Paddenstoelenexcursie 2008-11-29. Locatie: Bosrandpark, Almere Buiten



Vergelijkbare documenten
Jcdegids.be. Een inleiding tot de paddenstoelengeslachten. 18/01/2014 JC Delforge

Op (Bemoste) beukenstam kunnen meerder soorten tegelijkertijd voorkomen, bv - zwavelkop - - platte tonderzwam -

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 30 januari Beste natuurliefhebber/-ster,

Vooruitlopend op de bewerking van de melkzwammen in de Flora Agaricina

Paddestoelen tocht op landgoed Sandwijck te De Bilt.

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, maandag 24 november Beste natuurliefhebber/- ster,

Ziekten en plagen: houtrot

Loof-en naaldbomen. Naam :

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

Giftige paddenstoelen

1. Geheimen. 2. Zwammen

Enkele aanbevelingen bij het bestuderen van paddestoelen

Rupsklaver (Medicago)

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Paddenstoelen wandeling 26 september Hondsbossen

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

Cercis canadensis. rond tot afgeplat bolvormig

Pinus nigra, Oostenrijkse den. Aantal: 19 stuks Maat:

Vissige russula s komen voor in alle kleuren van de regenboog? De geur is zeer kenmerkend.

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 19 december Beste natuurliefhebber/-ster,

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

BOMEN STERVEN STAANDE...!

Plantekennis. Naam: Teun Laureijs. Klas: G42. Vak: Plantenkennis.

Bijzondere Vondsten Paddenstoelenwerkgroep 2012

Paardenstaart (Equisetum)

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

NATUURRIJK TESPELDUYN OKTOBER 2018

Basterdwederik (Epilobium)

Van Hallstraat. Prunus avium Plena

2010 Naam Datum Locatie/Opmerkingen

Wandeling n 7 : Chêne à l'image : Durbuy Bewegwijzering :

2006 Naam Datum Locatie/Opmerkingen

Ziekten en plagen: houtrot. Wat gaan we zien? Afgrendeling in bomen. Afgrendeling in bomen (CODIT) Wat is houtrot + verschillende types rot

De Wiershoeck- Schoolwerktuin, woensdag 13 november 2013

7-stippelig lieveheersbeestje

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 3 G41-G31-GB1+2

Fotoveldgids slijmzwammen Samengesteld door Marc De Meireleir Microscopie Dirk Baert.

Plantenkennis. Bladhoudende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Bomen in drie seizoenen

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Smeerwortel (Symphytum)

De Wiershoeck, dinsdag 16 december Beste natuurliefhebber/- ster,

Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman

De Gewone boomwrat lijkt macroscopisch wel op een miniatuurstuifzwam en werd

BOMENCATALOGUS TUINEN CLAVERVELD VLISSINGEN. december 2018

Winterpaddenstoelen in het Weerterbosje en omgeving Auteur: Jos Lenaerts

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Overzicht haagconiferen

Vakdag centraal niveau 4. Lijst coniferen leerjaar 1

Paddenstoelenexcursie in het Warmonderbos

1.-bladeren duidelijk naaldvormig 2. -bladeren geen naalden (vlak blad, grote-of kleine schubben, aanliggend aan twijgen, dakpansgewijze geplaatst) 49

zwammen Utrecht verhaalt: over paddenstoelen en schimmels op Doornburgh bladzijden uit het boek Doornburgh verhaalt

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 31 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

Bomen in drie seizoenen

Zwammen: 8 12 jaar (handleiding)

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 januari 2014

Serama. Raskenmerken haan:

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6

PADDENSTOELEN IN HET St.ARNOLDUSPARK EN BASSEGEMBOS

In de Scheldevrijstraat maken we in het nieuwe ontwerp een onderscheid tussen de laanbomen en de pleinbomen.

Plantenkennis. Klim, slinger en leiplanten. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Paddenstoelen in de klas. werkbladen

Acer platanoides (noorse esdoorn) Zoals al in de rij langs de Willy Sluiterweg.

Cursus Hout in Boomopbouw en -architectuur

Acer freemanii Armstrong

WARANDE. bijeenkomst aanpak laanbeplanting. 25 juni 2015

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 10 oktober Beste natuurliefhebber/-ster,

Paddenstoelen zoeken in Vlaanderen

Verslag paddestoelenexcursie Zurenhoek, 6 oktober Tekst: Kirsten Dekker Foto's: Joke de Visser, DirkJan Dekker

Massief houten tafelbladen

Warkruid (Cuscuta) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten

Beste natuurliefhebber/- ster,

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Dit boekje is van: Paddenstoelenpracticum

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

Waarvan leven paddenstoelen? Paddenstoelen (schimmels met vruchtlichamen dus) leven en groeien voornamelijk door organisch materiaal zoals takken,

m a t e r i a a l z e n d i n g

Boterbloem (Ranunculus)

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Determinatietabel voor de bijen van het genus Megachile in Nederland

