Opleiding WFt Schade bedrijven



Vergelijkbare documenten
Opleiding WFt Schade particulier

De rechtsvorm die u past

dit erratum per bladzijde aangegeven. ALGEMENE INSTRUCTIE: - Schrap alle vermeldingen en tekst over OVR en CVR.

WELKE JAS DRAAGT UW BEDRIJF? (UITGAVE 2012)

Bijlage 2 Bedrijfsplan GovUnited. [Separaat bijgevoegd]

1. Nieuwe regelgeving rond personenvennootschappen ( Drs. J.E. van den Berg * [1] )

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap

De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van de organisatie. Voorbeelden van rechtsvormen zijn:

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

RECHTSVORMEN.

MBO+ / Intermediate vocational education. Raymond Reinhardt. 3R Business Development 3R ONDERNEMINGSVORMEN.

Workshop Bestuursmodellen. Hebben we nu wel of niet het goede model gekozen?

Personenvennootschappen

Ondernemerschap. Hoe kan je een bedrijf starten?

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 1

De commanditaire vennootschap (CV) is te beschouwen als een bijzondere. vorm van de vennootschap onder firma (VOF). Het verschil met de VOF is dat

ALGEMENE ECONOMIE /05

Hoofdstuk 5 Ondernemingsrecht

Wetsvoorstel Personenvennootschappen. 2 april 2007

Een eigen onderneming starten?

Sander Kruijthof Partner KIBO

Rechtspersoon: een organisatie die rechten en plichten heeft (ze kan eigen bezittingen en schulden hebben).

EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP?

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Inhoudsopgave. Eenmanszaak. Besloten Vennootschap (B.V.) Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschap. Vennootschap Onder Firma (V.O.F)

STARTERSEVENT TWENTE

Hoofdstuk 12, paragraaf 1: Organisaties. Hoofdstuk 12, paragraaf 2: Eenmanszaak.

De Ondernemers Coöperatie U.A.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

EENMANSZAAK OF B.V.?

Brochure Ondernemingsvormen

Samenvatting M&O Hoofdstuk 10

A. Ondernemer en huwelijk

Rechtsvormen. Kiezen voor de juiste rechtsvorm

Eigen vermogen ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid

Workshop: Risicobeheersing met leveringsvoorwaarden

Fiscale voordelen en plichten voor starters Frank Navis

Rechtsvormen. Kiezen voor de juiste rechtsvorm

Maatwerk voor uw onderneming. Frank Smets

Succesvol voor jezelf beginnen

Factsheet vorm MSB: maatschap - coöperatie - BV

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

Rechtsvormen. Kiezen voor de juiste rechtsvorm

VvBO Verbond van BeveiligingsOrganisaties

Verkoop onderneming aan kinderen

Kenmerken samenwerkingsvormen ten behoeve van de provincie Zuid-Holland -overzicht ten behoeve van discussiedoeleinden-

Kiezen voor de juiste rechtsvorm

Mijn ondernemerspanel Terugkoppeling Kennismakingsonderzoek. Februari 2012 Onderzoek 1

Juridische valkuilen van het beginnend ondernemerschap. mr. Claudia Lap, notaris 6 maart 2014

Bas Schipper. notaris en estate-planner. Starters Event Rabobank. 29 oktober 2016 Rabobank te Groenlo

Rechtspersoon = Dat is aansprakelijk dus niet de mensen die erachter zitten.

Acceptatievragen Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

OPEN VRAGEN 1. Welke ondernemingsvorm komt het meest voor in Nederland en wat zouden daarvoor de belangrijkste redenen kunnen zijn?

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit

8. Vergelijking tussen verschillende vennootschapsvormen. Hierbij de verschillende afkortingen :

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Bepaalde dienstenverleners, zoals bijvoorbeeld artsen, maken veel gebruik van een personenvennootschap

AEGON Zakenpakket. De zaken gaan altijd door

Hoofdstuk 1: Rechtsvormen

De ontwerpmodule bedrijven is uitgebreid en aangepast

Aspecten van de aansprakelijkheid van de vennoten onderling en jegens derden in titel 7.13

verspreid zijn (Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Koophandel) in één regeling worden ondergebracht, die een plaats krijgt in het Burgerlijk Wetboek.

MEVAS Risicomanagement Programma.

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Management & Organisatie

hoe voorkomt u brand, inbraak en andere schade?

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Keuze rechtsvorm. Belangrijke overwegingen bij uw keuze zijn:

ArtsenPraktijkPakket!

het VvE Zekerplan zekerheid, voordeel en gemak voor Verenigingen van Eigenaren informatie voor Verenigingen van Eigenaren

Hervorming van het vennootschapsrecht Algemene bepalingen & Overzicht vennootschapsvormen

DE PUBLIEKRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN. I. Publiekrechtelijke rechtsvormen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Ondernemingsvormen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hoe voorkomt u brand, inbraak en andere schade?

