ENERGIEZORG OP SCHOOL Opleidingsessie Passiefbouw en zéér lage energie
Agenda Voorstelling AGIOn Context Energiebeleid koffiepauze Pilootproject Passiefscholen middagpauze Lessons learned koffiepauze Praktijkervaring door Bart Moors - VGBS Bilzen
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs missie In samenspraak met de gebruikers en in overleg met de voornaamste betrokken actoren staat AGIOn in voor het realiseren en ontwikkelen van een functionele en duurzame onderwijsinfrastructuur.
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs functionele onderwijsinfrastructuur ondersteunt het pedagogisch project biedt een stimulerende leeromgeving verzekert fysieke en psychologische veiligheid is aantrekkelijk en comfortabel maakt flexibel en multifunctioneel gebruik mogelijk is kostenefficiënt en onderhoudsvriendelijk
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs duurzame onderwijsinfrastructuur een gebouw dat blijvend in een open relatie kan staan met de haar omringende samenleving (sociaal) een gebouw van blijvende architecturale waarde (cultureel) een gebouw met een goede kosten-baten verhouding (economisch) een milieuvriendelijk gebouw op het gebied van bouwmaterialen en energie- en watergebruik (ecologisch)
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs realiseert en ontwikkelt door optimaal beheer van de financiële middelen regie van alternatieve financieringsmiddelen ontwikkelen van krachtlijnen inzake de bouw van onderwijsinfrastructuur coördineren van netoverschrijdende samenwerking ondersteunen en adviseren bij het plannen en uitvoeren van bouwprojecten opvolgen van de kwaliteit, het gebruik en het beheer van schoolgebouwen
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs subsidieert en financiert leerplichtonderwijs, internaten, CLB, CVO en hogescholen 70% voor kleuter/lager/basis, 60% voor secundair, CLB, internaten en CVO meerkost voor E70 à 100% meerkost voor passiefscholen in pilootproject à 100% nieuwbouw en verbouwingswerken aankoop + werken na aankoop eerste uitrusting (gevolg van subsidiabele werken)
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de reguliere financiering - voorwaarden erkende onderwijsinstelling vrij gesubsidieerd onderwijs (katholiek, methodescholen, nietconfessionele, ) officieel gesubsidieerd onderwijs (gemeentelijk en provinciaal) zakelijk recht (erfpacht/opstal, eigendom) fysische en financiële normen wetgeving overheidsopdrachten erkenning van aannemers
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de reguliere financiering - procedures Standaardprocedure voor alle werken en leveringen (wachttijd!) Afwijkingen van de chronologie (capaciteit, brandveiligheid internaten, stabiliteit, sanitair, aankoop, ) Verkorte procedure (nieuwbouw, verbouwings- of omgevingswerken < 125.000 EUR, erg beperkte wachttijd) Spoedprocedure (overmacht, hoogdringendheid) Promotiebouw (wachttijd!)
