2 BODEMFUNCTIES EN BODEMKWALITEIT 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Bodemfuncties 7 2.3 Bodemkwaliteitskaart 8



Vergelijkbare documenten
GRONDVERZET IN NOORD-FRYSLÂN

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

Besluit Bodemkwaliteit Flevoland

Nota Bodembeheer gemeente Emmen

GEMEENTE OLDEBROEK. Gebruik bodemkwaliteitskaart bij grondverzet. 1 Generiek beleid Besluit bodemkwaliteit

BODEMFUNCTIEKLASSENKAART GEMEENTE NOORDENVELD

GRONDVERZET IN NOORD-FRYSLÂN

Notitie Bodemfunctieklassenkaart gemeente Noordwijk

BROCHURE REGELS TOEPASSEN GROND

Nota Bodembeheer gemeente Rijswijk, Besluit bodemkwaliteit

Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland

Spelregels grondverzet

BODEMFUNCTIEKLASSENKAART WAALRE

Bodemfunctiekaart Hof van Twente Besluit Bodemkwaliteit

Grondstromenbeleid en bodemkwaliteitskaart

1 I BODEMBEHEER BODEMBEHEER

Nota Bodemfunctieklassekaarten Regio Centraal-West Groningen

In opdracht van de gemeente Hattem heeft Tauw een bodemfunctiekaart opgesteld. Deze notitie vormt de toelichting bij de gemaakte keuzes.

De bodemkwaliteitskaart en het Besluit bodemkwaliteit

Nota Bodembeheer Gemeente Assen

Bodemfunctieklassenkaart Gemeente Horst aan de Maas. - Toelichting -

Notitie. wonen; industrie; landbouw, natuur (Achtergrondwaarde).

Voorlichtingsbijeenkomst Regionaal bodembeleid Voorne-Putten

Addendum bij de nota bodembeheer gemeenten IJsselstein, Houten, Nieuwegein en Lopik versie 4 januari 2011

Begrippen en gebruikte afkortingen

HANDREIKING GRONDVERZET

Handreiking waterbodemkwaliteitskaart Delfland

mi in HI ui in iii iii nu i Raad d.d.\u <( l^> Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/ Documentnr.: RV Roden, 9 januari 2013 Onderwerp

Bodemkwaliteitskaart gemeente Twenterand

ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART

Wilt u grond ontgraven of toepassen? Past u puingranulaat toe in (weg)funderingen? Verspreidt u baggerspecie op de kant?

I I I. Gemeente Heerde.

TEKSTREGEL TEKSTREGEL BODEMFUNCTIE KLASSENKAART WEERT

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Handreiking Grondverzet

NOTA BODEMBEHEER. omslag bodembeheer.indd :36:32

stappen Kenmerken Gebieds indeling Toelichting

TOELICHTING BESLUIT BODEMKWALITEIT

Bodemfunctiekaart Wierden

* *

In tabel 1 is aangegeven in welke mate de 95-percentielwaarden van koper, lood en zink de interventiewaarden overschrijden.

de bodemkwaliteitskaart delen Leidschenveen, kenmerk , 17 juli 2003, vast te stellen en bekend te maken.

Bodemkwaliteitskaart

Bijlage 1: Normering Regeling bodemkwaliteit (inclusief gewijzigde normen per april 2009)

NOTITIE BODEMFUNCTIEKLASSENKAART SOEST

Notitie bodemfunctieklassenkaart. : Gemeente Heeze-Leende

MARMOS Bodemmanagement

Hergebruik van grond in Dordrecht

Notitie. Wonen Industrie Achtergrondwaarde (landbouw, natuur)

Gemeente ř Bergen op Zoom

HUM Bbk Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit

Veldgids Bodembeheer Regio NO-Brabant

Aan de Raad. Nota bodembeheer. VROM - Milieu / LK Besluitvormend

Bodemfunctieklassenkaart Helmond 2012


Zie Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2013 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007.