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

Ondernemerschap in de bouw. mr. M.G. (Martine) ten Hove mr. H.J. (Hanny) ten Brink FB

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Legal developments for the Trust sector: NEW OPPORTUNITIES! Personenvennootschappen 24 April 2012 Jeroen Eichhorn

Offerte-aanvraagformulier. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Notarissen. kvv.nl n

Eenmanszaak of besloten vennootschap?

Eenmanszaak of besloten vennootschap?

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

I VERBINTENISSENRECHT 17

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 t/m 16

Rechtsvormen! Gemaakt door Kim Zijlstra. Event Management Klas EM1A

... beveiligingsmaatregelen zijn van essentieel belang voor de bedrijfsvoering van mijn tankstation. Exploitantenpolis

Rechtsvormen. Eenmanszaak. Besloten ven nootschap (B.V.) Naamloze ven- nootschap (N.V.) Vennootschap onder firma (V.O.F.)

Beveiligingsmaatregelen voor Buitenterreinen Mobiliteitsbedrijven.

Checklist verdelen en verrekenen. Huwelijkse voorwaarden

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

Eén verzekeringspakket voor uw agrarische risico s. ToplandPolis

De Verklaring arbeidsrelatie

Transcriptie:

Opleiding WFt Schade bedrijven

OPLEIDING WFT SCHADE MKB

INHOUDSOPGAVE 1! RISICO S BIJ HET ONDERNEMEN 2! 1.1! Risicomanagement 2! 1.1.1! Risicobeheer of risicomanagement 3! 1.1.2! Risico-inventarisatie 3! 1.2! Risicobeleid 3! 1.3! Via risicobeheer naar verzekeren 5! 1.3.1! Risico s met betrekking tot bezittingen 5! 1.3.2! Risico s met betrekking tot vermogen 5! 1.3.3! Risico s met betrekking tot inkomstenderving 5! 1.3.4! Onverzekerbare risico s 6! 1.4! Risicobeleid en preventie 6! 1.4.1! Brandpreventie 6! 1.4.2! Inbraakpreventie 7! 1.4.3! Verbeterde risicoklassenindeling (VRKI) 7! 1.5! Riskmanager 8! 1.6! Het aanvragen van een verzekering 9! 1.6.1! Inspectie: materieel en moreel risico 9! 1.6.2! Modellen van risicobeoordeling 9! 1.7! De ondernemer en zijn onderneming 9! 1.7.1! De eenmanszaak 10! 1.7.2! De vennootschap onder firma 10! 1.7.3! De maatschap 10! 1.7.4! De commanditaire vennootschap 11! 1.7.5! De besloten vennootschap 12! 1.7.6! De naamloze vennootschap 12! 1.7.7! Overige organisatievormen 12! 1.7.8! Gevolgen wijzigen ondernemingsvorm voor verzekeringspakket 12! 1.7.9! Nieuw personenvennootschapsrecht 13! Lindenhaeghe, februari 2012 1 Inhoudsopgave

1 RISICO S BIJ HET ONDERNEMEN Het verzekeringsbedrijf is een dynamische bedrijfstak, die de maatschappelijke ontwikkelingen noodzakelijkerwijs op de voet volgt. Niet in de laatste plaats omdat het recht, de sociale wetgeving en de belastingregels sterk onderhevig zijn aan soms ingrijpende veranderingen, zowel op het gebied van schadeverzekeringen als op het gebied van levensverzekeringen. Kennis van recht, belastingen en sociale wetgeving is noodzakelijk. Zonder enige kennis daarvan kan immers geen adequate advisering plaatsvinden als het gaat om eventueel noodzakelijke aanvullingen op de hiaten in de sociale verzekeringen en voorzieningen van overheidswege. De zogenoemde terugtredende overheid laat steeds meer over aan het particuliere initiatief. Dat betekent echter niet dat het analyseren en verzekeren van die risico s eenvoudiger is geworden. In veel gevallen is er regelgeving bijgekomen, waar terdege rekening mee gehouden moet worden. Voor adviseurs is het daarmee niet makkelijker geworden, eerder ingewikkelder. Denk daarbij vooral aan de sociale wetgeving en de belastingregels. Verder is er natuurlijk ook de puur theoretische en praktische verzekeringskennis, die al sinds jaar en dag van onverminderd belang is. Kennis van zaken van diverse uiteenlopende onderwerpen, waaronder preventiemaatregelen, zijn noodzakelijk. Zonder deze basiskennis is het lastig praten over de risico s die de ondernemer loopt. Na bestudering van dit hoofdstuk bent u in staat om: aan te geven wat wordt verstaan onder risicomanagement en risicobeleid; de relatie tussen risicobeheer en verzekeren uiteen te zetten; een onderscheid te maken met betrekking tot risico s van bezittingen; de risico s met betrekking tot het vermogen en inkomstenderving te omschrijven; aan te geven welke risico s onverzekerbaar zijn; invulling te geven aan risicobeleid en preventie ten aanzien van brand en inbraak; uitleg te geven over de verbeterde risicoklassenindeling VKRI 2009; een onderscheid te maken tussen de verschillende ondernemingsvormen. 1.1 RISICOMANAGEMENT Lindenhaeghe, februari 2012 2 Inhoudsopgave Voordat een risico verzekerd kan worden, dus overgedragen kan worden aan een verzekeraar, is het belangrijk om het risico dat de aspirant-verzekerde loopt te inventariseren en te analyseren. Zonder dat is een advies eigenlijk incompleet. Het gaat immers om de continuïteit van de onderneming. Risicomanagement gaat over de grenzen van het verzekeren heen. Bij het ondernemen loopt men tal van risico s. Risico s die personen, gebouwen, inventarissen en soms zelfs de onderneming in het geheel bedreigen. Soms zijn die risico s catastrofaal. Het is dus noodzaak dat de ondernemer alle mogelijke risico s duidelijk in kaart brengt. Na het treffen van de

