Factsheet vsv-cijfers en nieuwe meetsystematiek vsv-cijfers Vsv-cijfers geven inzicht in de omvang en opbouw van de groep voortijdig schoolverlaters (vsv ers) over heel Nederland per RMC-regio, gemeente, onderwijsinstelling en school. Deze cijfers zijn beschikbaar per jaar na afloop van een schooljaar, maar ook per maand over de afgelopen maand in het huidige schooljaar. Met de maandcijfers kunnen scholen en gemeenten in een vroeg stadium ingrijpen en mogelijk uitval van jongeren voorkomen. Met de jaarcijfers is een analyse op detailniveau over meerdere jaren mogelijk. vsv jaarcijfers - the basics: De vsv-jaarcijfers van een convenantjaar worden na afloop van het schooljaar bekend gemaakt; in het voorjaar eerst de voorlopige resultaten (op basis van de teldatum 1 oktober) en in het najaar daarop vervolgens de definitieve resultaten (ook op basis van de teldatum 1 oktober, maar op basis van een later fotomoment). Ter illustratie: in het voorjaar van 2013 worden de voorlopige cijfers van het voorgaande schooljaar 2011-2012 bekend gemaakt. In het najaar van 2013 volgen de definitieve cijfers. De gegevens hebben de status 'voorlopig' omdat de gegevens aangeleverd zijn door de onderwijsinstellingen, maar nog niet zijn gecontroleerd door een accountant. Na controle worden de voorlopige cijfers vervangen door de definitieve cijfers. De afrekening met de onderwijsinstellingen vindt plaats op basis van deze definitieve cijfers. De vsv-jaarcijfers zijn openbaar en worden gepubliceerd in de volgende vsv-cijferproducten; de VSV-verkenner, de VSV-atlas, in factsheets voor mbo-instellingen en RMC-regio s en in de DUO-cijfertabellen. Meer informatie over de cijferproducten op www.aanvalopschooluitval.nl/cijfers en vraag en antwoord op www.aanvalopschooluitval.nl/vraag-en-antwoord/cijfers Wat wordt er anders? Nieuwe meetsystematiek op basis van percentages en normen De vsv-cijfers van het convenantjaar 2010-2011 (laatste jaar oude convenanten) en 2011-2012 (verlengingsjaar) worden op basis van absolute aantallen weergegeven. Vanaf convenantjaar 2012-2013 wordt er met percentages en normen gewerkt i.p.v. absolute aantallen. Voor het convenantjaar 2011-2012 worden de jaarcijfers enkel op basis van absolute aantallen weergegeven. In de vsv-cijferproducten met de voorlopige jaarcijfers van het convenantjaar 2012-2013, in het voorjaar van 2014, worden de normen en percentages voor het eerst zichtbaar.
Convenantjaar Status Publicatie in Oude convenanten / in absolute aantallen 2010-2011 voorlopig voorjaar 2012 (reeds gepubliceerd) definitief najaar 2012 Verlengingsjaar oude convenanten/ in absolute aantallen 2011-2012 voorlopig voorjaar 2013 definitief najaar 2013 Nieuwe convenanten / percentages en normen per schoolsoort* 2012-2013 2013-2014 2014-2015 * ook nog in absolute aantallen voorlopig definitief najaar 2014 voorlopig voorjaar 2015 definitief najaar 2015 voorlopig voorjaar 2016 definitief najaar 2016 Correctie cijfers op basis van onterecht als vsv er geregistreerd (zgn. witte vlekken ) Door gebruik van meerdere informatiebronnen wordt, onder voorbehoud van goedkeuring van nog enkele lopende wetstrajecten door de Tweede en Eerste Kamer, het merendeel van de circa 4.000 jongeren die onterecht als vsv er geregistreerd staan uit de vsv-jaarcijfers gehaald. Het nettoresultaat van deze correctie is zichtbaar in het voorjaar van 2014 (voorlopige jaarcijfers 2012-2013) en komt ten goede aan vo-scholen en mbo-instellingen die te maken hebben met jongeren die eerder ten onrechte als vsv er werden geteld. Jongeren die uit de tellingen worden gehaald: Jongeren die overstappen vanuit