Emotionele problemen en gedragsproblemen bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse 4- tot 18-jarigen in Nederland 1



Vergelijkbare documenten
De ondervertegenwoordiging van migrantenjeugd in de jeugdhulpverlening: de rol van de schoolcontext

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Samenvatting. (Dutch Summary)

Masterthesis Jeugdstudies. M. Vonk ( )

6 Psychische problemen

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Database wetenschappelijke onderzoeken & deskundigen

Kenmerken van Marokkaanse jongeren, hun ouders en leerkracht en discrepanties in gerapporteerd probleemgedrag

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch)

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

De toegankelijkheid van de Jeugd-GGZ voor jeugdigen van niet-nederlandse herkomst 1

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming

Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4)

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik

Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

MASTERSCRIPTIE. Etnische verschillen in de leerkracht-leerling relatie en de relatie met probleemgedrag. Utrecht Universiteit. M.

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Onderzoeksfiche nr. e00742.pdf. 1. Referentie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

HET GEBRUIK VAN DE YOUTH SELF-REPORT (YSR) BIJ JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. Jolanda Douma 1 Marielle Dekker 2 Hans Koot 3

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Cliënten Haagse jeugd-ggz geen etnische afspiegeling van de jeugd van de stad; niet door sociaaleconomische status, maar door etnische herkomst

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

Desiree Koele Studentnummer: Masterthesis Jeugdstudies Docent: dr. G. Stevens Universiteit Utrecht Wordcount: 6.000

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Wordt het probleemgedrag bij aanmelding in de loop der jaren erger?

Eindrapportage Fetal congenital AV-block, outcome in a 10 years period in the Netherlands Achtergrond Inclusie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Nederlandse samenvatting... Proefschrift 10juli_final.indd :43:09

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Een triagetool: het Kompas Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Frits Boer & Frank Verhulst 8 oktober 2015 Ede

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Racisme & onderwijs. Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven UvA

De beoordeling van ouders, leerkrachten en kinderen van Internaliserend en Externaliserend gedrag van 12-jarige tweelingen.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Samenvatting (Dutch summary)

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Nederlandse Samenvatting

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

De rol van gezinsklimaat en discriminatie op probleemgedrag bij Nederlandse en Marokkaanse jeugdigen

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

Transcriptie:

Emotionele problemen en gedragsproblemen bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse 4- tot 18-jarigen in Nederland 1 g. w. j. m. s t e v e n s, t. v. m. p e l s, w. a. m. v o l l e b e r g h, l. b e n g i - a r s l a n, f. c. v e r h u l s t, a. a. m. c r i j n e n achtergrond Gezien de stress die vaak gepaard gaat met migratie, is de verwachting dat allochtone kinderen relatief veel probleemgedrag vertonen. In internationale onderzoeken naar de prevalentie van probleemgedrag bij allochtone en autochtone jeugdigen werden echter geen eenduidige resultaten gevonden. Uit Nederlands onderzoek bleek daarentegen dat allochtone scholieren doorgaans meer emotionele problemen en gedragsproblemen rapporteren dan autochtone scholieren. doel Inzicht verkrijgen in het niveau van emotionele problemen en gedragsproblemen bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jeugdigen van 4-18 jaar op basis van rapportage door de ouders, de leerkrachten en de jeugdigen zelf. methode De onderzoeksgroep bestaat uit 819 Marokkaanse, 833 Turkse en 2227 Nederlandse jeugdigen van 4-18 jaar. Er is gebruikgemaakt van de Child Behavior Checklist, de Teacher s Report Form en de Youth Self-Report. resultaten Marokkaanse ouders rapporteren evenveel emotionele problemen en gedragsproblemen bij hun kinderen als Nederlandse ouders, terwijl Turkse ouders vooral meer emotionele problematiek rapporteren. Marokkaanse jongeren rapporteren minder gedragsproblemen dan Turkse en Nederlandse jongeren. Turkse jongeren rapporteren meer emotionele problemen dan Nederlandse en Marokkaanse jongeren. Volgens leerkrachten laten Marokkaanse jeugdigen aanzienlijk meer gedragsproblemen zien dan Turkse en Nederlandse jeugdigen. conclusie Het niveau van probleemgedrag bij kinderen van Marokkaanse en Turkse migranten is nogal verschillend. Het hoge niveau van emotionele problemen is opvallend bij Turkse kinderen; verder valt de discrepantie op in gerapporteerd probleemgedrag door Marokkaanse jongeren, hun ouders en de leerkrachten. [tijdschrift voor psychiatrie 47(2005)11, 779-786] trefwoorden Marokko, Turkije Child Behavior Checklist, emoties, gedrag, immigranten, Migratie is stressvol. Migranten worden geconfronteerd met veranderingen in hun sociale en culturele omgeving en discriminatie en afwijzing door de ontvangende samenleving kunnen een negatieve invloed hebben op hun psychisch welbevinden. Daarnaast zijn ongunstige economische omstandigheden een bron van stress. Ook de ontwikkeling van allochtone jeugdigen wordt moge- t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1 779