benodigde maatregelen om de risico s beheersbaar te maken moeten de overblijvende risico s worden gewogen. Hierbij wordt gekeken welke invloed de overblijvende risico s op het bedrijfsvermogen hebben. Omvangrijke risico s kunnen worden overgedragen aan een verzekeraar tegen betaling van premie. 1.1.1 Risicobeheer of risicomanagement Het begrip risico betekent kwade kans en duidt dus op onzekerheid en nadeel. Die onzekerheid ontstaat omdat niet zeker is óf het risico zich daadwerkelijk openbaart. Bovendien is er onzekerheid over de omvang van het nadeel. Wanneer het risico zich openbaart, kan dit slechts beperkte gevolgen hebben, maar het kan ook dramatische gevolgen hebben voor het ondernemingsvermogen. Tot slot is onzeker hoe vaak een risico zich openbaart. Door het krijgen van inzicht in de risico s die een ondernemer loopt, kan men gaan nadenken over het treffen van maatregelen ter voorkoming van risico s of het beperken van de gevolgen ervan. Risicobeheer bestaat uit drie stappen: het inventariseren van de risico s; het analyseren van de risico s; het treffen van maatregelen om de risico s te beperken of te voorkomen. 1.1.2 Risico-inventarisatie Het inventariseren van risico s is het benoemen van de risico s die een ondernemer kunnen bedreigen en dus gevolgen kunnen hebben voor de financiële situatie van de onderneming. Risico s kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: risico s die de bezittingen bedreigen; risico s die te maken hebben met leven, dood of gezondheid; risico s die het vermogen rechtstreeks bedreigen. Een paar willekeurige mogelijke risico s zijn: brand, storm, blikseminslag; niet-betalende debiteuren; inbraak; sabotage; staking. 1.2 RISICOBELEID Lindenhaeghe, februari 2012 3 Inhoudsopgave Door het nemen van maatregelen zal men moeten proberen risico s te voorkomen of het hoofd te bieden. Hiermee wordt niet alleen bedoeld het afsluiten van een specifieke verzekering, maar ook het treffen van organisatorische, technische en bouwkundige voorzieningen en

maatregelen die leiden tot risicoreductie. Er moet dus een samenhangend risicobeleid ontwikkeld worden met als doel het voorkomen en beperken van schadegebeurtenissen, zodat de continuïteit van het bedrijf zo min mogelijk in gevaar komt. De aard van de risico s verschilt natuurlijk per bedrijf. Voor een winkelier zijn deze risico s anders dan voor een fabrikant. Ook een starter loopt tegen andere risico s aan dan een al jaren bestaand bedrijf. Maar de risico s bestaan nu eenmaal en vereisen dus analyse en het voeren van beleid. De ondernemer is in de praktijk vooral bezig met de bedrijfsvoering en richt zijn ervaring en inzicht primair op zijn zakelijke bedrijfsplannen. Het komt vaak voor dat de ondernemer daarbij niet voldoende oog heeft voor de risico s als: brand; aansprakelijkheid; inbraak; inkomstenderving; concurrentie; machine-uitval; gezondheidsrisico s. Ondernemers treffen dus niet altijd maatregelen om de genoemde risico s zoveel mogelijk te voorkomen. Omdat echter nogal eens voldoende reservekapitaal ontbreekt, is het wel noodzakelijk dat een goed risicobeleid wordt ontwikkeld. Overdracht van risico s door het afsluiten van een verzekering zal in veel gevallen mogelijk en wenselijk zijn. Het risicobeleid is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Met het verstrijken van de tijd kunnen bepaalde risico s immers toe- of afnemen, terwijl zich ook nieuwe risico s kunnen aandienen, bijvoorbeeld doordat de omvang en de opzet van de onderneming veranderd is. De ondernemer moet dus naast het zakendoen steeds oog blijven houden voor de (veranderende) risico s die hij loopt. Risico s die zijn bezittingen, zijn vermogen en zijn bronnen van inkomsten kunnen bedreigen. Een regelmatig contact met zijn adviseurs is daarom raadzaam. Via gesprekken met deskundigen komt hij tot een verantwoorde afweging van de risico s. Zo zijn er adviesbureaus, die zich specialiseren in het beoordelen van risico s en het geven van gerichte adviezen. Daarnaast kan hij ook informatie aanvragen bij het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP), dat nauw samenwerkt met het Verbond van Verzekeraars. Meer en meer zal de wetgever hogere eisen stellen aan de gegeven adviezen. Deskundigheidseisen worden steeds meer aangescherpt. De wetgeving wordt ook steeds strenger als het gaat om de eisen die worden gesteld aan de adviseur. De eindgebruiker wordt door de nieuwe wetgeving meer in bescherming genomen. Lindenhaeghe, februari 2012 4 Inhoudsopgave

