20e jaargang juni 2009. Grenzeloze zorg



Vergelijkbare documenten
De Jonge Orde parttime werken

DETACHERING IN EEN ANDERE OPLEIDINGSINSTELLING: ARBEIDSRECHTELIJKE CONSEQUENTIES VOOR AIOS

Dat ze klaarstaat voor haar vrienden. Als ze samen is met haar vriendinnen, is er veel gein

Visitatie van de opleiding informatie voor aios

Verpleegkundige in opleiding

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Onderzoeksrapport. Ouderengeneeskunde. Maartje Conijn. Henri Boersma

Zorgboerderij Sterrenland

Gedragscode. Gewoon goed doen

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Meer succes met je website

tips voor het sollicitatiegesprek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ik ben een prima huisarts. Maar ik mis een zakelijk gen.

7.1. Boekverslag door D woorden 6 maart keer beoordeeld. Interview met kinderarts Laura vd. Meer Door Daniëlle, Bregje en Margreth

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie

INZETBAARHEIDS ASSESSMENT

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

AVONTURENKAART. Reflectieopdrachten

Werkboek Het is mijn leven

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

Juridische medewerker

ARBEIDSTIJDEN VOOR AIOS EN ANIOS

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Persoonlijk ontwikkelingsplan

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

VRAGEN BIJ DE COMPETENTIES

Inhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam

De ingangsdatum van deze accreditatieregelgeving is 1 april 2017.

Voorbereiding assessment

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Regelgeving voor het verkrijgen van accreditatie-uren voor overige deskundigheidsbevordering door sociaal geneeskundigen

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

5 pedagogisch medewerkers

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie

Zij-instroomprogramma geneeskunde. Dubbeltalent gezocht

NVVG. Regelgeving voor het verkrijgen van accreditatie-uren voor overige deskundigheidsbevordering door verzekeringsartsen

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Leraar, je wist dat je het was.

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

INSTANTIES. Bekostigt via de Beschikbaarheidsbijdrage (uitgevoerd door de NZa) de vervolgopleidingen tot (medisch) specialist.

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580).

Dedicated Schakeljaar. Perspectief vanuit studenten Kitty Roseboom en Tjitske van Engelen

Aflevering 2: Solliciteren

Vragenlijst Personeel Werk en privé in balans

NIEUWSBRIEF. Gebruik van het dossier We zien dat er een aantal mentoren al gebruik maken van Het Dossier. Complimenten daarvoor.

De Budget Ster: omgaan met je schulden

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

College Geneeskundige Specialismen

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016)

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Jan de Laat OVERSTAG

INDIVIDUELE PROFILERING

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

2 e tranche B > Algemeen

Onderwijs met hoofd en hart

Een ontspannen samenleving

Help! Verzuim voorkomen

Light up your fire voordat burnout toeslaat. Muriël Van Langenhove Psycholoog Coach Dienst Welzijn Personeel UZ Gent

Patiëntenrechten. Een tweede mening

Groepsverdeling schooljaar

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Universiteit. Brochure. Opleidingsinstituut Dageraad

Anita Willemsen & Leander Westerbeek van Eerten

PeerEducatie Handboek voor Peers

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

ZIGMA Zij-Instroomprogramma Geneeskunde Master Amsterdam. Dubbeltalent gezocht

Timemanagement? Manage jezelf!

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Ondernemingsraad Westfriesgasthuis

INTRAPROFESSIONEEL LEREN MET ARTS-ASSISTENTEN BINNEN DE KINDZORG ONTWIKKELING VAN EEN TOOLBOX

Begrijpen Beleven Bouwen Geluk op de werkplek. Peiling onder Nederlandse werknemers 5 januari 2016

informatie voor cliënten

Tineke Boudewijns VERSTAG

MINI-WHITEPAPER Personeel werven de mogelijkheden

Boost uw carrière. Zo kiest u de MBAopleiding die bij u past. Deze whitepaper is mede mogelijk gemaakt door

'Medezeggenschapsraad', ik vond het lang een beetje een abstract begrip.

Rapportage online marktonderzoek Wat maakt succes?

INTERVIEW. Curriculum Vitae. VCMS Amsterdam AMC in gesprek met Prof. dr. O.R.C. Busch

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Voorwoord. Aan de slag met job craften

2 januari Onderzoek: Effectiviteit van de zorg

Duaal opleidings traject tot verpleegkundige

Algemeen klinisch fysicus in opleiding

16 augustus Onderzoek: Prijsplafonds in de zorg

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Jouw toekomst. Havo 5

Het CBOG zal derhalve alleen voor de toewijzing van de instroomplaatsen 2009 voor de 1 e trancheopleidingen

Transcriptie:

2 20e jaargang juni 2009 Grenzeloze zorg

1 Consulteer de USB-dokter van Sibbing & Wateler Heeft u uw opleiding tot specialist bijna afgerond? Consulteer dan de USB-dokter van Sibbing & Wateler. Deze verwijst u door naar nuttige informatie over tal van financiële vraagstukken die tijdens uw opleiding niet of nauwelijks aan de orde komen. Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder medisch specialisten. Onze dienstverlening richt zich op de volgende aspecten: Praktijkvestigingen Maatschapscontracten Praktijkfinancieringen Financiële planning Verzekeringen Pensioenen Hypotheken Vraag direct aan Wilt u de USB-dokter consulteren? Stuur dan direct de antwoordkaart in! Is iemand u voor geweest? Vraag de USB-dokter van Sibbing & Wateler dan aan via www.sibbing.nl. Of stuur een e-mail naar pr@sibbing.nl o.v.v. uw naam, adres, einddatum opleiding en opleidingsplaats/ziekenhuis. Vermeld als onderwerp: consult USB-dokter. S IBBING & W ATELER C.S. n hele zorg minder Storkstraat 33 3905 KX Veenendaal Postbus 915 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 Fax: (0318) 543 843 E-mail: info@sibbing.nl Internet: www.sibbing.nl Sibbing & Wateler is hoofdsponsor van de LVAG.

Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur Daniëlle Jansen, eindredacteur Saskia Bulk Daniël Dresden Nanda Glimmerveen Lisette Kunz Jocea Michels Robert Minnee Janine Nuver Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E aios@lvag.nl Dagelijks bestuur LVAG Bram Jacobs, voorzitter a.i. Renske Scheenstra, vicevoorzitter Sjoerd Lagarde, penningmeester Ingrid Desar, secretaris Annemarie van den Berg, lid Monika Kerckhoffs, lid Addy van de Luijtgaarden, lid Tessa Nizet, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E secretariaat@lvag.nl I www.lvag.nl Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Marieke Stegenga Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E info@toverspreuk.com I www.toverspreuk.com Beste collega s, Aan alle goede dingen komt een eind. Voor mij zit het er nu écht op. Zes jaar lang ben ik bestuurslid van de LVAG geweest, waarvan 3,5 jaar als voorzitter. Ik geef het stokje door aan Ingrid Desar, aios interne geneeskunde. Tijdens de ledenvergadering van 17 juni wordt zij benoemd tot voorzitter. Als secretaris heeft zij het afgelopen jaar al uitstekend werk verricht. Met het bestuur dat zich het laatste jaar volledig heeft vernieuwd, ben ik ervan overtuigd dat de LVAG doorgaat met datgene waarin zij het beste is: luisteren naar en vertegenwoordigen en informeren van aios. In deze uitgave staan weer diverse artikelen die gaan over alles wat te maken heeft met de ontwikkelingen in de opleiding tot medisch specialist. Naast het Verenigingsnieuws, kun je lezen over de kwaliteitsindicatoren van onze opleidingen en over het hoe en wat van deeltijdwerken. Verder komt het Opleidingsfonds aan bod en reageert het bestuur op de resultaten van het recent onder aios uitgevoerde onderzoek van de Arbeidsinspectie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. En zet alvast in je agenda: 23 september 2009, symposium Teach the aios te Utrecht! Maar zoals jullie gewend zijn ook wat mildere kost; met als thema aios in het buitenland. Nederlandse aios die in het buitenland hun opleiding doen, die daar promoveren of hebben gewerkt, vertellen over hun ervaringen. Maar ook twee anesthesiologen, uit Zweden en Portugal, komen aan het woord. Genoeg om te lezen, zo aan het begin van de zomer! Bram Jacobs, voorzitter a.i. P.S. Kijk ook eens op onze geheel vernieuwde website: lvag.nl. Inhoud VOORWOORD pag. LVAG-nieuws 2 Te hoge werkdruk en te lange werktijden 4 Openbare Ledenvergadering 5 Bijtanken met Andrea Kramer 6 Noord en Zuid 8 Promoveren aan Harvard Medical School 10 Assistenzarzt in Duitsland 11 Kwaliteitsindicatoren: best getest of voordelige keus? 12 De Meester en de Leerling 14 Parttime in opleiding: de vraag is niet of maar hoe! 16 Onderhandelingsresultaat Cao Ziekenhuizen 2009-2011 18 In Amerika is alles anders 20 Hoofdredacteur m/v gezocht 21 Tropenarts is nu chirurg in opleiding 22 Things tot know about het Opleidingsfonds! 23 Wat biedt Sibbing en Wateler mij als aios? 24 Blijf up-to-date via lvag.nl 24 LAD: adviesaanvraag VWS komt aios niet ten goede 25 Geneesheer: Paul Langerhans 26 Column: Bedankt! 28 AIOS 2-20e jaargang juni 2009 1