Vergeet-mij-nietje (Myosotis)

Paddestoelen zelf kweken

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

Plattegrond Oranjesingel Oranjesingel Beek

grijze afschilferende stam, oranjebruine onderschors onopvallend, eenslachtig, eenhuizig, groen, april/mei

Bladhoudende Heesters

Vul bij elke boom of struik de kenmerken verder aan. Beuk. Els. Bij enkelvoudig/samengesteld blad; doorstreep het foutieve

Plantenkennis. Ericaceae. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Herfstwerkboekje van

CURAÇAO Koning Willem III. SPECIMEN PAGE 1

SLOBKOUSNIEUWS 42 jrg7

Dinsdag 26 november 2013

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 september Beste natuurliefhebber/ster,

Het is Raar maar waar! NatuurWijs lesbrief Paddenstoelen

Parken en groenstroken Brede straten Tuinen

Transcriptie:

Paddenstoelenexcursie 2008-11-29 Locatie: Bosrandpark, Almere Buiten Totaal gevonden: 51 soorten - 1 -

Inhoud: Witte kluifzwam...- 3 - Gewoon elfenbankje...- 4 - Gerimpelde korstzwam...- 6 - Witte vlierschorszwam...- 8 - Zakjestrilzwam...- 9 - Crepidotus cesatii, rondsporig oorzwammetje...- 11 - Kogelhoutskoolzwam...- 12 - Echt judasoor...- 14 - Gewoon meniezwammetje...- 16 - Gewone zwavelkop...- 17 - Gele korstzwam...- 18 - Platte tonderzwam...- 20 - Suikermycena...- 22 - Geweizwam...- 24 - Rondsporig pekzwammetje...- 26 - Bundelmosklokje (Galerina marginata)...- 27 - Grijze buisjeszwam...- 29 - Gewone glimmerinktzwam...- 31 - Slijmzwam...- 33 - Wit oorzwammetje...- 34 - Witte bultzwam...- 35 - Hoekig schorsschijfje...- 36 - Schorsbreker...- 37 - Vaalblauwe kaaszwam...- 39 - Helmmycena...- 41 - Ziekenhuisboomkorst...- 43 - Gele trilzwam...- 45 - Paarse eikeschorszwam...- 46 - Conische franjehoed...- 47 - Zwarte knoopzwam...- 48 - Grondhertezwam...- 49 - Twijgkorstzwam...- 51 - Waaierkorstzwam...- 52 - Esdoornhoutknotszwam...- 54 - Oranje aderzwam...- 55 - Witte bultzwam...- 56 - Paarse korstzwam...- 57 - Paarse knoopzwam...- 59 - Stobbezwammetje...- 61 - Oranje druppelzwam...- 63 - Gewoon fluweelpootje...- 64 - Bekerzwam...- 65 - Klontjestrilzwam...- 66 - Grote viltinktzwam...- 67 - Zwerminktzwam...- 69 - Houtknotszwam...- 71 - Peksteel...- 72 - Onbekende soort...- 74 - Chaetosphaerella phaeostroma...- 75 - Inktvlekkenzwam...- 77 - Ruig elfenbankje...- 78 - - 2 -

Witte kluifzwam Vruchtlichaam 5-15 cm. Hoed 3-6 cm, golvend zadelvormig, 2- tot 3-lobbig. Bovenzijde vuilwit tot crème-oker. Hoedrand vrij van de steel, onderzijde ruw behaard, crème tot geelbruin. Steel hol, gekamerd, in de lengte diep gegroefd en geribd, (vuil)wit tot bleek grijsbruin, 4-13 x 1-5 cm. Giftig. Op humusrijk zand, klei en leem in bossen en bosranden. Zomer-herfst. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten De Melkwitte kluifzwam (Helvella lactea) (ZZ). - 3 -

Gewoon elfenbankje < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot rozetvormig, meestal in grote groepen in rijen of dakpansgewijs groeiend. Hoed 2-7 x 1-5 cm, 1-5 mm dik. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, golvend, fluwelig, met zwarte, blauwige, bruine, roodachtige en gelige zones, vaak met weerschijn, met een scherpe, gekerfde, wittige rand. Buisjes 0,5-4 mm lang, wittig. Poriën 2-4 per mm, rond tot hoekig, wit of crème tot gelig-oker. Vlees dun, leerachtig taai, wittig, met een zwart laagje onder het hoedoppervlak. Sporeekleur wit. Op stronken, stobben, stammen en takken van loofbomen, soms op naaldhout (spar). In het hout is rechtsboven witrot zichtbaar. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Trametes multicolor Trametes hirsuta Extra informatie Het mycelium van het Gewoon elfenbankje (Yun Zhi of Kawaratake) bevat Krestin, een bij de behandeling van kanker van het spijsverteringskanaal, borstkanker en longkanker toegepaste polysaccharide (antioxidant). - 4 -

