Beschouw onderstaande figuur van een plantencel in verschillende milieus. Welke bewering is correct?



Vergelijkbare documenten
Examen Voorbereiding Cellen

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1


Vlaamse Biologie Olympiade 27 ste editie Eerste ronde

Biologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.

Les wetenschappen: biologie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

Samenvatting biologie thema 2

Biologie 1997 Augustus

Studiehandleiding Biochemie I

Biologie (jaartal onbekend)

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen

Samenvatting Biologie Thema 2

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

Celademhaling & gisting

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

ENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL

Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich blijven delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn:

Samenvatting Biologie Thema 1-2

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

Cellen van drie domeinen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Vlaamse Biologie Olympiade 26 ste editie Eerste ronde

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

De eukaryotische cel. Inleiding¹

de cel A&F_MBO_H01.indd :21

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

DE CEL - SUBMICROSCOPISCH

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Vlaamse Biologie Olympiade Eerste ronde

Samenvatting Biologie H1+2

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

Praktische opdracht Biologie Cellen

Cellen aan de basis.

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

5.7. Boekverslag door N woorden 7 november keer beoordeeld 2.2

1: Nanotechnologie. 2: Cellen bekijken


De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL

Samenvatting Biologie Wat is biologie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Naam: Student nummer:

Vlaamse Biologie Olympiade. Niet-discriminerende vragen. Vraag 1 van 30. Vraag 2 van 30. Gelieve eerst onderstaande 3 velden in te vullen: Voornaam:

Begrippen Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Cel en leven

Nederlandse samenvatting

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte Belang van water voor levende wezens 41

van de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie

Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied

Hetzelfde DNA in elke cel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Achtergronden bij het Metabolaspel

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld

Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct?

2. mitochondriën leveren de benodigde energie. Eiwit-flagellen zogen voor de beweging van staart

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

het machtigste leven op aarde erfelijkheid & ordening

Samenvatting Biologie stofwisseling. Begrippen 5,8. Samenvatting door S woorden 2 jaar geleden. 4 keer beoordeeld.

Voortplanting en celdeling

Onderdelen van de cel

Onderdelen van de cel

6,6. Samenvatting door een scholier 2492 woorden 31 mei keer beoordeeld HOOFDSTUK 2 CELLEN IN WERKING

Werkstuk Biologie Erfelijkheid

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Thema 4: DNA t/m paragraaf 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoodstuk 3 cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 t/m 3.3

DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life

Invloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Vragen bij paragraaf 3.1

Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp


Transcriptie:

Vlaamse Biologie Olympiade Gelieve eerst onderstaande 3 velden in te vullen: Voornaam: Naam: Logincode: (controle van eerder ingegeven waarde) Opgaven Biologie Vraag 1 van 25 Beschouw onderstaande figuur van een plantencel in verschillende milieus. Welke bewering is correct? De derde cel bevindt zich in een hypertoon milieu en ondergaat turgor. De eerste cel bevindt zich in een hypertoon milieu en ondergaat turgor. De eerste cel bevindt zich in een hypertoon milieu en ondergaat plasmolyse. De derde cel bevindt zich in een hypertoon milieu en ondergaat plasmolyse. Vraag 2 van 25 Dit schema geeft de stikstofkringloop weer. De paddenstoelen in dit schema zijn... file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 1/9

consumenten van de tweede orde. reducenten. consumenten van de eerste orde. consumenten van de eerste en tweede orde. Vraag 3 van 25 Welke term hoort niet thuis in deze reeks? Centrosoom - centriool - microvillus - microtubulus. Microvillus Microtubulus Centrosoom Centriool Vraag 4 van 25 Je hebt 10 dagen de tijd om het voedselzoekgedrag van twee kolonies reigers te vergelijken. Er zijn verschillende mogelijkheden om je tijd in te delen: 1. In de voormiddag observeer je de eerste kolonie in de namiddag de tweede kolonie. 2. Je observeert op de onpare dagen de eerste kolonie in de voormiddag en de tweede in de namiddag. Op de pare dagen keer je de volgorde om. 3. Je onderzoekt de eerste 5 dagen de eerste kolonie en de laatste 5 dagen de tweede kolonie. 4. Je observeert op onpare dagen de eerste kolonie en op pare dagen de tweede. Rangschik de mogelijkheden van meest betrouwbaar tot minst betrouwbaar. 4 2 3 1 2 4 1 3 4 2 1 3 2 4 3 1 Vraag 5 van 25 file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 2/9