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de alternatieve financiering - DBFM - basisprincipes PPS: D(esign) B(uild) F(inance) M(aintain) formule Terbeschikkingstelling gedurende 30 jaar Beschikbaarheidsvergoeding (BBV), projectspecifiek Zakelijk recht Fysische en financiële normen Outputspecificaties Duurzaam bouwen
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de alternatieve financiering - DBFM - subsidie Betoelaging BBV: 100% voor GO! VGO en OGO: Meerkost E70 / PHS aan 100% Onderhoudskosten aan 90% Overige kosten aan 81,5% (basisonderwijs) of 71,5 % (andere onderwijsniveaus en internaten) => Globaal subsidiepercentage tussen 75% en 86%
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de alternatieve financiering - DBFM - programma in cijfers Eerste oproep (2006) Bijkomende oproep VGO (2011) 165 DBFM-projecten 625.000 m² VGO: 108 projecten 427.000 m² GO!: 30 projecten 99.000 m² OGO: 27 projecten 99.000 m² Fysische en financiële normen 8 pilootprojecten (passiefscholen) 2 proefprojecten 27 modelprojecten
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs de alternatieve financiering - DBFM - programma in kaart 48 35 36 2 25 19
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs heeft een actieve ondersteunende en adviserende rol t.a.v. de scholen Opvolgen en begeleiden van pilootprojecten zoals de passiefscholen Onderzoek naar ruimtelijke vertaling Brede School IWT-projecten School voor de toekomst en Energiezuinig bouwen zonder meerkost, www.innovatiefaanbesteden.be Kennispunt Scholenbouw (documentatiecentrum & advies op vraag) Samenwerking met andere actoren in het uitwerken van richtlijnen rond toegankelijkheid, binnenluchtkwaliteit, akoestiek, www.scholenbouwen.be, i.s.m.vlaams Bouwmeester, website met goede schoolvoorbeelden, publicaties, Instrument voor Duurzame Scholenbouw
Instrument voor duurzame scholenbouw door de juiste vragen te stellen, krijgt de duurzame school vorm 1. Geïntegreerd projectproces en beheer - wordt de school op een duurzame manier ontworpen en later beheerd? 2. Inplanting - staat de school op de juiste plaats? 3. Mobiliteit - is de school bereikbaar voor kinderen? 4. Natuurlijk milieu - krijgt de natuur een kans op de site? 5. Water - kunnen we het waterverbruik en de lozing van afvalwater beperken? 6. Grondstoffen en afval - hoe kiezen we materialen, wordt afval beperkt? 7. Energie - bouwen we een energiezuinige school? 8. Gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid - bouwen we een prettige leef- en leeromgeving? 9. Samenleving en economie wordt dit een school met open mogelijkheden en interacties met de brede samenleving? 10.Innovatie - wordt deze school een voorbeeldgebouw?
Instrument voor duurzame scholenbouw 1. 2. 3. 4. CONCEPT SMART BUILDING LOW TECHNIC ZERO EMISSION duurzaam concept slimme gebouwen zuinige technieken nul belasting SLIMME & DUURZAME GEBOUWEN conceptuele maatregelen - onderzoek, ontwerp - compact bouwen - compartimentering - zonering - oriëntatie bouwfysische maatregelen - isolatiegraad - winddichtheid - warmtecapaciteit - zonwering minder toestellen en efficiënte toestellen - mechanische ventilatie - zuinige verwarming - zuinige koeling - zuinige verlichting - zuinige toestellen - sturingsystemen nul belasting verminderde belasting - groene stroom - alternatieve energieopwekking (hernieuwbare energie) - waterzuivering MEEST EFFECTIEF MINST EFFECTIEF - lage kost - hoge kostprijs - hoogste besparing - kleinere besparing
Instrument voor duurzame scholenbouw
Instrument voor duurzame scholenbouw
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs volgt de kwaliteit, het beheer en het gebruik van de schoolinfrastructuur op door de schoolgebouwenmonitor (2008), vijfjaarlijks (2013) door onderzoek naar het scholenbouwbeleid en bestaande instrumenten (procedures, richtlijnen, ) via interviews stakeholders focusgroepen (architecten, scholen, leerlingen, ) rapportering in september 2012
AGIOn Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs meer info? www.agion.be
Energiebeleid achtergrond Europees Klimaatbeleid 20% primaire energiebesparing tegen 2020 significant besparingspotentieel in de bouwsector. Europese Energieprestatie Regelgeving Richtlijn 2002/91/EG betreffende energieprestatie van gebouwen (Energy Performance Building Directive) Richtlijn 2009/28/EG betreffende hernieuwbare energie Richtlijn 2010/31/EU betreffende energieprestaties van gebouwen (herziening van EPBD)
Energiebeleid richtlijn 2009/28/EG: ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen legt voor de verschillende lidstaten bindende doelstellingen vast voor het aandeel hernieuwbare energiebronnen in het energieverbruik. Voor België bedraagt dit 13% tegen 2020. nieuwe en ingrijpend gerenoveerde overheidsgebouwen moeten in het kader van hun voorbeeldfunctie al vanaf 2012 een minimumniveau van energie uit hernieuwbare bronnen putten.
