[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.J. de Witte, advocaat te Amersfoort,



Vergelijkbare documenten
[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. C. de Jongh, advocaat te Leiden,

1. [naam] geboren op [datum], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde sub 1,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn, advocaat te Amsterdam,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.P.A. Thijssen, te Rotterdam,

zaaknummer 2011 T598 Beslissing 7 november 2012

zaaknummer 2010 T 035 Beslissing 2 november 2012

zaaknummer 2012 T878-1 Datum beslissing 8 januari 2013

zaaknummer 2012 T677-2 Datum beslissing 8 januari 2013

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. R. de Bont, advocaat te Waalre,

zaaknummer 2012 T 735 (2) Beslissing 24 januari 2013

zaaknummer 2011-T376 (3) 28 november 2012

zaaknummer 2011 T 367 Beslissing 2 november 2012

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. J.R.M.M. Serraris,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S. van Schaik, advocaat te Uden,

zaaknummer 2011-T554 (1) 11 december 2012

[naam], geboren op 24 juni 1932, wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. G.M.J. van Oijen, advocaat te Den Bosch,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. T.A. Hekster, advocaat te Utrecht,

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats] hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. N.D. Geraads, advocaat te Eindhoven,

zaaknummer 2011 T september 2012

zaaknummer 2011 T november 2012

[naam]., geboren op [datum], wonende te [plaats], aan de [straat], hierna te noemen: klaagster, juridisch adviseur: mr. M.B.M.

zaaknummer 2011 T oktober 2012

zaaknummer 2011 T 618 (1) 20 december 2012

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.B.M. Kaaij, advocaat te Nijmegen,

zaaknummer 2012 T 819 Beslissing 2 november 2012

[Naam]., geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. S.S. van Gijn,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.L.J. Bomers, advocaat te Nijmegen,

zaaknummer 2011 T 458

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mevr. mr. J.P.A. Thijssen,

zaaknummer 2011 T625 7 november 2012

zaaknummer 2012 T december 2012

zaaknummer 2011 T 427 Advies van 15 november 2012

COMPENSATIECOMMISSIE

[naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.Y.M. Renken, advocaat te Leiden,

[Naam], geboren op [Datum], wonende te [Plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. A.H. Middelkoop, advocaat te Amersfoort,

COMPENSATIECOMMISSIE

de klager, geboren op [datum], wonende te [plaats], aan de [straat] hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.L.J.

zaaknummer 2012 T november 2012

COMPENSATIECOMMISSIE

COMPENSATIECOMMISSIE

Hetgeen hierna wordt weergegeven betreft telkens een zakelijke weergave.

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

De civiele kamer van de Commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

COMPENSATIECOMMISSIE

PROCEDURE KLACHTENCOMMISSIE SEKSUEEL MISBRUIK IN DE R.-K. KERK

COMPENSATIECOMMISSIE

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

heeft besloten hierop aanvullend vast te stellen de REGELING MEDIATION BIJ SEKSUEEL MISBRUIK IN DE R.-K. KERK

Klachtenregeling Kelderwerk

Seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk Nederland

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

[aanvrager] [geboortedatum] [woonplaats] bijgestaan door [naam] hierna te noemen: aanvrager

Compensatieregeling R.-K. Kerk Nederland

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

Klachtenregeling. Het Expertisecentrum Conflictmanagement heeft een klachtenregeling opgesteld. Hieronder volgt de tekst van onze klachtenregeling.

Zembla heeft aartsbisschop Eik uitgenodigd voor een interview op camera. Daarop kwam het volgende antwoord van de persvoorlichter van het bisdom.

DE PROCEDURE BIJ DE KLACHTENCOMMISSIE

Klacht over bejegening door docent is ongegrond omdat van onheuse bejegening niet is gebleken. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

PROCEDURE BIJ KLACHTEN VAN SEKSUEEL MISBRUIK

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Protocol ongewenst gedrag, inclusief klachtenregeling

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

ECLI:NL:RBMNE:2016:7750

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

Klachten Procedure en Reglement

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

REGELING KLACHTENCOMMISSIE ONGEWENST GEDRAG OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klachtenregeling PO OPOO

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

KAMER VOOR HET NOTARIAAT KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

[naam] [geboortedatum] [woonplaats] hierna te noemen: aanvraagster

Transcriptie:

