Gemeente Cuijk. Beleidsplan Openbare Verlichting ( )



Vergelijkbare documenten
Landelijke regelgeving Openbare Verlichting in de gemeente Dronten

Beleidsplan. verlichting openbare ruimte Donker waar mogelijk, licht waar nodig

Beleidsplan Openbare Verlichting en Overige Lichtbronnen in openbare ruimte van de Gemeente Buren ( )

Beleid in hoofdpunten Licht in de Openbare Ruimte in de gemeente Dronten

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting en Borger-Odoorn

Beleidsplan. verlichting openbare ruimte Donker waar mogelijk, licht waar nodig

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

BIJLAGE 4 TOELICHTING HOE TE VERLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM EN BUITEN DE BEBOUWDE KOM

Beleidsuitgangspunten. openbare verlichting. Midden-Drenthe

Woongebieden. Foto: Steven van Beusichemlaan, eerst scheen de lamp in het huis, nu met de nieuwe gerichte ledverlichting is dit veel minder.

CONCEPT Uitgangspuntennotitie Licht in de openbare ruimte in Asten

LED OP HET LICHT OP STRAAT. Openbare verlichting voor veiligheid maar houdt ook rekening met nachtdieren

Beleidsplan Licht in de Openbare Ruimte

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Beleidsbeheerplan openbare verlichting 2016 gemeente Boekel

Wegen. Foto: N374 in Borger. Gebiedsontsluitingsweg binnen de kom. Gemeente Borger-Odoorn besluit gemeenteraad: 8 maart 2018; nr. 18.

Technieken. Foto: De West in Dronten. Licht brandt op volle sterkte tot uur.

Fietspad/wandelpad. Openbare Verlichting & Verkeersregelinstallaties. >> Als het gaat om energie en klimaat

Uitvoeringsplan Openbare Verlichting

Presentatie Beleidsplan Openbare verlichting

Wegen. - Erftoegangswegen. Binnen de kom in principe 30 km/uur en buiten de kom in principe 60 km/uur.

Bijlage 1 bij Beleidsplan Openbare verlichting

Technieken. 2. Telemanagementsysteem

Bedrijventerreinen. Veel parkeerterreinen bij bedrijven zijn afgesloten als het bedrijf gesloten is. Toch brandt het licht dan nog volop.

dhr. T. de Vries - Openbare werken 3. Beheer openbare ruimte

Technieken. De technologische ontwikkelingen op het gebied van de openbare verlichting gaan snel. Technisch kan er al heel veel.

Voorstel voor de Raad

Foto: Het reclamebord aan de gevel is zo felverlicht dat het niet meer leesbaar is.

Uitgangspuntennotitie Licht in de Openbare Ruimte gemeente Dronten

Aan de raad, Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

BIJLAGE 3 TOELICHTING ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEBESPARINGSOPTIES

Actualisering visie en beleid Openbare Verlichting, beleidsperiode

Duurzaamheid, Energie en Milieu

!!!! " #$%&'( ) *! +!$%&$, )!!+#! *!! $%&'(! $%&$, -! $%&'(!*# $%&$, *!.$%&'(!!# $%&$, * *! **!!! #. % 1!!2 1 ) #+2! 2!

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis

Verantwoord Verlichten. Roger van Ratingen, Consultant Ziut

Verduurzamen gemeentelijk openbare verlichting

Verduurzamen gemeentelijk openbare verlichting

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

: Verantwoord en Duurzaam verlichten. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

*D * D

Advies aan de gemeenteraad

Slimme openbare verlichting Tips voor Drentse provincie en gemeente

Advies aan de gemeenteraad

Notitie LH/01160İVS3. Grootschalige ledvervanging Stormpolder. L. Hoebink R. Briënne

Bureau Openbare Verlichting. Lek - Merwede

veilig en energiezuinig) 2. Concept raadsbesluit

Openbare verlichting: hoe kan het efficiënter?

Verkeers- en Sociale Veiligheid

Hardenberg. Gemeente. Zaakkenmerk: Raad: 15 november 2011 Afdelingshoofd: G.D. van Lenthe

Reclame. Foto: Wethouder Schoutenweg, verlicht reclamebord aan de lantaarnpaal. Gemeente Culemborg

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL)

Aan de Raad. 2.1 Geeft meer veiligheid voor burgers en weggebruikers.

Verkeers- en Sociale Veiligheid

Elke dag verdient een Nacht van de Nacht! Bewonersinitiatief. Alleen licht op straat, niet in de lucht, in groengebieden en boven water.

Beheerplan Openbare Verlichting Ten Boer ( )

Openbare verlichting

Openbare verlichting provinciale wegen Drenthe

Duurzame verlichting voor woningcorporaties

Beleid Openbare verlichting (OVL) Gemeente Stadskanaal. Henk Ensing Beleidsadviseur Team Stadsbeheer Gemeente Stadskanaal

P. Roest raad00777

Beantwoording vragen raadscommissie 2 september 2014 inzake Beleid en beheerplan openbare verlichting

*ZE9F6A93BD7* Raadsvergadering d.d. 26 mei 2015

Memo Verlichting snelle fietsroute Apeldoorn - Epe

Ontwikkelen. Beleidsplan. Openbare verlichting. Gemeente Haren

Onderwerp: Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

Kwaliteit & Kosten Verlichting Openbare Ruimte

Datum 29 september 2011

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Onderwerp Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

Beleidsplan Openbare verlichting

Onderwerp : Beleidsplan Openbare Verlichting

Bijlage 4 Voorbeeldproject Rijpelberg

Experiment toepassen zonne-energie Castellum in Oudheusden

Beleidsplan Openbare Verlichting peilpunten

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Beleidsplan openbare verlichting

Beleidsplan Openbare verlichting Hollands Kroon Duurzaam verlicht

INTERACTIEVE MARKTCONSULTATIE OPENBARE VERLICHTING EN DATA

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidsplan openbare verlichting Reg.nummer: 2016/ Inleiding

Evaluatie Beleidsplan Niet verlichten tenzij

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 23 april 2013 Agendanr. 12. Onderwerp: Verduurzamen openbare verlichting (MIP 1201)

nieuwkoop raadsvoorstel G G.A.H. Eikhuizen Beheer Openbare Ruimte ( Frans Lamfers/Cees Tas)

Plan Openbare Verlichting gemeente Wormerland. Periode 2012 t/m 2016

Evaluatie Beleidsuitgangspunten. Openbare Verlichting. Gemeente Geertruidenberg

Duurzaam en Verantwoord Verlichten Verlichtingsplan provinciale wegen Provincie Utrecht

Lichtvisie voor Vlaamse autosnelwegen

Aan de Raad Raad Made, 22 april 2015

Addendum bij nota Fietsen in Lelystad: Voldoen de gestelde voorrangsregels aan CROW-richtlijnen

Collegebesluit Collegevergadering: 19 maart 2019

Verlichting van Fietspaden. 1 Inleiding Algemeen Functie van fietspaden Hoofdfietsroutes Utilitaire routes

Openbare Verlichting. Gemeente Boxtel. Visie en Beleid (actualisering)

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Licht en duisternis. Eindhoven 18 februari

Startnotitie beleidsplan en beheerplan gemeente Goeree-Overflakkee. Versie: V2_0 Status: definitief 7 december Vught, Apeldoorn, Leek

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 13 september 2011 zaaknummer

Beleidsplan Openbare Verlichting

Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Midden - Drenthe

Beleids- en beheerplan openbare verlichting

Laat uw lichtmasten promoveren

Transcriptie:

Gemeente Cuijk Beleidsplan Openbare Verlichting (2014-2018)