Energiebeleid richtlijn 2010/31/EU: betreffende de energieprestaties van gebouwen Vanaf 2021 moeten alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutrale gebouwen zijn. Vanaf 2019 mogen de overheden alleen nog nieuwe gebouwen in gebruik nemen die aan dat concept van bijna-energieneutrale gebouwen voldoen. Een bijna-energieneutraal (BEN) gebouw is een gebouw met een zeer hoge energieprestatie. Waarbij de dicht bij nul liggende of zéér lage energievraag, in zeer grote mate geleverd wordt uit hernieuwbare bronnen die ter plaatse of dichtbij wordt geproduceerd. Haalbaarheid alternatieve energievoorziening onderzoeken Vastleggen energieprestaties renovaties gebouwschil
Energiebeleid Lidstaten stellen een actieplan op ter realisatie van de Europese doelstellingen Minimumeisen vastleggen voor de energieprestatie van gebouwen volgens kostenoptimale niveaus. Niet verplicht minimumeisen vast te stellen die niet kostenefficiënt zijn over de economische levensduur Europees ambitieniveau, parameters te bepalen per lidstaat (gewesten) Haalbaarheid alternatieve energievoorziening Doel: focus verplaatsen van initiële investering naar kost totale levenscyclus
Energiebeleid Vlaanderen kiest voor 2 parallelle pistes Lange termijnbeleid - transitie naar Bijna-Energieneutraal - Vlaams Actieplan maatregelen voor toename BEN-gebouwen stimuleren renovatie naar BEN Stapsgewijs verstrengen van EPB-wetgeving We verstrengen de energieprestatienormen voor gebouwen stapsgewijs. Daarbij houden we ondermeer rekening met de investeringskosten en de te realiseren energiebesparing. (Regeerakkoord en pact 2020)
Transitie naar BEN creëren van een voorlopersmarkt: vergroten aandeel gebouwen dat beter scoort dan het verplichtte E-peil het pad effenen voor het stapsgewijs verstrengen van de normen kloof overbruggen: verschuiving en toepassingsverbreding van technieken naar de mainstreammarkt
Verstrenging EPB-wetgeving (VL) de energiepresatieregelgeving werd oorspronkelijk gevormd door het EPB-decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de Energieprestaties en het Binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat (werking) Dat verving het Energieprestatiedecreet van 7 mei 2004.(machtiging) het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
Verstrenging EPB-wetgeving (VL) vandaag is de energeprestatieregelgeving opgenomen in: het Energiedecreet van 8 mei 2009, omvat het kader voor het omzetten van de Europese Richtlijn de uitvoerings- en handhavingsmaatregelen het Energiebesluit van 19 november 2010, bepaalt de methode waarmee de energieprestatie wordt berekend; de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen; de gebouwen of werkzaamheden waarvoor uitzondering, afwijking of vrijstelling van een of meer eisen mogelijk is; de invoeringsdatum van de energieprestatieregelgeving
Verstrenging EPB-wetgeving (VL) E-peil 2006 2010 2012 2014 Woongebouwen E100 E80 E70 E60 Kantoren en scholen E100 E100 E70 E60 K-peil: K40 vanaf 2012 (ook industrie en gebouwen met andere specifieke bestemmingen) Verstrenging maximale U en minimale R-waarden (voor alle werkzaamheden) Haalbaarheidsstudie alternatieve energiebron voor elk nieuw gebouw Eisen renovatie gebouwschil uitwerken komende jaar Meer info op http://www.energiesparen.be/epb/besluiten
Verstrenging EPB-wetgeving (VL) getoetst aan praktijk (haalbaarheidstudie)
Energiebeleid in BHG EPB-wetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ordonnantie houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen van 7 juni 2007. (OEPB) Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen van 21 december 2007. Meer info op www.leefmilieubrussel.be Luik Professionelen / Dossier Energieprestatie van gebouwen