17 september 2012 De Klachtencommissie voor seksueel misbruik in de R.-K. Kerk van de Stichting Beheer & Toezicht i.z. Seksueel Misbruik in de R.-K. Kerk in Nederland (rechtsopvolger van de Beoordelings- en Adviescommissie van de kerkelijke rechtspersoon Hulp en Recht), verder ook: de Klachtencommissie, geeft op grond van de Procedure bij klachten van seksueel misbruik (verder ook: de Procedure) het volgende advies inzake de klacht van: [naam], geboren op [datum], wonende te [plaats], hierna te noemen: klager, juridisch adviseur: mr. M.J. de Witte, advocaat te Amersfoort, tegen: [naam], overleden op [datum], de persoon over wie geklaagd wordt, hierna ook te noemen: aangeklaagde, tijdens zijn leven lid van de Broedercongregatie OLV van Zeven Smarten. 1. De procedure Het klaagschrift met bijlagen is door de griffie van de Klachtencommissie ontvangen op 22 maart 2012. Op 16 mei 2012 is bij de griffie een inhoudelijke reactie op het klaagschrift ingekomen namens de Broedercongregatie OLV van Zeven Smarten van mr. J.L.R. Kenens, advocaat te Leiden Op 31 mei 2012 is ter griffie een brief van mr. de Witte binnengekomen. Op 31 juli is ter griffie een verklaring omtrent steunbewijs ontvangen, ondertekend op 31 augustus 2012 en zonder naamsvermelding. Op 27 augustus 2012 heeft te Utrecht een zitting van de Klachtencommissie achter gesloten deuren plaatsgevonden, waarbij de Klachtencommissie was samengesteld uit de onder aan dit advies te noemen leden. Klager is niet verschenen omdat hij geen toestemming verkreeg om de PI in [plaats] te verlaten, alwaar klager thans verblijft. Zijn raadsman mr. de Witte heeft zijn standpunt nader toegelicht. Namens de Congregatie is verschenen broeder [naam], overste van de Broedercongregatie, vergezeld door broeder [naam].

2. De klacht 2.1. Klager stelt dat hij in het Internaat in [plaats], waar hij van [jaar] tot [jaar] verbleef, stelselmatig door aangeklaagde, die werkzaam was op de afdeling waar klager verbleef, seksueel is misbruikt. Het misbruik begon al meteen in groep 1. Aangeklaagde gaf klager eerst speciale aandacht door bijvoorbeeld te adviseren een postzegelverzameling aan te leggen, waarbij aangeklaagde klager dan kon helpen. Aangeklaagde stond klager regelmatig op te wachten. Aangeklaagde nam klager dan mee naar de kamers van de slaapwacht of naar het washok, alwaar de ontuchtige handelingen plaatsvonden. Aangeklaagde reed tegen klager aan, klager moest bij hem op schoot zitten en aangeklaagde bevredigen met de hand. Aangeklaagde verkrachtte klager door penetratie, wat uiteraard zeer pijnlijk was. Na de verkrachtingen moest klager een prop wc-papier in zijn onderbroek doen om de sporen tegen te houden. Klager werd ook vaak vastgebonden met touwen door aangeklaagde. Klager voelde zich een willoos slachtoffer. De gebeurtenissen hebben jarenlang plaatsgevonden, zowel gedurende de dag als de avond en de nacht. In [plaats] zaten nog twee broers van klager. Wanneer klager zijn mond open zou doen, zou de jongste broer van klager eraan gaan. Volgens klager werden in [plaats] van de zeshonderd jongens tussen de vijftig en honderd jongens zeer regelmatig verkracht. Er heerste in de instelling een cultuur waarbij seksueel misbruik en gewelddadigheden niet werden geschuwd, maar waarover niet werd gesproken. Klager is het gelukt om te ontsnappen uit [plaats] toen hij in groep 11 zat, maar toen was hij al voor de rest van zijn leven ernstig beschadigd. Ter zitting voert mr. de Witte aan dat meerdere gevallen van seksueel misbruik in [plaats] bekend zijn uit het onderzoek van de Commissie Deetman en dat het verhaal van klager niet op zichzelf staat. Mr. de Witte verzoekt ten slotte klager zelf op locatie te horen. 2.2 Het seksueel misbruik heeft voor klager zeer grote gevolgen gehad. Klager vindt dat zijn ziel is uitgerukt door de vele verkrachtingen. Zijn leven is totaal kapot en hij voelt niets meer. Op zijn zestiende is klager opgenomen wegens een suïcidepoging en klager heeft achttien jaar lang cocaïne gebruikt. Klager is veelvuldig in aanraking geweest met politie en justitie. Klager pleegde zijn eerste delict op zeventienjarige leeftijd en wordt voor het eerst in [jaar] veroordeeld. In [jaar] wordt klager voor verkrachting tot 12 maanden veroordeeld en in [jaar] voor verkrachting meermalen gepleegd tot drie jaar gevangenisstraf. Vanaf [jaar] wordt klager in het kader van een tbs met bevel tot verpleging verpleegd, achtereenvolgens in de [naam], de [naam] en de [naam], waar klager ook thans verblijft. Het behandelteam van laatstgenoemde kliniek heeft in een aantal sessies het verhaal van klager opgeschreven. 2.3 Klager houdt zowel de R.-K. Kerk als Justitie verantwoordelijk voor hetgeen hem is aangedaan. Klager is destijds immers op last van Justitie in [plaats] geplaatst. Klager hoopt dat de misstanden in [plaats] in de openbaarheid komen, dat medeslachtoffers het leed herkennen en dat toekomstig leed in dit soort tehuizen kan worden voorkomen. Klager hoopt dat zijn klacht gegrond wordt verklaard om verwerking mogelijk te maken. Klager wil bovendien financiële compensatie voor het hem aangedane leed, nu zijn leven totaal is verwoest. 3. Het verweer 2