- 5 -

Gerimpelde korstzwam Vruchtlichaam korstvormig, onregelmatige stroken van enkele dm lang vormend. Hymenium glad, wittiggelig tot grijsroze, na beschadiging rood bloedend. Sporeekleur wit. Op loofhout, vooral op dode staande of liggende stammen. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Stereum gausapatum De Dennebloedzwam (Stereum sanguinolentum) op verse naaldhoutstammen en -takken (zie Kerntrilzwam (232.jpg)). - 6 -

- 7 -

Witte vlierschorszwam Vruchtlichaam dun korstvormig, als een verfstreek, Ø enkele dm. Hymenium zwak wrattig, mat, wit tot lichtcrème. Op vliertakken en -stammen zonder schors. Het hele jaar. Saprofiet. Algemeen. - 8 -

Zakjestrilzwam Vruchtlichaam hersenachtig geplooid bolvormig, Ø 2-5 cm. Buitenzijde droog mat, vochtig glanzend, roze tot violetbruin. Vlees gelatineus, taai, roze. Op dikke takken en liggende stammen van beuken (essen, elzen) op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen. Zomer-herfst. Saprofiet. Matig algemeen. - 9 -

- 10 -

Crepidotus cesatii, rondsporig oorzwammetje - 11 -

Kogelhoutskoolzwam Vruchtlichaam rimpelig kogel- tot kussenvormig, 2-6 x 1-3 cm. Buitenzijde glad, met onduidelijk papillen, roodbruin tot zwart. Bij vertikaal doorsnijden uit concentrische, afwisseld zilverig glanzende en zwarte cirkels opgebouwd. Op dode takken en dode delen van stammen van loofbomen, voornamelijk es, in loofbossen, parken en essenhakhout. Saprofiet. Vrij algemeen, Rode Lijst (Kwetsbaar). Extra informatie De Engelse koning Alfred zou de naar hem genoemde King Alfred's Cakes of Cramp Balls, ofwel de Kogelhoutskoolzwam, in verpulverde vorm als middel (norit) tegen maag- en darmbezwaren hebben gebruikt. - 12 -

- 13 -

Echt judasoor Vruchtlichaam afstaand of hangend, schelp- tot oorvormig, Ø 2-8 cm. Bovenzijde centraal aan het substraat aangehecht, fijn donzig, bruinroze tot olijfbruingrijs. Onderzijde gerimpeld-geplooid, rood- tot olijfbruin, soms wittig berijpt door de sporen. Vlees gelatineus tot droog hoornachtig. Op takken en stammen van vlier, ook op andere loofbomen en struiken, met name op kalkhoudende bodem. Voorjaar-herfst. Parasitair, (Saprofiet). Eetbaar. Algemeen. Extra informatie Het jaar rond vooral op vlier voorkomende Judasoor (= auricula-judae) moet ons herinneren aan het verraad van Christus door Judas, die zich later aan een vlierstruik zou hebben verhangen. - 14 -

- 15 -

Gewoon meniezwammetje < 1cm: loep Vruchtlichaam kogelvormig tot ovaal met een papil, Ø 0,2-0,4 mm. Peritheciën ruw, scharlaken- tot bruinrood, in framboosachtige groepjes door de schors brekend. Vaak samen met het bleek oranjeroze, kussenvormige imperfecte stadium Tubercularia vulgaris. Op (levende en) dode takken van bomen in bossen, parken en plantsoenen. Saprofiet, (mogelijk parasitair). Algemeen. - 16 -

Gewone zwavelkop Hoed gewelfd, Ø 2-7 cm, helder zwavelgeel, met een oranjebruin centrum, de rand vaak met bleekgele tot bruine velumresten. Lamellen citroengeel-groenig tot vuil grijsgroen. Steel 4-10 cm x 5-10 mm, gebogen, zwavelgeel, met een zwakke, door de sporen purperbruin verkleurende ringzone en een bruine steelbasis. Vlees zwavelgeel. Smaak zeer bitter. Geur zwammig. Giftig. In bundels of groepen op dood hout (houtsnippers) van loof- en naaldbomen in bossen en plantsoenen. Voorjaar-herfst. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Psilocybe capnoides Extra informatie Hoewel de Gewone zwavelkop in vroeger tijden in de Zwitserse huisapotheek gold als een probaat middel tegen reumatische klachten en gonorroe, geeft hij maag- en darmbezwaren en kan hij zelfs de lever beschadigen. - 17 -

Gele korstzwam Vruchtlichaam leerachtig korstvormig, met tot 2 cm afstaande schijnhoedjes, 3-10 x 1-4 cm. Bovenzijde van de schijnhoedjes harig, gezoneerd, okerkleurig tot bruin, met een bleke rand, vaak groen door algen. Onderzijde glad, helder geel tot dofbruin of grijzig-geel. Sporeekleur wit. Op loofhout, met name op gestapeld (brand)hout. Saprofiet. Algemeen. Extra informatie Het "Gouden oor" (Tremella aurantia), een trilzwamachtige substantie, die uit mycelium van de Gele korstzwam, op hetzelfde substraat wordt gekweekt als men voor het "Zilveren oor" gebruikt, wordt in dure tonicums en in deegwaren, cakejes en brood verwerkt, die vooral aan kinderenen bejaarden te drinken of te eten worden gegeven. - 18 -