g.w.j.m. s t e v e n s /t.v.m. p e l s /w.a.m.vollebergh e.a. lijk negatief beïnvloed door deze risicofactoren. Zo staan jongeren voor de taak te functioneren in uiteenlopende culturele contexten, wat kan leiden tot generatieconflicten. De verwachting is daarom dat allochtone jeugdigen meer probleemgedrag vertonen dan autochtone jeugdigen. Internationaal onderzoek laat echter geen eenduidig beeld zien. In sommige onderzoeken werd meer probleemgedrag bij allochtone kinderen gevonden (Munroe-Blum e.a. 1989), in andere onderzoeken evenveel of zelfs minder (Davies & McKelvey 1998; Klimidis e.a. 1994; Loo & Rapport 1998). In onderzoeken onder Nederlandse scholieren (Beker & Maas 1998; Ter Bogt e.a. 2003; Bun & Van de Looij-Jansen 2000; Vollebergh & Huiberts 1996) scoorden allochtone jongeren minder gunstig dan autochtone jongeren wat betreft psychisch welbevinden of internaliserend probleemgedrag. De resultaten van de Rotterdamse Jeugdmonitor (Bun & Van de Looij-Jansen 2000) lieten verder zien dat het psychisch welbevinden van Turkse jongeren in vergelijking met andere allochtone jongeren veruit het meest ongunstig is. Daarnaast rapporteerden Beker & Maas (1998) een verhoogd niveau van externaliserend probleemgedrag bij allochtone jongeren. In het onderzoek van Ter Bogt e.a. (2003) onderscheidden allochtonen zich echter niet van autochtonen wat betreft het niveau van externaliserend probleemgedrag. Het Nederlandse onderzoek naar probleemgedrag bij allochtone jongeren heeft zich voornamelijk toegespitst op scholieren in de adolescentie en er werd vaak gebruikgemaakt van korte, niet gevalideerde vragenlijsten. Kinderen bleven buiten beschouwing, evenals adolescenten die geen opleiding volgen. Daarnaast waren meestal geen rapportages van ouders of leerkrachten beschikbaar. In het in dit artikel beschreven onderzoek worden de emotionele problemen en gedragsproblemen bij 4- tot 18-jarige Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jeugdigen uit de algemene bevolking vergeleken. Aan de hand van de Child Behavior Checklist (Gedragsvragenlijst voor kinderen), the Youth Self-Report (Zelf in te Vullen Vragenlijst) en de Teacher s Report Form, (Gedragsvragenlijst voor kinderen - Informatie Leerkracht) zijn rapportages van ouders, leerkrachten en jongeren verkregen. Er zijn reeds verschillende internationale artikelen verschenen over dit onderzoek (bv. Bengi-Arslan e.a. 1997; Crijnen e.a. 2000; Murad e.a. 2003; Sowa e.a. 2000; Stevens e.a. 2003). methode Onderzoeksgroep Marokkaanse jeugdigen Uit de bevolkingsregisters van Rotterdam en Den Haag werd een aselecte steekproef getrokken van kinderen in de leeftijd van 4-18 jaar van wie ten minste 1 van de ouders in Marokko is geboren (Stevens e.a. 2003). Van april 2001 tot juli 2002 vond de dataverzameling plaats. Het onderzoek werd geïntroduceerd in een tweetalige brief aan ouders en jongeren. Na een week bezocht een getrainde Marokkaanse interviewster hen met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek. Van de 1127 ouders die zijn benaderd, namen 819 ouders deel aan het onderzoek (respons 73%). Er werden 415 ouders geïnterviewd over een kind in de leeftijd van 11-18. Deze jongeren werden geïncludeerd in het onderzoek en 387 van hen participeerden vervolgens in het onderzoek (respons 93%). Voor de benadering van de leerkracht/leraar gaven 663 jongeren en/of ouders toestemming. Elf leerkrachten konden niet benaderd worden omdat het kind niet meer op school bleek te zitten. Er vulden 541 leerkrachten/leraren (zij rapporteerden ook voor de jongere kinderen) een vragenlijst in over de kinderen (respons 83%). Van de ouderinterviews werd 81% afgenomen bij de moeder. Turkse jeugdigen Ook de Turkse kinderen zijn aselect geselecteerd uit de gemeentebestanden van Rotterdam en Den Haag (Bengi-Arslan e.a. 1997), waarbij ten minste 1 van de ouders van deze kinderen was geboren in Turkije. De dataverzameling vond plaats tussen februari 1993 en juni 1994. Deze groep werd volgens dezelfde pro- 780 t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1