Gemeente Cuijk Beleidsplan Openbare Verlichting (2014-2018) Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Functie en effecten van (openbare) verlichting a. Verkeersveiligheid b. Sociale veiligheid c. Leefbaarheid/sfeer d. Overige effecten van licht 3. Landelijke ontwikkelingen a. Landelijke regelgeving b. Technologische ontwikkelingen c. Maatschappelijke ontwikkelingen 4. Huidige situatie in de gemeente Cuijk a. Technische informatie b. Beleid en uitvoering in de afgelopen beleidsperiode c. Overige verlichting in beheer van de gemeente 5. Beleidkeuzes in de periode 2014-2018 a. Visie, doel en aanpak op hoofdlijnen b. Omgaan met landelijke regelgeving c. Omgaan met (nieuwe) technologieën d. Omgaan met maatschappelijke ontwikkelingen e. Beleidskeuzes voor overige verlichting in beheer van de gemeente 6. Communicatie a. Communiceren over projecten (algemeen) b. Burgerparticipatie c. Omgaan met klachten en storingen 7. Financiën Bijlage A: openbare verlichting per gebiedstype Bijlage B: lampenbestand 2012 met geschat elektriciteitsverbruik Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 2

Voorwoord Openbare verlichting lijkt vanzelfsprekend. We missen het pas wanneer het donker is op plekken waarvan we verwachten dat ze verlicht zijn. Het valt op wanneer de verlichting koud en fel is, terwijl deze feitelijk moet bijdragen aan een prettige beleving van een straat of plein. En het stoort wanneer masten en armaturen er onaantrekkelijk uitzien, terwijl de overige openbare ruimte wel goed verzorgd is. Openbare verlichting levert een grote bijdrage aan de veiligheid voor voetgangers, fietsers en het gemotoriseerd verkeer, en het draagt bij aan de sociale veiligheid. Verlichting bepaalt ook de uitstraling en aantrekkelijkheid van winkelgebieden en wijken, zowel overdag als s-avonds. Overdag door vormgeving, plaatsing en goed onderhoud van lichtmasten en armaturen en in de avond door warme en subtiele verlichting. In dit beleidsplan wordt niet alleen aandacht besteed aan de betrouwbaarheid en kwaliteit van de openbare verlichting, maar ook over het al dan niet noodzakelijk zijn van verlichting en het verlichtingsniveau van openbare verlichting op verschillende locaties. Energiebesparing, door de toepassing van energiearme armaturen en dimmers, alsmede door het beperken van openbare verlichting zijn voor het milieu belangrijke aspecten en verdienen onze aandacht. Het voorliggende beleidsplan biedt diverse mogelijkheden om naar de toekomst die keuzes te maken en de goede balans te vinden tussen enerzijds de kosten en anderzijds het gewenste lichtniveau, binnen én buiten de bebouwde kom. Met de vaststelling van het beleidsplan, en daarmee het verlichtingsniveau, het beheer, het energieverbruik en de kosten, legt de gemeenteraad de basis voor een breed gedragen, kwalitatief hoogwaardig en kostenbewuste openbare verlichting in onze gemeente.. Foto: het nieuwe Valuweplein voorzien van hoge masten Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 3

Samenvatting Dit beleidsplan beschrijft hoe Cuijk omgaat met verlichting van de openbare ruimte. Cuijk legt hiermee haar uitgangspunten vast voor de periode 2014-2018. De gemeente draagt zorg voor de openbare verlichting vanwege de verkeersveiligheid, sociale veiligheid en de sfeer in de openbare ruimte. Het beleidsplan legt de visie, doelen en de aanpak op hoofdlijnen vast. Technische details van belang voor de uitvoering worden uitgewerkt in het beheerplan Openbare Verlichting. Visie openbare verlichting: Niet Verlichten, tenzij De gemeente Cuijk verlicht alleen waar en wanneer dat nodig is. Zij werkt aan openbare verlichting die duurzaam en tegen acceptabele kosten bijdraagt aan: o de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid; o het gevoel van sociale veiligheid; o kwaliteit/identiteit/sfeer van de deelgebieden/wijken/dorpen/buitengebied. Doelen Voor de komende beleidsperiode legt Cuijk de nadruk op: o verlichten op maat; o inspelen op nieuwe ontwikkelingen; o energiebesparing van minimaal 5% in deze beleidsperiode; o het tegengaan van lichtvervuiling; o versneld vervangen van de verouderde installatie; o verbeterde afstemming op de groenvoorziening; o verbeterde monitoring van en sturing op de totale installatie; o versobering van verlichting in het buitengebied. Aanpak bij nieuwe aanleg en grootschalige renovaties Bij ontwerpkeuzes om te komen tot verkeers- en sociale veiligheid, kiest de gemeente niet automatisch voor de gebruikelijke openbare verlichting. Eerst worden andere oplossingen overwogen zoals infrastructurele voorzieningen. In algemene zin kiest de gemeente voor verlichten op maximaal 70% van de lichtsterkte genoemd in de Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL-2011) omdat zij dit passend acht bij de huidige situatie en het karakter van de gemeente. Qua gelijkmatigheid streeft de gemeente naar een waarde gelijk aan de ROVL-2011. In het winkelcentrumgebied zal deze gelijkmatigheid in ieder geval aangehouden worden. Aanpak bestaande installaties De huidige verlichtingsinstallatie is sterk verouderd. De gemeente streeft er naar om op het einde van deze beleidsperiode een up-to-date installatie te hebben. Dit doet zij op een pragmatische manier, met bewuste keuzes op natuurlijke vervangingsmomenten, zo nodig met een extra inhaalslag. Dit laatste zal aan de orde komen bij het nog op te stellen beheerplan openbare verlichting. Aanpak buiten de bebouwde kom De gemeente streeft bij een aantal wegen naar een lager lichtniveau buiten de bebouwde kom. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden voor versobering van de openbare verlichting in het buitengebied. Er wordt tegelijkertijd geen verlichting bijgeplaatst behalve als er conflictsituaties optreden voor wat betreft de verkeersveiligheid. Aanpak van overige verlichting in gemeentelijk beheer Het streven naar verlichten waar nodig, energiebesparing en het tegengaan van lichtvervuiling geldt ook voor de andere lichtbronnen waar de gemeente verantwoordelijk voor is. Waar mogelijk worden, gemeentelijke parkeerplaatsen, speelterreinen, abri s en aangelichte gemeentelijke gebouwen energiezuinig verlicht, goed gericht en uitgeschakeld gedurende de nachtelijke uren. Communicatie De gemeente vindt het belangrijk om burgers en andere gebruikers van de openbare ruimte op de hoogte te houden van ontwikkelingen. De gemeente streeft ernaar tijdig te handelen bij storingen en klachten. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 4

1. Inleiding De afgelopen eeuw is verlichting steeds vanzelfsprekender geworden, ook in de buitenruimte. Het maakt dat wij s avonds en s nachts actief kunnen blijven. Kunstlicht is niet meer weg te denken uit onze moderne samenleving. De sterkte toename heeft een keerzijde. Het kost veel energie en maakt inbreuk op het landschap. Ook heeft het een verstorend effect op de dieren, planten en de gezondheid van mensen. De laatste jaren is er een kentering gaande naar Niet verlichten, tenzij, ook wel Donker waar mogelijk, licht waar nodig genoemd. Steeds meer burgers, maatschappelijke organisaties en overheden willen bewuster verlichten. Ook de gemeente Cuijk maakt een bewuste afweging hoe zij de openbare ruimte wil verlichten. Waar is verlichting noodzakelijk en waar kunnen alternatieven worden toegepast? Welke gelijkmatigheid kies je, en welke lichtsterkte op welk tijdstip van de avond en nacht? Op welke plekken is er licht nodig in het buitengebied? Welke kosten zijn er gemoeid met openbare verlichting? Welke nieuwe technieken kunnen we inzetten? Hoe kan er energie worden bespaard en lichtvervuiling worden tegengegaan? In de Regionale Duurzaamheidsagenda Noordoost Brabant is hier middels de Handreiking aanpak lichthinder in de leefomgeving al aandacht aan geschonken. Bij het principe Niet verlichten, tenzij blijven verkeersveiligheid en sociale veiligheid leidend, maar zijn bij iedere keuze ook energiebesparing en het tegengaan van lichtvervuiling van groot belang. Met dit beleidsplan geeft de gemeente haar visie op openbare verlichting weer voor de periode 2014-2018. Het beheerplan biedt technische informatie noodzakelijk bij het installeren en beheren van de verlichtingsinstallatie. In hoofdstuk 2 en 3 wordt eerst het kader geschetst: welke functies heeft openbare verlichting en welke ontwikkelingen spelen er landelijk. Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige situatie in Cuijk zowel qua techniek als aanpalend beleid. Hoofdstuk 5 schetst de beleidskeuzes voor de periode 2014-2018. Hoofdstuk 6 gaat over communicatie, burgerparticipatie en het omgaan met storingen en klachten. De verlichting van de openbare ruimte is immers een zaak van ons allemaal! Hoofdstuk 7 sluit af met een financieel overzicht op hoofdlijnen, nader uit te werken in het beheerplan. Foto: Burgemeester Thijssenstraat Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 5