- 19 -

Platte tonderzwam Vruchtlichaam meerjarig, dik tot afgevlakt consolevormig. Hoed 10-70 x 5-30 cm, 2-10 cm dik. Bovenzijde concentrisch gegroefd, knobbelig, glad, met een indrukbare korst, lichtbruin of kaneel- of grijsbruin tot zwart, vaak roestbruin met sporen bestoven, met een golvende, scherp wordende, witte rand. Buisjes per laag 5-20 mm lang, roodbruin. Poriën 5-6 per mm, rond, wit tot crème (27.jpg), na beschadiging blijvend bruin verkleurend, soms met tepelgallen (38.jpg). Vlees kurkachtig-wattig, roodtot donkerbruin. Geur zwamachtig. Sporeekleur (licht) bruin. Op stammen, stronken en stobben van loofbomen, soms op naaldbomen. Parasitair, (Saprofiet). Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Ganoderma australe Extra informatie De Tepelgalvlieg (Agathomyia wankowiczi) legt haar eieren aan de onderzijde in het hymenium van de Platte tonderzwam. De larven komen door de centrale opening van de tepelvormige gal (38.jpg) naar buiten, verpoppen zich en vliegen uit. Platte tonderzwam en Honingzwam (Armillaria tasten het kernhout van bomen aan en veroorzaken daarbij witrot. Het voor dieren onverteerbare lignine wordt door deze zwammen afgebroken en omgezet. Daarom wordt de houtpulp of "palo podrido", die bij deze aantasting ontstaat, in Zuid-Amerika als veevoeder gebruikt. De bij drogenbleek blijvende onderkant van grote exemplaren van de Platte tonderzwam of "the Artist's fungus" wordt in de Verenigde Staten met een kraspen van een bruin verkleurende tekening voorzien en als kunst of kitsch verkocht. (27.jpg) De speldenprikachtige poriën in het bleekwitte tot geelwitte hymenium aan de onderkant van de Platte tonderzwam zijn alleen met een loep goed te zien. - 20 -

- 21 -

Suikermycena Mycena adscendens Bestand informatie Sleutelwoorden: paddestoel plaatjeszwam mycena : op dode, houtige planten of plantedelen in loofbos op voedselrijk (lemig) zand en in elzenbroekbossen - 22 -

- 23 -

Geweizwam Vruchtlichaam afgeplat cylindrisch tot smal knotsvormig, gevorkt tot geweivormig vertakt, 3-7 x 0,5-1 cm. Bovenste deel zwart, wrattig door peritheciënmondingen, maart-april met conidiën wit bestoven. Steel harig, zwart. Op dode takken, houtsnippers en stronken van loofbomen. (voor jonge exemplaren: zie Wilgehoutvlieskelkje). Saprofiet. Algemeen. - 24 -

- 25 -

Rondsporig pekzwammetje Hoed gewelfd tot vlak, Ø 1,5-2,5 cm, gestreept, vochtig donker okerbruin met een bruinzwart centrum, droog okerbruin. Lamellen wijd uiteen, met een tandje aflopend op de steel, wittig-crème tot beige. Steel 3-5 cm x 3-5 mm, glad, beige- tot donkerbruin, met een wit berijpte top. Vlees crème. Geur meligranzig. Op brandplekken. Saprofiet. Algemeen, Rode Lijst (Kwetsbaar). - 26 -

Bundelmosklokje (Galerina marginata) - 27 -

- 28 -

Grijze buisjeszwam Vruchtlichaam éénjarige, meestal dakpansgewijs groeiende, leerachtige hoedjes op een zich over het substraat uitspreidende, leerachtige, poroide korst. Hoed 2-6 x 1-3 cm, 3-6 mm dik. Bovenzijde meestal concentrisch gezoneerd, viltig-zeemleerachtig, okergrijs of bruingrijs tot zwart, met een scherpe witte, later zwarte rand. Buisjes 1-2 mm lang, grijs. Poriën 4-6 per mm, rond, licht- tot donkergrijs, lichter naar de rand, zwartverkleurend na beschadiging. Vlees dun, taai, wittig. Geur zurig zwammig. Sporeekleur wit tot lichtgeel. Op stobben en staande en liggende stammen en takken van loofbomen, soms op spar. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Bjerkandera fumosa - 29 -

- 30 -

Gewone glimmerinktzwam Hoed ei- tot klokvormig, Ø 1-3 cm, 10-25 mm hoog, radiair gestreept-gevoord, okerkleurig of honiggeelbruin tot grijszwart, met korrelig wit tot bruin velum bedekt, met een inscheurende rand. Lamellen wit tot lilagrijs of zwart. Steel 3-10 cm x 2-5 mm, breekbaar, melig witbestoven, met een gelig verkleurende basis. Vlees olijfbruin. Smaak mild. Geur geen. Verdacht. In bundels of groepen op dode stronken, stammen en dikke takken van loofbomen in loofbossen, parken en wegbermen op voedselrijke bodem. Voorjaar-herfst. Saprofiet. Algemeen. - 31 -

