Inkomstenbelasting NW 2 programma Belastbare inkomsten uit eigen woning Eigen woning en eigenwoningforfait; Kapitaalverzekering eigen woning; Eigenwoningschuld en eigenwoningreserve; Aftrekbare kosten; Eigen woning 1 van 3 Artikel 3.110 Belastbare inkomsten uit eigen woning zijn de voordelen uit eigen woning en het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning verminderd met de op de voordelen uit eigen woning drukkende aftrekbare kosten. Gaat om: + de voordelen uit eigen woning + het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning -/- op de eigen woning drukkende aftrekbare kosten Aftrekbeperking. 1 2 Eigen woning 2 van 3 Begrip eigen woning (zie art. 3.111) eigen woning woonboot woonwagen vaste plaats in gebruik als hoofdverblijf Eigen woning Er is sprake van een eigen woning als: de woning het hoofdverblijf is; waarvan bel.pl en/of personen die tot zijn huishouden behoren eigenaar is/zijn. Eigen woning 3 van 3 Er is sprake van een eigen woning als belastingplichtige en/of iemand uit zijn huishouden: + de eigendom of een appartementsrecht bezit, + de voordelen geniet (genot van de woning), + voor meer dan 50% in de waardeverandering deelt, + bel.pl. of zijn partner de kosten en lasten draagt; of + een recht van vruchtgebruik, van bewoning of gebruik uit erfrecht heeft, + bel.pl. de voordelen geniet en de kosten en lasten draagt. 3 4 1
Geen hoofdverblijf, toch eigen woning Er is ook sprake van een eigen woning als: woning leegstaat en is bestemd voor verkoop; woning spoedig als hoofdverblijf gaat dienen; belastingplichtige de woning heeft verlaten: maar woning wordt nog door ex-partner bewoond, bel.pl. is in verpleeginrichting opgenomen, bel.pl. verblijft tijdelijk elders maar woonde minimaal 1 jaar in de woning, woning is niet aan een ander ter beschikking gesteld, en bel.pl. geniet niet elders eigen woning. geldt voor actiejaar en de twee daaropvolgende jaren Eigenwoningforfait 1 van 2 Art. 3.112 eigenwoningforfait Hoofdregel percentage van de WOZ-waarde. Uitzonderingen woning staat leeg in afwachting van verkoop of eigen bewoning; bel.pl verblijft tijdelijk elders De voordelen uit... bij een eigenwoningwaarde van: meer dan niet meer dan op jaarbasis gesteld op -- 12.500 nihil 12.500 25.000 0,20% van deze waarde 25.000 50.000 0,30% van deze waarde 50.000 75.000 0,40% van deze waarde 75.000 1.020.000 0,55% van deze waarde 1.020.000 -- 5.610 + 1,05% > 1.020.000 nihil 0,90% 1.020.000 1,35% > 1.020.000 5 6 Eigenwoningforfait 2 van 2 Artikel 3.115 De voordelen uit een woning die voor twee of meer belastingplichtigen die GEEN partner van elkaar zijn samen een eigen woning is, worden voor elk van hen in aanmerking genomen naar de mate waarin zij op grond van artikel 3.111, eerste lid, tot de woning gerechtigd zijn. Wie twee of meer personen die niet elkaars fiscale partner zijn; hebben samen één eigen woning. Toerekenen de voordelen: naar rato van ieders aandeel in de koopsom. de nadelen: naar rato van ieders aandeel in de schuld. Verhuur 1 van 2 Hoofdregel Als de woning wordt verhuurd, staat het verhuurde (deel) belastingplichtige niet meer als hoofdverblijf ter beschikking. Gevolg: valt onder box 3 sparen en beleggen daardoor geen renteaftrek (schuld komt in mindering op bezit; denk om drempel zie art. 5.3-3 IB). 7 8 2