regulier bekostigd onderwijs naar niet-bekostigd, erkend onderwijs Jongeren met een vrijstelling van de leerplicht Jongeren met een mbo-1 diploma (entreeopleiding) en een baan van minstens 12 uur op de teldatum van 1 oktober Jongeren die op 1 oktober als vsv er zijn geteld, maar in de daaropvolgende maanden oktober, november of december alsnog een startkwalificatie halen (verlate startkwalificatie). Jongeren die van het vmbo en het mbo naar de politieschool of defensieopleidingen gaan. (N.B. Het merendeel van de politie- en defensieopleidingen is inmiddels vormgegeven in samenwerking met een ROC en hiermee reeds geregistreerd in BRON.) Eerstejaars nieuwkomers (buitenlandse jongeren die hier worden opgevangen) ookwel bekend als ISK-leerlingen, anderstaligen, asielzoekers of vreemdelingen. Jongeren die uit het regulier onderwijs direct doorstromen naar een school in het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Vsv-maandcijfers - de basics: Via de Beveiligde Site van DUO hebben scholen, gemeenten en RMC-coördinatoren toegang tot de maandrapportages relatief verzuim (op basis van gegevens uit het digitaal verzuimloket ) en absoluut verzuim (op basis van de gegevens uit BRON). De relatief verzuimrapportages bevatten gegevens over (kortdurend) verzuim, de maandrapportages absoluut verzuim geeft o.a. met de rapportage uitschrijvingen zonder startkwalificaties het aantal nieuwe, potentiële voortijdig schoolverlaters weer. De vsv-maandrapportages zijn per maand gedurende het actuele convenantjaar beschikbaar. Deze worden na afloop van de maand in de werkweek na het eerste volledige weekend (op basis van de mutaties van de scholen) gepubliceerd via de beveiligde site. Na drie maanden verwijdert DUO de maandrapportages van de beveiligde site. De maandrapportages zijn niet openbaar, o.a. vanwege de privacygevoelige gegevens. Rapportages zijn op te halen door personen die door de scholen/instellingen/ gemeenten geautoriseerd zijn.
Meer informatie over de maandrapportages www.ibgroep.nl/zakelijk/verzuim/maandrapportage/algemeen.asp en www.aanvalopschooluitval.nl/cijfers/vsv-maandrapportages Vraag en antwoord www.aanvalopschooluitval.nl/vraag-enantwoord/cijfers/maandrapportages Wat wordt er anders? Extra maandrapportages per schooljaar over de maanden oktober, november en december De maandrapportages absoluut verzuim van een schooljaar lopen nog drie maanden door na afloop van het schooljaar. In plaats van 12 maandrapportages zijn er dus 15 maandrapportages beschikbaar per schooljaar. De mutaties die nog plaatsvinden vanaf de peildatum 1 oktober tot en met 31 december na afloop van het schooljaar worden verwerkt in de maandrapportages van oktober, november of december na afloop van het schooljaar (maandrapportage 13, 14 en 15) betrekking hebbend op het schooljaar 2011-2012. Het eerste schooljaar waar extra maandrapportages voor beschikbaar zijn is 2011-2012. Het cumulatieve totaal van de maandrapportages van dit schooljaar (op basis van de maandrapportages op 1 januari 2013) en het vsv-jaarcijfer over het convenantjaar 2011-2012 zullen zo dichter bij elkaar komen te liggen dan in voorgaande jaren het geval was. Jongeren die een verlate startkwalificatie gehaald hebben (in de maanden oktober tot en met december 2012) worden wel zichtbaar in de extra maandrapportages over het schooljaar 2011-2012, maar niet in de jaarcijfers 2011-2012 omdat dit schooljaar een overgangsjaar betreft, waarin de nieuwe meetsystematiek nog niet van kracht is. Maandrapportages op basis van percentages en normen Vanaf convenantjaar 2012-2013 worden de vsv cijfers volgens de nieuwe