VERENIGINGSNIEUWS Als aios wil jij natuurlijk volledig op de hoogte zijn van alles wat met je opleiding te maken heeft! Het LVAG-bestuur informeert je daarom graag over het laatste nieuws. LVAG-nieuws Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden Lange werkdagen en veel werkdruk Uit de meest recente inspectieronde van de Arbeidsinspectie (AI) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2007 tot en met 2008 blijkt dat het nog steeds slecht gesteld is met de naleving van de arbeidstijden en rusttijden van aios. Maar liefst 84 procent van de geïnspecteerde instellingen hield zich niet aan de regels. Daarnaast bleek dat de registratie van arbeids- en rusttijden ernstig tekort schoot, waardoor de situatie mogelijk nog negatiever zou uitvallen. Ook bleek de werkdruk hoog: meer dan 50 procent van de a(n)ios had regelmatig of structureel te maken met stress tijdens of door het werk. Bij 15 procent van de a(n)ios was er een (te) hoge werkdruk die om directe maatregelen vraagt. Ook was de voorbereiding van a(n)ios op diensten matig en was er een gebrek aan protocollen over de taken en verantwoordelijkheden van a(n)ios tijdens de dienst. De LVAG, de Jonge Orde en de Orde van Medisch Specialisten (Orde) zijn gevraagd om hierover een voorstel te doen. Tessa Nizet zal hier namens de LVAG aan meewerken. Meer over dit onderwerp lees je op pagina 4 en 5. Discussie over arbeidstijden aios Volstrekt in strijd met de bevindingen van de AI en de IGZ streven de werkgevers, de NVZ vereniging van ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), naar een uitbreiding van de arbeidstijden van aios. Op Europees niveau zou per 1 augustus 2009 de laatste fase ingaan van de European Working Time Directive (EWTD) waarin de gemiddelde werkweek van aios nog 48 uur mag bedragen. Eerder berichtten wij al dat het Europees Parlement een voorstel om inactieve aanwezigheidsdiensturen niet mee te laten tellen bij het bepalen van de gemiddelde maximale werkwerk, heeft weggestemd (AIOS nr. 1 2009). In een tegenreactie daarop hebben de Nederlandse werkgevers en de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gevraagd om gebruik te mogen maken van de in de EWTD opgenomen overgangsregeling. Volgens deze regeling mogen aios nog twee jaar gemiddeld 52 uur in plaats van 48 uur werken. De ministers zijn hiermee akkoord gegaan, mits alle partijen werken aan een plan van aanpak om na de overgangsregeling daadwerkelijk aan de 48-urige werkweek te kunnen voldoen. Door deze discussie heen speelt het verhaal van de opt-out: een wettelijk mogelijke clausule waarin individuele aios instemmen met gemiddelde werkweken van maximaal 65 uur. De ziekenhuizen konden tot dusver geen gebruikmaken van de opt-outregeling. De Cao Ziekenhuizen verliep echter in maart 2009. In het recent bereikte onderhandelingsakkoord (zie pagina 18) is de opt-out definitief van tafel, onder voorwaarde dat er serieus gewerkt wordt aan een plan van aanpak voor een overgangsregeling. Het LVAG-bestuur is zich aan het oriënteren op de werkomstandigheden van aios tijdens diensten. Binnenkort hopen we hierop terug te kunnen komen. Parttime-opleiding Het bestuur van de LVAG heeft onder de juniorverenigingen geïnventariseerd hoe aios tegenover parttime werken staan en hoe dit in de praktijk eruit ziet. Belangrijkste conclusie is dat alle juniorverenigingen vinden dat de kwaliteit van de opleiding en het werk niet in het geding komen door het parttime werken. Vaak blijkt de bedrijfsvoering een belemmerende factor. Er zijn enkele situaties waarin parttime werken moeilijker dan gemiddeld is: in geval van detachering, tijdens de vooropleiding, in kleine perifere klinieken en tijdens bepaalde type stages. De LVAG vindt dat elke aios recht heeft op parttime werken en een parttime-opleiding. Alle achtergronden over parttime werken & parttime-opleiding vind je op pagina 16-17. 2 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

VERENIGINGSNIEUWS Opleiding Verbeteringen Opleidingsfonds De LVAG heeft regelmatig overleg met het ministerie van VWS over het Opleidingsfonds. Dit heeft onder andere de volgende resultaten opgeleverd: Er wordt gewerkt aan het financieren van stages in het buitenland vanuit het Opleidingsfonds. Collega s die door problemen met het Opleidingsfonds in schrijnende situaties terecht zijn gekomen, mogen een beroep doen op een herbeoordeling door VWS. Ook is de LVAG uitgenodigd om mee te denken over mogelijkheden om het Opleidingsfonds verder te verbeteren. Heb je nog vragen of problemen, neem dan vooral contact op met het bestuur van de LVAG! Modern opleidingsplan vanaf 2010 gereed Inmiddels hebben veertien opleidingen een nieuw opleidingsplan ingediend bij het Centraal College Medisch Specialismen (CCMS) met een status A (gereed voor ingebruikname) of status B (nog enige verbeteringen nodig). Deze zullen na goedkeuring door het CCMS naar alle betrokken veldpartijen worden gestuurd voor verder commentaar (adviesronde). Verwacht wordt dat vanaf medio 2009 alle opleidingen de beschikking zullen hebben over een nieuw opleidingsplan of dat ze hiertoe een voorstel hebben ingediend. De deadline voor het gehele traject is gesteld op 1 januari 2010. Dan dienen alle opleidingsplannen te zijn goedgekeurd en in wetgeving te zijn gegoten. Vervolgens kan gestart worden met de implementatie. Numerus Fixus In de Tweede Kamer lijkt een meerderheid te zijn voor het loslaten van de numerus fixus van de geneeskundeopleiding. Dit heeft een aantal potentiële nadelen. Ten eerste vraagt het om een verdubbeling van opleidingsfaciliteiten. Daarnaast kan het uitbreiden van het aantal geneeskundestudenten een negatieve invloed op de kwaliteit van de geneeskundeopleidingen en op de vervolgopleidingen hebben. Een ander mogelijk gevaar is dat het kan leiden tot werkeloze medisch specialisten. Ten slotte heeft deze beleidsmatige stap pas over ruim twaalf jaar effect. De minister heeft een brief met meerdere van deze nuances aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) geschreven en om advies gevraagd. De LVAG vindt het verontrustend dat de Kamer deze wens heeft, maar acht de kans klein dat dit zomaar gaat gebeuren. Kwaliteit & Wetenschap Ziekenhuizen moeten aios wérven! Een voor de aios veelbelovend initiatief waaraan gewerkt wordt is de zogenaamde opleidingsetalage waarbij de doorstroom van aios door hen zelf bepaald kan worden. Ziekenhuizen moeten presenteren wat zij te bieden hebben. Zo dienen zij aios (en hun financiering) te werven. Dit kan tot een kwalitatief hoogwaardiger opleidingsniveau leiden en het maakt de aios vrijer in zijn keuzes, omdat ze niet gebonden zijn aan een bepaald ziekenhuis. Bovendien geeft het beter inzicht in de mogelijkheden binnen de verschillende opleidingsinstellingen. Het commitment van de wetenschappelijke verenigingen maakt dat aios moeten kunnen gaan en staan waar ze willen binnen bepaalde grenzen en dat de opleider eigenlijk niet kan weigeren (bijv. vanwege de bedrijfsvoering). In een aantal vakken (o.a. interne geneeskunde, chirurgie, urologie en anesthesie) zal een pilot-onderzoek worden gedaan. Lees hierover op pagina 13. Overig nieuws Aios-dag De eerste Aios-dag van 2009 zal op zaterdag 13 juni plaatsvinden in de Domus Medica te Utrecht. Deze dag (georganiseerd door de LVAG samen met de Orde en De Jonge Orde) bereidt aios voor op diverse aspecten van het beroep van medisch specialist, zowel in vrije vestiging als in dienstverband. De Aios-dag voorziet in een enorme behoefte aan informatie over onderhandelen ten aanzien van een dienstbetrekking, contractvormen, arbeidsovereenkomsten, financiële gevolgen en risico s, rechten en plichten ten opzichte van collega s en pensioenen verzekeringsplichten. Meer info, én de mogelijkheid om je aan te melden vind je op onze site. Symposium Teach the aios Op woensdag 23 september 2009 nodigen wij je van harte uit voor het symposium Teach the aios. Dit symposium wordt ook gehouden in de Domus Medica. Deze gehele dag staat in teken van je opleiding tot medisch specialist. Onderwerpen die aan bod komen zijn het Opleidingsfonds, de opleidingsetalage, de centrale opleidingscommissie, timemanagement, het ontwerpen van je individuele opleidingsplan, het begeleiden van coassistenten etc. Lees hierover meer op pagina 19 of ga naar onze website. Voor al je vragen kun je terecht op onze website lvag.nl of kun je ons mailen via secretariaat@lvag.nl! Bram Jacobs, voorzitter a.i. Ingrid Desar, secretaris AIOS 2-20e jaargang juni 2009 3