2. Functie en effecten van (openbare) verlichting Mensen maken gebruik van de openbare ruimte en verplaatsen zich van A naar B, overdag maar ook als het donker is. Het gaat daarbij om woon-werkverkeer, persoonlijke en bedrijfsmatige activiteiten. Gemeenten en andere overheden plaatsen daarom openbare verlichting in de openbare ruimte. Hieronder worden de functies van openbare verlichting toegelicht. Zowel de positieve maar ook de negatieve effecten op de omgeving worden benoemd: a. Verkeersveiligheid Verkeersveiligheid gaat over de veilige en vlotte afwikkeling van verkeer. Verlichting ondersteunt in de avond en nacht de mobiliteit van mensen. Van belang is dat verkeersdeelnemers voldoende kunnen waarnemen. Verkeersveiligheid wordt met name bepaald door het beloop van de weg, de aanwezigheid van medeweggebruikers, obstakels en zijwegen, belijning en bebording, kleur van het wegdek en de groenvoorziening. De gemeente kan de verkeersveiligheid versterken met civiele maatregelen op bovenstaande punten. Daarnaast kan openbare verlichting de verkeersveiligheid vergroten. Het aanbrengen van openbare verlichting vergroot overigens niet in alle gevallen de verkeersveiligheid. Soms wordt het gevoel van veiligheid vergroot, met als gevolg dat bestuurders grotere risico s nemen. b. Sociale veiligheid Sociale veiligheid heeft twee aspecten, objectieve en subjectieve veiligheid. Objectieve sociale veiligheid is meetbaar, bijvoorbeeld door het aantal incidenten dat er in de openbare ruimte plaatsvindt. Bij subjectieve sociale veiligheid gaat het om hoe mensen hun omgeving beleven: voelen ze zich veilig. Belangrijk is dan de lichtkleur en gezichtsherkenning. Sociale veiligheid is afhankelijk van de overzichtelijkheid van een gebied en de aanwezigheid van mensen in dat gebied. Civiele maatregelen en verlichting kunnen de overzichtelijkheid van een gebied verbeteren. Ze bieden echter geen garantie voor sociale veiligheid, dat doet geen enkele technische voorziening. Voor verhoogde veiligheid is voldoende sociale controle nodig. Anders ontstaat er schijnveiligheid. Soms is het vanuit sociale veiligheid beter om bepaalde wegvakken juist niet te verlichten en waar mogelijk de gebruikers van de openbare ruimte te verleiden om andere (verlichte) wegvakken te gebruiken. Foto: voorbeeld van verlicht fietspad waar sociale controle ontbreekt Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 6

c. Leefbaarheid/sfeer Ook leefbaarheid heeft twee aspecten. Objectieve leefbaarheid wordt bepaald door de hoeveelheid licht maar ook door geluid, luchtkwaliteit, veiligheid en dergelijke. De subjectieve leefbaarheid ofwel sfeer geeft aan hoe prettig het is om je in dat gebied te bevinden of te bewegen. Verlichting kan de leefbaarheid in positieve of negatieve zin beïnvloeden. In ieder gebied is andere verlichting passend qua intensiteit, kleur en vormgeving. Zo levert sfeervolle verlichting een positieve bijdrage aan een centrumgebied met monumentale gebouwen. In drukkere uitgaansgebieden met gemotoriseerd verkeer is vaak een hoger lichtniveau gewenst. Aan de rand van de bebouwing, in kleinere woonkernen en in het buitengebied heeft minder verlichting de voorkeur. d. Overige effecten van licht Naast verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid zijn ook de volgende, meer negatieve, effecten van licht van belang: fysieke hinder door verblinding en teveel licht in en om de woning; verbruik van fossiele energie, daarmee versterken van klimaatverandering; verstoring van flora en fauna (bioritme en de aantrekking/afstoting van nachtdieren door licht); mogelijke gezondheidsklachten bij mensen (o.a. verstoorde melatonineproductie); verstoring van het landschap door lichtkoepels boven de horizon en felle lampen; vermindering van het aantal zichtbare sterren. Foto: licht op Nederland Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 7

3. Landelijke ontwikkelingen voor openbare verlichting a. Landelijke regelgeving Er bestaat geen wettelijke verplichting tot het plaatsen van openbare verlichting. Wel heeft de overheid een zorgplicht: de wegen dienen veilig te zijn. Daarnaast zijn de volgende regels en richtlijnen van belang: Aansprakelijkheid (Burgerlijk Wetboek) De wegbeheerder kan op basis van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aansprakelijk worden gesteld voor schade. Dit kan wanneer de openbare verlichting niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mag stellen (artikel 6.162 e.v. en artikel 6.174). Het aansprakelijkheidsbeginsel heeft alleen betrekking op de functie van verkeersveiligheid van de openbare verlichting. De sociale veiligheid en leefbaarheid blijven hierbij buiten beschouwing, voor zover ze geen invloed hebben op de verkeersveiligheid. Het gaat hierbij om risicoaansprakelijkheid. De weggebruiker hoeft niet de schuld van de wegbeheerder aan te tonen maar de gevaarlijke toestand van de weg(uitrusting) en het daardoor intreden van het gevaar. Als de gemeente kan aantonen dat haar beleid is gebaseerd op algemeen aanvaarde richtlijnen of zij daarvan gemotiveerd heeft afgeweken, kan zij redelijkerwijs gesproken, voor schade worden gevrijwaard. Volledige afdekking van aansprakelijkheid kan echter niet. Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011) De ROVL-2011 geeft richtlijnen voor de verspreiding van en de hoeveelheid licht op straat. Deze zijn afhankelijk van de hoeveelheid verkeer en de wegcategorie. De ROVL is opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) en gebaseerd op de internationale aanbeveling CIE 115-2010. Het is een richtlijn en geen wettelijke verplichting. Het biedt een advies en hulpmiddel voor wegbeheerders. De ROVL-2011 weerspiegelt de verandering in denken die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Duurzaamheid, niet verlichten tenzij en van het aanpassen van het lichtniveau op tijdstippen dat er minder verkeer is, spelen een centrale rol. In de ROVL wordt onderscheid gemaakt in lichtsterkte op het wegdek en de gelijkmatigheid van het licht op het wegdek. Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) Doel van het Politiekeurmerk Veilig Wonen is om de kans op criminaliteit en het gevoel van onveiligheid in de woonomgeving te verminderen. Er zijn drie verschillende certificaten. Om het certificaat Veilige Woning en/of Veilig Complex te krijgen, moet de woning/complex aan bepaalde voorwaarden voldoen. Voor het certificaat Veilige Omgeving worden eisen gesteld aan bijvoorbeeld de openbare verlichting. De gemeente is niet verplicht om dit keurmerk aan te vragen. In veel gemeenten zou dit betekenen dat er veel licht bijgeplaatst zou moeten worden. Voor bewoners die een verlaagde (inbraak)verzekeringspremie willen, is het certificaat Veilige Woning voldoende. Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) Bij het Keurmerk Veilig Ondernemen staat samenwerking tussen de verschillende organisaties centraal. Bedrijventerreinen en winkelgebieden kunnen het keurmerk krijgen, als zij structurele maatregelen nemen op het gebied van de veiligheid. Dit kunnen onder andere maatregelen zijn op het gebied van de verlichting. Hierbij gelden geen vastgestelde normen of verplichtingen, wel worden er in het Handboek KVO suggesties gedaan. Arbeidsomstandighedenwet, onderdeel installatieverantwoordelijkheid Vanuit de Arbeidsomstandighedenwet moet de werkgever zorgen voor veiligheid tijdens het werk. De NEN 3140 Bedrijfsvoering van elektrische installaties- Laagspanning is onder andere van toepassing. Deze norm regelt een veilige bedrijfsvoering van werkzaamheden nabij, aan of met elektrische objecten in het laagspanningsgebied. Door de gemeente dient een installatieverantwoordelijke te worden aangewezen. Overige regelingen Voor openbare verlichting kunnen verder de volgende wetten en regelingen van belang zijn: o Wegenwet o Elektriciteitswet en energiewet o Europese normen voor verlichtingsmiddelen o Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 8

