nederland BV werd ons medegedeeld dat bij niet geregistreerde personen de stukken worden doorgezonden naar de van toepassing zijnde bedrijfsvereniging, er kon echter niets achterhaald worden. Bij Cadans is echter niets binnengekomen. Nu is bij ons de vraag gerezen waar de stukken wel naar toe gezonden zijn. Ons kantoor en onze cliënte heeft geen schriftelijke en/of telefonische mededeling ontvangen wat er met de stukken is geschied. In verband met de privacy verbaast het ons dat er met persoonlijke gegevens - van bij u niet geregistreerde personen - zo slordig wordt omgesprongen " 3. Gak Nederland BV te Amsterdam antwoordde verzoeksters gemachtigde schriftelijk op 14 augustus 2000: " Naar aanleiding van uw brief van 2 augustus 2000, waarin u een klacht uit over het niet correct omgaan met persoonlijke stukken, hebben wij een nader onderzoek ingesteld bij ons kantoor te Assen. Hieruit is het volgende gebleken. Navraag bij een aantal werknemers leert dat wanneer er stukken binnenkomen die niet voor het kantoor te Assen bestemd zijn, er contact met de afzender wordt opgenomen om te melden dat de stukken voor een andere Uvi (uitvoeringsinstelling; N.o.) zijn. Afhankelijk van hetgeen de afzender aangeeft worden de stukken teruggestuurd of doorgezonden.

5 Er wordt geen telefoonrapport of kopie van de begeleidende brief aan de andere Uvi bewaard. Helaas hebben (wij) in uw geval niet kunnen achterhalen welke medewerker de stukken mogelijk heeft ontvangen. Mochten wij onzorgvuldig met uw stukken zijn omgesprongen dan bieden wij u daarvoor uiteraard onze verontschuldigingen aan. Aangezien wij niet hebben kunnen vaststellen dat wij onjuist gehandeld hebben verklaren wij uw klacht ongegrond " B. Standpunt verzoekster Voor het standpunt van verzoekster wordt verwezen naar de klachtformulering onder en naar de hiervoor onder A. Feiten opgenomen brief van verzoeksters gemachtigde van 2 augustus 2000. Voorts liet de gemachtigde van verzoekster de Nationale ombudsman bij brief van 31 augustus 2000 weten dat verzoekster op 30 augustus 2000 is gebeld door het districtskantoor van het Gak te Heerlen. Uit dit telefoongesprek bleek dat de verdwenen stukken van verzoekster in het bezit waren van het kantoor Heerlen. Het kantoor Heerlen zou deze stukken in mei 2000 zonder begeleidend schrijven hebben ontvangen. C. Standpunt Gak Nederland BV Gak Nederland BV verwees de Nationale ombudsman in reactie op de klacht op 27 november 2000 telefonisch naar de brief van het Gak aan verzoeksters gemachtigde van 14 augustus 2000. Voorts deelde het Gak de Nationale ombudsman bij brief van 11 januari 2001 nog het volgende mee: " Inmiddels is het op het kantoor te Assen de regel dat er een registratiesysteem is voor post dat bestemd is voor een ander kantoor van het Gak of een andere instantie. Uit de registratie valt af te lezen op welke datum en naar welke instantie het betreffende poststuk is doorgezonden. De klacht van (verzoekster; N.o.) kan als gegrond worden beschouwd "