STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING
* Basisstuk van de strafprocedure * Definitie van het proces-verbaal «Geschreven akte waarin een bevoegde ambtenaar de feiten uiteendoet waarvan hij het bestaan heeft nagegaan en waarvan de opsporing tot zijn bevoegdheden behoort» (H.-D. BOSLY en D. VANDERMEERSCH, Droit de la procédure pénale, Brussel, die Keure, 2005, p. 375-376) * De opsteller van het proces-verbaal - De ambtenaren van de gerechtelijke politie (BWRO, art. 301; Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 5) - Op het vlak van het leefmilieu (Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 4) de ambtenaren van LEEFMILIEU BRUSSEL, het GEWESTELIJK AGENTSCHAP VOOR NETHEID en van het Ministerie van het BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST aangewezen door de regering de gemeentelijke ambtenaren aangewezen door de gemeenten - Op het vlak van stedenbouw (BWRO, art. 301) de beambten en ambtenaren belast met het beheer en de politie over de wegen de gemeentelijke en gewestelijke beambten en ambtenaren aangewezen door de regering * De opsteller van het proces-verbaal (vervolg) - Draagwijdte van artikel 29 W.Sv. - Voorafgaandelijke waarschuwing (Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 8) * Inhoud van het proces-verbaal - De vaststellingen - Geen toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen maar opgelet in geval van bevel tot staking en verwijzing naar het proces-verbaal * Bewijskracht van het proces-verbaal - Drie niveau s zolang er geen betichting van valsheid is zolang het tegendeel niet bewezen is enkel als inlichting
* Bewijskracht van het proces-verbaal (gevolg) - Op het vlak van het leefmilieu «De personeelsleden stellen de misdrijven vast in een proces-verbaal dat bewijswaarde heeft tot het bewijs van het tegendeel» (Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 11) - Op het vlak van stedenbouw stilzwijgen van het BWRO toepasselijkheid van artikel 154 Wb.Sv.? * Kennisgeving van het proces-verbaal - Op het vlak van het leefmilieu «een afschrift van het proces-verbaal [wordt] bezorgd aan de vermoedelijke dader of aan de eigenaar van het goed waar het feit dat het hoofdbestanddeel van het misdrijf vormt gepleegd werd of waar het zijn oorsprong gevonden heeft» (Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 11) - Op het vlak van stedenbouw stilzwijgen van het BWRO, behalve in geval van bevel tot staking (BWRO, art. 302, al. 3) * Gevolgen van het proces-verbaal - 1 ste gevolg vervolg van de opsporing - 2 de gevolg regularisatie «Geen enkele wettelijke bepaling schrijft voor dat de stedenbouwkundige inbreuk niet kan vervolgd worden zolang er geen beslissing werd genomen over de aanvraag tot regularisatie» (Cass., 13 november 2007) - 3 de gevolg bevel tot staking (BWRO, art. 302) - 4 de gevolg weerslag op de overeenkomsten stedenbouwkundige inlichtingen in de zin van artikel 275 BWRO? bestuursdocument in de zin van artikel 32 van de Grondwet? dwaling of bedrieglijk opzet?
II- DE OPSPORING * Omschrijving van de opsporing Opsporing van de inbreuken vervolging van de inbreuken «geheel van de handelingen die ertoe strekken de misdrijven, hun daders en de bewijzen ervan op te sporen en de gegevens te verzamelen die dienstig zijn voor de uitoefening van de strafvordering» (Wb.Sv., art. 28bis, 1) * Onder de leiding en het toezicht van de procureur des Konings * Opsporingshandelingen Verhoor, expertmeting, II- DE OPSPORING * Afsluiting van de opsporing Seponering Schikking Bemiddeling Rechtstreekse dagvaarding Oproeping bij proces-verbaal Vordering tot onderzoek * Afsluiting van de opsporing & administratieve vervolging - Op het vlak van het leefmilieu Administratieve geldboetes (Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 32 e.v.) subsidiair en als alternatief voor strafvervolging binnen de 6 maand na verzending van het proces-verbaal, beslist de procureur des Konings om niet te vervolgen of hij spreekt zich niet uit
III- HET VERVOLG EN DE AFSLUITING VAN DE OPSPORING * Afsluiting van de opsporing & administratieve vervolging - Op het vlak van stedenbouw Dading (BWRO, art. 313), voorwaarden: indien binnen de 45 dagen na de aanvraag van de administratie de procureur des Konings geen blijk gegeven heeft van zijn voornemen om te vervolgen of de strafvordering te doen vervallen door het treffen van een schikking en wanneer het misdrijf voortdurend is, indien er een einde wordt gesteld aan de toestand van misdrijf * De bevoegde rechter De correctionele rechtbank * Vattingswijzen Rechtstreekse dagvaarding Oproeping bij proces-verbaal Beschikking of arrest ter verwijzing, in geval van vooronderzoek
* Verloop van het strafproces - In theorie Art. 190 Wb.Sv. - In prakrijk : Ondervraging van de verdachte Verhoor van de getuigen en experten Pleidooi van eventuele burgerlijke partij Verzoekschrift Pleidooi van de verdediging Afsluiting van de debatten, inberaadname en vonnis * Het strafvonnis - De schuld - De straf - De eventuele burgerlijke sancties, met inbegrip van die die gevraagd werden door de administratie (BWRO, art. 307 tot 309; Ordonnantie van 25 maart 1999, art. 26 tot 28)