Verhuur 2 van 2 Uitzonderingen 1. tijdelijke verhuur - art. 3.113 Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning: blijft er sprake van eigen woning; vervalt het forfait naar tijdsgelang; moet 70% van brutohuur worden aangeven. 2. kamerverhuur art. 3.114 Bij bruto huuropbrengst van max. 4.333 per jaar en voldoen aan overige eisen geldt: voor gehele woning forfait aangeven; ontvangen huur niet aangeven (vrij). Kapitaalverzekering eigen woning 1 van 2 Kenmerken Verzekeringsovereenkomst; Keert bedrag ineens uit: bij in leven zijn op datum X, of bij overlijden voor datum X Gekoppeld aan de eigen woning; Uitkering moet worden gebruikt voor aflossing. 9 10 Kapitaalverzekering eigen woning 2 van 2 Voorwaarden Koppeling blijkt uit de polis; Woning is eigendom van verzekeringnemer of (fiscaal) partner; Minimaal 15 jaar premie betalen; Hoogste premie max. 10-voud van laagste premie; Recht op eenmalige uitkering (twee uitzonderingen); Eenmalige uitkering 1 van 2 Hoofdregel Alleen recht op vrijstelling bij recht op eenmalige uitkering Uitzonderingen 1. Eerste uitkering na minimaal 15 jaar premie betalen, gevolgd door tweede uitkering na minimaal vijf jaar sinds eerste uitkering. 2. Verzekering met twee verzekerden waarbij tweemaal wordt uitgekeerd (bijv. na overlijden van A en bij in leven zijn op van B). Afgesloten bij verzekeringsmaatschappij. 11 12 3
Eenmalige uitkering 2 van 2 Voordeel KVEW Financieel: verschil tussen betaalde premie(s) en de uitkering. Fiscaal: volgt regiem eigen woning box 1 geen heffing over rentegroei vrijgestelde deel. Vrijstelling KVEW art. 3.118 IB 1 van 3 Voorwaarden uitkering werd gebruikt voor aflossing; hoog/laag max. 10-voud; min. 20 jaar premie betaald of bij overlijden jaarlijks premie betaald. Zo ja, dan uitkering splitsen in: deel van max. 151.000 rentebestanddeel vrij; meerdere rentebestanddeel belast. 13 14 Vrijstelling KVEW art. 3.118 IB 2 van 3 Splitsen uitkering uitkering -/- vrijstelling uitkering x (uitkering -/- premies) standaard maximaal 151.000 maar bij 15 tot 20 jaar premie betaald: 34.300 Let op! vrijstelling is nooit meer dan eigenwoningschuld (EWS) (uitleg EWS volgt hierna); ongebruikte deel van 151.000 blijft staan voor toekomst. Vrijstelling KVEW art. 3.118 IB 3 van 3 Bedrag van 151.000 ( 34.300) geldt per partner. Fiscale partners hebben recht op tweemaal het bedrag MITS zij beiden als begunstigden op de polis vermeld staan. In dat geval gaat bij overlijden het ongebruikte deel tot max. het bedrag van de uitkering naar de partner. 15 16 4
Oefening 1 Piet heeft in 2002 een kapitaalverzekering afgesloten. De verzekering komt in 2022 tot uitkering. Piet betaalde 15.000 aan premies. De uitkering is 75.000. De eigenwoningschuld bedraagt 67.500. Oefening 2 Jan had twee kapitaalverzekeringen. Op de eerste verzekering is al 65.000 uitgekeerd. Op de tweede verzekering ontvangt Jan een een uitkering van 90.000. De eigenwoningschuld bedraagt thans 75.000. Jan betaalde op de tweede verzekering 40.000 aan premies. Gevraagd Hoe groot is het te belasten voordeel? Oplossing Het vrije deel is nooit meer dan laagste van - de vrijstelling van art. 3.118a IB; - de verzekeringsuitkering; - de eigenwoningschuld. Gevraagd Hoe groot is het te belasten voordeel? Oplossing Laagste bedrag van: - vrijstelling 151.000 -/- 65.000; - uitkering 90.000; - eigenwoningschuld 75.000 75.000,00 -/- 67.500,00 x ( 75.000,00 75.000,00 -/- 15.000,00 ) 90.000,00 -/- 75.000,00 90.000,00 x ( 90.000,00 -/- 40.000,00 ) 7.500,00 75.000,00 x 60.000,00 = 6.000,00 15.000,00 90.000,00 x 50.000,00 = 8.333,33 17 18 Fictieve uitkering Wanneer Polis voldoet op enig moment niet meer aan de eisen. Gevolg Polis gaat van box 1 naar box 3; Fictieve uitkering op basis waarde economisch verkeer; Geen recht op vrijstelling ad 151.000 per partner. Bijleenregeling art. 3.119a 1 van 3 Eigenwoningschuld Is de som van alle leningen voor: aankoop, onderhoud, van de eigen woning verbouw doch tot maximaal: Twee uitzonderingen Bij fictieve uitkering wegens: niet meer hebben van een eigen woning; of einde binnenlandse belastingplicht wegens emigratie bestaat wel recht op de vrijstelling. aankoopprijs, bijkomende aankoopkosten, onderhoudskosten, verbouwingskosten. Renteaftrek voor max. 30 jaar. Per lening beoordelen 19 20 5