e m o t i o n e l e p r o b l e m e n e n g e d r a g s p r o b l e m e n b i j m a r o k k a a n s e, t u r k s e e n n e d e r l a n d s e 4 - t o t 1 8 -jarigen i n n e d e r l a n d cedure benaderd als de Marokkaanse onderzoekgroep. Van de 1199 benaderde ouders, participeerden 833 ouders (respons 70%). Aan 418 jongeren werd gevraagd mee te doen aan het onderzoek en 382 adolescenten werden geïnterviewd (respons 91%). Ten slotte vulden 524 leerkrachten/leraren een vragenlijst in over het kind. Van de ouderinterviews werd 63% afgenomen bij de moeder. Uit de ouderrapportages bleek 82% van de Marokkaanse en 81% van de Turkse jeugdigen in Nederland geboren. Nederlandse jeugdigen Voor de groep Nederlandse kinderen werden 89 gemeentes aselect geselecteerd en vervolgens werd per gemeente een aselecte steekproef getrokken van kinderen met de Nederlandse nationaliteit. Kinderen van wie de ouders geen Nederlands spraken werden geëxcludeerd. De dataverzameling vond plaats van april tot juni 1993. De benaderingsprocedure was vergelijkbaar met de andere onderzoekgroepen, behalve dat afspraken voor interviews met ouders en jongeren telefonisch in plaats van aan de deur werden gemaakt. Er werden 2227 ouders (respons 78%) en 1124 jongeren (respons 99%) geïnterviewd. Er vulden 1720 leerkrachten/leraren (respons 83%) een vragenlijst in. Van de geïnterviewde ouders betrof het in 95% de moeder. Voor meer informatie over de dataverzameling zie Verhulst e.a. (1996) Meetinstrumenten De Child Behavior Checklist (cbcl/4-18) meet door ouders gerapporteerd probleemgedrag bij kinderen (Achenbach 1991). De ouders geven op een 3-puntsschaal aangeven in hoeverre problemen voorkwamen in de laatste 6 maanden. Internaliserend probleemgedrag wordt berekend aan de hand van de somscore van de items op de syndroomschalen Teruggetrokken, Angstig/ Depressief en Somatische Klachten. Externaliserend probleemgedrag is de somscore van de items op de syndroomschalen Agressief gedrag en Delinquent gedrag. Voor internaliserend probleemgedrag gebruiken we ook wel de term emotionele problemen; voor externaliserend probleemgedrag gedragsproblemen. De cbcl is vertaald in het Marokkaans-Arabisch en Turks. Ter controle zijn deze vertalingen terugvertaald naar het Nederlands. De vertalingen bleken betrouwbaar (Bengi-Arslan e.a. 1997; Stevens e.a. 2003; Verhulst e.a. 1996). De jongeren vulden de Youth Self-Report (ysr) in met betrekking tot eigen emotionele problemen en gedragsproblemen en leerkrachten vulden de Teacher s Report Form (trf) over een leerling uit zijn/haar klas. De ysr en trf zijn gebaseerd op de cbcl en werden door zowel jongeren als leerkrachten ingevuld in het Nederlands (Verhulst e.a. 1997a en b). Statistische analyse Aan de hand van éénvoudige variantieanalyses (one-way anova s) werden de gemiddelde probleemscores op internaliserend en externaliserend probleemgedrag van Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jeugdigen vergeleken. Om te toetsen welke groepen significant van elkaar verschilden en daarbij te corrigeren voor het aantal post hoc vergelijkingen, voerden we éénvoudige variantieanalyses uit, met de Bonferroni-procedure. Een onderscheid werd gemaakt tussen kinderen van 4-10 jaar en jongeren van 11-18 jaar. Voor de eerste groep hadden we de beschikking over ouder- en leerkrachtrapportages, voor de tweede groep beschikten we tevens over zelfrapportages. In elke leeftijdsgroep onderscheidden we probleemscores van jongens en meisjes. resultaten In figuur 1 staan de gemiddelde scores weergegeven van ouders en leerkrachten op internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij Marokkaanse, Turkse en Nederlandse kinderen in de leeftijd van 4-10. Turkse ouders rapporteren een significant hoger niveau van zowel internaliserend als externaliserend probleemgedrag voor hun t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1 781