- 32 -

Slijmzwam De slijmzwammen (Mycetozoa) vormen een groep van merkwaardige organismen waarvan men lang niet wist waar ze thuishoorden. Tegenwoordig worden ze meestal in de Protista geplaatst, maar sommige auteurs beschouwen ze ook als een apart eukaryoot rijk (naast planten, dieren, schimmels en protisten). Slijmzwammen komen veel voor, maar zijn meestal onopvallend. Een beperkt aantal soorten hebben een Nederlandse naam zoals Heksenboter, Bloedweizwam en Zilveren boomkussen. Taxonomie Protista werd in het verleden als rijk gezien. Tegenwoordig niet meer omdat Protista als rijk niet monofyletisch is. Slijmschimmels werden toen ingedeeld bij de Unikonta-Opistokonten-Fungi op basis van morfologische kenmerken. Nu er DNA-materiaal beschikbaar kwam kwam men er al snel achter dat slijmschimmels en fungi niet een directe gemeenschappelijke voorouder hebben. De morfologische kenmereken zijn analogie. Het grootste verschil tussen slijmschimmels en Fungi is de celwand: Celwanden van Fungi bestaat uit chitine, die van slijmschimmels niet. - 33 -

Wit oorzwammetje Hoed nier- tot schelpvormig, Ø 5-30 mm, viltig, wit tot crème-gelig. Lamellen wijd uiteen, wit tot vleeskleurigbruin. Vlees wit. Op takjes en takken, soms op stengels van kruiden of op bladstrooisel in loofbossen op arme grond. Herfst-vroege winter. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Crepidotus mollis - 34 -

Witte bultzwam Vruchtlichaam éénjarig, console- tot halfrond schotelvormig. Hoed 10-20 x 5-15 cm, 1-4 cm dik. Bovenzijde golvend, soms gezoneerd, aan aanhechtingszijde met een dikke bult, fluwelig-viltig tot kaal, wittig tot beige of gelig-bruin, vaak groen door algen, met een scherpe, gekerfde, wittige tot bruine rand. Buisjes 5-10 mm lang, wit tot crème. Poriën 1-2 per mm, tot 4 mm lang, langgerekt tot lamelachtig aan de rand, wittig of crème tot grijsoker. Vlees taai, elastisch, wit tot crème. Sporeekleur wit. Op stronken en stammen van loofbomen (beuk, populier, esdoorn, es). Parasiterend op het mycelium van degrijze gaatjeszwam (Bjerkandera adusta (304.jpg)). Saprofiet, (mogelijk parasitair). Algemeen. - 35 -

Hoekig schorsschijfje < 1cm: loep Vruchtlichaam 4- tot 6-hoekig kussenvormig, Ø 3-5 mm, door de schors brekend. Bovenzijde ruw, regelmatig met papillen bezet, bruinzwart tot grijszwart. Stroma wit. Op dode beukentakken. Saprofiet. Vrij algemeen. - 36 -

Schorsbreker Vruchtlichaam korstvormig, de schors afwerpend en omkrullend, meerdere dmbedekkend. Hymenium glad, mat tot glanzend, wittig tot bleek vleeskleurig of grijs met lila tinten. Sporeekleur wit. Op dode, nog hangende of afgevallen loofhouttakken, vooral van eik. Saprofiet. Algemeen. - 37 -

- 38 -

Vaalblauwe kaaszwam Vruchtlichaam éénjarig, halfrond waaier- tot consolevormig. Hoed 2-6 x 1-4 cm, 1-2 cm dik. Bovenzijde harig, wit, later blauwgrijs tot bruinig, met een scherpe witte rand. Buisjes 1-5 mm lang, wit. Poriën 4-5 per mm, rond tot hoekig, wit tot grijs. Vlees vezelig, wit. Sporeekleur wit. Op naaldhoutstammen, -stronken en -takken. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Voornamelijk op loofhout, de kleinere Vaalblauwe kaaszwam (Oligoporus subcaesius). - 39 -

- 40 -

Helmmycena Hoed kegelvormig tot klokvormig uitgespreid, Ø 2-6 cm, crème- of grijsbruin tot rozebruin, met een blekere, fijn gevoord-gestreepte rand. Lamellen breed, wijd uiteen, met een tandje aangehecht, wit tot vleeskleurig roze, de lamellen vaak aan de basis aderig verbonden. Steel 2-10 cm x 2-8 mm, hol, taai, licht grijsbruin, met een witvezelige basis. Vlees wit. Geur melig. Vaak in bundels op verterend hout en schors van (levende) loofbomen, soms van naaldbomen. Zomerherfst. Saprofiet. Algemeen. - 41 -