VERENIGINGSNIEUWS Begin maart 2009 verscheen het langverwachte projectverslag van de Arbeidsinspectie (AI) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Hieruit blijkt dat Nederlandse artsen (niet) in opleiding tot specialist nog steeds te veel uren maken, te weinig rust krijgen en een (te) hoge werkdruk ervaren. Aanleiding voor dit onderzoek waren de in 2006 gepresenteerde resultaten van een ander project Balanceren tussen opleiding, werk en privé: een onderzoek naar bevlogenheid, dat op initiatief van de LVAG is uitgevoerd. Te hoge werkdruk en te lange werktijden Aan het laatstgenoemde project besteedde het televisieprogramma Zembla in 2007 een uitzending. Destijds deden meer dan tweeduizend aios mee aan het onderzoek. Dat is ongeveer 40 procent van de bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie geregistreerde aios. Het onderzoek toonde aan dat de Nederlandse a(n)ios zeer toegewijde werknemers zijn. Het ziekteverzuim bleek relatief laag te zijn en meer dan 90 procent maakte de opleiding af. Ongeveer 40 procent van de aios was oververmoeid en maar liefst 20 procent van de aios bleek aan de criteria van burn-out te voldoen. Werk- en rusttijden Het is verontrustend te zien dat drie jaar naar dato geen verbeteringen in de werkomstandigheden van medisch specialisten in opleiding zijn geboekt. Hoewel voor de derde keer een inspectie werd uitgevoerd, werden er bij 26 van de 31 geïnspecteerde instellingen overtredingen geconstateerd van de werk- en rusttijden. Bij 27 van de 31 instellingen was er onvoldoende aandacht voor het terugbrengen van de werkdruk. Ten opzichte van de laatste inspectieronde in 2004 is de situatie zelfs verslechterd, toen werd namelijk bij 60 procent van de instellingen overtredingen geconstateerd, terwijl het nu 84 procent is. Aangetekend dient te worden dat het om een niet-representatieve steekproef van een voorheen slecht scorende instellingen ging. Werkdruk Uit het recente projectverslag van de AI en de IGZ (maart 2009) kwam naar voren dat van de 1145 deelnemende a(n)ios meer dan de helft regelmatig of structureel te maken heeft met stress in of door het werk. Bij 15 procent van de a(n)ios is er sprake zo n hoge werkdruk dat die om directe maatregelen vraagt. Enkele belangrijke oorzaken van werkdruk zijn de hoeveelheid en zwaarte van het werk, de werktijden, de contacten met leidinggevenden en een confrontatie met verdriet en teleurstelling, zo staat in dit rapport. Het opvangen van acute patiënten, het voeren van slecht-nieuwsgesprekken, het doen van onregelmatige diensten en het omgaan met moeilijke beslissingen die soms gaan over leven en dood, zijn elementen van het werk van a(n)ios die een hoge werkdruk met zich meebrengen. Een belangrijk deel van deze elementen zal aan het bed geleerd moeten worden. Hoe de a(n)ios hier uiteindelijk mee omgaat, is afhankelijk van de a(n)ios zelf (bijv. copinggedrag, mate van de ervarenheid) en de begeleiding door de superviserende medisch specialist. De relatie tussen werkdruk en het risico op fouten is bekend. Voor de LVAG is die wetenschap uiteindelijk dé belangrijkste reden om aandacht te besteden aan het verbeteren van de arbeids- en opleidingsomstandigheden van a(n)ios. Cultuur Een opvallende uitkomst van het rapport van de AI en IGZ is de melding dat de ziekenhuiscultuur bijdraagt aan overtredingen op het gebied van werktijd en werkdruk. Soms bestaat er de opvatting dat lang werken onder hoge druk er bij hoort. Aios zijn afhankelijk van hun opleiders en niet in de positie tegen de werktijden en werkdruk te protesteren. Ook ontbreekt het aan goede werktijdregistraties. Regelmatig wordt er van bovenaf druk op 4 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

VERENIGINGSNIEUWS a(n)ios gelegd om deze registraties creatief in te vullen. Vermoedelijk zijn de negatieve uitkomsten dus zelfs nog geflatteerd ten opzichte van de werkelijke situatie. Hoe verder? De in Nederland werkzame aios, totaal ongeveer 5800, hebben recht op verbetering van hun arbeidstijden en werkdruk. Op Europees niveau gaat per 1 augustus 2009 de volgende stap in van het gefaseerde traject om de arbeidstijden van aios terug te dringen. De LVAG is dan ook tegen het voorstel van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de NVZ vereniging van ziekenhuizen om gebruik te maken van een overgangsregeling. Hierdoor zouden aios tijdelijk nog gemiddeld 52 uur per week moeten werken in plaats van de in de wet geregelde 48 uur. In het recent bereikte onderhandelingsakkoord Cao Ziekenhuizen 2009-2011 is de opt-outclausule, die op individueel niveau gemiddelde werkweken tot maximaal 65 uur per week mogelijk maakt, in elk geval definitief van tafel. De LVAG is geen cao-partner en had hier dus geen inspraak in. Wel heeft de LVAG inspraak in het totstandkomen van de plan van aanpak ten behoeve van de overgangsregeling. We houden je op de hoogte! Naast deze overwegingen over de arbeidstijden pleit de LVAG ook voor verbetering van de werkdruk van a(n)ios. Dit gebeurt door aandacht te vragen voor onregelmatige en lange diensten, goede rustperioden, eerlijke werktijdenregistratie, betere protocollen, op maat voorbereiding van diensten en een goede individuele begeleiding. Hiertoe riep de LVAG ook de beleidsmakers op om gezamenlijk over te gaan tot actie ter verbetering van de werktijden en werkdruk van a(n)ios. Ingrid Desar, secretaris Openbare Ledenvergadering De LVAG nodigt je graag uit voor haar ledenvergadering op woensdag 17 juni 2009 vanaf 20.00 uur in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Agenda 1. Opening 2. Mededelingen 3. Algemeen jaarverslag 2008 4. Financieel jaarverslag 2008 5. Bestuurswissel a. Decharge: dhr. B. Jacobs b. Benoemingen: mw. I. Desar (voorzitter), dhr. A. v.d. Luijtgaarden (secretaris), mw. mr. drs. S.J. Booij (algemeen bestuurslid) 6. Beleidsplan 2009-2010 7. Begroting 2009 8. Resultaten Arbeidsinspectie en Inspectie voor de Gezondheidszorg 9. Cao Ziekenhuizen 2009-2011 10. Opleidingsfonds 11. Kwaliteitsindicatoren 12. Symposium Teach the aios 13. Notulen 14. Actielijst 15. Afsluiting AIOS 2-20e jaargang juni 2009 5

