Gemeente Leeuwarderadeel 22 februari 2010
Inhoudsopgave pagina Inleiding 2 Hoofdstuk 1 Procedure 3 Hoofdstuk 2 Zittingen 6 Hoofdstuk 3 Besluiten op bezwaar 9 Hoofdstuk 4 Termijnen 10 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen 11 1
Inleiding Medio 1998 is in de gemeente Leeuwarderadeel de onafhankelijke commissie voor de bezwaar- en beroepschriften (hierna: bezwaarschriftencommissie) ingesteld. Deze commissie is belast met de advisering van beslissingen op bezwaarschriften en administratieve beroepen ingevolge artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht. In het kader van deze advisering stelt de commissie de belanghebbenden en het betrokken bestuursorgaan in de gelegenheid om te worden gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt. De advisering geschiedt aan het bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester). Dit advies is gemotiveerd en bevat een aanbeveling voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. 2
Hoofdstuk 1 Procedure De samenstelling De commissie ontleent zijn bestaansrecht aan de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Leeuwarderadeel van 16 juni 1998. Artikel 3 van de Verordening regelt de samenstelling van de commissie. De samenstelling ziet er als volgt uit: voorzitter: de heer mr. P.A. de Haan leden: de heer mr. L. Maarleveld (tevens plaatsvervangend voorzitter) mevrouw mr. H. Swart de heer mr. W. Oosterman (plaatsvervangend lid) secretaris: mevrouw mr. A.R. Posthuma plaatsvervangende secretaris: de heer G. Akkerman De bevoegdheid De bezwaar- en beroepschriftencommissie behandelt bezwaarschriften ingevolge de Awb die zijn ingediend door natuurlijke personen en rechtspersonen. Door het indienen van een bezwaarschrift dwingt de bezwaarmaker een zorgvuldige heroverweging van het genomen besluit af bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Zowel op formele (procedurele) als materiële (inhoudelijke) punten vindt een beoordeling van het bestreden besluit plaats. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren die zijn ingediend tegen besluiten betreffende de uitvoering van beschikkingen afgegeven in het kader van de Wet waardering onroerende zaken en ook niet over bezwaren in gevallen die wettelijk zijn uitgesloten. Het secretariaat De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De secretaris is door het college van burgemeester en wethouders aangewezen. Daarnaast is een plaatsvervangend secretaris aangewezen. Van de ambtelijk secretaris wordt verwacht dat zij 1 de diverse aspecten die een rol (kunnen) spelen bij het opstellen van het advies van tevoren op een rij zet en de bijbehorende stukken vergaart. Tevens bestudeert zij jurisprudentie en doet ander relevant onderzoek ten behoeve van de commissie, stelt zij het verslag van de hoorzitting op, schrijft het door de voorzitter te toetsen advies, nodigt de bezwaarmakers uit en bewaakt zij de wettelijke termijnen. 1 Waar zij staat kan ook hij gelezen worden. 3
De advisering Bij de behandeling van een bezwaarschrift wordt door de bezwarencommissie veel waarde gehecht aan de kwaliteit van het advies. In dat kader vindt er bij het uitbrengen van het advies naast een inhoudelijke beoordeling, ook een beoordeling van de gevolgde procedure en een beoordeling van het beleid op rechtmatigheid en doelmatigheid plaats. Waar de commissie dat nodig acht, doet zij (op eigen initiatief) aanbevelingen in de vorm van overwegingen ten overvloede. Werkwijze commissie De commissie komt in principe één keer per maand bijeen. De vergaderingen bestaan uit een openbaar en een besloten gedeelte. Het openbare gedeelte heeft betrekking op de hoorzitting. In het besloten gedeelte vindt een beraadslaging plaats over de aan het bestuursorgaan uit te brengen adviezen. In uitzonderingsgevallen kan de hoorzitting in besloten kring plaatsvinden. De indiener(s) van het bezwaarschrift, de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan alsmede