Energiebeleid in BHG EPB-wetgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bestemming Kantoren en diensten Onderwijs EPB-eisen vanaf max. K45 en maximale U of max. K45 en maximale U of 02/07/2011 minimale R-waarden minimale R-waarden max. E75 max. E75 EPB-eisenvanaf 2015 Primair energieverbruik Primair energieverbruik < (90-2,5*C)kWh/m².j (1) < (90-2,5*C)kWh/m².j (1) C=compactheid, de verhouding tussen het beschermd volume en de warmteverliesopp. n50<0,6/h netto energiebehoefte voor verwarming <15 kwh/m².j netto energiebehoefte voor koeling <15 kwh/m².j Overschrijding temperatuur van oververhitting (25 C) < 5% van gebruiksperiode/jaar n50<0,6/u netto energiebehoefte voor verwarming <15 kwh/m².j netto energiebehoefte voor koeling <15 kwh/m².j Overschrijding temperatuur van oververhitting (25 C) < 5% van gebruiksperiode/jaar
Energiebeleid voor scholen Energieprestaties gekoppeld aan subsidievoorwaarden decreet van 22 december 2006 betreffende energieprestaties en binnenklimaat van gebouwen (EPB-decreet) decreet van 7 december 2007 betreffende energieprestaties in scholen -> legt een verstrenging van de energieprestatie-eisen op voor gesubsidieerde werken die onder toepassing van het decreet 22 december 2006 vallen Alle nieuwbouw of verbouwingswerken waarvoor een maximaal peil van primair energieverbruik geldt, dienen een peil van primair energieverbruik te hebben dat niet hoger is dan een peil van E70.
Energiebeleid voor scholen AGIOn-dossiers ingebruikname in 2011-2012 12 12 10 8 6 4 4 2 1 1 0 E70 <E70 >=E60 <E60 >=E50 <E50
Energiebeleid in scholen voor nieuwbouw, herbouw en zware renovatie Bestemming EPB-eisen vanaf 2010 EPB-eisen vanaf 2012 EPB-eisen vanaf 2014 wonen (internaten) max. K45 en max. U/min. R- waarden kantoor en school ASB (sporthallen) industrie (ateliers, werkplaatsen, ) max. K45 en max. U/min. R- waarden max. K45 en max. U/min. R- waarden max. K55 en max. U/min. R- waarden max. E80 max. E100 - - max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. E70 max. E70 - - max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. K40 en max. U/min. R- waarden max. E60 max. E60 - - max. netto energiebehoefte 70 kwh/m² - - -
Energiebeleid in scholen conclusies vanaf 1 januari 2012 is de verstrengde subsidie-eis E70 uitgebreid naar alle schoolgebouwen en internaten in het Vlaamse Gewest vanaf 1 januari 2014 worden de EPB- eisen nog verstrengd, voor alle scholen, internaten, kantoren en woongebouwen wordt dan een E60 geëist E70/E60 geldt daardoor ook voor schoolgebouwen waarvoor geen subsidies bij AGIOn worden aangevraagd ook de maximale U- en minimale R-waarden en het K-peil zijn verstrengd voor de gesubsidieerde scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft de verstrengde subsidie-eis E70 (i.p.v. E75) gelden
Uitdagingen voor scholenbouw totale oppervlakte schoolgebouwenpark = ± 16 M m² 59% van de schoolgebouwen is gebouwd voor 1970 traag bouwproces: termijn initiatiefname -> ingebruikname +/- 5 jaar beperkte financiële middelen onderhoud- en beheerkosten losgekoppeld van investeringen
Renovatiebeleid in scholen actueel decreet van 22 december 2006 betreffende energieprestaties en binnenklimaat van gebouwen (EPB-decreet) decreet van 7 december 2007 betreffende energieprestaties in scholen -> legt een verstrenging van de energieprestatie-eisen op voor gesubsidieerde werken die onder toepassing van het decreet 22 december 2006 vallen Alle nieuwbouw of verbouwingswerken waarvoor een maximaal peil van primair energieverbruik geldt, dienen een peil van primair energieverbruik te hebben dat niet hoger is dan een peil van E70.