o Flora en Faunawet, natuurbeschermingswet b. Technologische ontwikkelingen De technologische ontwikkelingen vinden plaats aan masten, armaturen, lampen en aan/op de weg. De belangrijkste ontwikkelingen worden hieronder kort beschreven. Dimmen De laatste jaren komen er steeds meer mogelijkheden om verlichting te dimmen. Het gaat daarbij om statisch dimmen (op vaste momenten) of dynamisch dimmen (afhankelijk van het daadwerkelijke aantal weggebruikers en de weersomstandigheden). Dimmen zorgt voor verlichting afgestemd op de hoeveelheid verkeer, voor energiebesparing en een langere levensduur van de lamp. Bovendien wordt de lichthinder beperkt, als de verlichting wordt teruggeschakeld op momenten dat dit mogelijk is. LED LED (Light Emitting Diode) is een lichtbron met een laag energieverbruik en een lange levensduur. De LED wordt al jaren toegepast in decoratieve en binnenverlichting. In openbare verlichting maakt deze vorm van verlichting nu haar opmars doordat de techniek verder ontwikkeld is en de aanschafkosten steeds lager worden. Anno 2013 is de eerste investering in LED vaak nog wel hoger dan conventionele verlichting. Daartegenover staat een kostenbesparing door minder onderhoud, langere levensduur, en energiebesparing onder andere door dimmen. Het licht is direct te richten waardoor er minder sprake is van lichthinder en -vervuiling. Er is ook led-verlichting als begeleiding van de weg. Terughoudendheid is hier echter om verschillende redenen geboden. Actieve en passieve markering en wegdekreflectie Markeringstechnieken en wegdekreflectie maken het verloop van de weg zichtbaar en vergroten zo de verkeersveiligheid. Deze technieken kunnen aanwezige openbare verlichting ondersteunen. In bepaalde situaties is het zelfs een veilig en energiezuinig alternatief voor verlichting. Dat laatste zal vooral het geval zijn in het buitengebied. Bij passieve markering wordt er gebruik gemaakt van reflectie van de koplampen. Actieve markering heeft een lichtbron geïntegreerd waardoor het van grotere afstand zichtbaar is. Masten Voorheen konden wegbeheerders kiezen tussen staal en aluminium, tegenwoordig zijn er ook kunststof en houten masten op de markt. Ieder materiaal heeft haar specifieke eigenschappen. Het is niet mogelijk om eenduidig aan te geven wat het meest duurzame materiaal is in algemene zin. Er is daarnaast een groeiende aandacht voor de zogenaamde botsvriendelijkheid van masten. De meest gunstige reactie van de mast bij botsen, is mede afhankelijk van de snelheid van het voertuig. De keuze voor een type botsvriendelijke mast hangt daarmee af van de wegcategorie. Kleuren licht De afgelopen decennia vindt er een verschuiving plaats: oranje licht wordt steeds vaker vervangen door geel of wit licht. Witte LEDs zijn in verschillende kleurtemperaturen verkrijgbaar. Ook is er groen en amberkleurig licht op de OVL-markt gekomen. Voor de mens hebben de verschillende kleuren effect op de sfeerbeleving en op het zicht. Deze effecten kunnen positief of negatief zijn afhankelijk van de situatie. De mate waarin diersoorten worden verstoord door verschillende kleuren uit het spectrum, wordt uitgebreid onderzocht. Bekend is al dat groen licht de oriëntatie van vogels boven zee minder verstoort dan licht waar rood in zit. Sommige vleermuissoorten blijken baat te hebben bij amberkleurig licht en raken juist verstoord door groen licht. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 9

c. Maatschappelijke ontwikkelingen De maatschappelijke ontwikkelingen, die een belangrijke rol spelen bij (openbare) verlichting, worden hieronder kort beschreven. Duurzaamheid De laatste jaren groeit de aandacht voor duurzaamheid. Het gaat hierbij om energiebesparing, maar ook om het gebruik van duurzame materialen. Marktpartijen zijn actief ingesprongen op deze maatschappelijke ontwikkeling: er worden veel innovatieve, duurzame producten op de markt gebracht op het gebied van openbare verlichting. LED s (vanwege hun lange levensduur en laag stroomverbruik) en diminstallaties zijn twee bekende voorbeelden. Lichtvervuiling Vanuit burgers, maatschappelijke organisaties en overheden is er meer aandacht voor de negatieve effecten van kunstlicht. Het kost energie en heeft een verstorende werking op dieren en mensen. Ook vervuilt licht het nachtelijk landschap. Het gaat daarbij niet (alleen) om directe lichthinder (op individueel niveau door instralend licht), maar ook om lichtbronnen die van grote afstand zichtbaar zijn in het landschap, lichtkoepels boven steden en verminderde zichtbaarheid van de sterren. De roep om meer natuurlijke duisternis wordt luider. Dit vraagt om bewust verlichten: alleen verlichten waar noodzakelijk, op momenten dat het nodig is en op een manier die zo weinig mogelijk lichthinder veroorzaakt. Veranderende rol van de burger Steeds meer wordt onderkend dat het belangrijk is burgers actief te betrekken bij processen, zeker als het gaat om de inrichting van de openbare ruimte. Door dit te doen, ontstaat er meer draagvlak en wordt de betrokkenheid van burgers bij hun omgeving groter. Bovendien leidt het tot plannen die beter aansluiten bij de wensen van de gebruikers van de openbare ruimte. Om die reden kiezen steeds meer gemeenten voor burgerparticipatie. Integrale aanpak Bovenstaande ontwikkelingen vragen om een integrale aanpak van de openbare ruimte. Hierbij werken de verschillende disciplines (wegontwerpers, stedenbouwkundigen, landschapsdeskundigen, civiel technici, verlichtingsdeskundigen) vanaf het begin af aan samen. Bij het ontwerpen van een nieuwe weg of de reconstructie van een bestaande weg kan zo een optimaal resultaat bereikt worden. Voorkomen wordt dat, als het ontwerp klaar is, blijkt dat er veel verlichting nodig is terwijl er andere oplossingen mogelijk geweest waren als dit onderwerp al in de ontwerpfase was meegenomen. Visie op (openbare) verlichting in Nederland Versterkt door de hiervoor genoemde maatschappelijke ontwikkelingen, verandert de visie op licht. Altijd en overal verlichten is niet langer vanzelfsprekend. Een bewuste afweging is noodzakelijk: licht waar nodig, donker waar mogelijk. Daarbij kijken steeds meer gemeenten niet langer ad hoc, naar een straat of een plein, maar naar het totaalbeeld: hoe willen wij met licht in onze gemeente omgaan? Welke visie hebben wij op licht? Daarbij wordt gekeken naar openbare verlichting, maar ook naar andere lichtbronnen in de openbare ruimte. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 10