1.3 VIA RISICOBEHEER NAAR VERZEKEREN Risicobeheer of risicobeheersing is op verschillende manieren mogelijk. Riskmanagement in zijn zuivere vorm houdt veel meer in dan alleen verzekeren. Men spreekt van risicofinanciering. Niet alleen voor de statische risico s, maar ook voor de dynamische risico s. Een voorbeeld van een statisch risico is het risico dat een gebouw wordt getroffen door brand. Een voorbeeld van een dynamisch risico is dat de omzet kan verminderen door de opkomst van concurrentie, maar ook door een brand kan de omzet aangetast worden. In dit hoofdstuk beperken we ons meer tot het insurancemanagement. Het gaat hierbij om het beheer van de aan verzekeringen verwante risico s, zoals bijvoorbeeld brand, diefstal/inbraak, blikseminslag of waterschade. 1.3.1 Risico s met betrekking tot bezittingen Er zijn verschillende soorten bezittingen. We kunnen een onderscheid maken tussen: gebouwen; grondstoffen en handelsgoederen; inventaris; machines; vervoermiddelen; geld of geldswaardig papier. Deze bezittingen zijn gevoelig voor verschillende soorten risico s. Storm kan gebouwen bedreigen; eigen bederf kan grondstoffen en handelswaar aantasten, enz. De risico s zijn als volgt onder te verdelen: van buiten komend onheil; door handelen van verzekerde zelf of anderen; zonder menselijk handelen: overstroming, storm, blikseminslag en inductie; eigen gebrek of eigen bederf. 1.3.2 Risico s met betrekking tot vermogen Er bestaan ook risico s die direct het vermogen kunnen aantasten, zoals: non-betaling door debiteuren; aansprakelijkheidsclaims; kosten vanwege juridische bijstand. 1.3.3 Risico s met betrekking tot inkomstenderving Ook ziekte of arbeidsongeschiktheid van de ondernemer of diens personeel kunnen de voortgang of het bestaan van de onderneming bedreigen. Het is goed om hiervoor voorzieningen te overwegen of verzekeringen te sluiten. Lindenhaeghe, februari 2012 5 Inhoudsopgave

Stilstand van het bedrijf, bijvoorbeeld het niet meer kunnen produceren, levert bedrijfsschade op, doordat er geen winst meer wordt gemaakt, maar bepaalde kosten blijven doorlopen. Verzekeraars bieden de mogelijkheid voor de ondernemer om zich hiertegen te verzekeren. Het zal duidelijk zijn dat het goed analyseren van de diverse risico s nogal wat energie en deskundigheid vraagt. Toekomstplannen, verwachte omzetten, uitbreiding, verbouwingsplannen, ervaringen met de debiteurenportefeuille, enzovoort, bepalen mede de definitieve keuze: wat verzeker ik wel of niet? welke aanvullende maatregelen neem ik? 1.3.4 Onverzekerbare risico s Niet alle risico s zijn verzekerbaar, zoals: schade door zogenoemde ondernemersrisico s, zoals concurrentie, economische recessie en marktverlies; catastroferisico s, zoals aardbevingen, overstroming en atoomkernreacties. Verder is de ondernemer aansprakelijk voor tekortkomingen van door hem geleverde goederen. Dit is het ondernemersrisico. 1.4 RISICOBELEID EN PREVENTIE 1.4.1 Brandpreventie Brand is een veelvoorkomende schadeoorzaak. Er kunnen verschillende maatregelen worden genomen om brand te voorkomen of de hierdoor aangerichte schade te beperken: maatregelen van organisatorische aard, zoals het raadplegen van de brandweer, een strakke organisatie, een goede controle (ook s avonds en in het weekend), een rookverbod, afvoer van overtollige zaken, brand- en ontploffingsgevaarlijke gassen en vloeistoffen beveiligd en doelmatig opslaan, enzovoort; maatregelen van technische aard, zoals bijvoorbeeld het installeren van rookmelders, inbraaksignaleringsinstallaties, sprinklerinstallaties, blusapparaten, brandslangen; maatregelen van bouwkundige aard, zoals het gebruik van brandvertragende materialen, brandmuren, vluchtroutes, enzovoort; een goede meldprocedure: deze moet kort zijn, dus: snelle signalering van brand en snelle melding aan de brandweer; het bestrijden van brand: grote(re) bedrijven kunnen een bedrijfsbrandweer hebben. Kleinere bedrijven zullen met brandblusapparaten proberen de brand in een vroeg stadium te bestrijden; deze moeten dus bij de hand zijn en in voldoende aantallen aanwezig. Lindenhaeghe, februari 2012 6 Inhoudsopgave

