Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).



Vergelijkbare documenten
Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Weekdieren van de Habitatrichtlijn,

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

De soorten van het leefgebiedenbeleid 121

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana ) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

Platte schijfhoren (Anisus vorticulus) H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (sinds 2004)

Natura 2000 profielen soorten. Inleiding

Alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere De Nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. Jaap de Boer Stichting ANEMOON

ZEGGEKORFSLAK VERTIGO MOULINSIANA (DUPUY, 1849) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)

Behoud van populaties van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) in het kader van het Herstelplan Hollands Duin.

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

Monitoring van Nauwe korfslak Vertigo angustior in het Noordhollands Duinreservaat Inventarisatiejaar 2013

Herstelstrategie Grote-zeggenmoeras (leefgebied 5)

Gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) H Status:

Kevers van de Habitatrichtlijn,

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese Habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2008

Nauwe korfslak Vertigo angustior

de nauwe korfslak VERTIGO ANGUSTIOR in nederland

De soorten van het leefgebiedenbeleid 111

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

De Zeggekorfslak: bedreigdy maar wijder verspreid dan gedacht

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

PLATTE SCHIJFHOREN ANISUS VORTICULUS (TROSCHEL, 1834) Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)

MOLLUSKEN (LANDSLAKKEN- EN ZOETWATER WEEKDIEREN)

Vale vleermuis (Myotis myotis) H Status. 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen


Grote vos Nymphalis polychloros

Notitie Quickscan flora en fauna

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie b

Zeggekorfslak Vertigo moulinsiana

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten

Heideblauwtje Argus-Bläuling en Heivlinder Ockerbindinger Samtfalter. in de Nederlands-Duitse Grensstreek. Jan Hermans NHGL Peter Kolshorn - BSKS

Vegetatie duinen,

RUD mevrouw L. Kuiper I de heer C.F.P Vrolijk Wnb project Beheermaatregelen Waternet Amsterdamse Waterleidingduinen, Zandvoort

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

KLEVERIGE POELSLAK MYXAS GLUTINOSA DRAPARNAUD, Tekst R.H. de Bruyne, A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld (Stichting ANEMOON)

wetenschappelijke naam vegetatietype

Voorkomen Nauwe korfslak nabij natuurbrug Zeeweg, Bloemendaal

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Natuurbeheer, bescherming en biotoopeisen van drie bijzondere Nederlandse slakken: de Nauwe korfslak, de Zeggekorfslak en de Platte schijfhoren

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

HET VLIEGEND HERT IN GELDERLAND VINCENT KALKMAN & SANDER WIJDEVEN

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

DE NAUWE KORFSLAK NAUWKEURIGER BEKEKEN RYKEL DE BRUYNE

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Purperslak en wulk en aangroeiwerende verven,

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei

Vogelrichtlijn Bijlage I (sinds 1985). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel.

Bijlage VMBO-GL en TL

Herstelstrategie Zoom, mantel en droog struweel van de duinen (leefgebied 12)

ANEM-2013 EINDRAPPORTAGE

Onderzoek naar de verspreiding van de Wijngaardslak Helix pomatia op basis van bestaande gegevensbronnen

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Vegetatie duinen,

Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) H Status: 2. Kenschets. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994)

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Draaihals, verdwenen als broedvogel op de Meinweg

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

Ecologische monitoring

BILAN. RAPPORT 2006 Nijmegen - (GLD) - Nijmegen, Winckelsteegh DEFINITIEF CONCEPT. Veldonderzoek naar rode eekhoorn

Embryonale wandelende duinen (H2110) Verkorte naam: Embryonale duinen

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ecologisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan voor een terrein ten zuiden van Harmelen

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

Wat is essentaksterfte?

Pimpernelblauwtje (Maculinea teleius) H1059

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Vegetatie duinen,

Wat valt er te kiezen?

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Notitie flora en fauna

Grijze zeehond (Halichoerus grypus) H Status. 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Flora van open moerassen,

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Transcriptie:

Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H1014 1. Status: Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). 2. Kenschets Beschrijving: De Nauwe korfslak is een klein landslakje met een linksgewonden huisje. Dat wil zeggen dat de spiraal vanaf de mondopening naar boven met de klok mee loopt. De huisjes zijn geelbruin tot roodbruin, fijn geribd en hooguit 1,9 mm hoog en 1,0 mm breed. In de mondopening zitten vijf tot zes tandplooien. De dieren planten zich geslachtelijk voort, maar zijn mogelijk ook zelfbevruchtend. De soort leeft in en onder het bodemstrooisel en tussen de begroeiing op vochtige, vaak min of meer kalkrijke terreinen. Vanwege de geringe afmetingen wordt de soort regel over het hoofd gezien. Nauwe korfslakken kunnen vrijwel het hele jaar door worden waargenomen. Het zijn relatief snelgroeiende dieren, die binnen enkele maanden geslachtsrijp zijn. De meeste volwassen exemplaren vindt men in de zomer en in het najaar, tussen maart en oktober. Dan worden ook de meeste eieren gelegd, die binnen enkele weken kunnen uitkomen. De eieren zijn relatief groot voor een landslak en een legsel is klein. Hoewel in strenge winters aanzienlijke sterfte kan optreden, kunnen de eieren en de volwassen Nauwe korfslakken op geschikte plaatsen ook overwinteren. Onlangs is tijdens een relatief zachte winter waargenomen dat de dieren groepsgewijs overwinteren in de mosvegetatie. Relatief belang binnen Europa: zeer groot Het verspreidingsgebied van de Nauwe korfslak omvat Europa, behalve het zuiden en noorden, en verder Turkije en Noord-Iran. In Europa heeft de Nauwe korfslak een ruime verspreiding, lopend van Zuid-Scandinavië tot aan de lijn Midden-Spanje - Griekenland en van de Britse eilanden tot de Oekraïne. De soort komt in vrijwel alle EU-landen voor, maar het gaat vrijwel steeds om kleine plaatselijke populaties. Het is echter nog niet goed mogelijk de voorkomens binnen de verschillende EU-landen onderling kwantitatief te vergelijken. Evenmin is het mogelijk een kaartje van Europa te presenteren waarin de relatieve populatiegroottes per land worden gepresenteerd. Voor meerdere landen, waaronder Nederland, geldt dat het aantal nieuwe vindplaatsen jaarlijks toeneemt, waaruit blijkt dat de verspreidingsbeelden nog incompleet zijn. Ondanks bovengenoemde beperkingen, kan wel gesteld worden dat de Nederlandse populatie een groot aandeel vormt binnen Europa. In Engeland, Ierland, noordwest Duitsland, België en west Frankrijk lijkt de Nauwe korfslak zeldzamer dan bij ons. Van Denemarken is de soort zelfs recentelijk niet meer teruggemeld. Dat betekent dat ook binnen de Atlantische regio het belang van de Nederlandse populaties zeer groot is. 3. Ecologische vereisten Leefgebied: De Nauwe korfslak wordt vooral, maar niet uitsluitend, aangetroffen in kalkrijke duinen. De dieren leven op plaatsen waar een zo gelijk mogelijke luchtvochtigheid heerst en waar zowel de kans op uitdrogen als de kans op overstroming gering is. Het gaat daarbij vooral om ruimtelijke overgangen van nat naar droog, bijvoorbeeld halverwege hellingen. De Nauwe korfslak leeft hoofdzakelijk maar niet uitsluitend in bladstrooisel. De soort zit ook op boomstronken en de voet van boomstammen, vooral waar het licht en warm is. De soort wordt vooral in het bladstrooisel gevonden, tussen mossen en grassen onder en in de buurt van struiken en bomen in meer open duingebieden. In de Nederlandse duinen wordt de 363

Nauwe korfslak vaker bij populierachtigen gevonden dan bij andere soorten bomen en struiken. Ook in het bladstrooisel onder en nabij meidoorn, liguster en duindoorn is de kans om de soort aan te treffen relatief groot. Onder en nabij naaldbomen en eiken is de Nauwe korfslak weinig of niet aanwezig. In de zuidelijkere duingebieden, zoals op Voorne komt de Nauwe korfslak met relatief hoge dichtheden voor. Daar wordt de soort ook regel aangetroffen tussen vegetaties met veel soorten kruiden. Voedsel: Over het precieze voedsel van de Nauwe korfslak is weinig bekend. Het bestaat uit afgestorven organisch materiaal dat meestal op de bodem ligt (detritus), zowel rottend organisch materiaal van niet houtige planten en micro-organismen als schimmels die zijn geassocieerd met dit rottingsproces. De soort lijkt zich onder meer te voeden met bepaalde algen en schimmels op boomschors, rottend hout en wortels en stengels van grassen en zeggen. 4. Huidig voorkomen Onderstaande kaart geeft de verspreiding en het verspreidingsgebied van de Nauwe korfslak in Nederland weer op basis van 10x10 km-hokken. Het recent ontdekte voorkomen op Rottum is nog niet op deze kaart weergegeven. Verspreidingskaart Nauwe korfslak Duingebieden De Nauwe korfslak wordt vooral aangetroffen in de zuidelijkere duingebieden, zoals Voornes Duin en Meijendel. In de Amsterdamse Waterleidingduinen en de Kennemerduinen komen hier en daar populaties van behoorlijke omvang voor, terwijl boven het Noordzeekanaal, in de duingebieden tussen Wijk aan Zee en Camperduin de trefkans lager is en ook de waargenomen aantallen nog iets lager lijken te zijn. De Nauwe korfslak is verder ook waargenomen op diverse plekken in de duinen van Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en Goeree. 364