de eventuele (derde)belanghebbenden worden minimaal twee weken voorafgaande aan de hoorzitting voor de openbare hoorzitting uitgenodigd. Met deze uitnodiging wordt ook een folder verstuurd waarin informatie met betrekking tot de hoorzitting staat vermeld. In deze folder wordt ook de samenstelling van de commissie meegedeeld. De bij het bezwaarschrift behorende stukken worden aan de indieners van de bezwaarschriften en eventuele derdebelanghebbenden (behoudens privacybelangen) toegezonden en liggen tevens gedurende tien dagen voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage op het gemeentehuis. Bezwaarden maken meestal gebruik van de geboden mogelijkheid om op de hoorzitting te verschijnen. Bezwaarden kunnen zich eveneens laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde. De hoorzittingen vinden plaats in het gemeentehuis te Stiens. Elke hoorzitting begint met een uiteenzetting door de voorzitter van de commissie. Er wordt uitleg gegeven over de werkwijze van de commissie en de gang van zaken tijdens de hoorzitting. Daarna worden de partijen de indiener(s) van het bezwaarschrift, vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en eventuele derde belanghebbenden gehoord. Het advies van de commissie wordt, na ondertekening door de voorzitter en de secretaris, door de secretaris aan het bevoegde bestuursorgaan verzonden. Het bevoegde bestuursorgaan neemt vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift. Het bestuursorgaan kan alleen gemotiveerd van het advies afwijken. Deze beslissing wordt samen met het verslag en advies van de commissie naar de bezwaarmaker en de eventueel belanghebbenden gezonden. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift staat voor belanghebbende(n) beroep bij de rechtbank open. 4
Hoofdstuk 2 Zittingen Aantallen De commissie kwam in het verslagjaar vier maal bijeen en handelde in totaal twaalf bezwaarschriften af. Dat zijn er dertien minder dan in het jaar 2008. Procentueel is dat een afname van 52%. Ten opzichte van de afgelopen drie jaren is er dus sprake van een forse daling van het aantal bezwaarschriften Niet alle beslissingen op de bezwaarschriften zijn ook in 2009 genomen. Bepalend voor het opnemen van een bezwaarschrift in dit verslag is de datum waarop de bezwaarmakers in de gelegenheid zijn gesteld hun bezwaren toe te lichten voor de bezwarencommissie. Voorzover bij de commissie bekend, is inmiddels op alle gevallen een beslissing op het bezwaarschrift genomen nadat de commissie advies heeft uitgebracht. Aantal bezwaarschriften van 1999 2009 35 30 25 20 15 10 aantal bezwaarschriften 5 0 1999 2001 2003 2005 2007 2009 5
Grafische weergave van bezwaarschriften in 2003 t/m 2009 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 38% 53% 53% 44% 48% 52% 25% 25% 26% 23% 25%25% 20% 21% 22% 19% 16% 16% 12% 11% 11% 11% 8%8% 8% 5% 6% 8% 8% 8%8% 3% 0% 0% 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 34% niet-ontvankelijk gegrond ongegrond gegrond/ongegrond geen advies Onderscheid bezwaarschriften De bezwaarschriften die in 2009 aan de orde zijn geweest waren qua onderwerp als volgt te verdelen. Er zijn 9 bezwaarschriften ingediend gericht tegen besluiten, voorbereid door de sector Grondgebied. Het betreffen hier bezwaarschriften gericht tegen het verlenen van een bouwvergunning c.q. vrijstelling (9) en tegen het afwijzen van een handhavingverzoek (1). Vorig jaar waren er 17 bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Grondgebied. Tegen drie besluiten, voorbereid door de sector Publiekszaken, is bezwaar ingediend. Deze bezwaren zijn als volgt onder te verdelen: Tegen de afwijzing van een verzoek om subsidie (1), tegen het besluit tot uitschrijving uit de GBA (1) en tegen een afwijzing van een verzoek tot handhaving (1). Vorig jaar waren er zes bezwaarschriften gericht tegen besluiten van de sector Publiekszaken. Tegen de besluiten, voorbereid door de sector Middelen zijn geen bezwaarschriften binnengekomen. In 2008 zijn er twee bezwaarschriften jegens besluiten van deze sector ontvangen. 6