BIJTANKEN met Andrea Kramer Andrea Kramer is vierdejaars internist in opleiding in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Naast deze drukke baan en straks een gezin vindt zij vanaf haar dertiende veel ontspanning in het spelen van saxofoon. Ik ben van kinds af aan met muziek opgegroeid, vertelt Andrea, In de familie zijn veel mensen muzikaal. In mijn eerste fanfareorkest was geen plek voor een saxofoon en speelde ik bugel. Na een verhuizing kon ik vanaf mijn dertiende wel saxofoon spelen in een ander orkest. De saxofoon trok mij aan, omdat het een instrument is waarmee je meer kunt dan alleen in een fanfare spelen. Daarnaast vind ik de klank gewoon mooi. Fan van een bepaalde saxofonist was ze destijds niet. Nu vind ik de saxofonist van Sting heel mooi spelen, die klanken, prachtig. Zoals hij speelt, dat is wel een beetje een voorbeeld voor mij. Meer dan één orkest Tot het eind van de middelbare school heeft Andrea les gehad op de muziekschool. In haar tweede jaar van geneeskunde was ze in principe aangenomen op het conservatorium. Dit ging echter niet door, omdat ze ook alle pedagogische vakken moest volgen, wat niet te combineren viel met de studie geneeskunde. Wel kreeg zij daarna les van een docent van het conservatorium. Andrea speelt momenteel in twee orkesten. Toen ik in Groningen ging studeren, ben ik bij fanfareorkest CWO (Combinatie Wilhelmina Oranje) gaan spelen; hier speel ik nog steeds. Het is een hele jonge vereniging met veel studenten. Het fanfareorkest bestaat uit ongeveer veertig leden. Er zijn zo n tien saxofonisten in het orkest, de rest speelt koperinstrumenten of slagwerk. Naast het fanfareorkest speel ik in een saxofoonorkest met veertien leden waarin alle soorten saxofoons vertegenwoordigd zijn en waarmee we alle muziek kunnen maken die we willen. Enthousiast vertelt Andrea over de diverse optredens. Met het fanfareorkest doen we mee aan festivals en concoursen en houden we elk jaar een donateursconcert. Daarnaast doen we speciale projecten, zoals met De Jongens Driest [een trio van blazers dat jazz speelt - red.], met wie we een tournee door Nederland hebben gehouden; in het Bimhuis in Amsterdam, dé jazztempel van Nederland, hebben opgetreden en in Tilburg op het Festival Mundial hebben gestaan. Het muzikale hoogtepunt is echter deelname aan het Wereld Muziek Concours Kerkrade dat een keer per vier jaar wordt gehouden. Met het saxofoonorkest treed ik ook nog ongeveer acht keer per jaar op. Hobby als beroep Andrea heeft ooit wel overwogen van haar hobby haar beroep te maken. Maar je moet wel heel goed zijn, wil je als musicus je brood ermee kunnen verdienen. Ik kon ook goed studeren en wilde niet alleen mijn tijd in muziek steken. Mijn docent zei eens: Als je van muziek je beroep maakt, is het je hobby niet meer. Daar kon ik me wel in vinden. Bovendien vind ik het leuk een studie 6 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

bestuursfuncties bekleed en dat kan ik ook weer binnen het ziekenhuis gebruiken. Keuzes maken Voor beide orkesten repeteert Andrea een avond in de week. Voor thuis oefenen is maar af en toe tijd. In de lente verwacht ze haar eerste kind. Ik moet maar even zien hoe het straks nog te combineren valt met de baby. Ik wil er nog niet aan denken, maar ik zal waarschijnlijk een orkest moeten opgeven. Fanfare wil ik in ieder geval wel blijven doen. Met het saxofoonorkest hebben we ook een paar optredens op de agenda staan, waaraan ik nog graag mee wil doen. Naast de tijd die het repeteren en optreden kost, ziet Andrea ook duidelijke voordelen van het blijven uitoefenen van haar hobby naast haar drukke opleiding. Na een dag werken in het ziekenhuis levert een repetitie ook veel ontspanning op. Janine Nuver Meer informatie vind je op hetsaxofoonorkest.nl en fanfarecwo.nl. te doen, me ergens in te verdiepen. Met muziek kun je veel, maar de diepgang die je in de geneeskunde hebt, vind je niet in muziek, dus het blijft voor mij echt een hobby. Nefrologie als toekomst Na de middelbare school haalde Andrea eerst haar propedeuse biologie, voordat ze geneeskunde ging studeren. Tijdens haar coschappen deed zij promotieonderzoek. Zij is nu vierdejaars internist in opleiding en zal zich daarna verder specialiseren tot nefroloog. Interne geneeskunde is heel breed, je hebt veel contact met patiënten en ik vind het leuk te zoeken naar de juiste diagnose. Nefrologie is wat dynamischer dan een aantal andere vakken binnen de interne geneeskunde; soms moet je acuut handelen en snel beslissen. Daarnaast is de nier een intrigerend orgaan natuurlijk, zegt ze lachend. Zijn er aspecten van haar hobby die ze kan gebruiken in haar werk als arts? Je moet wel punctueel zijn en goed samenwerken, maar ik weet niet of ik dat nou expliciet van het orkest geleerd heb. Ik heb wel veel in commissies van de orkesten gezeten, dus ik heb met name wat AIOS 2-20e jaargang juni 2009 7

THEMA Noord en Zuid Twee aios anesthesiologie. Een in Zweden, een in Portugal. Hoe zien hun opleidingen eruit? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Even voorstellen Heidi Stensmyren is aios anesthesiologie en intensive care in Zweden. Hoe kom je aan een opleidingsplaats? Heidi: Je solliciteert rechtstreeks bij het hoofd van de kliniek. Voor staatsziekenhuizen is het verplicht om alle vacatures openbaar te maken. De meeste ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen adverteren voor artsen in medische tijdschriften en op hun eigen websites. Bernardo: In Portugal moeten alle sollicitanten na hun artsexamen een nationaal examen doen om zich te plaatsen voor de postacademische opleidingen. Het examen bestaat uit honderd meerkeuzevragen over de verschillende deelgebieden van de interne geneeskunde. De score voor dat examen en je eindcijfer van het artsexamen bepalen samen je keuzepositie voor de beschikbare opleidingsplaatsen in het hele land. Bernardo Bollen Pinto is agiko anesthesiologie in Portugal. Hoe lang duurt je opleiding? Heidi: De postacademische opleiding duurt minimal vijf jaar. De gemiddelde duur is veel langer, afhankelijk van zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, onderzoek, wisselen van specialisme et cetera. De gemiddelde leeftijd van een beginnend specialist in Zweden is 42 jaar. Mogelijk is deze leeftijd wat te hoog ingeschat, omdat geïmmigreerde specialisten, die meestal ouder zijn, ook als beginnende specialisten worden geregistreerd als ze hun specialistendiploma omzetten in een Zweeds diploma. Desalniettemin weten we dat de gemiddelde leeftijd behoorlijk hoog is. De gemiddelde leeftijd van een beginnend specialist in Zweden is 42 jaar. Bernardo: Na de zesjarige artsenopleiding volgen alle aios een gezamenlijk jaar, het Ano Comum, waarin je getraind wordt in de interne geneeskunde, algemene chirurgie, verloskunde, kindergeneeskunde en de eerstelijnszorg. Daarna ga je je specialiseren, wat vier tot zes jaar duurt. 8 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