Lees onderstaande tekst over trekvogels van www.natuurkalender.nl. "Vaak vertrekken trekvogels al wanneer het weer en het voedselaanbod nog goed zijn. Omgevingsfactoren hebben dus blijkbaar geen of weinig invloed op de vertrekdatum. Proeven hebben aangetoond dat de timing van trek vaak afhankelijk is van de totale hoeveelheid licht, de daglengte is hier dus bepalend. Verandering van daglengte brengt fysiologische veranderingen teweeg die grote invloed hebben op de stofwisseling. Zo kunnen vogels in korte tijd een vetreserve aanleggen, voldoende voor de lange vliegreis. Wanneer het lichaam van de vogel is voorbereid op de trek, kan de neiging om te beginnen met de trek onder invloed van het weer of van andere factoren worden opgeroepen. De vogelsoorten waarbij hun interne klok zegt wanneer weg te trekken, hebben maar weinig tijd nodig om van trekneiging tot trekdrang te komen en te vertrekken. Dit zijn over het algemeen de langeafstandstrekkers. Vogels waarbij het moment van vertrek bepaald wordt door het weer, kunnen soms maandenlang wachten op het doorslaggevende signaal, zoals een plotselinge temperatuursdaling. Weersomstandigheden spelen een grote rol bij bepaling van het moment van wegtrekken bij korteafstandstrekkers." Welke van de onderstaande conclusies kan men uit deze tekst trekken? 1. De daglengte bepaalt meer de trekneiging dan het voedselaanbod. 2. Evolutionair gezien kan een interne klok inderdaad beter zijn voor langeafstandstrekkers dan voor vogels die maar een korte route moeten afleggen. 3. Het voedselaanbod speelt voor beide groepen van trekvogels maar een secundaire rol. 4. Weersomstandigheden spelen totaal geen rol bij langeafstandstrekkers. Alle vier de conclusies Conclusie 1 en 2 Conclusie 1, 2 en 3 Alleen conclusie 1 Vraag 6 van 25 Welk van onderstaande elementen speelt GEEN rol in de omzetting van informatie vanuit het DNA naar eiwitten? DNA polymerase mrna trna RNA polymerase Vraag 7 van 25 Welke eigenschap(pen) van fosfolipiden maken ze speciaal voor de opbouw van cellulaire membranen? Ze zijn hydrofiel. Ze zijn zowel hydrofoob als hydrofiel. Ze zijn hydrofoob. Ze absorberen gemakkelijk water. Vraag 8 van 25 De lichtafhankelijke reacties van de fotosynthese resulteren in de vorming van O 2 file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 3/9

NADPH + H + ATP Alle bovenstaande producten Vraag 9 van 25 Hieronder staan vier stellingen weergegeven. 1. De glycolyse is de afbraak van glucose tot pyruvaat. 2. Sommige reacties in de glycolyse vereisen energie-input. 3. Glucose kan enkel omgezet worden in pyruvaat onder aerobe omstandigheden. 4. Tijdens de glycolyse worden de energierijke verbindingen ATP en NADH + H + gevormd. Welke van deze stellingen zijn juist? Alle stellingen behalve stelling 4 zijn juist. Enkel stelling 1 is juist. Alle stellingen behalve stelling 3 zijn juist. Alle stellingen zijn juist. Vraag 10 van 25 Dieren die sterk geconcentreerde urine produceren kunnen bijkomend water resorberen ter hoogte van... de cloaca. de lus van Henle. de buisjes van Malpighi. het kapsel van Bowman. Vraag 11 van 25 Stel dat een cel met 2n=48 chromosomen drie maal mitotisch deelt. Hoeveel chromosomen telt elk van de dochtercellen dan uiteindelijk? 16 12 48 6 Vraag 12 van 25 Bij de chemische analyse van de basen van het DNA afkomstig van een bepaald organisme vindt men dat 23% van de basen adenine is. De procentuele samenstelling van de basen van het DNA is dan: 23% adenine, 23% cytosine, 27% guanine en 27% uracil 23% adenine, 27% cytosine, 27% guanine en 23% uracil 23% adenine, 23% cytosine, 27% guanine en 27% thymine 23% adenine, 27% cytosine, 27% guanine en 23% thymine Vraag 13 van 25 file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 4/9