Rapport Bodembeheernota regio West Friesland. Projectnr juni 2011, revisie 01

Algemene kaders grondstromenbeleid Toepassen grond of baggerspecie Bevoegd gezag Drents kader

Nota Bodembeheer Regels en voorwaarden voor grondverzet binnen de gemeente Best

en industriegebieden te Delfzijl

Bodembeheer gemeente Waalwijk. projectnr juli 2013, revisie van 35

Inhoudsopgave. Gemeente Rheden DEEL 1 ACHTERGRONDEN DUURZAAM BODEMBEHEER

Bodembeheernota Zout naar smaak Beleid voor de toepassing van zoute baggerspecie in de gemeenten Delfzijl, Eemsmond en De Marne

Wijzigingsblad bij de nota bodembeheer gemeente Den Helder versie mei 2012

1. Algemene gegevens van de toepasser (eigenaar of opdrachtgever) Naam Straat Nummer Toevoeging

Twents beleid veur oale groond. Nota bodembeheer

Regionale Nota bodembeheer provincie Groningen

Notitie Bodemfunctiel<lasseni<:aart gemeente Teylingen

Nota bodembeheer. Definitief

projectnr SenterNovem taakveld Bodem+ 18 december 2009, revisie 00 Bodembeheer regio Brabant rpt bbn.doc

G R O N D V E R Z E T m e t b o d e m k w a l i t e i t s k a a r t e n

Nota bodembeheer 2014 Beleidsregels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem

Tijdelijke opslag en tijdelijke uitname Besluit bodemkwaliteit

Bodembeheer regio west Brabant

Gemeente Wierden. Nota bodembeheer

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

Gemeente Wierden. Bodemkwaliteitskaart wegbermen en buitengebied gemeente Wierden

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit Meldingsnummer:

Nota bodembeheer regels voor de toepassing van grond en baggerspecie op landbodem. Gemeente Ten Boer

Meldingsformulier Besluit Bodemkwaliteit. 1. Algemene gegevens van de toepasser (eigenaar of opdrachtgever) Naam Straat Nummer Toevoeging

4 Generieke toepassingseisen Toepassen op landbodem Verspreiden baggerspecie over aangrenzende percelen...19

Hieronder vindt u veelgestelde vragen over het onderdeel grond & baggerspecie.

Voor het bouwen en/of plaatsen van een bouwwerk op een voormalige stortplaats kan een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen nodig zijn.

Colofon. Datum van uitgave: December Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

3. Bodemfunctiekaart en bodemkwaliteitskaart Bodemfunctiekaart Bodemkwaliteitskaart 13

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Nota Bodembeheer Helmond

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Discussies over het Besluit bodemkwaliteit in de dagelijkse praktijk

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie

Bodembeheernota Eersel. Voorwaarden voor grondverzet

Nota bodembeheer. Gemeente Hof van Twente. Twents beleid veur oale groond

Bodembeheerplan en Bodemkwaliteitskaart

Rapport BODEMBEHEERNOTA. Zuid-Holland Zuid. Gezamelijke gemeenten Zuid-Holland Zuid. Milieudienst Zuid-Holland Zuid / Oranjewoud R.T.A.

OPINIERONDE. 5 april Casenr: Onderwerp: Bodembeheernota gemeente Drimmelen en bodemkwaliteitskaart regio Brabant.

Bodembeheernota gemeente Reusel-De Mierden. voorwaarden voor grondverzet

MARMOS Bodemmanagement

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE Blz. 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Aanleiding 1 1.3 Uitgangspunten en doelstellingen 2 1.4 Kader en afbakening 2 1.5 Maatschappelijke opgave en ruimtelijke ontwikkelingen 4 1.6 Relatie tot overige wet- en regelgeving 4 1.7 Aansprakelijkheid 6 1.8 Status rapport 6 1.9 Leeswijzer 6 2 BODEMFUNCTIES EN BODEMKWALITEIT 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Bodemfuncties 7 2.3 Bodemkwaliteitskaart 8 3 HERGEBRUIK MOGELIJKHEDEN GROND EN BAGGERSPECIE 11 3.1 Inleiding 11 3.2 Lokale maximale waarden gemeente Veendam 11 3.3 Toepassingsmogelijkheden grond en baggerspecie 14 3.4 Risico s hergebruik 15 3.5 Aanvullende voorwaarden hergebruik 15 3.6 Meldingsprocedure 19 4 TOEZICHT EN HANDHAVING 21 4.1 Toezicht en handhaving 21 4.2 Registratie 22 4.3 Ketenhandhaving 22 5 EVALUATIE EN BEHEER 23 BIJLAGEN 1. Referenties 2. Totstandkoming bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart 3. Toelichting statistiek 4. Kentallen bodemkwaliteit 5. Aanvullende voorwaarden hergebruik grond en baggerspecie 6. Resultaten risicobeoordeling met Risicotoolbox FIGUREN 1. Functiekaart 2. Ontgravingskaart (bodemkwaliteit) 3. Toepassingskaart 4. Homogene deelgebieden - i - Definitief rapport 16 juli 2009