4. Huidige situatie in de gemeente Cuijk a. Technische informatie Aantal en soort lichtmasten Het aantal lichtmasten per 1-1-2013 bedraagt 6280. De lichtpunthoogte is 6-8 meter op wijkontsluitingswegen en 4-6 meter op overige wegen. De meeste masten zijn gemaakt van staal. In de wijk Padbroek komen ook aluminium masten voor. Bij twijfel aan de kwaliteit van de wat oudere masten wordt er een stabiliteitsmeting uitgevoerd en afhankelijk van de resultaten wordt besloten deze masten al dan niet te vervangen. Bij de meest recente stabiliteitsmetingen is gebleken dat de masten nog minimaal 5 jaar in gebruik kunnen blijven. Verder hebben wij op de Heeswijkse Kampen nog lichtmasten toegepast, vervaardigd uit gerecycled materiaal. Aantal en soort armaturen en lampen Per 1-1- 2013 waren er ruim 6490 lichtpunten in gebruik (op een aantal masten zijn dubbele armaturen aangebracht, hetgeen het verschil tussen het aantal armaturen en masten verklaard). Deze zijn weergegeven in bijlage B. De meest opvallende kenmerken zijn: o 45% bestaat uit de relatief zuinige PL-armaturen; o minimaal 40% is qua technologie verouderd (met name SOX, TLD); o de diversiteit aan lamptypen is groot; o er zijn geen longlife lampen toegepast vanwege de hoge kostprijs en de opkomst van LED-verlichting. o De laatste jaren is bij vervanging en of nieuwe aanleg veelvuldig LED verlichting toegepast. Lampsoort Geschat aandeel in 2012 PLL 24W 22% PLL 36W 17% PL-overig 7% SON 7% LED 3% CDM/CDO 1% SOX 27% TLD 18W 12% Overig 4% Energieverbruik Het energieverbruik volgens handmatige meteropnamen was in 2012 gelijk aan ongeveer 1010 MWh. (1.010.000 kwh) Eigendom energienet Alle openbare verlichting is aangesloten op het net van Liander behalve op industrieterrein Haven, waar in 2006 een elektriciteitsnet in gemeentelijk eigendom is aangelegd. Ook op het nieuwe Valuweplein is een eigen net aangelegd. Deze eigen netten zijn ontstaan door op vier plaatsen door te lussen. Het eigen net is ontstaan uit onvrede met de netbeheerder omdat voor elke lichtmast een fors bedrag (circa 300) aan aansluitkosten betaald moet worden. Bij een eigen net hoeft alleen maar betaald te worden voor de aansluiting van de kabel. Het is overigens geen wens van de gemeente om dit verder uit te breiden. Functiecategorieën wegen Cuijk heeft in het kader van het Verkeers- en vervoersplan de wegcategorieën geprioriteerd aangaande veiligheid maar ook aanzien, comfort en duurzaamheid. Van hoge naar lage prioriteit: o Stroomwegen (120 km/h)) o Gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (80 km/h) o Gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (50 km/h) o Vrijliggende Fietspaden (utilitair) o Erftoegangswegen buiten de bebouwde kom (60 km/h) o Wijkontsluitingswegen (30 km/h) o Verblijfsgebied (trottoir, winkelerf) o Achterpaden Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 11

b. Beleid en uitvoering in de afgelopen beleidsperiode Verlichtingsniveau Het verlichtingsniveau binnen de bebouwde kom is op de meeste plaatsen onder de ROVL-2011 richtlijn voor wat betreft de lichtsterkte en de gelijkmatigheid. Het beleidsvoornemen om de woonwijken op Politiekeurmerk-niveau en de overige verlichting op NPR-niveau te brengen, is ten dele uitgevoerd in de periode 2004-2013. Dit komt omdat er alleen financiële middelen waren voor toepassing in nieuwe woonwijken en ingeval van reconstructie van bestaande woonwijken. Toch ontvangen wij geen klachten als dat het binnen de bebouwde kommen te donker zou zijn. Een deel van de verlichting vanaf 36Watt staat geschakeld op de avond/nachtschakeling. Op die wegvakken zou de verlichting tussen 24.00 uur en 7.00 uur om en om moeten worden uitgeschakeld. Echter door de jaren heen is mede op verzoek van de burgers het aantal nachtbranders successievelijk verhoogd naar 65 tot 70 % ipv om en om (50%). Dit zorgt voor een slechte gelijkmatigheid, maar resulteert in minimale hinder gezien de lage verkeersintensiteit. In het winkelcentrumgebied van de kern Cuijk is de gelijkmatigheid van groot belang; daarom is daar niet om en om geschakeld, maar wordt er gedimd. De verlichting in het buitengebied is voldoende, er is geen noodzaak tot het bijplaatsen van verlichting. Overig OVL beleid en uitgevoerde activiteiten In de beleidsperiode 2004-2013 zijn er lichtmasten geschilderd. Conform het beleidsplan zouden de masten om de 10 jaar geschilderd moeten worden maar als gevolg van de bezuinigingen is deze termijn verlengd naar 12 jaar. Er is groepsremplace ( gelijktijdige vervanging van de lampen na circa 10.000 branduren) ingevoerd en op het industrieterrein Haven is een eigen net aangelegd en zijn er in het centrum 20 armaturen met een diminstallatie in gebruik genomen. Er zijn inmiddels ongeveer 200 armaturen met LEDlampen uitgevoerd. (o.a. dorpskern Vianen, Heeswijkse Kampen, De Valuwe en langs de Maasboulevard. Dit is ruim 3% van het bestand. Armaturen worden in 20 jaar afgeschreven, masten in 40 jaar. Foto: nieuwe LED verlichting in Vianen zoals de gemeente die ook elders toepast Relatie met overige beleidsvelden/beleidsplannen Dit beleidplan Openbare Verlichting (2014-2018) stemt goed overeen met de principes en doelen van het gemeentelijk milieubeleidsplan en de regionale lichtvisie. Het milieubeleidsplan (2011-2025) benoemt vier doelen in relatie tot openbare verlichting: 1. energiebesparing: in 2015 is het gemiddelde energieverbruik voor openbare verlichting (verbruik per lichtmast) 5% lager dan in 2011; 2. energiebesparing door technologische innovatie openbare verlichting; Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 12