3.1 Aangeklaagde is overleden en kan geen weerwoord geven. De Broedercongregatie heeft in zijn reactie gezegd het te betreuren als klager slachtoffer is geworden van seksueel misbruik op het Internaat in [plaats], maar de Broedercongregatie kan niet zonder meer aannemen dat de handelingen door aangeklaagde ook daadwerkelijk hebben plaatsgehad. De Broedercongregatie kan niet enkel afgaan op het door klager gestelde nu enig steunbewijs ontbreekt. Bovendien is de verklaring van klager zelf tegenstrijdig op meerdere punten dan wel onvoldoende concreet. Zo is het niet duidelijk hoeveel jaar klager in [plaats] heeft gezeten en welke groepen hij heeft doorlopen. De Broedercongregatie vraagt zich voorts af hoe het misbruik zo frequent en op zulke openbare plaatsen kan hebben plaatsgehad, zoals door klager gesteld, terwijl niemand zulks heeft ontdekt noch daarvan melding heeft gemaakt. Naar het oordeel van de Broedercongregatie draagt de persoonlijkheid van klager evenmin bij aan een objectieve onderbouwing van de klacht. Volgens de behandelaars van klager lijdt klager immers aan een ernstige bordelinestoornis met een aantal bijbehorende trekken. Voorts wordt het opmerkelijk geacht dat in een zeer uitgebreid forensisch psychiatrisch rapport, zoals door klager overgelegd, het seksueel misbruik amper wordt genoemd en dat klager in ieder geval nog nooit in detail is getreden tegenover de vele psychiaters en psychologen over het gesteld seksueel misbruik. Klager heeft zelf aangegeven nogal eens last te hebben van geheugenverlies. Voor de stelling van klager dat in [plaats] op grote schaal leerlingen seksueel werden misbruikt, ziet de Congregatie geen bewijs. De Broedercongregatie concludeert dat op grond van bovenstaande geen termen aanwezig zijn om de klacht van klager te erkennen. 3.2 Ter zitting wijst broeder [naam] nog op het rapport van de Commissie Deetman, waaruit blijkt dat genoemde Commissie van de Broedercongregatie alle vrijheid heeft gekregen tot archiefonderzoek in [plaats] en dat er vanaf 1947 een vrij compleet bestand aan persoonsdossiers van de broeders is bewaard. Hieruit kon niet worden aangetoond dat seksueel misbruik door aangeklaagde is gepleegd. Ten aanzien van het overgelegd steunbewijs concludeert broeder [naam] dat, nu naam en geboortedatum van de melder ontbreken en bovendien de datering onduidelijk is, dit steunbewijs toch moeilijk als zodanig kan worden gezien 4. De beoordeling 4.1. Van toepassing is de Procedure bij klachten van seksueel misbruik (verder: de Procedure). Volgens artikel 1.3 van de Procedure moet onder seksueel misbruik worden verstaan iedere gedraging waarbij een ander onder dwang of in een afhankelijkheidssituatie seksuele handelingen moet verrichten ofwel ondergaan ofwel daarvan toeschouwer moet zijn, dan wel seksueel getinte toenaderingen of uitlatingen in welke vorm dan ook moet dulden. Onder dwang wordt onder meer begrepen: fysiek geweld of dreiging daarmee, psychische druk, intimidatie en/of chantage. Verder wordt onder seksueel misbruik ook verstaan het maken van seksueel getint beeldmateriaal van iemand en het gebruiken en doorgeven daarvan. 4.2. Niet ter discussie staat dat de door klager gestelde feiten moeten worden gekwalificeerd als seksueel misbruik in de zin van artikel 2.1 van de Procedure. 3