1 INLEIDING 1.1 Inleiding Deze nota bodembeheer beschrijft de mogelijkheden en regelgeving voor hergebruik van grond en baggerspecie in de gemeente Veendam. In de nota Toekomstvisie Veendam 2020, Turfstad én Durfstad, 26 januari 2009 is een toekomstvisie geformuleerd, waarin de volgende missie is verwoord: Veendam is in 2020 een complete parkstad, met ruimte voor ondernemers, die vanuit een dienstbare houding met doorzicht wordt bestuurd, waar met durf en daadkracht wordt gewerkt aan een leefbare en duurzame samenleving van hoge kwaliteit, met blijvende aandacht voor verleden en toekomst. In deze beschrijving zijn verschillende elementen genoemd, die raakvlakken hebben met het werkveld bodem. Er zal moeten worden gezorgd voor een gezond evenwicht tussen de bedoelde ruimte voor ondernemers en het op voldoende wijze kunnen ervaren van een leefbare en duurzame samenleving van hoge kwaliteit. Daarin speelt het gemeentelijk bodembeleid een belangrijke rol. 1.2 Aanleiding De chemische kwaliteit van de bovenlaag van de bodem is in bebouwde stedelijke, maar ook landelijke gebieden als gevolg van langdurig menselijk handelen in meer of mindere mate nadelig beïnvloed. De bodem in de gemeente Veendam vormt hierop geen uitzondering. Door wonen en werken zijn op allerlei manieren puinhoudend materiaal, kooldeeltjes en ander afval in de bodem van de gemeente Veendam terechtgekomen. Ook langdurige belasting via neerslag, bijvoorbeeld roet en lood door autoverkeer en uitstoot van verzurende stoffen, heeft diffuse lichte verontreiniging veroorzaakt. Het betreft vaak verontreinigingen met metalen zoals lood, zink en koper en PAK (kool- en teerdeeltjes). De lichte bodemverontreiniging die in de loop der jaren is ontstaan levert geen acute risico s voor volksgezondheid of milieu op. In de praktijk echter vormt deze diffuse bodemverontreiniging in de gemeente Veendam een probleem bij grondverzet (aan- en afvoer van grond), omdat deze grond niet zonder meer mag worden hergebruikt. Aanleiding voor het formuleren van nieuw beleid voor hergebruik van grond en baggerspecie is de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit in 2008 waarin de regelgeving voor het toepassen van grond en bagger is verankerd [ref. 1]. In het Besluit zijn nieuwe regels en normen opgenomen voor hergebruik van grond en baggerspecie. In het Besluit wordt ook ruimte gecreëerd voor maatwerk op lokaal niveau; het formuleren van gebiedsspecifiek beleid. Voor een industrieterrein kan bijvoorbeeld een andere (mindere) chemische kwaliteit worden nagestreefd dan bij een woongebied of waardevol natuurgebied, waar logischerwijs juist een betere kwaliteit wordt nagestreefd. We spreken dan van stand-still op gebiedsniveau. Doelstelling is een betere kwaliteit te realiseren waar gewenst en hergebruik te stimuleren waar het kan. Hiermee wordt invulling gegeven aan een leefbare en duurzame samenleving van hoge kwaliteit zoals aangegeven in de Toekomstvisie Veendam 2020, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 januari 2009. Definitief rapport - 1-16 juli 2009

1.3 Uitgangspunten en doelstellingen De Nota bodembeheer heeft tot doel hergebruik van grond en baggerspecie te stimuleren en reguleren, waardoor aanzienlijk wordt bespaard op het gebruik van grondstoffen en invulling wordt gegeven aan een verantwoord en duurzaam bodemgebruik. Gebiedsspecifiek beleid biedt ruimte voor lokale bodembeheerders om zelf bodemkwaliteitsnormen vast te stellen. Ruimere normen waar het kan, strengere normen waar dit wenselijk is. Gemotiveerd wordt invulling gegeven aan: Gebieden binnen de gemeente waar gestreefd wordt naar een betere bodemkwaliteit, zoals woongebieden en kinderspeelplaatsen, en Gebieden binnen de gemeente waar bij ongevoelig gebruik een ruimere normering wordt toegestaan, zoals bij industrieterreinen. De totale balans van bodemkwaliteit bij hergebruik blijft hierbij gelijk ( Stand still - principe op gebiedsniveau). Vrijkomende grond van mindere kwaliteit in een woongebied kan hierdoor worden hergebruikt in nieuw industriegebied. Uitgangspunt hierbij is dat zoveel mogelijk ruimte wordt gegeven aan duurzaam hergebruik waarbij risico s voor de mens en het milieu niet optreden. 1.4 Kader en afbakening Het Besluit bodemkwaliteit vereist een motivatie en integrale afweging voor het gekozen gebiedsspecifiek beleid en de feitelijke toepassingsmogelijkheden: waarom mag grond ergens wel of juist niet worden toegepast. De motivatie is in deze Nota bodembeheer opgenomen Definitief rapport - 2-16 juli 2009