- 42 -

Ziekenhuisboomkorst Vruchtlichaam korstvormig, wasachtig, Ø tot enkele dm. Hymenium knobbelig-wrattig, glad, crème tot grijsoker met een blauwe zweem, met een scherp begrensde, vaak gewimperde rand. Geur, ruikt naar ziekenhuisontsmettingsmiddelen. Op loofhout. Saprofiet. Algemeen. - 43 -

- 44 -

Gele trilzwam Vruchtlichaam hersenvormig geplooid-gelobd, 2-6 x 2-4 cm. Buitenzijde glanzend, bleek- tot goudgeel. Vlees gelatineus, zacht, doorschijnend geel. Op of bij vruchtlichamen van Schorszwammen (Peniophora) op takken van loofbomen. Parasitair, (mogelijk saprofiet). Vrij algemeen. - 45 -

Paarse eikeschorszwam Vruchtlichaam dik korstvormig met afstaande randen, enkele cm tot enkele dm lange stroken vormend. Bovenzijde van de schijnhoedjes mat, donkerbruin tot zwart. Onderzijde glad of gebarsten, paars of blauwlila tot roze-grijsbruin. Sporeekleur wit. Op (hangende) eikentakken. Saprofiet. Algemeen. - 46 -

Conische franjehoed Psathyrella tephrophylla. Deze grote franjehoed is verwant met Psathyrella fusca. De witte steel, verbrede basis en donkergrijze lamellen blijken goede veldkenmerken te zijn. - 47 -

Zwarte knoopzwam Vruchtlichaam tol- tot schijfvormig, Ø 1-4 cm. Binnenzijde droog mat, vochtig glanzend bruinzwart tot zwart. Buitenzijde kleiig-vlokkig, met wat overstekende rand, donkerbruin tot zwart. Vlees okerbruin. Vaak in groepen op schors en door de schors brekend van recent gevelde stammen en gevallen takken van eiken en beuken in loofbossen en gemengde bossen. Saprofiet. Vrij algemeen. - 48 -

Grondhertezwam Hoed gewelfd tot afgevlakt, Ø 3-4 cm, mat, grijs of grijsbruin tot olijfbruin of -grijs, met een lichte rand. Lamellen wittig tot vuilroze. Steel 4-7 cm x 4-6 mm, vezelig, wittig tot licht grijs aan de basis. Vlees grijzig. Geur zwak. Op humusrijke grond in loofbossen en parken op voedselrijke bodem. Saprofiet. Vrij algemeen. - 49 -

- 50 -

Twijgkorstzwam Vruchtlichaam leerachtig korstvormig, met tot 1 cm afstaande schijnhoedjes, in enkele cm brede stroken van enkele cm tot dm lang. Bovenzijde van de schijnhoedjes harig-viltig, haren grijs- tot okerwit, met een gewimperde rand. Onderzijde glad, bruin- tot grijs- oker. Sporeekleur wit. Op takken en twijgen van loofbomen. Saprofiet. Algemeen. - 51 -

Waaierkorstzwam Vruchtlichaam leerachtig korstvormig, met ver uitstaande, waaiervormige, golvende schijnhoedjes, Ø 3-7 cm. Bovenzijde van de schijnhoedjes harig-viltig, concentrisch gezoneerd, bruin- of grijsoranje tot okergeel, vaak groen door algen, met een wittige groeirand. Onderzijde glad, geel tot grijsgeel of okerachtig, na beschadiging heldergeel verkleurend. Sporeekleur wit. Op loofhouttakken en -stammen (els, wilg). Saprofiet. Vrij algemeen. - 52 -

- 53 -

Esdoornhoutknotszwam Vruchtlichaam tong- tot smal knotsvormig, 3-8 x 0,5-1 cm. Bovenste deel fijnwrattig, zwart. Steel ruw, zwart. Vlees radiair vezelig, taai, wit met dunne zwarte rand. Op takken van esdoorns, platanen en essen. Saprofiet. Vrij algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Xylaria polymorpha - 54 -

Oranje aderzwam Vruchtlichaam korstvormig, ovaal tot onregelmatig uitgestrekt, Ø enkele cm tot enkele dm. Hymenium onregelmatig radiair geplooid-geaderd tot geribd, helder oranje tot dof vleeskleurig of violetgrijs, met een gewimperde rand. Sporeekleur wit. Op dode (aan de boom hangende) takken en (door de schors brekend) op stammen van loofbomen (eiken). Saprofiet. Algemeen. - 55 -