4.3 Bij de beoordeling van een klacht gaat het om de vraag of de feiten en gedragingen die door een klager worden gesteld objectief gezien aannemelijk zijn geworden. Daarbij is voor de Klachtencommissie uitgangspunt dat zij niet uitsluitend kan afgaan op de verklaring van alleen het slachtoffer. Het is een elementair rechtsbeginsel dat iemand niet als dader wordt aangewezen op grond van één enkele verklaring. Dit elementaire rechtsbeginsel moet ook in deze procedure in acht worden genomen. Ten aanzien van het steunbewijs moet de klachtencommissie vaststellen dat het niet is voorzien van een naam, noch van een geboortedatum. Daarbij is het gedateerd op 31 juli 2012 en ondertekend op 31 augustus 2012. Op grond van bovenstaande is er naar het oordeel van de Klachtencommissie geen sprake van voldoende, betrouwbaar steunbewijs. 4.4 De Klachtencommissie heeft geen reden om de verklaring van klager in twijfel te trekken, maar in de thans voorliggende zaak zijn geen feiten of omstandigheden aan het licht gekomen die de verklaring van klager ondersteunen. De Klachtencommissie heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat door klager slechts in één van de vele wettelijke aantekeningen, verlengingsadviezen en onderzoeksrapporten het seksueel misbruik in internaten blijkt te hebben vermeld, zoals blijkt uit de door klager overgelegde rapportage van het [naam instelling] nr. 9802, op pagina 10. In diezelfde rapportage wordt tevens vermeld dat in eerdere [naam instelling]- rapportages hierover niet is gesproken. De Klachtencommissie acht genoemde vermelding onvoldoende specifiek en te summier om deze als steunbewijs te kunnen aanmerken voor het seksueel misbruik van klager door de door hem genoemde aangeklaagde. De Klachtencommissie is voorts van oordeel dat het horen van klager in de PI in [plaats], zoals door mr. de Witte verzocht, geen wijziging zal kunnen brengen in de hoeveelheid en/of betrouwbaarheid van het steunbewijs. Nu dat blijkens voorgaande overwegingen het cruciale punt vormt in deze zaak ziet de Klachtencommissie dan ook geen reden om de behandeling van de zaak voor het nader horen van klager aan te houden en zal zij op basis van de voorhanden stukken, waaronder het in overleg met klager opgestelde klaagschrift, advies uitbrengen. 4.5 Gelet op bovenstaande overwegingen heeft de Klachtencommissie moeten vaststellen dat de feiten die klager heeft gesteld onvoldoende aannemelijk zijn geworden, zodat de klacht niet gegrond kan worden verklaard; waarmee uiteraard niet gezegd wil zijn dat de door klager gestelde feiten niet waar zijn. 5. Het advies De Klachtencommissie adviseert de Overste van de Broedercongregatie van OLV van Zeven Smarten de klacht niet gegrond te verklaren. Dit advies is vastgesteld op 17 september 2012 door mr. G.A.M. Stevens, voorzitter, drs. J.L.H.H. Kunnen en mr. M.P.P.M. Merx, leden, bijgestaan door mr. I.C.T.M. Jongens-Manders, griffier, en is ondertekend door de voorzitter. Tegen dit advies is geen hoger beroep mogelijk. Wel bestaat voor klager, aangeklaagde en de (gemachtigde van de) kerkelijke gezagsdrager ingevolge artikel 20 van de Procedure de 4

mogelijkheid binnen twee weken na ontvangst van dit advies schriftelijk bezwaar in te dienen indien er naar zijn of haar oordeel een algemeen beginsel van behoorlijke klachtbehandeling is geschonden. Op grond van art. 18.5 van de Procedure wordt dit advies binnen twee weken nadat het is vastgesteld bij aangetekend schrijven aan de Overste van de Broedercongregatie en aan klager verzonden. Op grond van art. 21.1 van de Procedure stelt de Overste binnen dertig dagen na ontvangst van dit advies klager schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van de beslissing die hij naar aanleiding van dit advies geeft genomen. Op grond van art. 21.3 van de Procedure geeft de Overste daarbij de mogelijkheden van bezwaar en beroep aan. Op grond van art. 21.4 van de Procedure ontvangt de Klachtencommissie een afschrift van de beslissing van de Overste. 5