1.4.2 Inbraakpreventie Een eveneens veelvoorkomende schadeoorzaak vormt inbraak. Los van de gestolen zaken is er daarbij ook braakschade te verwachten. Inbrekers stichten na de diefstal nogal eens brand om hun sporen te wissen. Voorkomen moet worden dat men al te gemakkelijk bij het pand kan komen. Elke belemmering en vertraging werkt in het voordeel van de verzekerde. Door het nemen van adequate maatregelen kunnen potentiële inbrekers worden ontmoedigd. Hierbij kan worden gedacht aan: het gebruik van dievenklauwen; het gebruik van veiligheidssloten; plaatsen van bouwkundige hindernissen (hekwerken, getraliede ramen); aanbrengen van verlichting; installeren van inbraaksignalering; opbergen van geld en goederen van waarde in een gecompartimenteerde ruimte; een doelmatig sleutelbeheer; regelmatige controle door beveiligingsbedrijven. Door het nemen van deze maatregelen kan mogelijk een premiereductie worden verkregen. Bovendien wordt een gevaarsobject zo sneller acceptabel voor een verzekeraar. 1.4.3 Verbeterde risicoklassenindeling (VRKI) Om de risico s goed in kaart te kunnen brengen en daaraan gekoppeld de juiste preventiemaatregelen te kunnen treffen maken verzekeraars al jaren gebruik van de risicoklassenindeling die zij samen met het VvBO (Verbond van Beveilingingsorganisaties) hebben opgesteld. De Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (VPB), de Vereniging van BeveiligingsOndernemingen in Nederland (VEBON), de vakgroep Beveiliging van Uneto- Vni, de Vereniging van Europese Beveiligingsbedrijven (VEB), de Nederlandse Hekwerkindustrie (NHI) en de Vereniging van Beveiligingsmanagers Nederland (VBN) bundelen de krachten ter bestrijding van criminaliteit en onveiligheid in Nederland in het VvBO. De ontwikkelingen op het gebied van beveiliging staan niet stil. Om die reden is er in 2009 een verbeterde versie van het document Risicoklassenindeling voor woningen en bedrijven ontwikkeld, die de oude indeling vervangt. Dit document wordt Verbeterde risicoklassenindeling woningen en bedrijven (VRKI) genoemd. Doel is een praktisch uitvoerbare regeling te realiseren voor verzekerden, verzekeraars en bedrijven die gespecialiseerd zijn in beveiliging. Dit tracht men te bereiken door eenduidigheid en herkenbaarheid voor opdrachtgever en eisende partijen, zoals verzekeraars en het ontwikkelen van kwaliteitsdocumenten voor de uitgevoerde beveiligingsmaatregelen. In de bijlagen treft u een exemplaar van de risicoklassenindeling aan. Lindenhaeghe, februari 2012 7 Inhoudsopgave