Witte bultzwam Vruchtlichaam éénjarig, console- tot halfrond schotelvormig. Hoed 10-20 x 5-15 cm, 1-4 cm dik. Bovenzijde golvend, soms gezoneerd, aan aanhechtingszijde met een dikke bult, fluwelig-viltig tot kaal, wittig tot beige of gelig-bruin, vaak groen door algen, met een scherpe, gekerfde, wittige tot bruine rand. Buisjes 5-10 mm lang, wit tot crème. Poriën 1-2 per mm, tot 4 mm lang, langgerekt tot lamelachtig aan de rand, wittig of crème tot grijsoker. Vlees taai, elastisch, wit tot crème. Sporeekleur wit. Op stronken en stammen van loofbomen (beuk, populier, esdoorn, es). Parasiterend op het mycelium van degrijze gaatjeszwam (Bjerkandera adusta (304.jpg)). Saprofiet, (mogelijk parasitair). Algemeen. - 56 -

Paarse korstzwam Vruchtlichaam korstvormig, met tot 2 cm afstaande, golvende randen, Ø 2-4 cm. Bovenzijde van de schijnhoedjes harig-donzig, concentrisch gezoneerd, de haren wit. Onderzijde glad, donker- of bruinviolet tot bruin. Sporeekleur wit. Op verse stammen en stronken van loofbomen. Veroorzaker van loodglansziekte bij kersenbomen. Parasitair, (Saprofiet). Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten uitgedroogde Auricularia mesenterica - 57 -

- 58 -

Paarse knoopzwam Vruchtlichaam tol- tot schijfvormig, Ø 0,5-2 cm. Binnenzijde vleeskleurig roze tot violetroze. Buitenzijde droog fijn witkleiig, violetroze. Vaker in het glanzende, paarse tot paarsbruine, knop- tot kussenvormige, imperfecte stadium (Pirobasidium sarcoides) aanwezig. Op dood loof- (en naald)hout. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten De hiervan alleen microscopisch te onderscheiden Grootsporige paarse knoopzwam (Ascocoryne cylichnium). - 59 -

- 60 -

Stobbezwammetje Hoed gewelfd tot uitgespreid bultig, Ø 3-8 cm, glad, kaneel- tot oranjebruin, bij opdrogen tweekleurig, met een bleek centrum en een gestreepte rand. Lamellen bleek tot kaneelbruin. Steel 3-8 cm x 5-9 mm, met een gladde, gelige steeltop en met wittige schubben op een donkere ondergrond onder de vliezige, bruine ring en met een zwartbruine basis. Vlees wittig-bruinig. Smaak wat bitter, radijsachtig. Geur aangenaam, zoetig. Eetbaar. In bundels op stobben en stronken van loofhout (eik, els, berk, wilg). Zomer-herfst. Saprofiet. Algemeen, Meetnet. Verwante en/of gelijkende soorten Galerina autumnalis Extra informatie Vergiftigingenmet de in de vruchtlichamen van Groene en Kleverige knolamanieten aanwezige cyclopeptiden (amatoxinen), die de lever en nieren van het slachtoffer aantasten, treden vaak op na verwisseling van deze Amanieten met in het veld verzamelde Champignons. Er sterven jaarlijks mensen na een cyclopeptidevergiftiging. Dezelfde gifstof komt in het met het Stobbezwammetje te verwisselen Kraagmosklokje (Galerina autumnalis) voor (671A.jpg) (671B.jpg). - 61 -

- 62 -

Oranje druppelzwam < 1cm: loep Vruchtlichaam druppel- of kussenvormig tot vlak bekervormig, Ø 2-5 mm, slijmerig, gelatineus, geel tot oranjegeel, droog oranje tot oranjerood. Dicht opeen in groepen op sterk vermolmd naald- (en loof)hout, ook op bewerkt hout (hekpalen, kozijnen, vensterbanken, tuinmeubels). Saprofiet. Algemeen. - 63 -

Gewoon fluweelpootje Hoed gewelfd tot vlak, Ø 2-10 cm, glad, slijmerig, geel met een oranje- tot roodbruin centrum. Lamellen bleekgeel. Steel 3-5 cm x 3-4 mm, taai, fluwelig, donkerbruin, met een gele top. Vlees gelig. Geur aangenaam. Eetbaar. Op stronken, stammen, gevallen takken van loofbomen (els, es, populier, vlier) op rijkere bodems. September-maart. Saprofiet, (mogelijk parasitair). Algemeen. Extra informatie Van het eten van het Fluweelpootje (Jin Zhen Gu of Enokitake) zou een cholesterol- (en bloeddruk)verlagend en een afweer- en weerstandsverhogend effect uitgaan. Recent werd uit het mycelium van Fluweelpootjes de stof Proflamine geïsoleerd, waarvan op grond van epidemiologisch onderzoek wordt aangenomen dat zij bij de preventie vankanker een rol zou kunnen spelen. - 64 -

Bekerzwam - 65 -

Klontjestrilzwam Vruchtlichaam onregelmatig kussen- tot kogelvormig, Ø 0,5-1,5 cm. Buitenzijde slijmerig, glanzend, waterig wit met roze of violette tinten. Vlees doorschijnend, met een witte kristalkern van 1-2 mm, vaak verslijmend. Op loofhouttakken. Saprofiet. Algemeen. - 66 -