Aan gebiedsspecifiek hergebruik van grond volgens het Besluit bodemkwaliteit zijn een aantal voorwaarden verbonden. De gemeente dient inzicht te hebben in de diffuse bodemkwaliteit door middel van een bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart. Daarnaast moet de regelgeving vastgelegd worden in een Nota Bodembeheer. Met dit rapport wordt aan deze voorwaarden voldaan. Met een bodemkwaliteitskaart en een functiekaart kan onder andere (licht verontreinigde) grond worden hergebruikt en is bemonstering niet altijd meer nodig. De afzetmogelijkheden van grond worden aanzienlijk vergroot en grondverzet en hergebruik zal vaak makkelijker en goedkoper zijn. De gemeente Veendam heeft haar ambities vastgelegd in het rapport Bouwstoffenbesluit in de gemeente Veendam en de Nota De bodem onder ons bestaan, Bodembeleid 2005-2009, en heeft aangegeven dit beleid en deze ambities zo veel mogelijk binnen het nieuwe Besluit bodemkwaliteit voort te willen zetten. Om na te gaan welke gevolgen de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit heeft voor de gemeente Veendam is een inhoudelijke verkenning uitgevoerd [ref. 2]. Het landelijke generieke beleidsspoor introduceert een aantal knelpunten die de ambities van de gemeente Veendam blokkeren, bijvoorbeeld hergebruik van licht verontreinigde grond op industrieterreinen. Met behulp van gebiedsspecifiek beleid kunnen deze knelpunten worden opgelost. Door implementatie van gebiedsspecifiek beleid zullen bijvoorbeeld voor het ophogen van het toekomstig Industrieterrein Dallen II de hergebruikmogelijkheden van grond op deze locatie aanzienlijk verruimd worden waarbij de bodemkwaliteit wel duurzaam geschikt blijft voor de functie. Hergebruik van grond en baggerspecie conform het Besluit Bodemkwaliteit is ten eerste gebaseerd op de milieuhygiënische kwaliteit van zowel de her te gebruiken grond of bagger als de ontvangende bodem en ten tweede op de functie van de ontvangende bodem. Andere parameters, bijvoorbeeld van belang voor de landbouw, zoals bepaalde ziekten (fytosanitaire pathogenen), aardappelmoeheid, bruinrot, wratziekte en meststoffen, zijn niet meegenomen in de afweging of grond kan worden hergebruikt. Aanbevolen wordt aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid hiervan uit te voeren indien sprake kan zijn van aanwezigheid van deze parameters. Ook de civieltechnische kwaliteit of anderszins is niet meegenomen in de beoordeling. De Nota bodembeheer is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente. Het beheergebied is afgebakend door de gemeentegrens. In verticale richting is het gebied begrensd op 2 m-mv (meter beneden maaiveld), het traject waarvoor de bodemkwaliteitskaart is opgesteld. De Nota bodembeheer is van toepassing op partijen grond met een volume groter dan 50 m 3. Definitief rapport - 3-16 juli 2009