Risicoklasse Er is een indeling gemaakt in vier vormen van maatregelen, die worden aangeduid met de letters O, B, E en R. De eerste drie aanduidingen bestonden al in de oude risicoklassenindeling en zijn gehandhaafd vanwege de bekendheid. De letter E is daar aan toegevoegd in verband met de nieuwe technieken op dit terrein. Hieronder de betekenis van de letters. O: Organisatorische maatregelen; B: Bouwkundige maatregelen (waaronder ook de C/M maatregelen vallen). C/M staat voor compartimentering en meeneembeperkende maatregelen; E: Elektronische maatregelen (waaronder ook de Alarmering valt); R: Reactie alarmopvolging. Er is een document definities beveiligingsmaatregelen opgesteld. Hierin wordt omschreven welke maatregelen horen bij de genoemde letters. De O, B, E en R maatregelen worden in niveaus ingedeeld. Die worden aangeduid door een kleine letter of cijfer (1, 2 of 3), die/dat aan de desbetreffende (hoofd)letter wordt toegevoegd. Op deze manier wordt door slechts een beperkt aantal letters en cijfers het complete pakket van (voor BORG-certificering minimaal vereiste) maatregelen weergegeven. Onder de niveaus 1, 2 of 3 mag ook worden verstaan: respectievelijk de niveaus s (standaard), n (normaal) en z (zwaar). Indeling naar attractiviteit van goederen en inventaris Aan de risicoklassenindeling is een lijst toegevoegd, waarin de mate van attractiviteit van de goederen wordt aangegeven. De mate van attractiviteit wordt aangegeven door de letters L(laag), M(middel), H(hoog) en ZH (zeer hoog). In de bijlage is de zogenaamde VRKI-kaart opgenomen, aan de hand waarvan u kunt bepalen welke attractiviteitscode van toepassing is en welke categorie beveiligingsmaatregelen moet worden getroffen. 1.5 RISKMANAGER Steeds vaker nemen grotere bedrijven een functionaris in dienst die speciaal wordt belast met het beoordelen van de risico s die men loopt: de riskmanager. De riskmanager maakt analyses en komt zo tot een beeld van zwaardere en minder zware risico s. Na het wegen van al deze bedreigingen voor de onderneming stelt hij een plan op hoe te handelen, en bespreekt dit met de bedrijfsleiding. Men kan op verschillende manieren met de risico s omgaan. Men kan besluiten om het risico: te vermijden; te verminderen, onder andere door preventieve maatregelen (organisatorisch, technisch en/of bouwkundig); te verzekeren, eventueel gecombineerd met een deel eigen risico; zelf te dragen. Lindenhaeghe, februari 2012 8 Inhoudsopgave

1.6 HET AANVRAGEN VAN EEN VERZEKERING Het aanvraagformulier is in de regel nodig voor het tot stand komen van de verzekeringsovereenkomst. Dit formulier geeft onder meer inlichtingen over het te verzekeren object, zoals: de aard en constructie van het gebouw; de soort en plaats van de opgeslagen grondstoffen en goederen; de aard van de werkzaamheden in dat gebouw; de aard van de productiemiddelen, energievoorziening en verwarming; de situering, belendingen; de brandwerende voorzieningen (muren, dak, enz.). 1.6.1 Inspectie: materieel en moreel risico Zelf kan de aspirant-verzekeringnemer details verstrekken over al genomen beveiligingsmaatregelen. Meer details maken het voor de verzekeraar mogelijk om de risico s beter te beoordelen. Zonodig zal de verzekeraar een technische inspectie verrichten. Wanneer het onderzoek zich vooral richt op het risico-object, spreken we van een beoordeling van het materiële risico. Het is ook belangrijk om tijdens het gesprek een beeld te krijgen van het morele risico. Is de verzekeringnemer punctueel of juist slordig? Maakt het bedrijf een nette indruk? Dit morele risico wordt bij de acceptatie meegewogen. Het morele risico heeft dus vooral betrekking op de persoon van de verzekerde. 1.6.2 Modellen van risicobeoordeling De hoogte van de premie bepaalt de verzekeraar soms aan de hand van risicobeoordelingsmodellen. Uit het bovenstaande werd al duidelijk dat er diverse factoren zijn die de premie zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. Die modellen van risicobeoordeling zijn ontstaan aan de hand van de praktijk en uit ervaringscijfers. 1.7 DE ONDERNEMER EN ZIJN ONDERNEMING Wanneer we naar de diverse ondernemingsvormen kijken, dan kan de volgende indeling worden gemaakt: de eenmanszaak; de vennootschap onder firma; de maatschap; de commanditaire vennootschap; de besloten vennootschap; de naamloze vennootschap; overige organisatievormen. Lindenhaeghe, februari 2012 9 Inhoudsopgave