Grote viltinktzwam Hoed ei- tot klokvormig, Ø 2-4 cm, 1-3 cm hoog, crème met licht okerbruin centrum, jong met vezelige, bruine schubben, later met korrelige, wittige schubjes en een gestreept-gevoorde rand. Lamellen wit tot purperbruinzwart. Steel 3-8 cm x 2-9 mm, donzig, wit, met een gelige basis. Vlees wittig. Smaak mild. Geur zwak. Meestal groeiend op een oranje- tot roestbruine hyfenmat of ozonium (39.jpg). Verdacht. Op dode takken, stronken en stammen van loofbomen (populier, els, esdoorn) op voedselrijke bodem. Voorjaar-herfst. Saprofiet. Vrij algemeen. Extra informatie Een drietal Inktzwammen, waaronder de Grote viltinktzwam (Coprinus domesticus), maakt op hout soms een steriel oranjebruin luchtmycelium of ozonium. - 67 -

- 68 -

Zwerminktzwam < 1cm: loep Hoed klokvormig, Ø 5-12 mm, gestreept-gevoord, crème tot muisgrijs met een okerkleurig centrum, jong met fijn harig-wollig, wit velum bedekt. Lamellen wittig tot bruinzwart. Steel 3-5 cm x 1 mm, breekbaar, doorschijnend wit, soms met een lichtgele voet. Vlees grijswit. Smaak mild. Geur geen. In grote groepen op hout, vooral op dode stronken, stobben en stammen van loofbomen, soms op de schors van levende bomen en op ondergronds hout, in loofbossen, parken en tuinen op vochtige, vruchtbare bodems. Voorjaar-herfst. Saprofiet. Algemeen. - 69 -

- 70 -

Houtknotszwam (Dodemanshand) (Dodemansvingers) Vruchtlichaam knotsvormig, 3-8 x 1-3 cm. Bovenste deel wrattig, bruinzwart tot zwart. Steel ruw of fijn geplooid, zwart. Vlees radiair vezelig, taai, wit met zwarte rand. In bundels op dode stronken en stobben van loofbomen. Saprofiet. Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Xylaria longipes - 71 -

Peksteel < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, (vlak) trechter- tot waaiervormig met een centrale of excentrische steel. Hoed Ø 2-25 cm. Bovenzijde glad, glanzend, donker roodbruin met een licht roodbruine tot gelige randzone en golvende, scherpe rand. Buisjes 0,5-2 mm lang, op de steel aflopend, okerkleurig. Poriën 6-8 per mm, rond tot hoekig, wit of crème tot lichtbruin. Steel 1-5 x 0,5-2 cm, fluwelig, bruinzwart. Sporeekleur wit. Op dode takken, stammen en stronken van loofbomen (populier, wilg, es, beuk). Voorjaar-herfst. Saprofiet. Algemeen. - 72 -

- 73 -

Onbekende soort - 74 -

Chaetosphaerella phaeostroma < 1cm: loep Vruchtlichaam kogelvormig, 0,2-0,5 mm. Peritheciën ruw, zwart, opeengedrongen op of ingebed in een zwarte harige hyfenmat. Op dikke takken van loofbomen. Saprofiet. Matig algemeen. Extra informatie Sporen (13.jpg) De in methylblauw gedeeltelijk blauwverkleurende, 30 tot 40 micron lange ascosporen hebben drie dwarswanden (septen), die de spore in vier cellen verdelen. De binnenste cellen zijn bruin van kleur, de buitenste zijn waterig doorschijnend. - 75 -

- 76 -

Inktvlekkenzwam De `inktvlekkenzwam` (`Rhytisma acerinum`) is een schimmel die zwarte vlekken veroorzaakt op het esdoornblad. Het gaat hierbij niet om vruchtlichamen, maar om ascomyceten. Deze ziekte komt meestal voor op de soorten: * Acer campestre * Acer platanoides * Acer pseudoplatanus * Acer pseudoplatanus var. purpurascens * Acer stevenii * Acer tataricum Categorie:Schimmel - 77 -

Ruig elfenbankje < 1cm: loep Vruchtlichaam éénjarig, waaier- tot rozetvormig. Hoed 3-10 x 2-6, 5-10 mm dik. Bovenzijde concentrisch gezoneerd, borstelig tot harig-viltig, met wittige, crème, okergele en geelbruine zones, vaak door algen groen, met een scherpe, gekerfd-gewimperde rand. Buisjes 1-4 mm lang, wittig tot crème. Poriën 2-4 per mm, wittig of crème tot bruinig met een grijze tint. Vlees kurkachtig, elastisch taai, wittig tot crème. Sporeekleur wit. Op stronken, stammen en takken van loofbomen (berk, els, beuk) en hekpalen. Saprofiet, (mogelijk parasitair). Algemeen. Verwante en/of gelijkende soorten Trametes versicolor Trametes multicolor Het Fluweelelfenbankje (Trametes pubescens) (Z). - 78 -