In Portugal moet iedereen een nationaal examen doen om zich te plaatsen voor de postacademische opleidingen. Wat zijn je verantwoordelijkheden als aios? Heidi: Dat hangt van je specialisme af. Als anesthesioloog kan ik de verantwoordelijke arts zijn voor een, twee of drie operatiekamers tegelijk, afhankelijk van de complexiteit van de operatie. Ik moet de inleiding en het einde van de operatie leiden en ik ben verantwoordelijk tijdens de operatie, maar ik kan niet gedurende de gehele operatie aanwezig zijn. Als de situatie stabiel is, zijn we bezig met andere zaken, zoals het regelen van premedicatie. Als ik ergens niet uit kom, neem ik contact op met een specialist voor assistentie. Op de intensive care hangen de verantwoordelijkheden samen met de ernst van de aandoeningen van patiënten. Ook hier kunnen we de specialist om hulp vragen als dat nodig is. Bernardo: De verantwoordelijkheden verschillen natuurlijk per specialisme, maar ook per ziekenhuis en per regio. Aios krijgen meestal steeds meer klinische en organisatorische verantwoordelijkheden naarmate de opleiding vordert. In het laatste jaar hebben de meesten dezelfde verantwoordelijkheden als de specialist. Hoeveel uur werk je per week? Heidi: Officieel veertig uur, maar we werken meestal meer vanwege de lange bereikbaarheidsdiensten. Bernardo: Volgens de wet hebben aios een 42-urige werkweek. Maar de meesten werken meer, vanwege de diensten op de spoedeisende hulp. Ik hou me momenteel alleen bezig met onderzoek. Wat verdient een aios ongeveer? Heidi: Het gemiddelde salaris van aios in Zweden is 35.000 kronen per maand. Dat komt neer op 3500 euro bruto per maand. Bernardo: Een aios verdient 2000 euro per maand. Een aios in Portugal verdient 2000 euro per maand. Waar wil je gaan werken na je opleiding: in een (academisch) ziekenhuis of in een eigen praktijk? Heidi: In mijn opleidingsziekenhuis Het Sahlgrenska Universitetssjukhuset (Universiteitsziekenhuis) in Göteborg. Bernardo: In een universiteitsziekenhuis en onderzoeksinstituut in Portugal. Erna Beers Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt, neem dan contact op per email secretariaat@lvag.nl. Abonnementen: Nederland 18,15 incl. btw. Overig buitenland 25. Losse nummers 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.000 ISSN: 0928-611X. 2009 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever. AIOS 2-20e jaargang juni 2009 9

THEMA Promoveren aan Harvard Medical School Hoe is het om te promoveren aan het Massachusetts General Hospital? Sinds eind 2008 is Geert Buijze (1983) werkzaam op de afdeling Orthopedie van dit prestigieuze instituut, dat geaffilieerd is aan de Harvard Medical School in Boston. Het onderwerp van zijn promotie is de diagnostiek en behandeling van scafoïdfracturen. Naast polstraumata doet hij ook klinisch onderzoek naar andere fracturen. Geert promoveert aan de Universiteit van Amsterdam, mede mogelijk gemaakt door een NWO Toptalent-subsidie. Waarom de VS? Op het gebied van de traumatologie is de VS nog altijd top of the bill. De superspecialisatiegeneeskunde is hier een stap verder en zorgt voor het hoogste expertiseniveau en grotere aantallen patiënten met specifieke aandoeningen. Daarnaast valt er makkelijker geld te genereren voor onderzoek en zijn artsen toegankelijker voor medewerking aan onderzoek. Dat maakt het promoveren hier aantrekkelijker. Wat mis je aan Nederland? Ik mis de subtiliteit, finesse en nuchterheid van onze cultuur. Amerikanen zijn bijzonder vriendelijk, wat een gemoedelijkere sfeer creëert. Maar ze overdrijven zoveel dat ze af en toe het spoor bijster lijken. Een voorbeeld daarvan is de opkomst van de defensieve geneeskunde ten gevolge van de toename in medische rechtzaken. Blijf je in VS? Het is fantastisch om hier een tijd te zitten, maar vooralsnog ben ik zeker van mijn terugkeer naar Nederland. Hoe heb je het voor elkaar gekregen om aan zo n prestigieuze universiteit onderzoek te doen? Dat heb ik te danken aan mijn Nederlandse begeleider van mijn wetenschapsstage, Peter Kloen (Academisch Medisch Centrum te Amsterdam). Hij heeft daar zijn opleiding tot orthopedisch chirurg gedaan. Na een eerste wetenschapsstage aan de Universiteit van Stellenbosch (Zuid- Afrika) besloot ik mijn tweede wetenschapsstage deels aan de Universiteit van Amsterdam en deels aan Harvard Medical School te doen. Omdat dit succesvol was, mocht ik terugkomen voor promotieonderzoek. Daniël Dresden Op MedNet heeft Geert Buijze een weblog over zijn artsavonturen. Hij reageert op enkele vragen die zijn weblog opriepen. Is in de dagelijkse praktijk voldoende ruimte voor contact met de patiënt? De hectiek in de kliniek laat zeker niet altijd genoeg tijd toe om aan alle wensen van de patiënt te kunnen voldoen. De patiënt is mondiger geworden, onder meer door internet. Dit staat een paternalistische rol van de arts minder snel toe. Old School-artsen moeten wel veranderen. Kan je beter eerst het United States Medical Licensing Examination (USMLE), een Amerikaans artsexamen, halen alvorens naar de VS te gaan? Voor onderzoeksdoeleinden zou ik absoluut een overstap naar de VS aanraden en de klinische consequenties aanvaarden. Echter voor een klinische stage, coschap of fellowship is het verstandig om eerste de juiste licenties te behalen. 10 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

THEMA Assistenzarzt in Duitsland Terwijl Duitsland zich zorgen maakt over artsen die het land verlaten op zoek naar beter betaalde banen, zijn er juist Nederlandse aios die ervoor kiezen hun opleiding in Duitsland te volgen. Waarom juist deze keuze? Waarom Duitsland? Er is een aantal redenen waarom Nederlandse aios naar Duitsland vertrekken. Sommigen vinden het een avontuur. Bij de meeste aios is het tekort aan opleidingsplaatsen in Nederland het belangrijkste argument. Vacatures genoeg in Duitsland! En in tegenstelling tot Nederland lukt het in Duitsland vaak wel een opleidingsplaats te bemachtigen als je boven de dertig bent. Aangezien de opleidingen Europees erkend zijn, kan je na je opleiding in elk ander land van de Europese Unie aan de slag. In Nederlandse ziekenhuizen heerst een meer informele sfeer. Een vrijdagmiddagborrel zal je niet snel tegenkomen in Duitsland. Grootste cultuurverschil De hiërarchie is in Duitsland heel groot. Een titel voor de naam lijkt belangrijker dan de kwaliteit van de arts. Tutoyeren of je opleider met de voornaam aanspreken, is ondenkbaar. Beter af in Duitsland Alle Assistenzarzt-banen zijn opleidingsbanen, maar twijfel je bijvoorbeeld tussen algemene chirurgie of orthopedie, dan kun je zonder tijdsverlies nog van opleiding switchen na de common trunk. Ook is het mogelijk om tijdens je opleiding te subspecialiseren. In grotere klinieken houd je je dan bijvoorbeeld tijdens je opleiding algemene orthopedie al meer bezig met wervelkolomchirurgie. Als Assistenzarzt doe je veel onderzoek zelf. Zo maak je een echo abdomen zelf, in plaats van de radioloog. De verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk altijd bij de Oberarzt (vergelijkbaar met een afdelingsleider), dan wel Chefarzt (medisch eindverantwoordelijke arts van een afdeling). Dit is zeker aan het begin van de opleiding plezierig. Uiteindelijk ben je er om te leren en kan geen volledige verantwoordelijkheid van je verwacht worden. Wat mis je uit Nederland Hoewel het in het begin van de opleiding prettig is dat de Oberarzt de touwtjes in handen heeft, is dit aan het eind juist belemmerend voor je ontwikkeling. In Nederland heb je in de laatste fase juist veel verantwoordelijkheid. Artsen in Nederland zijn meer bezig met de medische praktijk. Dit heb je pas achteraf door. Bovendien is de Nederlandse gezondheidszorg minder gecompliceerd en daardoor overzichtelijker dan de Duitse. Verder valt op dat de meeste patiënten in Duitsland een oplossing verwachten van de arts en niet zelf meedenken. Een patiënt met een uitdraai van internet in de wachtkamer is echt een uitzondering. Na de opleiding Niet alle Nederlandse aios in Duitsland weten al wat ze na het afronden van hun specialisatie gaan doen. Een aantal gaat zeker terug naar Nederland, maar er zijn ook aios die nog geen beslissing hebben genomen. Duidelijk is wel dat voor allemaal Nederland blijft lonken, al was het alleen al omdat familie en vrienden hier wonen. Nanda Glimmerveen Met dank aan (oud-)collega s. AIOS 2-20e jaargang juni 2009 11