g.w.j.m. s t e v e n s /t.v.m. p e l s /w.a.m.vollebergh e.a. figuur 1 Gemiddelde scores voor internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij 4- tot en met 10-jarige Marokkaanse, Turkse en Nederlandse kinderen, zoals gerapporteerd door ouders (Child Behavior Checklist) en leerkrachten (Teacher s Report Form) a,b verschillende letters wijzen op significante verschillen tussen de betreffende groepen j = jongens m = meisjes cbcl = Child Behavior Checklist trf = Teacher s Report Form dochters en zonen dan Marokkaanse en Nederlandse ouders. Volgens leerkrachten vertonen Marokkaanse jongens en meisjes meer externaliserend probleemgedrag dan Turkse en Nederlandse jongens en meisjes. De gemiddelde scores op internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij 11- tot 18-jarige Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jongeren, zoals gerapporteerd door ouders, leerkrachten en jeugdigen, zijn weergegeven in figuur 2. Turkse ouders rapporteren meer internaliserend probleemgedrag voor hun kinderen dan Marokkaanse en Nederlandse ouders. Daarnaast signaleren Turkse ouders meer externaliserend probleemgedrag voor hun dochters dan Nederlandse ouders. Leerkrachten rapporteren meer externaliserend probleemgedrag voor Marokkaanse jongeren dan voor Nederlandse en Turkse jongeren. Marokkaanse jongens ten slotte scoren zelf lager op internaliserend probleemgedrag dan Turkse en Nederlandse jongens; Marokkaanse meisjes scoren lager op internaliserend probleemgedrag dan Turkse meisjes. Turkse jongeren laten zelf een hoger niveau van internaliserend probleemgedrag zien dan Nederlandse jongeren. Zowel Marokkaanse jongens als meisjes scoren zichzelf lager op externaliserend probleemgedrag dan Nederlandse en Turkse jongeren. Nederlandse jongens rapporteren meer externaliserend probleemgedrag dan Turkse jongens. discussie In vergelijking met jeugdigen van Nederlandse en Marokkaanse afkomst, vertoonden Turkse kinderen en adolescenten opvallend veel emotionele problemen: zowel hun ouders als de jongeren zelf rapporteerden aanzienlijk meer emotionele problemen dan Marokkaanse en Nederlandse ouders en jongeren. Deze bevinding is in overeenstemming met eerder onderzoek (Bun & Van de Looij-Jansen 2000). De grote hoeveelheid emotionele problemen is misschien het gevolg van de druk die door Turkse jeugdigen wordt gevoeld om zich conform allerlei regels te gedragen. Volgens Vermeulen & Penninx (1994) oefenen Turkse 782 t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1