Vul aan. Twee-eiige tweelingen kunnen ontstaan doordat... bij de eerste klievingsdeling beide dochtercellen loskomen en elk tot een volwaardig embryo uitgroeien. een dubbele eisprong heeft plaatsgegrepen en elk eitje bevrucht werd. twee eicellen bevrucht worden door hetzelfde spermatozoön. een eicel bevrucht wordt door twee spermatozoïden. Vraag 14 van 25 Paleontologie (studie van vroeger op aarde aangetroffen organismen, hun overblijfsels of verwijzingen naar hun bestaan) levert veel indicaties ter ondersteuning van de evolutietheorie, gelanceerd door Charles Darwin. Welke bewering stemt overeen met de vaststellingen die men doet bij deze studie? Eukaryote levensvormen worden teruggevonden in de oudste aardlagen. Oudere aardlagen bevatten minder complex georganiseerde levensvormen. Oudere aardlagen bevatten meer complex georganiseerde levensvormen. In alle aardlagen worden dezelfde soorten organismen aangetroffen. Vraag 15 van 25 Ruminococcus flavefaciens is een anaerobe bacterie die leeft in de pens (rumen) van runderen, schapen en geiten. Ruminococcus flavefaciens breekt het cellulose dat aanwezig is in het plantaardig voedsel van deze herbivoren, af. Cellulose is... een onvertakt polysacharide. een vertakt polysacharide. een proteïne. een oligosacharide. Vraag 16 van 25 Het Golgi-systeem verwerkt eiwitten en vetten. Deze grondstoffen worden aangevoerd met transportblaasjes, die afkomstig zijn van een celorganel. Welk celorganel? De lysosomen De celkern De ribosomen Het endoplasmatisch reticulum Vraag 17 van 25 Wanneer de dokter je antibiotica voorschrijft, vraagt hij of zij je vaak om de antibiotica te nemen tot de voorgeschreven hoeveelheid is opgenomen. Welke is de reden hiervoor? Wanneer bacteriën die beter resistent zijn tegen het antibioticum overleven, zou dit resistentie kunnen bespoedigen. Antibiotica zijn duur om te produceren, en ze niet gebruiken is weggesmeten geld. Antibiotica hebben tijd nodig om doorheen de dikke celwand van bacteriën heen te dringen. Virussen hebben een hoge dosis antibiotica nodig om gedood te worden. file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 5/9

Vraag 18 van 25 Hieronder is een voedselweb te zien. Welke van de volgende uitspraken zijn waar? 1. Gras en vlierbessen zijn producenten. 2. Adders zijn consumenten van de 2de, 4de en 6de orde. 3. Sprinkhanen zijn zowel producenten als consumenten van de 1de orde. 4. Koolmezen zijn consumenten van de 1ste en 3de orde. Uitspraken 1 en 4 Uitspraken 1, 2 en 4 Uitspraken 2 en 3 Uitspraken 1 en 3 Vraag 19 van 25 In de film "Finding Nemo" kan clownvis Nemo op een bepaald ogenblik uit een aquarium ontsnappen door in een WC te sringen en via de waterafvoer terug naar zee te zwemmen. In de realiteit kunnen zoutwatervissen zoals clownvissen niet overleven in zoet water en dus ook niet in WC-water. Waardoor komt dit? Hun cellen geven door osmose zouten af waardoor hun metabolisme verstoord wordt en ze sterven. Hun cellen geven door diffusie zout af, waardoor hun metabolisme verstoord wordt en ze sterven. Hun cellen geven door osmose water af, waardoor ze uitdrogen en sterven. Hun cellen nemen door osmose water op, waardoor ze opzwellen en sterven. Vraag 20 van 25 DNA wordt in plantencellen teruggevonden in de kern, het endoplasmatisch reticulum, de mitochondria en de chloroplasten. file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 6/9