3. energiebesparing door minder verlichting; 4. vermindering lichthinder buitengebied door gebruik van (energiezuinige) led verlichting. Regionale lichtvisie De gemeenten in de regio hebben een regionale lichtvisie (2010) opgesteld over alle lichtbronnen in de openbare ruimte. Voor de aanpak van openbare verlichting in Cuijk zijn de volgende kernpunten uit de visie van belang: 1. niet verlichten, tenzij; 2. de toepassing van kunstlicht mag niet leiden tot onacceptabele lichthinder bij omwonenden, weggebruikers, astronomen, natuurliefhebbers en flora en fauna; 3. nieuwe hindersituaties voorkomen met een preventieve, pro-actieve houding; 4. bestaande situaties bij klachten degelijk onderzoeken en adequaat oplossen; 5. gemeentelijke verlichting: nieuwe technieken toepassen mits doelmatig en nuttig; 6. informerende rol aannemen (handreiking, website, weblog, richtlijnen); 7. beschermen van observatoria in de regio tegen lichtvervuiling. In het landschapsontwikkelingsplan staat opgenomen dat de beeldkwaliteit van het Land van Cuijk verslechterd wordt door onder andere de verlichting langs de snelweg A73, de op- en afritten van de A73 en sportterreinen. De gemeentelijke en provinciale openbare verlichting worden niet genoemd. De raad heeft op 8 november 2012 een motie aangenomen om kritisch te kijken naar de openbare verlichting in het buitengebied. Besloten is om de mogelijkheden voor versobering te onderzoeken. Daarbij wordt genoemd dat dit tot energiebesparing kan leiden. De veiligheid dient evenwel gewaarborgd te worden. De raad wenst eind 2013 over de voortgang te worden geïnformeerd. Het ging hierbij met name om de buitensporige verlichting langs de A73, de Provincialeweg van Cuijk naar Beers en langs de Raamweg. Ter hoogte van Cuijk staat sinds een aantal jaren verlichting langs de A73 evenals langs de op en afritten ter hoogte van Cuijk en Haps. In het begin waren er problemen met het schakelschema waardoor deze verlichting ook overdag aan was. Sinds 2012 voert Rijkswaterstaat het beleid om op bepaalde wegvakken het licht na 21 uur uit te schakelen. Men heeft er bewust voor gekozen om de verlichting niet te dimmen. Dit betekent dat de verlichting langs de A73 sinds kort na 21.00 wordt uitgeschakeld met uitzondering van die op de op- en afritten bij Cuijk en Haps. Bij conflictsituaties (zoals aanrijdingen) kan Rijkswaterstaat de verlichting weer inschakelen. Foto: voorbeeld van overmatige verlichting langs Dijkskruin Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 13

c. Overige verlichting in beheer van de gemeente De gemeente beheert naast wegverlichting, ook verlichting voor andere functies. Deze lichtbronnen zijn grotendeels op hetzelfde elektriciteitsnet aangesloten als de openbare wegverlichting. De belangrijkste lichtbronnen zijn: Aanlichten van gebouwen o 6 kerken: aanstraalverlichting wordt op enkele locaties tussen 24.00 en 7.00 uur uitgeschakeld. De rest blijft de gehele nacht branden. Reclameverlichting: o 23 lichtbakken op lichtmasten waarvan 22 worden verlicht o 8 abri's o 3 Billboards Overige functionele verlichting: o 6 plattegronden/ informatiezuilen o 66 masten zijn in gebruik voor bewegwijzering (ANWB-masten) o diverse grondpotten als aanstraalverlichting van o.a. kunstwerken Foto: Aanstraalverlichting Beplanting Parkeerterreinen De gemeente verlicht het parkeerterrein Zwaanplein de gehele nacht. Op de overige parkeerplaatsen in het centrum van Cuijk wordt een deel van de verlichting na 24.00 uur uitgeschakeld. Verkeersregelinstallaties De VRI is op het net van de provincie aangesloten waarvoor de gemeente een jaarlijkse vergoeding betaalt. Het stroomverbruik van de lichtbakken, aangelichte kerken, en parkeerterreinen is onbekend. Het verbruik van de abri s, billboards en functionele verlichting samen is geschat op 1% van het totale stroomverbruik voor openbare verlichting. Deze lichtbronnen springen in het oog waardoor ze wel van belang zijn bij de voorbeeldrol die de gemeente heeft. Ze tonen de intentie die de gemeente heeft aangaande energiebesparing en het verminderen van lichthinder en lichtvervuiling. De stroomkosten van de abri s en overige reclameuitingen worden in rekening gebracht bij derden. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 14

Foto: nieuwe verlichting Maasboulevard Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 15

5. Beleidkeuzes in de periode 2014-2017 a. Visie, doelen & aanpak op hoofdlijnen Visie De gemeente Cuijk verlicht alleen waar en wanneer dat nodig is, oftewel Niet verlichten, tenzij. De gemeente streeft naar het minimaliseren van de negatieve effecten van verlichting, zoals die zijn genoemd paragraaf 2d. De gemeente vervult hierin een voorbeeldfunctie richting haar burgers. De gemeente maakt steeds een afweging op maat om te komen tot openbare verlichting die duurzaam en tegen acceptabele kosten bijdraagt aan: o de verkeersdoorstroming en de verkeersveiligheid; o het gevoel van sociale veiligheid; o kwaliteit/identiteit/sfeer van de deelgebieden/wijken/dorpen/buitengebied. Doelen Voor de komende beleidsperiode legt Cuijk de nadruk op: o verlichten op maat; o inspelen op nieuwe ontwikkelingen; o energiebesparing en het tegengaan van lichtvervuiling; o versneld vervangen van de verouderde installatie; o verbeterde afstemming op de groenvoorziening; o verbeterde monitoring van en sturing op de totale installatie; o versobering van verlichting in het buitengebied. Aanpak bij nieuwe aanleg en grootschalige renovaties Bij ontwerpkeuzes om te komen tot verkeers- en sociale veiligheid, kiest de gemeente niet automatisch voor openbare verlichting. Eerst worden andere oplossingen overwogen aan de hand van een kosten-batenanalyse. Hierbij wordt onderstaande voorkeursvolgorde aangehouden: 1. infrastructurele maatregelen waardoor geen/minder verlichting nodig is; 2. passieve markering, reflectietechnieken in markering, belijning of wegdek; 3. actieve markering; 4. energie efficiënte openbare verlichting; 5. innovatieve openbare verlichting. Aanpak bestaande installaties Een deel van de verlichtingsinstallatie is sterk verouderd en het huidige tempo van vervangen is onvoldoende. De gemeente streeft er naar om op het einde van deze beleidsperiode een up-todate installatie te hebben en kiest daarom voor de volgende inhaalslag: 1. Niet alle verouderde verlichting hoeft vervangen te worden. De indruk bestaat namelijk dat er meer verlichting staat dan nodig is zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Met verkeersen sociale veiligheid als uitgangspunt, wordt bekeken of verlichting weggehaald kan worden. Hierbij zet de gemeente burgerparticipatie in. 2. Renovatie van wegvakken zal hierbij leidend zijn. Met andere woorden: als een weg of wegvak gereconstrueerd moet worden, zal ook de openbare verlichting een facelift krijgen. Voor deze vervanging wordt nu al jaarlijks in de begroting respectievelijk 20.000 (voor lichtmasten en 25.000 (voor het vervangen van armaturen) gereserveerd. 3. Bezien zal worden of er tussentijds een inhaalslag moet worden gemaakt in de vervanging van de resterende armaturen voor zover ze verouderd zijn en een hoog energieverbruik hebben. Hierbij worden de technieken overwogen zoals beschreven in paragraaf 5c. Voor deze inhaalslag zijn mogelijk aanvullende kredieten noodzakelijk die tijdig bij de raad zullen worden aangevraagd. Aanpak buiten de bebouwde kom De gemeente streeft bij een aantal wegen (o.a. Raamweg en Provincialeweg) naar een lager lichtniveau buiten de bebouwde kom. Dit sluit aan bij het gemeentelijk milieubeleidsplan, de in november 2012 aangenomen motie (zie paragraaf 4b), de dassennota, en de ambitie van andere gemeenten in de regio en het ZLTO. Het buitengebied wordt in principe niet verlicht op de hoofd(school)fietsroutes na. In opdracht van de raad (motie, november 2012) onderzoekt de gemeente in deze beleidsperiode de mogelijkheden voor versobering van de openbare verlichting in het buitengebied. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 16

