VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Managementrapport 2011
2011 was mondiaal een bijzonder moeilijk jaar. De financiële crisis van 2008 leidde een economische recessie in die in 2011 haar hoogtepunt bereikte. Ook voor de VLM was 2011 wellicht het zwaarste jaar uit haar nog jonge geschiedenis. Na 20 jaar van sterke groei, gekoppeld aan een forse uitbreiding van het takenpakket, werd ook de VLM geconfronteerd met de gevolgen van budgettaire restricties opgelegd door de Vlaamse regering. Besparingen Als gevolg van de kaasschaafpolitiek werden de werkingsmiddelen van de VLM de voorbije twee jaar ingrijpend verminderd. In 2010 diende er 2,5 % op de loonkredieten te worden bespaard en moest er 5 % op werkings en investeringsuitgaven worden bezuinigd, 20 % op communicatie en consultancy en diende de VLM de meerkost door toename van de anciënniteit van haar personeel volledig zelf te compenseren. In 2011 volgden nieuwe besparingen met 1,5 % vermindering op de loonkredieten en 2,5 % op de werkings en investeringsuitgaven en nog eens de meerkost door toename van de anciënniteit van haar personeel viel volledig ten laste van de VLM. Nieuw Strategisch plan Maar naast een streng besparingsbeleid kaderde de VLM haar activiteiten inhoudelijk ook binnen een nieuw Strategisch Plan dat gekoppeld werd aan de beheerovereenkomst die de VLM met de Vlaamse regering sloot. 2011 was het eerste jaar waarbij de jaardoelstellingen die opgenomen werden in het ondernemingsplan, expliciet verwezen naar de strategische doelstellingen uit het nieuw Strategisch Plan. Graag wil ik hier de vier pijlers van het strategisch plan nog even kort aanhalen: 1. Het begrip omgevingskwaliteit: de VLM werkt aan de omgevingskwaliteit zowel op het platteland als in de stadsrand 2. Gebiedsgericht: de VLM werkt gebiedsgericht aan de omgevingskwaliteit 3. Maatwerk voor en met klanten: de VLM gelooft erin dat een participatieve aanpak op langere termijn kostenefficiënter is en zorgt voor mede eigenaarschap van de VLMmaatregelen 4. De VLM wil tenslotte een voorbeeld zijn van slagkracht, innovatie en duurzaamheid. Het activiteitenverslag 2011 moet dan ook tegen het licht van deze vier pijlers gehouden worden. VLM als motor van het plattelandsbeleid De VLM is de motor van het plattelandsbeleid in Vlaanderen. Vanuit die rol werden in 2011 een aantal belangrijke initiatieven genomen. De VLM zette vorig jaar baanbrekende stappen
ter ondersteuning van de plattelandsgemeenten. Niet alleen werd met de VVSG, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten, een samenwerkingsovereenkomst gesloten, daarnaast werd ook een voorstel van decreet voor een Plattelandsfonds voorbereid. Dat voorstel, waarvan de juridische onderbouwing heel wat appreciatie kreeg van onze voogdijkabinetten, zal nu in 2012 de politieke besluitvorming verder moet doorlopen. Het fonds zal samen met de uitgewerkte bestuurskrachtmonitor en de beleidsaanbevelingen voor meer bestuurskracht, de plattelandsgemeenten zuurstof geven voor een lokaal plattelandsbeleid. Dat lokaal plattelandsbeleid zal ook inspiratie vinden in het Vlaams Plattelandsbeleidsplan waarvoor de VLM eveneens de eerste aanzetten gaf in 2011. Het Interbestuurlijk plattelandsoverleg (IPO) geeft draagvlak en kracht aan het plattelandsbeleid op de verschillende bestuursniveaus. Vorig jaar bracht het IPO advies uit over de thema s mobiliteit dat overigens de nationale pers haalde gezondheidszorg en stilte en rust op het platteland. Het is nu aan de minister voor Plattelandsbeleid en aan de andere leden van de Vlaamse regering deze adviezen te vertalen naar toekomstig beleid. Tien jaar beheerovereenkomsten Eén van de instrumenten waarmee de VLM aan de omgevingskwaliteit op het platteland en in de stadsrand werkt, zijn de beheerovereenkomsten. 