de mitochondria en de kern. de kern. de chloroplasten, mitochondria en de kern. Vraag 21 van 25 Je ziet hier een röntgenfoto van een borst. De lichtgrijze en witte lijnen zijn de ligamenten van Cooper die een ondersteunende functie hebben en waarvan de vorming voor een groot deel afhankelijk is van de mechanische stress op de borst. De ligamenten bestaan voor het grootste deel uit het eiwit collageen. Fibroblasten zijn cellen die instaan voor de synthese van deze extracellulaire eiwitten. Welke celstructu(u)r(en) is/zijn NIET betrokken in de synthese van deze eiwitten? Golgi-apparaat Ruw endoplasmatisch reticulum Excretieblaasjes Centriolen Vraag 22 van 25 De reactie hieronder stelt volgend proces voor: Glucose + 2 ADP + 2 P i + 2 NAD + à 2 pyrodruivenzuur + 2 ATP + 2 NADH + 2 H + Celademhaling Oxidatieve fosforylatie Glycolyse Citroenzuurcyclus Vraag 23 van 25 In onderstaande grafiek werd het percentage geopende huidmondjes bij 2 verschillende plantensoorten gevolgd gedurende 24 uur, startend en eindigend om middernacht. Welke conclusie is juist? file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 7/9

Er valt niet af te leiden welke plant beter aangepast is aan een droge, zonnige omgeving Beide planten zijn even goed aangepast om te groeien in een droge, zonnige omgeving. Phalaenopsis is beter aangepast om te groeien in een droge, zonnige omgeving. Arabidopsis is beter aangepast om te groeien in een droge, zonnige omgeving. Vraag 24 van 25 We nemen een afgesloten compartiment met een plant. Men geeft de plant water dat gemerkt is met 18 O: een stabiele doch zeldzame (0,2%) zuurstof-isotoop die te onderscheiden is van 16 O, de meest abundante, natuurlijke, zuurstof-isotoop. Na een paar dagen gaan we na waar het gemerkte zuurstof zich bevindt. Waar is het 18 O terug te vinden? In de CO 2 die de plant uitstoot. In het water dat de plant uitstoot. In de suiker die de plant aanmaakt. In het zuurstofgas dat de plant uitstoot. Vraag 25 van 25 Een bijenstaat bestaat uit vrouwtjes (de koningin en de werksters) en mannetjes (de darren). Een mannetje ontstaat uit een onbevruchte eicel, een vrouwtje uit een bevruchte. De voeding bepaalt of een bevruchte eicel al dan niet een koningin wordt. Ook werksters kunnen eieren leggen, hoewel dat niet vaak wordt waargenomen. Welke van onderstaande stellingen is juist? De koningin vormt voortplantingscellen door meiose, de dar en de werkster door mitose. De koningin en werkster vormen voortplantingscellen door meiose, de dar door mitose. De koningin en de dar vormen voortplantingscellen door meiose, de werkster door mitose. De werkster en de dar vormen voortplantingscellen door meiose, de koningin door mitose. Klik op de knop "Verstuur" om je antwoorden door te sturen. Dit is dan meteen ook het einde van de toets. Na versturen komt een overzichtspagina met je verstuurde antwoorden. Verstuur file:///c:/2014%20-%20olympiades%20actueel/ronde%201/vbo/icts/vbo_29jan2014.html 8/9