meetsystematiek op basis van percentages en normen per schoolsoort weergegeven. Voor gemeenten en RMC-regio's worden de normpercentages ook berekend. De gemeenten, RMC-regio s en scholen krijgen deze overzichten voor hun eigen gemeente, RMCregio danwel school. Deze percentages zijn een toevoeging aan de rapportages (op basis van absolute aantallen) die het veld nu al krijgt. Het eerste cijferproduct dat wordt aangepast zijn de maandrapportages van november 2012 (over oktober 2012). Voorbeeld maandrapportage voor het MBO doel Mbo2 opleidingen 13,50% 11,50% 10,00% convenantjaar stand 2012/2013 2013/2014 2014/2015 01 november 12 (15,67%) 01 december 15 (19,04%) 01 januari 25 (39,41%) 01 februari 16 (19,99%) 01 maart 01 april 01 mei 01 juni 01 juli 01 augustus 01 september 01 oktober doel Mbo3/4 opleidingen 4,25% 3,50% 2,75% convenantjaar stand 2012/2013 2013/2014 2014/2015 01 november 120 (15,67%) 01 december 150 (19,04%) 01 januari 250 (39,41%) 01 februari 160 (19,99%) 01 maart 01 april 01 mei 01 juni 01 juli 01 augustus 01 september 01 oktober 3
Correctie maandcijfers op basis van onterecht als vsv er geregistreerd (zgn. witte vlekken ) Voor een deel van de jongeren die nu onterecht als vsv er geregistreerd staan is het mogelijk ze op maandbasis uit de maandrapportages te corrigeren. Het gaat om leerlingen die overstappen naar het niet-bekostigd onderwijs en leerlingen die overstappen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. De overige categorieën leerlingen kunnen niet gecorrigeerd worden in de maandcijfers. Dit staat los van het streven deze witte vlekken wel op jaarbasis te corrigeren vanaf het convenantjaar 2012-2013. De groep voortgezet speciaal onderwijs en pro wordt vanaf het schooljaar 2012-2013 gecorrigeerd over de maand oktober 2012. Niet-bekostigde instellingen zijn vanaf 2012 verplicht om gegevensset aan te leveren aan bron. Slechts een beperkt aantal niet-bekostigde instellingen registreert momenteel hun gegevensset in bron. DUO en VSV benaderen niet-bekostigde instellingen actief om aan te sluiten op bron. Vanaf januari 2013 worden de leerlingen die overstappen naar een erkende niet-bekostigde instelling verwerkt in de maandrapportages. Overige aanpassingen maandrapportages: Aanpassingen algemeen Locatiecode toevoegen Voor BVE de NHR code en voor VO het vestigingsvolgnummer. Aanpassing datum einde In alle rapporten waarbij de einddatum voorheen gevuld werd met 2199, wordt dit veld nu leeg opgevuld. RMC code en gemeentecode meeleveren Aanpassingen rapportage absoluut verzuim / uitschrijving zonder startkwalificatie Bij de melding relatief verzuim een uitsplitsing maken of dit een wettelijk of nietwettelijk verzuim betreft. In rapportages bij datum uitschrijving de tot en met datum gebruiken i.p.v. de tot datum. Toevoegen reden uitschrijving MBO Het betreft de volgende redenen: 1. Persoonsgebonden factoren waar de instelling in principe absoluut geen invloed op kan uitoefenen; 2. Persoonsgebonden factoren waarbij de instelling in principe niets kan doen aan de oorzaken maar wellicht wel aan de opvang; 3. Instellingsgebonden factoren; 4. Studie- en beroepskeuzegebonden factoren; 5. Arbeidsmarkt- en (externe) omgevingsfactoren; 6. Zonder diploma, maar wel succesvol / afgesproken resultaat behaald; 7. Onbekend; 8. Geen uitval. Startset inschrijvingen Begin november wordt er een startset gemaakt van alle inschrijvingen die op dat moment bekend zijn. N.B. deze set is aan veranderingen onderhevig, omdat er mutaties binnen kunnen komen na 1/10. Niveau bepaling wordt als nieuw veld in de A rapportages opgenomen N.B.: Door de invoering van de domeinen is het lastiger om het niveau direct uit de Crebo te halen. Personen die naar het PRO en (V)SO gaan worden uitgesloten Aanpassingen relatief verzuim rapportages: Uniformeren rapportages Cumulatief overzicht van de niet gesloten meldingen toevoegen N.B. omdat er niet uniform gewerkt wordt kan geen zekerheid gegeven worden of dit een compleet overzicht is van alle meldingen waar aan gewerkt wordt. Leeftijd op datum begin verzuim toevoegen 4