Door de commissie uitgebrachte adviezen In één geval adviseerde de commissie het bezwaarschrift gegrond te verklaren (ter vergelijking: in 2008 twee). In drie gevallen adviseerde de commissie het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren, hetgeen in 2008 tweemaal voorkwam. In één geval adviseerde de commissie het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren, hetgeen in 2008 vier keer voorkwam. In drie gevallen werd geadviseerd het bezwaarschrift volledig ongegrond te verklaren In 2008 werd dit 13 keer geadviseerd. Verder zijn er in 2009 drie bezwaarschriften ingetrokken, hetgeen in 2008 vier keer voorkwam. Tot slot was het college ten aanzien van een bezwaarschrift onbevoegd om te oordelen over het bezwaarschrift. Dit bezwaarschrift is toegezonden naar het orgaan dat wel bevoegd was. In 2008 is dit niet voorgekomen. Grafische weergave van uitgebrachte adviezen na hoorzitting in 2009 8% 8% 25% 26% gegrond ongegrond deels on- /gegrond niet-ontvankelijk ingetrokken onbevoegd 8% 25% 7
Hoofdstuk 3 Besluiten op bezwaren Beslissing op bezwaar In alle gevallen dat de commissie adviseerde om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren werd door burgemeester en wethouders op de ingediende bezwaarschriften een beslissing genomen overeenkomstig het advies van de commissie. Voor wat betreft de drie adviezen van de commissie om de bezwaarschriften deels gegrond en deels ongegrond te verklaren, werd door het college besloten de bezwaarschriften geheel ongegrond te verklaren (dit betroffen overigens drie bezwaarschriften tegen hetzelfde besluit) Inzake het advies van de commissie, waarin gegrondverklaring werd voorgesteld, is door het college besloten overeenkomstig het advies van de commissie. In de situaties waarin de commissie niet-ontvankelijkheidverklaring heeft geadviseerd, heeft het college dienovereenkomstig besloten. Beroep en verzoeken om voorlopige voorziening Indien appellant zich niet kan verenigen met het heroverwegingsbesluit op het bezwaarschrift staat hiertegen beroep open bij de rechter. Na de besluitvorming door burgemeester en wethouders op de bezwaarschriften is (vooralsnog) in één geval beroep ingesteld. Het beroep is door de rechter echter ongegrond verklaard. Voorts is één geval een verzoek om voorlopige voorziening gevraagd, dat overigens door de rechter is afgewezen. Ter vergelijking: In 2008 is er in drie gevallen beroep ingesteld en is tweemaal een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Grafischeweergave van heroverwegingsbesluiten in 2009 8% 8% 25% 8% 0% 51% gegrond ongegrond deels on- /gegrond niet-ontvankelijk ingetrokken onbevoegd 8
Hoofdstuk 4 Termijnen Vóór 1 oktober 2009 diende op grond van artikel 7:10 Awb het bestuursorgaan op het bezwaarschrift binnen tien weken na ontvangst ervan, een beslissing nemen. Het bestuursorgaan kon deze beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Als gevolg van inwerkintreding van de Wet dwangsom en beroep zijn de beslistermijnen voor de afhandeling van bezwaarschriften gewijzigd. Op een bezwaarschrift dat is ingekomen na 1 oktober 2009 dient thans binnen 12 weken na de dag waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken, te worden beslist. De termijn tot verlenging is verruimd naar zes weken. Voorts bepaalt bovengenoemd artikel dat verder uitstel mogelijk is indien belanghebbenden daarmee instemmen. Voor de goede orde dient te worden opgemerkt dat de wettelijke termijn, zoals die gold voor 1 oktober 2009, geen fatale termijn was. Tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar kon appellant een beroepschrift indienen bij de rechtbank. Dat is in 2009 niet gebeurd. Na 1 oktober 2009 geldt echter dat als gevolg van de Wet dwangsom en beroep het bestuursorgaan een dwangsom kan verbeuren aan appellant, indien hij te laat beslist op het