VERENIGINGSNIEUWS De medisch specialistische vervolgopleidingen worden sinds 2007 via het Opleidingsfonds, en niet via de DBC-systematiek, bekostigd om de concurrentie tussen ziekenhuizen met en zonder opleidingen niet te verstoren. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) streeft ernaar om een opleidingsmarkt te creëren: een situatie waarin opleiders en instellingen gestimuleerd worden hun aios kwalitatief goed, maar ook kosteneffectief op te leiden. In dit artikel geven we je een update van het gebruik van kwaliteitsindicatoren op dit moment en plannen voor de toekomst. Kwaliteitsindicatoren: best getest of voordelige keus? In februari 2006 heeft het Erasmus Competition and Regulation institute (ECRi) in opdracht van de minister van VWS het rapport Naar een meer transparante opleidingsmarkt: marktprikkels in het opleidingsfonds uitgebracht. In het rapport worden verschillende mogelijkheden beschreven om de kwaliteit van een opleiding inzichtelijk te maken en om instellingen met een goede prijs-kwaliteitsverhouding te belonen. Daarbij worden onder andere het variëren van het aantal toebedeelde opleidingsplaatsen genoemd. Een eerste stap om de opleidingskwaliteit te kunnen meten, is de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren voor medisch specialistische vervolgopleidingen. De minister heeft het College voor Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) opdracht gegeven een dergelijk kwaliteitssysteem te ontwerpen. Ronne Mairuhu was namens de LVAG lid van de ontwerpcommissie. Het systeem is op 12 februari 2009 gepresenteerd. Uitgangspunt van het CBOG is dat het opleiden van medisch specialisten ingewikkelde materie is, die niet in één indicator te vangen valt. Er is daarom voor gekozen een systeem te ontwikkelen dat bestaat uit vijf domeinen die elk een eigen verantwoordelijke hebben: de aios zelf, de Opleiding- en OnderwijsRegio (OOR), de opleidingsinstelling en de opleiders (2x). Binnen elk domein worden meerdere indicatoren op kwaliteit gescoord door middel van een vijfpuntsschaal. Voor het meten hiervan worden vervolgens enkele meetinstrumenten gesuggereerd, zoals de D-RECTvragenlijst. Opvallend is overigens de uitspraak van het CBOG dat de set gebruikt zou moeten worden voor interne kwaliteitscontrole en dat voor de externe kwaliteitscontrole door toezichthouders de visitaties het geëigende systeem zijn en blijven. Daarbij zouden de visitaties wel inhoudelijk beter en minder een momentopname zijn als de kwaliteitsindicatoren tijdens de visitatie gebruikt worden. Dit strookt dus niet met de wens van het ministerie om op basis van een eenvoudig meetinstrument te gaan sturen op kwaliteit. Stand van zaken Omdat het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem door het CBOG volgens het ministerie te veel tijd in beslag nam, zijn als pressiemiddel 34 instroomplaatsen interne geneeskunde en vier plaatsen heelkunde niet toegekend in 2008. Het ministerie heeft aangeboden om dit alsnog te doen in 2009, mits ze op basis van kwaliteitsindicatoren verdeeld kunnen worden. Er zou dan kunnen worden toegewezen op basis van de D-RECT-vragenlijst, die opnieuw zal worden afgenomen, en het percentage opleiders die een Teach-The-Teacher-cursus heeft gevolgd. Dit zou eenmalig moeten zijn; over de komende jaren moet 12 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

VERENIGINGSNIEUWS het volledige systeem worden uitgerold. Een interessant initiatief is de ontwikkeling van een opleidingsetalage door het Bestuurlijk Overleg Lichtvoetige Structuur (BOLS), het overleg van ziekenhuisverenigingen en de Orde van Medisch specialisten wat het CBOG adviseert over de verdeling van alle medisch specialistische opleidingsplaatsen. De bedoeling is dat de verschillende opleidingsinstellingen differentiatiestages aanbieden aan aios die wat verder zijn in hun opleiding. Zij kunnen vervolgens een keuze maken gebaseerd op een veelheid aan informatie: de inhoud van de stage, roostering, en met name kwaliteit van de opleidingsinstelling, gemeten volgens kwaliteitsindicatoren. In eerste instantie zullen een zevental wetenschappelijke verenigingen meedoen aan een pilot: gynaecologie (NVOG), interne geneeskunde (NIV), neurologie (NVN), plastische chirurgie (NVPC), heelkunde (NVvH), kindergeneeskunde (NVK) en orthopedie (NOV). Tessa Nizet werkt als bestuurslid van de LVAG mee aan het vormgeven van deze opleidingsetalage. Haken en ogen Het systeem De LVAG steunt de plannen om de kwaliteit van opleidingen transparant te maken zodat de aios kan kiezen voor de best mogelijke opleiding. Wel zien we enkele beren op de weg. Met het CBOG vinden we dat het opleiden van medisch specialisten dermate ingewikkeld is, dat een enkel, eenvoudig meetinstrument onmogelijk op een goede manier als kwaliteitsindicator kan dienen. Vanuit de opvatting dat het systeem met name voor interne kwaliteitsbewaking dient, presenteert het CBOG dan ook een uitgebreide set van indicatoren waaruit, afhankelijk van de individuele behoefte, een keuze kan worden gemaakt. Het CBOG gaat dus uit van een groot zelfregulerend vermogen. Vanuit de wil om de best mogelijke opleiding aan te bieden moet een instelling via een plan-, do-, act-cyclus de eigen zwakke plekken verbeteren en opnieuw meten. Deze uitgebreide set leent zich er volgens ons echter onvoldoende voor de transparantie en marktwerking (conform de wensen van VWS) te vergroten, onder andere vanwege de administratieve last die dat zou opleveren. Prikkels We hebben al diverse discussies binnen de LVAG en met onze achterban gevoerd over wat het sturen op instroomaantallen betekent voor de kwaliteit. De volgende scenario s passeerden daarbij de revue: goede opleidingsinstellingen die steeds meer instromers krijgen en waardoor te weinig leermomenten (patiëntencontacten) per aios resteren, of juist onder de maat presterende ziekenhuizen die het met nóg minder mankracht moeten doen. Wij voelen er dan ook meer voor, dat er níet gestuurd gaat worden door middel van het toewijzen van aios door het ministerie van VWS, maar dat de aios zelf de keuze maakt om ergens al dan niet te worden opgeleid op basis van de geboden kwaliteit. De opleidingsetalage voor differentiatiestages is een goede start, die bovendien de valkuil omzeild dat de aios aan de start van zijn opleiding zo gepassioneerd voor een opleidingsplaats kiest dat in diens ogen elke instelling voldoet. Conclusie Samenvattend zal er in de komende jaren een systeem van kwaliteitsindicatoren worden ontwikkeld zodat de kwaliteit van verschillende opleidingsinstellingen inzichtelijk wordt. Dat dit de instellingen moet prikkelen om de beste opleiding te bieden is duidelijk. De LVAG vindt echter dat dat aan de markt moet worden overgelaten en dat de keuze van de aios de prikkel moet vormen. Addy van de Luijtgaarden, lid bestuur Tessa Nizet, lid bestuur AIOS 2-20e jaargang juni 2009 13

De meester & De leerling PERSONALIA WERKADRES STUDIE OPLEIDING PROEFSCHRIFT BEWONDERT ERGERT ZICH AAN KLEINE GENOEGENS GAAT IN TWEEDE LEVEN MEEST ONTSPANNENDE ACTIVITEIT ONHEBBELIJKHEDEN BESTE EIGENSCHAP Peter Sterk, 58 jaar Getrouwd, een zoon en een dochter AMC, afdeling Longziekten, sinds 2007 1968-1976 geneeskunde Universiteit Leiden 1976-1981 klinisch fysioloog Universiteit Leiden 1981 Single breath nitrogen test Jonge onderzoekers die veel steengoede ideeën hebben. Weinig dingen, ik zou het niet weten. Filosofische luister-cd s in de auto beluisteren, want dat kan altijd tussendoor. Natuurkunde studeren, het is de mooiste wetenschap die er is. Maar ik weet niet of ik slim genoeg ben. Partijtje tennis op zaterdagochtend. Ik wil graag voor andere mensen denken. Ik doe mijn best om met iedereen op dezelfde manier te communiceren. Annelies Slats, 31 jaar Verloofd, geen kinderen Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, afdeling Interne Geneeskunde, sinds september 2007 1996-2003: geneeskunde Universiteit Leiden 2007-2013 longziekten Universiteit Leiden Bronchodilator effect of deep inspiration in asthmatic patients, hopelijk in 2009 afgerond Mijn vader, omdat hij in alles geïnteresseerd is en veel geduld heeft om dingen steeds opnieuw uit te leggen. Mensen zonder mening. Momenten dat je niets hoeft te doen. Biomedische wetenschappen studeren, omdat onderzoek meer diepgang heeft dan de kliniek. Lekker in bad liggen. Vooral op privégebied: dingen te veel uitstellen. Tijdslijnen maken en organisatie van mijn werk. 14 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