2011 stond in het teken van 10 jaar beheerovereenkomsten, want inderdaad, de beheerovereenkomsten in Vlaanderen bestonden vorig jaar precies 10 jaar. En de beheerovereenkomsten zitten in Vlaanderen nog steeds in de lift. Meer dan één op zeven landbouwers mag zich vandaag agrarisch natuurbeheerder noemen. Om de landbouwers die aan agrarisch natuurbeheer doen een steuntje in de rug te geven, werd het jubileum rond 10 jaar beheerovereenkomsten, door de verschillende VLM afdelingen gepast in de verf gezet. Uit een bevraging bij land en tuinbouwers is overigens gebleken dat zij best fier zijn over de resultaten van hun werk maar dat zij ook voor hun inspanningen gewaardeerd willen worden. De Mestbank op een keerpunt Met de Mestbank geeft de VLM eveneens invulling aan de omgevingskwaliteit op het platteland. Voor de Mestbank stond 2011 quasi volledig in het teken van het nieuwe Mestactieprogramma 2011 2014 (MAP 4). Daarnaast werd werk gemaakt van de vereenvoudiging van de mestwetgeving en van het vergroten van de effectiviteit ervan. Hiervoor werd in opdracht van de VLM een studie uitgevoerd door het Instituut voor de Overheid met als doel de instrumenten van het Mestbeleid door te lichten. Bij deze studie, die begin dit jaar werd afgerond, werden de stakeholders nadrukkelijk betrokken. Parallel met de doorlichting van het mestbeleid werd ook de organisatiestructuur van de Mestbank onderzocht. Hierbij werd naar een meer duidelijke scheiding tussen controle, beleid en advisering gestreefd. De reorganisatie van de Mestbank, kaderend in de
flankerende maatregelen voor MAP 4, werd opgenomen in de globale reorganisatie van de VLM die in de loop van 2012 zal worden doorgevoerd. Vlaggenschipprojecten Om de geïntegreerde visie op het platteland zoals beschreven in het nieuw strategisch plan van de VLM, concreet gestalte te geven in projecten, ontwikkelde de VLM zogenaamde vlaggenschipprojecten. Dit zijn voorbeeldprojecten waarbij alle aspecten van de omgevingskwaliteit in het projectgebied, op een geïntegreerde manier, in overweging worden genomen. In iedere Vlaamse provincie werd een dergelijk project naar voor geschoven en ontwikkeld: Brugse Veldzone in West Vlaanderen, Leie en Schelde in Oost Vlaanderen, de Merode in Antwerpen, De Wijers in Limburg en de Vlaamse Rand in Vlaams Brabant. Met haar uitgebreide instrumentenkoffer toonde de VLM zich ook vorig jaar slagkrachtig op het terrein. Samen met andere Vlaamse beleidsdomeinen, met de provincies, met de gemeenten en ook met private grondgebruikers, werkte de VLM aan de inrichting en de ontwikkeling van de open ruimte in Vlaanderen. Veel projecten zagen een grote vooruitgang. De VLM gaf daarbij vaak uitvoering aan strategische projecten van de Vlaamse regering zoals de Vlaamse Rand, het Limburgplan en de uitvoering van raamakkoorden voor de Liereman en het Parkbos Gent. Om met de inrichtingsinstrumenten nog efficiënter en effectiever een antwoord te kunnen bieden op de uitvoeringsvragen op het terrein, heeft de VLM vorig jaar ook het decreet Landinrichting verder voorbereid en op de politieke agenda geplaatst. Voor een globaal overzicht van de stand van zaken in de verschillende inrichtingsprojecten verwijs ik graag naar de tabellen van het activiteitenverslag die zijn opgenomen in uw bundel. Het aantal flankerende projecten stijgt Opvallend binnen de projectenportefeuille van de VLM is dat het aandeel flankerende projecten sterk toenam. Zo schakelde de Vlaamse regering de VLM in voor de Gentse Kanaalzone, de Linkeren Rechterscheldeoever Antwerpen, het Rivierherstel Leie en de A11. Maar ook binnen de havenuitbreiding van Zeebrugge en binnen het Sigma plan zette de VLM haar flankerende projecten voort. De raad van bestuur van de VLM keurde in 2011 in