bezwaarschrift. Daartoe dient hij echter wel eerst door appellant in gebreke te worden gesteld. Ook dit is in het verslagjaar niet voorgekomen. Gebleken is dat het bestuursorgaan in het verslagjaar 2009 er bij 8 bezwaarschriften in is geslaagd binnen de wettelijke termijn een heroverwegingsbesluit te nemen. In geen van de gevallen is het heroverwegingsbesluit buiten de wettelijke termijn genomen. Voor het overige zijn drie bezwaarschriften, nog voordat het college een heroverwegingsbesluit kon nemen, ingetrokken. Tot slot is één bezwaarschrift doorgezonden omdat het bestuursorgaan te dien aangaande niet bevoegd was. In 2008 zijn 18 bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn afgehandeld en zijn een drietal bezwaarschriften voortijdig ingetrokken. Termijnoverschrijding vond in 2008 plaats ten aanzien van drie bezwaarschriften. Het consequenter toesturen van verdagingsbesluiten door het bestuursorgaan, alsmede het direct doorsturen van het bezwaarschrift naar de commissie dragen eraan bij dat de wettelijke termijnen veelal gehaald kunnen worden. 9
Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen Tot zover de belangrijkste karakteristieken van de verschillende zaken, die de commissie het afgelopen jaar heeft behandeld. Het verslag geeft de commissie aanleiding tot een aantal conclusies en aanbevelingen. Conclusies: In 2009 is er een forse afname van het aantal bezwaarschriften waar te nemen ten opzichte van de afgelopen jaren. Net als in voorgaande jaren is het grootste gedeelte van de bezwaarschriften ongegrond verklaard. Er is een toename te zien in het aantal bezwaarschriften dat voortijdig wordt ingetrokken. De uitgebrachte adviezen zijn op een uitzondering na door het college overgenomen. Alle beslissingen zijn binnen de wettelijke termijn genomen, hetgeen te verklaren is uit het feit dat er consequenter verdagingsbesluiten worden verstuurd en bezwaarschriften direct bij binnenkomst worden doorgestuurd naar de commissie. Aanbevelingen: De commissie is content met het feit dat in 2009 de bezwaarschriften binnen de wettelijke termijnen zijn afgehandeld en benadrukt dat het als gevolg van de Wet dwangsom en beroep in 2010 nog belangrijker is dat de termijnen goed worden bewaakt door het bestuursorgaan. Daartoe is het nog steeds van belang dat de bezwaarschriften bij binnenkomst direct door worden gestuurd naar de commissie. Gebleken is dat de wettelijke termijnen dan doorgaans beter worden gehaald. Tevens beveelt de commissie aan om correspondentie van burgers waarvan op voorhand niet duidelijk is of het een bezwaarschrift betreft, maar die wel een kennelijke klacht behelzen, zekerheidshalve voor te leggen aan de ambtelijk secretaris van de commissie, zodat er geen bezwaarschriften over het hoofd worden gezien. De commissie beveelt de bestuursorganen aan om in 2010 de voortgezette verbetering met betrekking tot het versturen van de verdagingsbesluiten te continueren. In het bestreden besluit ontbreekt met regelmaat de wettelijke grondslag op basis waarvan het besluit genomen is: De commissie vraagt meer aandacht voor het Awb proof zijn van besluiten. Het is de commissie gebleken dat een aantal ambtenaren in 2009 een training optreden ter zitting heeft gevolgd. De commissie is content met de aandacht die het bestuursorgaan geeft aan het opleiden van ambtenaren daartoe en ziet graag dat het bestuursorgaan deze ontwikkeling in 2010 voortzet. Door een meer professionele houding van de ambtenaar tijdens de hoorzitting kan een 10
kwaliteitsverbetering worden bereikt voor wat betreft de vertegenwoordiging van het verwerend orgaan. Tot slot is de commissie gebleken dat in 2009 meer bezwaarschriften op voorhand zijn ingetrokken als gevolg van bemiddeling tussen partijen. De commissie ziet deze trend graag in 2010 gecontinueerd nu bemiddeling mogelijk tot meer bevredigende resultaten kan leiden dan het doorlopen van de formele weg. Stiens, Leeuwarderadeel, 22 februari 2010 11