Er wordt geen verlichting bijgeplaatst behalve als er conflictsituaties optreden voor wat betreft de verkeersveiligheid. In dat geval worden eerst mogelijkheden van infrastructurele aard bekeken (zie 1, 2 en 3 van de voorkeursvolgorde genoemd onder Aanpak bij nieuwe aanleg en grootschalige renovaties ). Zo nodig wordt overgegaan tot het verlichten van gevaarlijke kruisingen en bochten of het plaatsen van oriëntatieverlichting. Foto: voorbeeld van oriëntatieverlichting bij een kruising (Broekkant) b. Omgaan met landelijke regelgeving Aansprakelijkheid (Burgerlijk Wetboek) Zoals aangegeven in paragraaf 3a is de gemeente niet verplicht om te verlichten, wel is er sprake van een zorgplicht. De gemeente Cuijk weegt per gebied en per wegvak af wat passende verlichting is. Zie paragraaf 5a en de hiernavolgende alinea over de ROVL-2011. Richtlijn (ROVL) De landelijke richtlijn ROVL-2011 biedt een advies over hoeveel licht geplaatst wordt, en met welke verspreiding, op een bepaalde weg. Dit hangt af van de locatie, het soort weg en de hoeveelheid verkeer. De ROVL sluit qua lichtniveau meer aan bij de gebouwde omgeving in stedelijke gebieden. Daar is men gewend aan meer licht op straat, bebouwing, drukte en wellicht meer veiligheidsproblemen. Cuijk vindt de gelijkmatigheid van groot belang in het winkelcentrumgebied en volgt de ROVLrichtlijn op dat punt. De gemeente plaatst een dimbare installatie met een gelijkmatigheid volgens de ROVL wanneer de huidige installatie met avond-nachtschakeling wordt vervangen. In de woonwijken wordt gelijkmatigheid nagestreefd doch dit is geen must. Voor wat betreft de lichtsterkte verlicht Cuijk tot een maximum van 70% van de ROVL richtlijn. Dit lichtniveau is passend omdat het landelijk gelegen Cuijk altijd al op een laag niveau is verlicht. Er zou veel verlichting bijgeplaatst moeten worden qua lichtmasten en lampsterkte als de ROVL zou worden toegepast. Dit is onwenselijk qua kosten, energieverbruik, de beleving van de openbare ruimte en het landschap. In specifieke gevallen en bij bepaalde locaties kan van het maximum van 70% worden afgeweken en meer verlicht worden. Te denken valt aan winkel/uitgaansgebieden. Volgens de ROVL moeten er in een woongebied minimaal 36 watt lampen toegepast worden. Wij zijn de mening toegedaan dat een lamp van 24 watt ook voldoet en daarmee halen wij de doelstelling van 70% van de norm ROVL. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 17

Foto: voorbeeld van overmatige verlichting in relatie tot gebruik en omgeving (Van Galenweg) Arbeidsomstandighedenwet/ installatieverantwoordelijkheid De gemeente draagt zorgt voor de veiligheid van haar elektrische installaties, de zogeheten installatieverantwoordelijkheid. In het onderhoudsbestek wordt die verantwoordelijkheid neergelegd bij de aannemer die het onderhoudswerk krijgt toegewezen. Daarnaast is een medewerker van de buitendienst opgeleid en bevoegd om onmiddellijk in te grijpen indien er gevaar bestaat voor de omgeving. Sociale veiligheid Sociale veiligheid vraagt om een integrale benadering, zoals het aanpassen van het groen, zorgen voor zichtlijnen, toezicht door medeweggebruikers en goede handhaving. In winkelcentrumgebieden wordt een gelijkmatige lichtverdeling gehanteerd zoveel mogelijk volgens ROVL richtlijn. Wit licht wordt toegepast waar gezichtsherkenning van belang is zoals in woonwijken. De gemeente kiest in principe voor het niet verlichten van achterpaden omdat sociale controle afwezig is (zie ook paragraaf 2b over sociale veiligheid). Daarnaast heeft de gemeente in veel gevallen de achterpaden niet in eigendom maar maken die deel uit van de percelen van de aanwonenden. Aangezien hier wel veel vraag naar is vanuit de bewoners, zal de gemeente per geval bekijken of er een of meerdere armaturen beschikbaar gesteld kunnen worden. Die moeten door derden op het eigen net aangesloten worden. De gemeente behoudt zich het recht voor om aanvragen wel of niet te honoreren. Politiekeurmerk Veilig Wonen Woonwijken worden niet verlicht op het niveau van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). Dit zou een significante toename van het aantal masten en het lichtvermogen betekenen, bijvoorbeeld het plaatsen van masten dichtbij iedere voordeur. Ook alle achterpaden zouden dan verlicht moeten worden, terwijl daar een lage mate van sociale controle is. Woningeigenaren kunnen een certificaat Veilige Woning aanvragen, als hun woning daarvoor aan de eisen voldoet. Keurmerk Veilig ondernemen Vanuit de gemeente wordt niet de eis gesteld dat een bedrijventerrein aan dit keurmerk moet voldoen. Indien bedrijventerreinen zelf de wens hebben om hieraan te voldoen, dan dienen de bedrijven en de gemeente gezamenlijk een aanpak te kiezen gebruikmakende van de variëteit aan veiligheidsmaatregelen in het Handboek KVO. Verlichting kan onderdeel uitmaken van de gekozen totaalaanpak, maar biedt op zichzelf staand geen garantie voor veiligheid. Het KVO zal op gebied van verlichting ondergeschikt zijn aan dit beleidsplan OVL. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 18

c. Omgaan met (nieuwe) technologieën Investeren in nieuwe technieken Cuijk kiest voor de meest duurzame optie mits dit technisch en financieel mogelijk is. Voor technieken die duurder zijn in de aanschaf, bekijkt de gemeente de kosten en baten over de gehele levensduur. Naast energie en onderhoud zijn ook de effecten op veiligheid, sfeer en lichtvervuiling van belang. Bij een gunstig totaalbeeld bekijkt de gemeente of er investeringsbudget of een alternatieve financieringwijze beschikbaar is. Sommige technieken in de volgende alinea s zijn al marktrijp, andere nog sterk in ontwikkeling. De gemeente volgt de ontwikkeling in technieken nauwgezet en reserveert waar mogelijk jaarlijks een budget voor onderzoek en kleine innovatieve pilots waarmee zij haar voorbeeldrol invult. Dimmen Cuijk past bij renovaties dimbare verlichting toe bij lampvermogens vanaf 36Watt. Doel is om het licht goed af te stemmen op de hoeveelheid verkeer,en het energieverbruik en de lichtuitstoot te verminderen. De gemeente zal, indien financieel mogelijk, de huidige nachtschakeling (waarin lampen om en om worden uitgeschakeld) vervangen door gelijkmatige, dimbare verlichting. Het dimregime, de wegen waarop gedimd wordt en de voorkeurstechnieken, worden in het beheerplan in detail beschreven. Led Cuijk beoordeelt per project van nieuwe aanleg of herstructurering of LED de juiste oplossing is, rekening houdende met de aanvangsinvestering, de besparing op energie(kosten) en onderhoud over de gehele levensduur, en de gewenste sfeer en richting van het licht. Het milieubeleidsplan noemt LED als de beoogde oplossing voor het verminderen van lichtvervuiling in het buitengebied. Hiervoor zijn echter ook andere oplossingen denkbaar. (Zie onder andere paragraaf 5d onder duurzaamheid en onder lichtvervuiling ) Masten, armaturen, lampen Cuijk kiest masten en armaturen die het best voldoen aan de volgende (milieu)kwaliteitseisen: o lange levensduur (zoals stalen masten met coating); o energiezuinige en dimbare lampen, armaturen én voorschakelapparatuur; o goede spiegeloptiek om verblinding en strooilicht te voorkomen; o laag lampvermogen; o qua vormgeving het beoogde straatbeeld versterkend. De gemeente streeft naar optimale kwaliteit, maar ook naar uniformiteit in het straatbeeld en lage kosten door standaardisatie. Gebruik wordt gemaakt van een voorkeursassortiment welke voldoende energiezuinige oplossingen bevat. Bij ieder project worden uit dit assortiment gekozen na afweging van kosten, milieu(opbrengsten) en andere voor- en nadelen. Het beheerplan beschrijft de inhoud van het voorkeursassortiment alsmede onderhoudsafspraken zoals de frequentie van groepsremplace van lampen, de levensduur van armaturen en schilderwerkzaamheden van masten. Oude masten worden gecontroleerd op hun stabiliteit, waardoor ze desgewenst langer kunnen blijven staan dan de reguliere 40 jaar levensduur. Actieve en passieve markering en (wegdek)reflectie De gemeente beoordeelt de bijdrage aan verkeersveiligheid die geleverd kan worden door actieve markering, passieve markering en (wegdek)reflectie. Dit doet zij zowel binnen als buiten de bebouwde kom, bij het weghalen van lichtmasten, bij herstructureringsprojecten en bij de aanleg van nieuwe wegen. Waar technisch en financieel mogelijk, worden deze technieken toegepast. Kleuren licht Vanwege verkeersveiligheid, gezichtsherkenning en sfeer kiest de gemeente in principe voor de volgende lichtkleuren: wit op doorgaande wegen, bedrijventerreinen en in het centrum, warm wit in woonwijken. Daarnaast wordt voor het buitengebied bekeken of het voor bepaalde diersoorten wenselijk is om een andere lichtkleur toe te passen (zie paragraaf 5d onder lichtvervuiling ). Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 19