e m o t i o n e l e p r o b l e m e n e n g e d r a g s p r o b l e m e n b i j m a r o k k a a n s e, t u r k s e e n n e d e r l a n d s e 4 - t o t 1 8 -jarigen i n n e d e r l a n d figuur 2 Gemiddelde scores voor internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij 11- tot en met 18-jarige Marokkaanse, Turkse en Nederlandse jongeren, zoals gerapporteerd door ouders (Child Behavior Checklist), leerkrachten (Teacher s Report Form) en jongeren (Youth Self-Report) a, b, c verschillende letters wijzen op significante verschillen tussen betreffende groepen j = jongens m = meisjes cbcl = Child Behavior Checklist trf = Teacher s Report Form ysr = Youth Self-Report ouders meer druk uit op hun kinderen om zich te conformeren aan heersende normen en waarden dan Marokkaanse ouders. Ook de sociale controle lijkt groter binnen de Turkse gemeenschap. Het niveau van emotionele problemen bij jeugdigen met een Marokkaanse achtergrond bleek volgens zowel ouders, leerkrachten en jongeren vergelijkbaar met dat van Nederlandse jongeren. Opvallend was dat leerkrachten veel meer gedragsproblemen rapporteerden bij Marokkaanse jeugdigen dan de Marokkaanse ouders en jongeren zelf. Leerkrachten rapporteerden bijna twee keer zoveel gedragsproblemen bij Marokkaanse jongens en meisjes in beide leeftijdscategorieën als bij Nederlandse en Turkse jeugdigen. Ouders gaven een vergelijkbaar niveau van gedragsproblemen aan als Nederlandse ouders. Marokkaanse jongeren scoorden zelf daarentegen lager op gedragsproblemen dan Turkse en Nederlandse jongeren. Hoe kunnen we deze discrepantie in gerapporteerde gedragsproblemen verklaren? Een eerste verklaring is dat Marokkaanse jeugdigen zich op school anders gedragen dan thuis: Marokkaanse jeugdigen zijn op school wellicht opstandiger en ongehoorzamer. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat vooral Marokkaanse jongens zich op straat en op school veel assertiever en opstandiger gedragen dan in het gezin, waar de verhoudingen vaak autoritairder zijn dan in autochtone gezinnen (Pels 2002, 2003). Een tweede verklaring is dat de negatieve beeldvorming rondom Marokkanen de rapportage van de leerkracht kleurt. Marokkaanse jeugdigen worden steeds meer gezien als een probleem voor de Nederlandse maatschappij, waardoor leerkrachten wellicht sterk gericht zijn op het gedrag van Marokkaanse jeugdigen. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat leerkrachten relatief veel gedragsproblemen rapporteren bij Marokkaanse jeugdigen. De negatieve beeldvorming kan ook een ander effect hebben. Veel Marokkanen zijn t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1 783