Bijleenregeling art. 3.119a 2 van 3 Vervreemdingssaldo eigen woning Is de winst behaald bij verkoop van de eigen woning. + verkoopprijs -/- verkoopkosten (bijv. makelaar) = netto verkoopopbrengst -/- eigenwoningschuld = vervreemdingssaldo eigen woning Bijleenregeling art. 3.119a 3 van 3 Eigenwoningreserve De EWR is gelijk aan: + oude stand EWR + vervreemdingssaldo = saldo -/- vrijval EWR + aflossingen = nieuwe stand EWR De eigenwoningreserve daalt bij: 1. Aflossen schuld jan 2011: 230.000 (oude stand) jun 2011: -/- 10.000 (aflossing) dec 2011: 220.000 (nieuwe stand) 2. Vrijval boekwinst De bij verkoop behaalde winst moet verplicht aan de reserve worden toevoegen maar valt na 3 jaren vrij. 21 22 Doel bijleenregeling Voorbeeld 1 Beperking renteaftrek Aftrekbaar is de rente verschuldigd over de EWS. Verkoopprijs oude woning 300.000 Af: verkoopkosten -5.000 Af: eigenwoningschuld -175.000 Vervreemdingssaldo eigen woning = dotatie eigenwoningreserve 120.000 Dit is: + aankoopbedrag, verbouw, onderhoud + aankoopkosten -/- eigenwoningreserve + = nieuwe eigenwoningschuld Woning Situatie I Situatie II Aankoopprijs nieuwe woning 420.000 230.000 Af: eigenwoningreserve -120.000-120.000 Verschil 300.000 110.000 Oude eigenwoningschuld 175.000 175.000 Nieuwe eigenwoningschuld 300.000 110.000 Als er meer is geleend dan eigenwoningschuld eigenwoningschuld renteaftrek meerdere geen renteaftrek meenemen in box 3 Bijleenregeling als oude lening wordt meeverhuisd Nieuwe 300.000 175.000 eigenwoningschuld Af: reeds benut voor oude lening 175.000-175.000- Maximale ruimte bijleenregeling 125.000 0 23 24 6
Afname eigenwoningreserve De eigenwoningreserve neemt af bij: Opbouw eigenwoningreserve Verkoop woning 1 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 1 - zie voorbeeld 1 120.000 0 Verkoop woning 2 Verkoopprijs woning 270.000 270.000 Af: verkoopkosten -3.000-3.000 Af: eigenwoningschuld -110.000-110.000 Vervreemdingssaldo op verkoop woning 2 157.000 157.000 Eigenwoningreserve na verkoop woning 1+2 277.000 157.000 Aankoop woning 3 Bij aankoop woning 3 Binnen 3 jr na verkoop Meer dan 3 jr na verkoop Binnen 3 jr na verkoop Meer dan 3 jr na verkoop Aankoopprijs woning 650.000 650.000 Af: eigenoningreserve -277.000-157.000 Nieuwe eigenwoningschuld 373.000 493.000 1. aankoop nieuwe eigen woning; 2. aflossingen op de eigenwoningschuld; 3. kosten van verbouw, onderhoud of afkoop erfpacht; 4. verstrijken van drie jaren na realisatie overwaarde; het vervreemdingssaldo valt dan vrij. 25 26 Samenwonen en eigenwoningschuld 1 van 2 Zolang twee mensen samenwonen moet je bij het bepalen van de eigenwoningschuld steeds uitgaan van wat voor hen gezamenlijk geldt. Daarbij is het van geen betekenis: of de andere partner (mede)eigenaar van de woning is of de personen elkaars fiscaal partner zijn. Samenwonen en eigenwoningschuld 2 van 2 Voorbeeld (overgenomen uit BaMa) Wim en Veronique zijn broer en zus. Zij hebben een woning gekocht en wonen samen in de woning. Wim heeft 75% betaald en dit gefinancieerd EWS 50.000. Veronique heeft haar spaargeld gebruikt EWS 0. aandeel koopsom Wim: 25% van 350.000 = 87.500 Af: EWR - 75% van (250.000-175.000) 56.250-56.250 Aankoopkosten - EWR 31.250 overschot -31.250 - Financieren met renteaftrek 0 restant EWR 25.000 Conclusie: renteaftrek over maximaal 0 Verionique: 75% van 350.000 = 262.500 Af: restant EWR Wim - art 3.119a-9 IB 25.000 - Blijft 237.500 Af: EWR Veronique - 25% van *250.000-175.000) 18.750-18.750 Aankoopkosten - EWR 218.750 overschot 0 - Financieren met renteaftrek 218.750 Restant EWR 18.750 EWR Conclusie: renteaftrek over maximaal 218.750 27 28 7
EINDE 29 8