In het duingebied tussen Petten en Den Helder is de Nauwe korfslak niet waargenomen. Op de Waddeneilanden is de Nauwe korfslak alleen bekend van Rottumerplaat en Rottumeroog, waar deze in 2006 aangetroffen werd, en van Terschelling met een oude waarneming van 1936. Rest van Nederland De Nauwe korfslak leeft ook thans nog in een kwelmoeras in Zuid-Limburg, namelijk Het Drieschen in het Geleenbeekdal bij Nuth. In de andere twee 10x10 km-hokken in Zuid-Limburg zijn alleen lege huisjes gevonden. Mogelijk komt de Nauwe korfslak hier al lang niet meer voor. In Oost-Nederland zijn enkele vindplaatsen bekend, bijvoorbeeld in het Colenbrandersbos (Millingerwaard). Daar is de soort nog waargenomen in 1996, maar bij een grondige inventarisatie in 2007 niet meer gevonden. Ook is de soort vroeger in de omgeving van Denekamp in Noordoost- Twente aangetroffen. 5. Beoordeling landelijke staat van instandhouding Trends in Nederland: In 2007 was bekend dat de Nauwe korfslak sinds 1900 in 182 km-hokken aangetroffen is. Tussen 2000 en 2005 is de Nauwe korfslak nog gevonden in 145 km-hokken, hoofdzakelijk via de Inhaalslag Verspreidingsonderzoek 2004-2005. Dit wijst op een achteruitgang in verspreiding van maximaal 20 % over een langere periode, vermoedelijk vóór 1994. De waargenomen afname van de soort is waarschijnlijk voor een belangrijk deel veroorzaakt door biotoopverlies in het verleden, onder andere door de aanleg van het Noordzeekanaal, sluizen in IJmuiden, de Hoogovens nabij Wijk aan Zee en de Nieuwe Maasvlakte in het voormalige duingebied De Beer. Recentere oorzaken van afname zijn verbossing met eikenbomen en andere bomen die verzuring van de humuslaag tot gevolg hebben en kap van populieren, inclusief abelen. Daarnaast ging er een voor de soort negatieve invloed uit van verruiging van de duinen door stikstofdepositie uit de lucht en verdroging door wateronttrekking. Recente ontwikkelingen: Waarschijnlijk is in de periode 1994-2004 de achteruitgang van het verspreidingsgebied van de soort min of meer tot stilstand gekomen. Beoordelingsaspect natuurlijk verspreidingsgebied: onbekend Nieuwe gegevens, verzameld tussen 2004 en 2007, zoals het voorkomen op Rottum, laten zien dat er onvoldoende informatie is om een uitspraak te doen over de staat van instandhouding van het natuurlijk verspreidingsgebied. In 2004 dachten we nog dat er wel voldoende informatie was voor een beoordeling. Beoordelingsaspect populatie: onbekend De trend in dichtheden is voor de Nauwe korfslak niet goed te geven. Daarom wordt het aantal 1x1 km-hokken als maat voor de populatie gebruikt. Maar ook daarover is in feite te weinig informatie. Beoordelingaspect leefgebied: De toestand van de duinen, verreweg het belangrijkste leefgebied, is wel verbeterd, maar de hoeveelheid bij uitstek geschikt habitat, namelijk populierenbos, is daar afgenomen. Beoordelingsaspect toekomstperspectief: De duinen zijn grotendeels beschermd gebied. Deze gebieden zijn daardoor gevrijwaard van bebouwing en grote infrastructurele werken. In dat licht bezien is het perspectief voor de huidige Nauwe korfslak populaties goed. Er zijn echter twee factoren die het aantal Nauwe korfslakken waarschijnlijk toch verder doen afnemen omdat daardoor hun leefgebied minder geschikt wordt. Ten eerste neemt door successie in de duinen het oppervlak aan eikenbos toe. Ten tweede worden populierachtigen en daarmee vergelijkbare soorten op zeer veel plaatsen gekapt omdat ze als een exoot worden beschouwd. Uit bovenstaande punten blijkt dat op meerdere plaatsen in de duinen het leefgebied voor de Nauwe korfslak er zal worden. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat populaties van de Nauwe korfslak hier in aantal zullen afnemen of zelfs verdwijnen. Daar staat tegenover dat er voor de duingebieden plannen (in uitvoering) zijn om duingebieden meer gevarieerd te maken. Wanneer daarbij ook vochtige kalkrijke biotopen worden gecreëerd en 365