g.w.j.m. s t e v e n s /t.v.m. p e l s /w.a.m.vollebergh e.a. zich bewust van het negatieve beeld dat in Nederland ten aanzien van hen bestaat. Vooral jongeren ageren tegen de stigmatisering van Marokkanen (Geense & Pels 2002). Dit resulteert mogelijk in onderrapportage van gedragsproblemen door Marokkaanse jongeren en hun ouders. Ten slotte zou de beschreven discrepantie verklaard kunnen worden door verschillen in wat gepercipieerd wordt als problematisch gedrag. Volgens Weisz & Eastman (1995) bestaan er cultuurverschillen in de verwachtingen en waarden ten aanzien van kinderen, wat mogelijk leidt tot een uiteenlopende beoordeling van gedrag. Een observatieonderzoek in multi-etnische brugklassen (Pels 2002) bevatte aanwijzingen dat Nederlandse leerkrachten en Marokkaanse leerlingen het gedrag van de laatsten niet altijd op dezelfde wijze interpreteren. Ook wanneer Marokkaanse jongeren het gevoel hebben actief te participeren in de lesactiviteiten, ziet de leerkracht hun gedrag soms als storend en uitdagend. In dit onderzoek hadden we te maken met een aantal methodologische beperkingen. Ook al was het percentage deelnemers hoog, toch koos ongeveer 25% van de ouders ervoor niet mee te doen aan het onderzoek. Het is mogelijk dat de jeugdigen voor wie geen rapportages beschikbaar zijn, meer probleemgedrag vertonen dan de jeugdigen voor wie wel rapportages beschikbaar zijn. Een tweede beperking betreft de vergelijkbaarheid van de Marokkaanse, Turkse en Nederlandse onderzoeksgroep. De Nederlandse jeugdigen waren woonachtig in een groot aantal gemeentes, terwijl de allochtone groepen alleen in Rotterdam en Den Haag woonden. Bovendien zijn de onderzoeken onder kinderen met een Nederlandse en Turkse achtergrond uitgevoerd in de eerste helft van de jaren negentig, terwijl de Marokkaanse groep in 2001 en 2002 is benaderd. Gezien de veranderde maatschappelijke situatie is het mogelijk dat leerkrachten recentelijk meer bereid zijn aan te geven dat allochtone kinderen probleemgedrag laten zien, terwijl allochtonen zelf misschien voorzichtiger zijn in de rapportage van probleemgedrag. Ten slotte is het belangrijk te vermelden dat de validiteit van de cbcl en ysr voor de verschillende culturen misschien niet hetzelfde is. Er zijn wel verschillende aanwijzingen dat deze instrumenten in een groot aantal culturen voldoende valide zijn (Verhulst & Achenbach 1995). conclusie Het niveau van emotionele problemen en gedragsproblemen bij kinderen van Marokkaanse en Turkse migranten blijkt ondanks een vergelijkbare migratiegeschiedenis nogal verschillend. Bij Turkse jeugdigen is voornamelijk de grote hoeveelheid emotionele problemen opvallend. Bij de Marokkaanse jongeren trekt vooral de discrepantie tussen de door de verschillende waarnemers gerapporteerde hoeveelheden gedragsproblemen de aandacht. Deze bevindingen leveren een aantal aanbevelingen op. Allereerst dient het hoge risico van emotionele problemen bij Turkse kinderen voldoende aandacht te krijgen in de hulpverlening en de preventieprogramma s. Voor informatie over de risicofactoren van probleemgedrag bij Turkse migrantenkinderen verwijzen we naar Sowa e.a. (2000). Onze resultaten wijzen er daarnaast mogelijk op dat Marokkanen terughoudend zijn in het rapporteren van probleemgedrag. Voor hulpverleners betekent dit dat Marokkanen die zich aanmelden met relatief weinig psychische klachten, toch serieus genomen moeten worden. Ten slotte leidt de discrepantie in gerapporteerd probleemgedrag door leerkracht, ouders en jongeren mogelijk tot frictie binnen de schoolsituatie: leerkrachten signaleren problemen die niet als zodanig worden gezien door ouders en jongeren. Omdat de betrokkenen het over de interpretatie van het gedrag niet eens lijken te zijn, kan dit leiden tot moeilijkheden rondom de aanpak van het probleem en conflicten tussen leerkrachten, jongeren en ouders. Het verdient aanbeveling om in toekomstig onderzoek uitdrukkelijk aandacht te besteden aan deze verschillende interpretaties van probleemgedrag bij Marokkaanse jeugdigen. 784 t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1