1.7.1 De eenmanszaak We spreken van een eenmanszaak als een natuurlijk persoon een bedrijf uitoefent of een vrije beroepsbeoefenaar is, zoals een huisarts, een advocaat of een notaris. De eenmanszaak wordt gevoerd door een natuurlijk persoon; zijn privé-vermogen en zakelijk vermogen zijn niet gescheiden. De ondernemer is dus zelf met zijn gehele vermogen volledig aansprakelijk voor alle schulden. Bij een eventueel faillissement omvat dit zijn gehele vermogen. Ook kan hij voor zijn eenmansbedrijf personeel aannemen en ontslaan. De kracht van de eenmanszaak ligt in de hoge motivatie en de overzichtelijkheid van het bedrijf. Ook het persoonlijke contact met de klanten wordt vaak op prijs gesteld. Een eenmanszaak loopt risico, wanneer de ondernemer te weinig kennis van zaken heeft op een van de vakgebieden voor het voeren van een eigen onderneming (onder andere financiële kennis, vakkennis of kennis over de bedrijfsvoering). 1.7.2 De vennootschap onder firma De vennootschap onder firma of VOF wordt in de wet geformuleerd als de maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam aangegaan. Een gegeven, waarop bij deze constructie goed moet worden gelet, is dat elke vennoot met het gehele vermogen rechtstreeks en hoofdelijk aansprakelijk is tegenover de schuldeisers van de vennootschap. Een VOF kan ook ontstaan uit een eenmanszaak, doordat de eigenaar ervan een of meer medefirmanten opneemt en zo een vennootschap onder firma begint. Die medefirmanten kunnen bijvoorbeeld familie zijn of bestaan uit het personeel. Het vermogen van de VOF en dat van de vennoten is gescheiden. Elke vennoot kan hoofdelijk voor de gehele schuld van de VOF aansprakelijk worden gesteld. Dus ook voor de schuld, die een andere vennoot voor de VOF maakte. Zakelijke schuldeisers moeten hun vordering eerst verhalen op het bedrijfsvermogen. Wanneer dit ontoereikend is, kunnen de individuele vennoten worden aangesproken. De vennootschap onder firma heeft echter een afgescheiden bedrijfsvermogen. Dit betekent dat privé-schuldeisers van de individuele vennoten geen aanspraak kunnen maken op het bedrijfsvermogen. Alleen de inbreng van de betreffende vennoot kan worden opgeëist. De hoofdelijke aansprakelijkheid kan op geen enkele manier worden uitgesloten. 1.7.3 De maatschap Van een maatschap spreekt men wanneer twee of meer personen, bijvoorbeeld artsen, arbeid en/of vermogen in de maatschap inbrengen en gezamenlijk de maatschap drijven. Het gaat hier dus om een samenwerkingsverband en wel tussen beroepsbeoefenaren. Lindenhaeghe, februari 2012 10 Inhoudsopgave

De deelnemers in een maatschap worden maten genoemd. Deze vorm van samenwerking wordt vastgelegd in een maatschapsovereenkomst. Elke maat is voor een evenredig deel aansprakelijk voor de schulden van de maatschap, wanneer deze schulden zijn ontstaan voor rekening van of uit naam van de maatschap. Wanneer een van de maten optreedt namens de maatschap, dan zijn de andere maten dus elk voor een gelijk deel aansprakelijk. Hij moet natuurlijk wel binnen de grenzen van zijn bevoegdheden optreden. De maten zijn dan ook aansprakelijk met hun privé-vermogen. De hoofdelijke aansprakelijkheid ontbreekt dus in principe. Dat is dan ook een belangrijk verschil met de VOF. Overigens kan de hoofdelijke aansprakelijkheid wel worden afgesproken. Dit wordt dan geregeld in de zogenoemde maatschapsovereenkomst. Wanneer één van de maten handelt in naam van de maatschap, terwijl hij hiertoe niet bevoegd is, dan zijn de overige maten niet gebonden, maar alleen de betreffende maat zelf. Wanneer een maat niet optreedt namens de maatschap, is hij voor zijn rechtshandelingen dus zelf volledig aansprakelijk. Dit kan zich voordoen wanneer de betreffende maat, bijvoorbeeld een arts, een beroepsfout maakt en daarvoor wordt aangesproken door de benadeelde. In dat geval is hij zelf aansprakelijk en niet de overige maten. Er bestaan twee vormen van maatschappen. stille maatschap; openbare maatschap. Bij een stille maatschap voeren de maten geen gezamenlijke naam. Dit in tegenstelling tot de openbare maatschap, waar de maten wel onder een gezamenlijke naam werken. 1.7.4 De commanditaire vennootschap De commanditaire vennootschap of CV kent naast de beherende vennoten ook een of meer stille vennoten. Stille vennoten noemt men ook wel commanditaire vennoten. De stille of commanditaire vennoten verrichten geen beheersdaden en zijn daarom slechts aansprakelijk voor hun inbreng in de CV. Zij werken dus niet binnen de commanditaire vennootschap en zullen dat ook niet snel doen. Zouden ze dat wel doen, dan worden ze automatisch hoofdelijk en algeheel aansprakelijk voor de verbintenissen van de commanditaire vennootschap. Men moet hen dus als geldschieters beschouwen. Zo kan een vennoot uit een VOF zich bijvoorbeeld terugtrekken uit de VOF. De VOF wordt dan omgezet in een CV. Doordat hij zijn geld in de zaak laat zitten, maar terugtreedt van zijn werkzaamheden tot nu toe, wordt hij stille vennoot in een CV. Hij verricht voortaan geen enkele beheersdaad meer. Op deze manier kan een bedrijf aan één van de vennoten worden overgedragen, zonder dat de andere vennoot zich ook financieel geheel terugtrekt. De reden om een CV te beginnen kan ook alleen een beleggingsdoel hebben. Ook een sterfgeval kan de aanleiding zijn tot het aangaan van een CV. Lindenhaeghe, februari 2012 11 Inhoudsopgave