Wat maakt het vak longziekten zo boeiend? Sterk: Ik ben geen longarts, maar het werkveld is erg interessant. Het is een ontmoetingsplek van verschillende relevante ziekten, die bij kinderen en volwassenen voorkomen, zoals astma en COPD. Belangrijk is de systems medicine: een integratieve benadering van de ziekte in het organisme tot op het moleculaire niveau. Daarbij kunnen alle materialen uit de longen bruikbaar zijn, zelfs de uitademingslucht. Slats: De fysiologie is gemakkelijk te begrijpen: als je dat eenmaal doorhebt, dan snap je ook de ziekte. Verder vind ik het werken met COPD-patiënten erg leuk: ze irriteren me nooit en zijn weer snel beter. Ik ben geprikkeld om bloedgassen goed te interpreteren, het interesseert me meer dan waarden bij andere ziekten. Tot nu toe heb ik niet veel te maken gehad met andere gebieden binnen de longziekten, omdat ik nu mijn vooropleiding doe. Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de longziekten? Sterk: De systems medicine is verder ingedaald in de klinische praktijk. Diverse apparaten, zoals de elektronische neus, brengen de patiënt goed in kaart en leiden tot persoonlijke geneeskunde. De elektronische neus ruikt welke stoffen in de uitgeademde lucht zitten, is nauwkeurig en kan direct tientallen gegevens meten. Er worden mobiele telefoons ontwikkeld met een neus, die enkele stoffen kunnen meten. Maar willen mensen de hele dag weten hoe het met hun gezondheid is? Voor artsen is het handig om een diagnose te stellen met behulp van deze bio-informatica. Dokters zullen niet overbodig worden: de klinische blik op en communicatie met de patiënt blijven ook belangrijk. Slats: Ik denk dat we op het gebied van astma en COPD weinig doorbraken kunnen verwachten. Longfunctieparameters zullen gecombineerd worden met bijvoorbeeld de elektronische neus en stikstofoxide-meting met behulp van ICT. Door deze niet-invasieve meetmethoden komt men meer te weten over de aandoening van de patiënt en daardoor wordt de behandeling gerichter. Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Sterk: Onderzoek en onderwijs zijn even belangrijk, maar ik houd me vooral bezig met onderzoek. Het is ontzettend leuk om promovendi en studenten te begeleiden, omdat ze veel talent hebben en erg gemotiveerd zijn. Dit moet op de juiste manier verder ontwikkeld worden. Onderwijs heeft volgens mij een te ondergeschikte rol en zou meer gestimuleerd moeten worden. Bij de patiëntenzorg ben ik niet direct betrokken. Slats: Voor mezelf staat onderzoek op de eerste plaats, omdat ik daar meer van mezelf in kwijt kan. Patiëntenzorg komt op de laagste plek. Je hebt het allebei nodig: je kan beter zorgen voor patiënten door het doen van onderzoek en daardoor weet je wat nog onderzocht moet worden. Onderwijs is leuk om te geven (bijvoorbeeld aan coassistenten) en verder te ontwikkelen. Ik wil alle drie blijven doen in de toekomst. Hoe omschrijft u uw assistententijd? Sterk: Mijn promotietijd was een tussentraject in een leven lang studeren. Ik heb veel geleerd, maar dat geldt ook voor de periode erna. Destijds heb ik veel gepingpongd in de kantine. Dat schetst direct het verschil met de promovendi van nu. Toen waren drie gepubliceerde artikelen al goed, tegenwoordig ligt de lat hoger. Je sprak in mijn tijd weinig met onderzoekers in het buitenland en je kopieerde alle artikelen. Er is nu meer druk op promovendi: je moet presteren, publiceren en promoveren. Slats: Een promotie is hard werken, maar geeft mij een ontspannen gevoel doordat je je eigen dagindeling maakt. Als aios moet je aanwezig zijn op bepaalde tijden en word je geleefd, waardoor ik de werkdruk zwaarder vind dan tijdens mijn promotie. Je bent de hele dag sociaal bezig in het ziekenhuis met collega s, verpleging en patiënten. Dat is minder tijdens je promotie. Hoe omschrijft u de ander? Sterk: Annelies is supergoed en staat positief ten opzichte van iedereen die met haar werkt. Ze is nieuwsgierig naar nieuwe invalshoeken in haar werk, gestructureerd en heeft complexe onderzoeken goed afgerond. Ze is altijd opgewekt, snel en heeft een scherpe blik. Ze krijgt dezelfde kick van de moderne fysiologie als ik en ze wordt vast een goede longarts. Eigenlijk zou ze verplicht in een academisch centrum moeten blijven werken. Slats: Peter is een grappige, zeer enthousiaste man, die anderen altijd in hun waarde laat. Hij is ook heel oprecht als hij iets zegt. Zijn enthousiasme kan anderen stimuleren en uit het dal trekken. Hij is een workaholic (het hele abstractboek wordt doorgelezen in het vliegtuig op weg naar een congres), maar probeert het rustiger aan te doen. Hoe ziet de ideale leerling resp. meester eruit? Sterk: Beiden moeten naast elkaar functioneren. De meester heeft meer ervaring, wat handig is voor de leerling. Een goede leerling ontdekt zelf en vindt zijn eigen weg, de meester moet dat ook waarderen. De ideale meester coacht zonder hiërarchie, geeft adviezen en moet de leerling serieus nemen. Als je vertrouwen hebt in de ontwikkeling van de leerling, dan gaat de rest vanzelf. Slats: De leerling moet in het begin opvattingen van de meester overnemen. Na voldoende scholing moet de leerling er kritisch naar kijken en zijn eigen mening vormen. Als meester moet je openstaan voor andere meningen en die van jezelf soms loslaten, vrijheid kunnen geven en zo nodig bijsturen. Ook moet de meester de ontwikkelingen bijhouden en niet blijven steken bij oude ideeën. Lisette Kunz & AIOS 2-20e jaargang juni 2009 15

VERENIGINGSNIEUWS Steeds meer aios willen parttime werken en parttime hun opleiding volgen. De LVAG krijgt hierover regelmatig vragen. Daarom zetten we de huidige stand van zaken op een rijtje. Parttime in opleiding: de vraag is niet of maar hoe! Regelgeving In Nederland is in de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA) geregeld dat elke werknemer het recht heeft op parttime werken. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden. De werknemer moet minimaal een jaar in dienst zijn, voordat hij of zij hierop aanspraak kan maken. Het verzoek tot parttime werken moet minimaal vier maanden tevoren schriftelijk ingediend worden bij de werkgever. Hierna vindt overleg plaats tussen de werkgever en werknemer. Als een werkgever niet reageert of geen afspraak tot overleg maakt wordt dit beschouwd als instemming met het verzoek. Bij afwijzing van het verzoek is de werkgever verplicht hiervoor een reden op te geven. Maar hoe zit dat dan met de aios? Wij zijn immers zowel werknemer als een soort student. Het Centraal College Medisch Specialismen (CCMS) geeft aan dat een aios in principe fulltime werkt. In het kaderbesluit is echter vastgesteld dat aios, samen met hun opleider, een verzoek tot parttime werken en een parttime opleiding bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) kunnen indienen. Aan het parttime werken zijn enkele voorwaarden verbonden. Het is verplicht om het eerste jaar van de opleiding fulltime te werken, en het laatste jaar bij voorkeur ook. Daarnaast dient minimaal 50 procent gewerkt te worden. De opleiding wordt naar rato van het aantal gewerkte fte s verlengd. In principe is parttime werken en een dito opleiding, onder deze voorwaarden, dus ook voor aios een recht. Waar zit dan de adder onder het gras? In de Wet Aanpassing Arbeidsduur is een uitzondering opgenomen. Werkgevers mogen een verzoek tot parttime werken weigeren, wanneer er zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zijn, zoals ernstige roosterproblemen. De primaire taak van aios is niet het leveren van productie, maar ook het opdoen van kennis en vaardigheden. Een goede zorg en productie zijn daar een positief bijproduct van, maar zouden naar de mening van de LVAG geen belemmering mogen zijn voor de mogelijkheid om parttime te kunnen werken. Het Opleidingsfonds is hierop niet van invloed. Dit geldt voor je hele opleiding, inclusief de naar rato verlenging. Daarvoor is geld gereserveerd. Wat wel kan spelen is dat de perifere opleider weliswaar de parttime-dag moet opvangen, maar niet zijn deel van de verlenging (in geld of opleidingstijd) kan claimen en dat hij daarom minder enthousiast over een verzoek tot parttime werken is. Voor- en nadelen van parttime werken In een tijd waarin de media vol staat met berichten over te hoge werkdruk en te lange werktijden van aios moet een aios een opleidingsplan kunnen maken dat optimaal bij hem past. Niemand is gebaat bij burn-outs en medische fouten. Uitval uit de opleiding kost geld en veroorzaakt roosterproblemen. Bovendien biedt parttime werken ruimte voor zelfontplooiing, zowel in de privésfeer als op werkgerelateerde vlakken, zoals onderzoek, bestuurservaring en verdieping. Aangezien de opleiding naar rato verlengd wordt, gaat de parttime opleiding niet ten koste van het aantal leermomenten. Wanneer de opleidingsmomenten (of vrije dagen) met enige regelmaat van dag wisselen, zal een aios nooit steeds hetzelfde leermoment missen. Continuïteit van de patiëntenzorg is eveneens geen overtuigend argument tegen het parttime werken. Dit is primair de verantwoordelijkheid van de medisch specialist zelf. Wij als aios willen daar graag onze bijdrage aan leveren. Zolang niemand 7x24 uur per week werkt, werkt iedereen parttime. Bij een 16 AIOS 2-20e jaargang juni 2009