e m o t i o n e l e p r o b l e m e n e n g e d r a g s p r o b l e m e n b i j m a r o k k a a n s e, t u r k s e e n n e d e r l a n d s e 4 - t o t 1 8 -jarigen i n n e d e r l a n d noot 1. Dit artikel is een bewerking van Stevens, G.W., Pels, T., Bengi-Arslan, L., e.a. (2003). Parent, teacher and self-reported problem behavior in the Netherlands: comparing Moroccan immigrant with Dutch and with Turkish immigrant children and adolescents. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 38, 576-585; en wordt met toestemming gepubliceerd. literatuur Achenbach, T.M. (1991). Manual for the Child Behavior Checklist/4-18 and 1991 Profile. Burlington: University of Vermont, Department of Psychiatry. Beker, M., & Maas, C.J. (1998). Rapportage jeugd 1997. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau. Bengi-Arslan, L., Verhulst, F.C., van der Ende, J., e.a. (1997). Understanding childhood (problem) behaviors from a cultural perspective: comparison of problem behaviors and competencies in Turkish immigrant, Turkish and Dutch children. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 32, 477-484. Bogt, T. ter, van Dorsselaer, S., & Vollebergh, W. (2003). hbsc-nederland 2002: Psychische gezondheid, risicogedrag en welbevinden van Nederlandse scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Bun, C.J.E., & van de Looij-Jansen, P.M. (2000). De Rotterdamse Jeugdmonitor: staat van de jeugd. Brugklassers voortgezet onderwijs. Rotterdam: ggd Rotterdam e.o.. Crijnen, A.A., Bengi-Arslan, L., & Verhulst, F.C. (2000). Teacher-reported problem behaviour in Turkish immigrant and Dutch children: a cross-cultural comparison. Acta Psychiatrica Scandinavica, 102, 439-444. Davies, L.C., & McKelvey, R.S. (1998). Emotional and behavioural problems and competencies among immigrant and non-immigrant adolescents. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry, 32, 658-665. Geense, P., & Pels, T. (2002). Allochtone jeugdigen op het internet. Migrantenstudies, 18, 2-19. Klimidis, S., Stuart, G., Minas, I.H., e.a. (1994). Immigrant status and gender effects on psychopathology and self-concept in adolescents: a test of the migration-morbidity hypothesis. Comprehensive Psychiatry, 35, 393-404. Loo, S.K., & Rapport, M.D. (1998). Ethnic variations in children s problem behaviors: a cross-sectional, developmental study of Hawaii school children. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 39, 567-575. Munroe-Blum, H., Boyle, M. H., Offord, D.R., e.a. (1989). Immigrant children: psychiatric disorder, school performance, and service utilization. American Journal of Orthopsychiatry, 59, 510-519. Murad, S.D., Joung, I.M., van Lenthe, F.J., e.a. (2003). Predictors of self-reported problem behaviours in Turkish immigrant and Dutch adolescents in the Netherlands. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 44, 412-423. Pels, T. (2003). Respect van twee kanten. Een studie over last van Marokkaanse jeugdigen. Assen: Van Gorcum. Pels, T. (2002). Tussen leren en socialiseren. Afzijdigheid van de les en pedagogisch-didactische aanpak in twee multi-etnische brugklassen. Assen: Van Gorcum. Sowa, H., Crijnen, A A M., Bengi-Arslan, L., e.a. (2000). Factors associated with problem behaviors in Turkish immigrant children in the Netherlands. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 35, 177-184. Stevens, G.W., Pels, T., Bengi-Arslan, L., e.a. (2003). Parent, teacher and self-reported problem behavior in The Netherlands: comparing Moroccan immigrant with Dutch and with Turkish immigrant children and adolescents. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 38, 576-585. Verhulst, F.C., & Achenbach, T.M. (1995). Empirically based assessment and taxonomy of psychopathology: cross-cultural applications. A review. European Child and Adolescent Psychiatry, 4, 61-76. Verhulst, F.C., van der Ende, J., & Koot, H.M. (1996). Handleiding voor de cbcl/4-18. Rotterdam: Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia. Verhulst, F.C., van der Ende, J., & Koot, H.M. (1997a). Handleiding voor de Teacher s Report Form (trf). Rotterdam: Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia. Verhulst, F.C., van der Ende, J. & Koot, H.M. (1997b). Handleiding voor de Youth Self-Report (ysr). Rotterdam: Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia. Vermeulen, H., & Penninx, R. (1994). Slotbeschouwing. In H. Vermeulen & R. Penninx (Red.), Het democratisch ongeduld. De emancipatie en integratie van zes doelgroepen van het minderhedenbeleid (pp. 207-235). Amsterdam: Het Spinhuis. Vollebergh, W.A.M., & Huiberts, A. (1996). Welbevinden en etnische identiteit bij allochtone jeugdigen. Pedagogisch Tijdschrift, 21, 357-372. Weisz, J.R., & Eastman, K.L. (1995). Cross-national research on child and adolescent psychopathology. In F.C. Verhulst & H.M. Koot (Red.), The Epidemiology of Child and Adolescent Psychopathology (pp. 42-65). Oxford: Oxford University Press. t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1 785