Nieuwe meetsystematiek De doelstelling voor het tegengaan van voortijdige schooluitval (vsv) is aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. Voor de periode 2012-2015 zijn nieuwe prestatiegerichte convenanten afgesloten tussen het ministerie van OCW, scholen en gemeenten om zich ook de komende jaren gezamenlijk in te zetten om het aantal nieuwe vsv ers verder te verminderen. Hiervoor stelt het OCW prestatiesubsidie en vsv-regiomiddelen beschikbaar. Meer informatie en vraag en antwoord www.aanvalopschooluitval.nl/beleid/vsv-aanpak-2012-2015 Berekeningswijze van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters De basis van de meetsystematiek blijft volledig hetzelfde. Ook de definitie van een voortijdig schoolverlater voor het convenant en de vsv-subsidieregelingen blijft ongewijzigd. Het gaat om de uitval uit het bekostigd vo en mbo. Van de jongeren die op 1 oktober jaar t staan ingeschreven in het bekostigd vo en mbo, wordt bepaald of zij een jaar later een nieuwe vsv er zijn geworden. De basis hiervoor blijft BRON. Wel wordt de bestaande meetsystematiek aangescherpt. Correctie jaarcijfers op basis van onterecht als vsv er geregistreerd (zgn. witte vlekken ) Door gebruik van meerdere informatiebronnen wordt, onder voorbehoud van goedkeuring van de wetstrajecten door de Tweede Kamer, het merendeel van de circa 4.000 jongeren die onterecht als vsv er geregistreerd staan uit de vsv-jaarcijfers gehaald. Het nettoresultaat van deze correctie is pas zichtbaar in het voorjaar van 2014 (voorlopige jaarcijfers 2012-2013) en komt ten goede aan voscholen en mbo-instellingen die te maken hebben met jongeren die eerder ten onrechte als vsv er werden geteld. Jongeren die uit de tellingen worden gehaald: Correctie op jaarcijfers Toelichting Wanneer 1. Jongeren die overstappen vanuit regulier bekostigd onderwijs naar nietbekostigd, erkend onderwijs 2. Jongeren met een vrijstelling van de leerplicht 3. Jongeren met een mbo-1 diploma (entreeopleiding) en een baan van minstens 12 uur op de teldatum van 1 oktober. Niet-bekostigde instellingen zijn vanaf 2012 verplicht om gegevensset aan te leveren aan bron. Slechts een beperkt aantal niet-bekostigde instellingen registreert momenteel hun gegevensset in bron. DUO en VSV benaderen niet-bekostigde instellingen actief om aan te sluiten op bron. Wetsvoorstel registratie vrijstellingen is in voorbereiding. Vrijstellingen worden gecorrigeerd over peilmoment 1 oktober t+1 (vrijstelling moeten uiterlijk op 1 juli voorafgaand aan het schooljaar zijn aangevraagd). Wetsvoorstel voor datakoppeling uwv bron is in voorbereiding. 2013) onder voorbehoud van volledige registratie door niet-bekostigde instellingen. 2013) onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring en registratie door leerplichtambtenaar. voorjaar of najaar 2014 (voorlopige of definitieve cijfers 2012-2013) afhankelijk van voortgang wetstraject. Bepalend is of op peilmoment 1 oktober t+1 deze jongeren een baan hadden. 5