verbossing met eiken en naaldbomen wordt tegengegaan, zal dit waarschijnlijk een positief effect hebben op het voorkomen van de Nauwe korfslak. Landelijke instandhoudingsdoelstelling: Behoud omvang en kwaliteit leefgebied ten behoeve van behoud populatie. Streefbeeld bij de landelijke instandhoudingsdoelstelling: - natuurlijk verspreidingsgebied: 38 10x10 km-hokken - populatie: 165 1x1 km-hokken Oordeel: Staat van instandhouding Aspect 1994 2004 2007 Verspreiding? Populatie? Leefgebied? Toekomst? Eindoordeel??? 6. Bronnen Boesveld, A., 2005. Overwinteringsgedrag van de Nauwe korfslak Vertigo angustior (Mollusca). Nederlandse Faunistische Mededelingen. 2005-22. Boesveld, A., 2006. Inventarisatie van de landslakken van de Zeeuwse kust, met de nadruk op de nauwe korfslak Vertigo angustior (Mollusca: Gastropoda). Nederlandse Faunistische Mededelingen 25: 69-86. Boesveld, A. & A.W. Gmelig Meyling, 2008. Inhaalslag verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese habitatrichtlijn. Resultaten van het inventarisatiejaar 2007. Nauwe korfslak Vertigo angustior. Anemoon rapport 2008-04. Stichting Anemoon, Bennebroek. Bruyne, R.H. de, 2001. De Nauwe korfslak nauwkeuriger bekeken. Een onderzoek naar het voorkomen van de Nauwe korfslak Vertigo angustior (Jeffreys, 1830) in duingebieden van de provincie Zuid-Holland. Atlasproject Nederlandse Mollusken (ANM) & Stichting European Invertebrate Survey Nederland. EIS-rapport 2001-03. EIS, Leiden. Bruyne, R.H. de & A.W. Gmelig Meyling, 2007. Verspreidingsonderzoek. Mollusken van de Europese habitatrichtlijn. Nauwe korfslak (Vertigo angustior). Resultaten van het inventarisatiejaar 2006. Stichting Anemoon, Bennebroek. Bruyne, R.H., A.W. Gmelig Meyling & A. Boesveld, 2008. Nauwe korfslak Vertigo angustior Jeffreys, 1830. In: V.J. Kalkman (red.). Soorten van het leefgebiedenbeleid: 121-127. EIS- Nederland, Leiden. Cameron, R.A., 2003. Life-cycles, molluscan and botanical associations of Vertigo angustior and Vertigo geyeri (Gastropoda, Pulmonata: Vertiginidae). Heldia 5(7): 95-110. 366

Gmelig Meyling, A.W. & R.H. de Bruyne, 2006. Inhaalslag verspreidingsonderzoek mollusken van de Europese habitatrichtlijn. Inventarisatieperiode 2004-2005. Nauwe korfslak Vertigo angustior. Stichting Anemoon, Bennebroek. Keulen, S., 2007. De Nauwe korfslak in Limburg. Natuurhistorisch Maandblad 96(5): 128-134. Pokryszko, B.M., 2003. Life history and population dynamics of Vertigo pusilla O.F. Müller, 1774. (Gastropoda, Pulmonata: Vertiginidae) with some notes on shell and genital variability - Ann. zool., 43 (21): 407-432. Warschau. Pokryszko, B.M., 2003. Vertigo of continental Europe - autecology, threats and conservation status (Gastropoda, Pulmonata: Vertiginidae). Heldia 5 (7): 13-25. Speight, M.C.D., E. A. Moorkens & G. Falkner (red.), 2003. Proceedings of the Workshop on Conservation Biology of European Vertigo species. Dublin, April 2002; Heldia Sonderheft 7 (zu Band 5. München. Stichting Anemoon: www.anemoon.org/natura-2000/soorten/nauwe-korfslak 367