totaal 600 dossiers grondzaken goed en kocht voor circa 15 mio euro gronden aan. Er werden verder ook nog voor 13,5 mio euro studies en werken uitgevoerd. Voor kapitaalschade en gebruikerscompensatie werden 10 rapporten opgesteld, 249 dossiers behandeld en voor meer dan 2 mio euro vergoedingen uitbetaald. Het meldpunt Grondzaken verwerkte 20.020 aanbiedingen recht van voorkoop, wat het hoogste aantal tot nog toe is. Slagkrachtige overheid Beter met minder 2011 stond ook in het teken van beter met minder. In 2011 zocht de VLM naar duurzame efficiëntiewinsten, zonder hierbij in te boeten op de kwaliteit en de klantgerichtheid van de organisatie. Er werden verschillende afdelingsoverschrijdende denkoefeningen georganiseerd om na
te gaan hoe de VLM verder invulling zou kunnen geven aan de door de Vlaamse regering opgedragen rationalisatie van de managementondersteunende diensten. Daarnaast werd elk nieuw initiatief geëvalueerd op haar efficiëntie en kostprijs, een evaluatie waarbij de klant, of het nu de interne of de externe is, steeds als uitgangspunt werd genomen. De zelf ontwikkelde en georganiseerde opleiding financiën voor niet financiële experten, was vorig jaar een concreet voorbeeld van de manier waarop de VLM haar personeelsleden verder wil laten ontwikkelen op het vlak van financieel management. Ook op het vlak van human resources werkte de VLM verder aan haar beleid: de meerjaren doelstellingen werden vertaald naar operationele doelstellingen en naar concrete projecten en acties. De VLM zette ook haar inspanningen door naar een papierloze personeelsadministratie. Op het vlak van communicatie bouwde de VLM haar mediamix creatief verder uit. Het multimediaal project Buitenkans werd opgestart waarbij de VLM zich ook nadrukkelijk op de markt van de sociale media begaf. En tenslotte wil ik hier ook nog eens de hernieuwde appreciatie van de ombudsman vermelden, die de VLM opnieuw een pluim gaf voor haar aanpak van klachten. Klantgerichtheid Klantgerichtheid blijft overigens een rode draad doorheen de globale werking van de VLM. Ook bij de ontwikkeling van informaticatoepassingen. Zo werd in 2011 de digitale dienstverlening van de VLM verder uitgebouwd. Ik geef hier slechts een paar voorbeelden van: de ontwikkeling van het e voorkooploket kwam vorig jaar in een stroomversnelling terecht zodat straks, in juni, het loket online kan geplaatst worden. De digitale aangifte aan de Mestbank werd voorbereid. Het aangifteloket werd dit jaar in gebruik genomen en bleek met 10% van de aangiftes al meteen een succes. Het Mesttransport Internetloket (MTIL) werd uitgebreid en aan de landbouwers werd de mogelijkheid gegeven om hun derogatie digitaal aan te vragen. Deze successen van de VLM op het vlak van e governance krijgen nog meer weerklank wanneer zij tegen het licht van de beschikbare middelen worden gehouden. Een studie binnen de Vlaamse overheid op het vlak van informatica investeringen wees immers uit dat gemiddeld gezien binnen de Vlaamse overheid 6.062 euro per kop wordt geïnvesteerd. Bij de VLM ligt dat getal met 4.517 euro per kop een heel stuk lager. Ter vergelijking: bij het Agentschap voor Landbouw en Visserij bedragen de informatica investeringen per kop 26.466 euro. Dames en heren, Leden van de Algemene Vergadering, Civil Servants 2011 was zoals reeds gezegd economisch gezien een heel moeilijk jaar. Maar uit het aangehaalde overzicht van de activiteiten denk ik dat de VLM vorig jaar de gepaste flexibiliteit en de noodzakelijke daadkracht aan de dag heeft gelegd om antwoorden te bieden aan de economische recessie maar ook aan de noden en behoeften van de klanten. Voor de VLM is het concept civil servant zeker geen loos begrip. Ook in crisistijden. Karel Vlassak, voorzitter van de Raad van Bestuur 14 maart 2012