1.7.5 De besloten vennootschap De besloten vennootschap of BV kenmerkt zich door een strikte scheiding tussen het privévermogen van de ondernemers en hun bedrijfsvermogen. De vennoten hebben aandelen op naam in de BV. Deze aandelen zijn niet vrij overdraagbaar. Meestal is bepaald dat de aandelen alleen kunnen worden verkocht aan andere aandeelhouders of aan de BV zelf. De aansprakelijkheid van de aandeelhouders beperkt zich tot het totaalbedrag van hun aandelen. De BV is een rechtspersoon, dus bevoegd tot het verrichten van bepaalde rechtshandelingen. Zou de BV failliet gaan, dan gaat de aansprakelijkheid van de vennoten in beginsel niet verder dan hun deelname in de BV. Een reden om een VOF of één van de andere ondernemingsvormen om te zetten in een rechtspersoon als de BV, kan dus de beperkte aansprakelijkheid zijn. Daarnaast kan er ook een fiscale reden zijn om een BV te beginnen. De eigenaar van een eenmanszaak, en de deelnemers in een VOF, CV of maatschap vallen onder de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001). De BV en de NV vallen onder de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet VPB 1969). Wanneer de ondernemer veel winst maakt, kan het aantrekkelijk zijn dat die winst wordt belast met vennootschapsbelasting. Dat tarief ligt tussen 20% en 25,5% van de jaarwinst. In de inkomstenbelasting wordt de winst tegen hogere tarieven belast, maar de ondernemer kan wel gebruik maken van verschillende ondernemersfaciliteiten. Wordt de winst na vennootschapsbelasting overigens uitgekeerd, dan is alsnog ook nog inkomstenbelasting verschuldigd. 1.7.6 De naamloze vennootschap De naamloze vennootschap of NV heeft als kenmerk dat het kapitaal is verdeeld in aandelen. Deze aandelen hebben een nominale waarde. Dit is het bedrag waarvoor een aandeel is uitgegeven en dat in de kas van de NV is gestort. Echter ook de koerswaarde van een aandeel, de aan de beurs genoteerde dagwaarde die via de wet van vraag en aanbod tot stand komt, speelt een rol. De aandeelhouders zijn tot het bedrag van de nominale waarde aansprakelijk. De aandelen van een NV kunnen zowel op naam als aan toonder zijn. Bovendien zijn ze vrij verhandelbaar. 1.7.7 Overige organisatievormen Naast de genoemde rechtsvormen zijn er nog andere organisatievormen. Te denken valt aan clubs, stichtingen, verenigingen, woningbouwcorporaties, coöperaties en overheidsinstellingen. Ook deze organisaties hebben bezittingen en lopen risico s. Zij hebben dus eveneens behoefte om bepaalde risico s te verzekeren. Een risicoanalyse is dus ook hier van belang. Dit alles met het doel om de continuïteit te waarborgen. 1.7.8 Gevolgen wijzigen ondernemingsvorm voor verzekeringspakket Lindenhaeghe, februari 2012 12 Inhoudsopgave Er kunnen allerlei redenen zijn, waarom een ondernemer ertoe overgaat de ondernemingsvorm van zijn bedrijf te wijzigen. De belangrijkste twee redenen zijn vaak van juridische of fiscale aard. Door een eenmanszaak om te zetten in een BV, beperkt de ondernemer zijn aansprakelijkheid. Er vindt immers een splitsing plaats van bedrijfsvermogen

en privé-vermogen. Een ondernemer kan echter ook een fiscale reden hebben. Een eenmanszaak valt onder de inkomstenbelasting. De winst wordt in box 1 belast als winst uit onderneming volgens het progressieve tarief. Een BV of NV valt onder de vennootschapsbelasting. Het tarief van de vennootschapsbelasting varieert tussen 20% en 25% en kan dus lager uitvallen dan de eventuele inkomstenbelasting. Het wijzigen van de ondernemingsvorm kan gevolgen hebben voor de lopende verzekeringen. Allereerst zullen de verzekeringen van de bedrijfsmiddelen en de verzekeringen ter bescherming van het vermogen en dergelijke moeten worden gesteld op naam van de nieuwe onderneming. Bij omzetting van een eenmanszaak naar een BV zal de BV op de polissen als verzekeringnemer moeten worden vermeld. Ook zal er aandacht moeten worden besteed aan de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico van de ondernemer. Wanneer de ondernemer door de omzetting directeur-grootaandeelhouder (DGA) is geworden, bestaat de kans dat hij voor de werknemersverzekeringen niet meer als werknemer wordt gezien. Dit betekent dat het arbeidsongeschiktheidsrisico moet worden afgedekt door een arbeidsongeschiktheidsverzekering. 1.7.9 Nieuw personenvennootschapsrecht Door de Tweede Kamer is in 2009 een wetsvoorstel aangenomen om de huidige regelingen die gelden voor de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap te vervangen, maar het kabinet Rutte heeft dat wetsvoorstel in september 2011 ingetrokken. Lindenhaeghe, februari 2012 13 Inhoudsopgave