g.w.j.m. s t e v e n s /t.v.m. p e l s /w.a.m.vollebergh e.a. auteurs g.w.j.m. stevens is sociale wetenschapper en is werkzaam bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia te Rotterdam en bij de afdeling Orthopedagogiek van de Universiteit Leiden. t.v.m. pels is psycholoog en werkzaam bij het Verwey-Jonker Instituut te Utrecht. w.a.m.vollebergh is psycholoog en werkzaam bij het Trimbos-instituut te Utrecht en bij de afdeling Orthopedagogiek van de Universiteit Leiden. l. bengi-arslan is psycholoog en werkzaam bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia te Rotterdam. f.c. verhulst is psychiater en werkzaam bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia te Rotterdam. a.a.m. crijnen is psychiater en werkzaam bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Erasmus mc/sophia te Rotterdam. Correspondentieadres: G. Stevens, Universiteit Leiden, Afdeling Orthopedagogiek, Postbus 9555, 2300 RB Leiden. Tel.: (071) 5275241. E-mail: gstevens@fsw.leidenuniv.nl. Geen strijdige belangen meegedeeld. Dit onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (nwo). Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 17-3-2005. summary Emotional and behavioural problems in Moroccan, Turkish and Dutch youth in the Netherlands G.W.J.M. Stevens, T.V.M. Pels, W.A.M. Vollebergh, L. Bengi-Arslan, F.C. Verhulst, A.A.M. Crijnen background In view of the stress associated with migration, one expects immigrant children to show a relatively high level of problem behaviour. International research has produced mixed findings. In Dutch research, however, immigrant pupils have been found to have more emotional and behavioural problems than Dutch native pupils. aim To obtain insight into the prevalence of emotional and behavioural problems in Moroccan, Turkish and Dutch youth, as reported by parents, teachers and adolescents. method Our samples consisted of 819 Moroccan immigrant, 833 Turkish immigrant and 2227 Dutch native children between the ages of 4 and 18. The Child Behavior Checklist, the Teacher s Report Form and the Youth Self-Report were used. results Moroccan parents reported just as many emotional and behavioural problems in their children as did Dutch parents, whereas Turkish parents reported more emotional problems in their children. Moroccan adolescents reported fewer behavioural problems than Turkish and Dutch adolescents. Turkish adolescents reported more emotional problems than Dutch and Moroccan adolescents. The picture presented by teachers however was different: teachers reported substantially more behavioural problems for Moroccan pupils than for Dutch and Turkish pupils. conclusion Levels of problem behaviour in Moroccan and Turkish immigrant youth are rather different. Turkish youth showed a strikingly high level of emotional problems, whereas the discrepancy between the reported levels of behavioural problems was most pronounced for Moroccan youth. [tijdschrift voor psychiatrie 47(2005)11, 779-786] key words Turkey behavior, Child Behavior Checklist, emotions, immigrants, Morocco, 786 t i j d s c h r i f t v o o r p s y c h i a t r i e 4 7 ( 2 0 0 5 ) 1 1