d. Omgaan met maatschappelijke ontwikkelingen Duurzaamheid (energie en materialen) Er is vanuit milieu veel aandacht voor openbare verlichting, omdat deze verantwoordelijk is voor 40% van het gemeentelijke elektriciteitsverbruik. De gemeente wil daarom minimaal 5% energie besparen binnen openbare verlichting. Deze en andere doelstellingen uit het milieubeleidsplan (2011-2015) staan beschreven in paragraaf 4b. Het beheerplan berekent de technische mogelijkheden met bijbehorende kosten en besparingen. De energie-doelstellingen wil de gemeente bereiken door de volgende zeven basisprincipes te hanteren: o verlichting alleen plaatsen waar dit noodzakelijk is; o s nachts waar mogelijk dimmen of zelfs geheel uitschakelen; o aanpassing van het schakelregime waarbij de nachtschakeling om 23.00 uur ingaat i.p.v. 24.00 uur o overige energiebesparende innovaties zoals LED; o zo laag mogelijke lampsterkte; o goed gericht licht door armatuurkeuze en afstelling; o OVL opnemen in de gemeentelijke ambities van andere beleidsvelden zoals binnen het milieuspeerpunt duurzame gebiedsontwikkeling. Naast energiebesparing is de duurzaamheid van materialen een belangrijk thema. Hier wordt extra aandacht aan besteed. Dit geldt bij aanschaf én bij het verwijderen van lichtmasten, armaturen en lampen. Afspraken worden gemaakt met de leveranciers over duurzaamheid over de gehele levenscyclus waarbij erkende inzamelaars en verwerkers worden betrokken. Bij nieuwe projecten worden masten gecoat vanwege de langere levensduur en uiteindelijke kostenbesparing. Bij bestaande masten wordt besloten om afhankelijk van de financiële mogelijkheden over te gaan tot vervanging of tot het traditionele schilderwerk. Zie ook onder 5c over de levensduur van masten. Lichtvervuiling veroorzaakt door openbare verlichting Cuijk is zich ervan bewust dat verlichting storend kan zijn voor mens en dier. Verlichting bepaalt s avonds en s nachts het van nature open en donkere landschap. Ook vermindert licht het aantal zichtbare sterren. Cuijk zet zich in om lichthinder en lichtvervuiling door openbare verlichting te verminderen zowel binnen als buiten de bebouwde kom. De zeven basisprincipes die hiervoor genoemd worden bij duurzaamheid dragen hier aan bij. Daarbij volgt de gemeente de volgende uitgangspunten uit de regionale Lichtvisie (2010): 1. de toepassing van kunstlicht mag niet leiden tot onacceptabele lichthinder; 2. nieuwe hindersituaties voorkomen met een preventieve, pro-actieve houding; 3. bestaande situaties bij klachten degelijk onderzoeken en adequaat oplossen; 4. informerende rol aannemen (handreiking, website, weblog, richtlijnen); 5. beschermen van observatoria (sterrenwacht) tegen lichtvervuiling. Waar nodig maakt de gemeente gebruik van de Handreiking aanpak lichthinder in de leefomgeving, zoals in 2012 opgesteld door de Regionale Duurzaamheidsagenda Noordoost Brabant. In principe verlicht de gemeente het buitengebied niet. Dit sluit goed aan bij het gemeentelijk milieubeleidsplan, de ambitie van het ZLTO, en de keuze van de Rijksoverheid om de A73 na 21 uur niet te verlichten behalve de op- en afritten. Ook de Provincie Noord-Brabant houdt, net als Cuijk, het Niet verlichten, tenzij principe aan. De beleidstakken openbare verlichting, milieu en natuur trekken samen op om te bezien in welke gebieden (openbare) verlichting storend is voor diersoorten. Gebruik wordt gemaakt van kennis bij verschillende lokale (natuur)groeperingen, zoals genoemd in het Milieubeleidsplan. De gierzwaluw en de das verdienen hierbij extra aandacht. Gekozen kan worden voor verminderen van licht of het toepassen van een andere kleur verlichting. Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 20

Foto: voorbeeld van verspilling (verlicht speelveld op de Zuring in de late avond) Hinder voor weggebruikers veroorzaakt door andere lichtbronnen Omgekeerd zijn er ook bronnen van licht die op hun beurt de verkeersveiligheid negatief beïnvloeden. De gemeente bekijkt of de volgende situaties zich voordoen en bepaalt een passende aanpak. Dit kan variëren van in gesprek gaan tot handhavend optreden. Gedacht kan worden aan: o Verblinding van weggebruikers door lampen van bv sportvelden of bedrijven, o Overgangen van sterk licht naar donker of andersom waardoor het oog van de weggebruiker gedurende een bepaalde tijd weinig contrast ziet. Oorzaak kan bijvoorbeeld zijn een sterk verlicht bedrijventerrein langs een weg zonder openbare verlichting, o Signalen die op verkeerssignalen lijken. Knipperende, gekleurde sierverlichting kan bijvoorbeeld verward worden met waarschuwingssignalen zoals sirenes; o Afleiding van de weggebruikers, bijvoorbeeld door reclame-uitingen of beamers. Veranderende rol van de burger Cuijk heeft het verbeteren van de leefomgeving als speerpunt benoemd. Via een gebieds(buurt)gerichte aanpak doet zij dit in samenspraak met de burgers en bedrijven. De gemeente vraagt hen wat nodig is om de omgeving prettig, schoon en aantrekkelijk te maken. Vraagstukken over openbare verlichting kunnen in dat kader aan bod komen. Zie ook paragraaf 6b. Integrale aanpak (integraal wegontwerp) De gemeente kiest voor meer veiligheid en minder verlichting via de route van integraal wegontwerp. Vanaf de start van aanpassing of aanleg van een weg, zit het werkveld verlichting aan tafel bij ruimtelijke ordenaars en verkeerskundigen. Vroegtijdig overleg wordt gevoerd tussen beleid, beheer en uitvoering en met relevante externe partijen. Infrastructurele mogelijkheden worden benut om de verkeers- en sociale veiligheid te vergroten, zodat de noodzaak van openbare verlichting waar mogelijk beperkt wordt. In algemene zin is bij inrichting en beheer van de openbare ruimte deze vroegtijdige afstemming belangrijk. Gebruik wordt gemaakt van het handboek Integraal Beheer Openbare Ruimte IBOR. De uitvoering voor realisatie van de openbare verlichting wordt indien financieel mogelijk meegenomen bij andere werken en projecten. e. Beleidskeuzes voor overige verlichting in beheer van de gemeente Aanlichten van gebouwen en overige markeringspunten Verschillende gebouwen zijn aangelicht waaronder 6 kerktorens Beleidsplan Openbare Verlichting Cuijk (2014-2018) 21