VERENIGINGSNIEUWS drieploegenrooster zijn minimaal vijf artsen op weekbasis bij een patiënt betrokken. Continuïteit is dus niet zo n gegeven als dat het meestal wordt gepresenteerd. Goede overdrachten, anticiperend beleid en duidelijke afspraken zijn van essentieel belang om de continuïteit te garanderen. Nog een veelgebruikt argument tegen deeltijdwerken is de mening dat deze dokters slechts parttime betrokken zijn. Uiteraard dienen zowel aios als supervisoren maximaal betrokken en flexibel te zijn. Maar in de huidige tijd vinden ook fulltimers niet dat ze te allen tijde beschikbaar horen te zijn voor hun werk. Stand van zaken Het LVAG-bestuur heeft onder de juniorverenigingen geïnventariseerd hoe men staat tegenover parttime werken en hoe het praktisch gaat. Belangrijkste conclusie is dat alle juniorverenigingen vinden dat de kwaliteit van de opleiding en werk niet in het geding komt door parttime werken. Vaak blijkt de bedrijfsvoering een belangrijke belemmerende factor om deeltijd te kunnen werken. Er zijn enkele situaties waarin parttime werken moeilijker dan gemiddeld blijkt: in geval van detachering, tijdens de vooropleiding, in kleine perifere klinieken en tijdens bepaalde type stages. Parttime werken kan de werkdruk verhogen zowel bij de parttimer zelf (100 procent werk in 80 procent tijd willen/moeten doen) als de fulltimer (opvangen van taken van afwezige parttime collega naast eigen werk). Ook vindt men dat de ziekenhuiscultuur nog steeds negatief is tegenover parttime werken. Oplossingen De oplossingen om deeltijdwerk mogelijk te maken, liggen zowel bij de aios als bij de werkgevers. De werkgevers zouden naar een structuur moeten toewerken waarin de primaire zorg niet van aios afhankelijk is. Daarmee ontstaat niet alleen ruimte voor zaken als parttime werken, maar ook voor op maat gesneden, kwalitatief en inhoudelijke goede opleidingsplannen. Verder kunnen zij onderling afspraken maken, zodat een aios niet voor elke stage opnieuw hoeft te onderhandelen over het parttime werken. Dat kan zowel binnen Opleiding- en OnderwijsRegio (OOR) (bijv. detachering) als binnen ziekenhuizen (bijv. de IC-stage als internist in opleiding). De roosterproblemen vragen ook om een creatieve aanpak. De beschikbare tijd van (parttime werkende) aios kan beter besteed worden. Bijvoorbeeld als een aios niet meer zelf de statussen hoeft te zoeken of een bloedgas naar het lab brengt, komt dat ook de efficiëntie van de zorg ten goede. Er dient kritisch gekeken worden naar de inzet van anios, nurse practioners en physician assistants. Niet alleen horizontale, maar ook verticale waarneming (dus door de supervisoren zelf) dient overwogen te worden. Werktijden en functies zouden geflexibiliseerd moeten worden. Aios kunnen verder gebaat zijn bij een timemanagement-cursus, eenduidige protocollen, duidelijke (opleidings)taken, gestructureerde overdrachten en goede secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals een flexibele kinderopvang. Dus: parttime werken en een parttime-opleiding is een recht voor elke aios! Heb je vragen of wil je problemen melden m.b.t. parttime werken en dito opleiding? Mail dan naar secretariaat@lvag.nl. Ingrid Desar, secretaris AIOS 2-20e jaargang juni 2009 17

VERENIGINGSNIEUWS Eind april bereikten werknemersorganisaties, namelijk de LAD, Orde, Jonge Orde, ABVAKABO FNV, FBZ, NU 91 en de Unie Zorg en Welzijn, en NVZ vereniging van ziekenhuizen een voorlopig Onderhandelingsakkoord Cao Ziekenhuizen 2009-2011. Een aantal onderwerpen is voor aios zeer belangrijk. Onderhandelingsresultaat Cao Ziekenhuizen 2009-2011 Arbeidstijden en opt-out Momenteel spelen twee kwesties ten aanzien van de arbeidstijden van aios: 1. de opt-out; deze clausule maakt het op individueel niveau mogelijk om een aios tot maximaal 60-65 uur gemiddeld per week te laten werken. 2. de overgangsregeling in het kader van de Europese arbeidstijdenwet (European Working Time Directive, EWTD). Volgens de EWTD zou per 1 augustus 2009 een gemiddelde werkweek van 48 uur ingaan. Deze overgangsregeling maakt het mogelijk dat de komende twee jaar de gemiddelde werkweek nog 52 uur mag zijn. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt als voorwaarde dat de werkgevers- en werknemersorganisaties vóór 1 augustus 2009 een plan van aanpak moeten maken om in 2011 daadwerkelijk tot een 48-urige werkweek te komen. In het onderhandelingsakkoord is afgesproken om de opt-out definitief buiten werking te stellen. Daarmee worden werkweken van gemiddeld 60-65 uur voor aios voorkomen. Voorwaarde is wel dat de cao-partijen zich verplichten om vóór 1 augustus 2009 tot een plan van aanpak te komen, om de werktijden van aios verder terug te dringen. In dit plan moet staan hoe alle partijen toewerken naar een 48- urige werkweek (inclusief inactieve uren tijdens aanwezigheidsdiensten) na afloop van de overgangsregeling (2011). Dit is geen optimale regeling voor aios, maar wél het maximaal haalbare. De LVAG zal haar uiterste best blijven doen om tot zo gunstig mogelijke afspraken rondom de overgangsregeling te komen. Salaris, eindejaarsuitkering en pensioenpremie Per 1 juli 2009 gaan de salarissen met 1 procent omhoog; per 1 juli 2010 nogmaals met 1 procent. In september 2009 is er een eenmalige uitkering van 0,3 procent. De eindejaarsuitkering stijgt in 2009 met 1 procent naar 6 procent; in 2010 naar 6,73 procent en in 2011 naar 7,33 procent. Verder verandert de pensioenverdeling: de werknemer betaalt de helft in plaats van 52 procent per 1 juli 2009. Levensfasebeleid In het nieuwe levensfasebeleid bouwt elke werknemer - jong en oud - tot 2010 een persoonlijk budget op van 35 uur per jaar. In 2009 bedraagt het budget 20 uur per jaar. Deze uren kunnen worden opgespaard of direct worden ingezet voor bijvoorbeeld extra opleidingstijd en ouderschapsverlof. Het hierboven beschreven onderhandelingsresultaat zal worden voorgelegd aan de leden van de werknemersorganisaties. De LVAG houdt je natuurlijk op de hoogte van de stand van zaken! Ingrid Desar, secretaris 18 AIOS 2-20e jaargang juni 2009