4. Jongeren die op 1 oktober als vsv er zijn geteld, maar in de daaropvolgende maanden oktober, november of december alsnog een startkwalificatie halen (verlate startkwalificatie). 5. Jongeren die van het vmbo en het mbo naar de politieschool of defensieopleidingen gaan. 6. Eerstejaars nieuwkomers (buitenlandse jongeren die hier worden opgevangen) ook wel bekend als ISK-leerlingen, anderstaligen, asielzoekers of vreemdelingen. 7. Jongeren die uit het regulier onderwijs direct doorstromen naar een school in het (voortgezet) speciaal onderwijs. 8. Jongeren uit het praktijkonderwijs (PRO) De examengegevens uit BRON (oktober t/m december jaar t + 1) wordt gebruikt als schraplijst op de vsv-lijst in de convenantcijfers. Het merendeel van de politie- en defensieopleidingen is inmiddels vormgegeven in samenwerking met een ROC. Zodoende is een aparte registratie niet zinvol. Deze jongeren worden buiten de startpopulatie gehouden. Onder het oude convenant werden deze jongeren wel in de startpopulatie meegenomen en konden daardoor ook vsv er worden. Door ze buiten de startpopulatie te houden, kunnen deze jongeren ook geen vsv er worden. Als een leerling in de loop van het jaar t uit het vo stroomt, maar op 1-10 jaar t+1 een inschrijving in het (v)so heeft, is het geen vsv- er. Als een leerling in de loop van het jaar t uit het vo stroomt, maar op 1-10 jaar t+1 een inschrijving in het PRO heeft, is het geen vsv- er. 2013). Correctie loopt automatisch mee in broncijfers. Jongeren zitten niet in de startpopulatie 2013) 2013) Prestatiesubsidie op basis van procentuele norm De prestatiesubsidie over schooljaar 2012-2013 tot en met 2014-2015 wordt berekend op basis van een procentuele norm in plaats van toekenning op basis van reductie van absolute aantallen vsv ers (op basis van het convenant 2008-2012). Reden voor procentuele normen: houdt rekening met groei en krimp van scholen en draagt eraan bij dat scholen die nauwelijks nog vsv ers kunnen verminderen het aantal vsv ers laag houden. De prestatiesubsidie over schooljaar 2012-2013 tot en met 2014-2015 wordt berekend obv 6 procentuele normen (waarmee het aantal vsv ers t.o.v. het aantal deelnemers wordt uitgedrukt): - 3 voor het voortgezet onderwijs (onderbouw, bovenbouw vmbo, en bovenbouw havo/vwo) - 3 voor het mbo (mbo-1, mbo-2 en mbo 3-4). Onderwijsinstellingen kunnen per jaar dus voor maximaal drie normen de prestatiesubsidie ontvangen. 6
De normen zijn als volgt: VO Onderbouw Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo/vwo (bestaat uit leerjaar 4,5 en 6) 2012-2013 2013-2014 2014-2015 1,0% 1,0% 1,0% 4,0% 4,0% 4,0% 0,5% 0,5% 0,5% MBO Mbo1 Mbo2 Mbo3/4 2012-2013 2013-2014 2014-2015 32,5% 27,5% 22,5% 13,5% 11,5% 10% 4,25% 3,5% 2,75% Als een of meerdere normen worden gehaald, volgt prestatiesubsidie. Deze wordt achteraf, op basis van de definitieve vsv-cijfers per schooljaar, uitgekeerd per Brin-nummer. Geen bevoorschotting meer. De eerste keer dat prestatiesubsidie wordt uitgekeerd is in september/oktober 2014. Daarna ook in oktober 2015 en oktober 2016. In het mbo is er een aantal instellingen dat ver boven de norm zit, en niet binnen een jaar onder de norm kan komen. Om ook hen te stimuleren nog verder te dalen, krijgen mbo-instellingen die in een jaar minimaal 1%-punt dalen eveneens prestatiesubsidie (mbo-1 minimaal 2%-punt daling). Het laten oplopen van het vsv-percentage wordt gecorrigeerd in de prestatiesubsidie: als instellingen hun vsv-percentage twee jaar lang laten oplopen, maar wel nog steeds onder de vsvnorm blijven, volgt geen prestatiesubsidie. Eén jaar oploop (maar wel onder de norm) kan buiten de schuld om van de school gebeuren. Daarom ontvangen scholen pas na het tweede jaar oploop geen prestatiesubsidie. Factsheet vsv-cijfers en nieuwe meetsystematiek - versie 1.0 26-9-2012 7