Bij gebiedsspecifiek beleid is alleen hergebruik van licht verontreinigde grond toegestaan die komt uit het gebied waarvoor de Nota bodembeheer wordt vastgesteld, in dit geval dus afkomstig uit de gemeente Veendam. Om de hergebruikmogelijkheden in de regio te vergroten wordt op termijn gestreefd naar vergelijkbaar beleid bij gemeenten waar in de toekomst mee samen wordt gewerkt, zodat met een gezamenlijke nota bodembeheer gebiedsspecifiek beleid voor alle deelnemende gemeenten van toepassing is. De regelgeving in deze Nota bodembeheer is uitsluitend van toepassing op hergebruik van grond en baggerspecie op landbodem. Voor hergebruik van grond of baggerspecie in oppervlaktewater is het bevoegd gezag het Waterschap Hunze en Aa s. Het hergebruikbeleid van grond en baggerspecie zoals beschreven in de rapportage Bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart gemeente Veendam, d.d. februari 2002, Royal Haskoning, kenmerk 4K1766.A0/R0034/IVOO/MJAE/Nijm, komt bij de inwerkingtreding van deze Nota bodembeheer te vervallen. 1.5 Maatschappelijke opgave en ruimtelijke ontwikkelingen De komende jaren wordt naar verwachting het merendeel van grond die vrijkomt bij werkzaamheden door de gemeente Veendam hergebruikt. Op dit moment wordt voorzien dat dit circa 20% betreft van de totale hoeveelheid benodigde grond. Circa 80% betreft aldus grond van elders, veelal schoon zand afkomstig uit bijvoorbeeld zandwinputten (primaire grond). Gestreefd wordt naar een hoger percentage hergebruik in de toekomst. Parallel aan de totstandkoming van deze bodembeheernota is de gemeente Veendam gestart om gedetailleerd de meest relevante verwachte toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen waarbij grond en/of baggerspecie kan worden toegepast of vrijkomt in kaart te brengen. Een voorbeeld is het toekomstig industrieterrein Dallen II. 1.6 Relatie tot overige wet- en regelgeving Het Besluit is gerelateerd aan de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (vanaf 2010 de Waterwet), de Wet milieugevaarlijke stoffen (inmiddels vervangen door REACH) en de Woningwet. Wet bodembescherming (Wbb) De Nota bodembeheer heeft uitsluitend betrekking op het toepassen van grond en baggerspecie in relatie tot de diffuse bodemkwaliteit. (Sterke) verontreinigingen van grond veroorzaakt door puntbronnen zoals (voormalige) bedrijfsterreinen of ondergrondse tanks vallen onder de Wet bodembescherming (Wbb). De Wbb wordt in deze nota enkel behandeld indien een relatie met hergebruik van grond en baggerspecie aanwezig is, zoals bij het gebruik van grond of baggerspecie als aanvulgrond van een ontgraven saneringsput (zie verder hoofdstuk 3). Uitgangspunt is terugsaneren en aanvullen tot de kwaliteit die geschikt is voor de functie van de locatie. Definitief rapport - 4-16 juli 2009

Wet Milieubeheer (WM) Het Besluit geldt ook voor toepassing van grond en baggerspecie binnen WMinrichtingen. Het Besluit bodemkwaliteit geldt in dat geval naast de milieuvergunning of algemene regels die de milieuvergunning vervangen (het Activiteitenbesluit of het Besluit landbouw). Een dergelijke toepassing heeft in principe geen gevolgen voor de vergunningplicht van de inrichting. Waterwet Vanaf 2010 wordt naar verwachting de waterregelgeving vereenvoudigd. Dit zal leiden tot de Waterwet. De Waterwet regelt straks het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Ook verhuist de saneringsregeling voor waterbodems van de Wet bodembescherming naar de Waterwet. De relatie tot hergebruik zoals omschreven in deze Nota Bodembeheer is aanwezig bij hergebruik en verspreiding op landbodem van baggerspecie. Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) De WRO bepaalt dat de locatie geschikt moet zijn voor de beoogde functie. Daarbij is niet nader bepaald welke bodemkwaliteitsdoelstelling daarbij gehanteerd wordt. Het is de beleidsvrijheid van de gemeente om te bepalen welk toetsingskader hierbij gehanteerd wordt. Aangesloten wordt bij het toetsingskader dat in deze bodembeheernota is opgenomen. Woningwet Regels voor het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond zijn opgenomen in de Woningwet. Veiligheid en gezondheid zijn uitgangspunten van de Woningwet. Het bouwen op verontreinigde grond (waaronder tevens verontreinigd grondwater) moet in dit kader worden tegengegaan. Intergemeentelijk Bodembeleidsplan Oost Groningen 2009-2013 Voor een zevental naburige gemeenten is een regionaal bodembeleidsplan opgesteld voor de periode 2009-2013 [ref. 3]. Het betreft de gemeenten Bellingwedde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Winschoten, Stadskanaal en Vlagtwedde. Omdat het naburige gemeenten zijn van de gemeente Veendam en mogelijk op termijn met enkele van deze gemeenten gezamenlijk gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van grond wordt ontwikkeld, is in deze bodembeheernota waar relevant rekening gehouden met de inhoud van het regionaal bodembeleidsplan. Definitief rapport - 5-16 juli 2009

1.7 Aansprakelijkheid De eindverantwoordelijkheid voor het gebruik maken van de Nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart blijft bij de eigenaar/erfpachter van de grond. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die hieruit voortvloeit. 1.8 Status rapport De Nota bodembeheer en de bijbehorende kaarten zijn in nauwe samenwerking met de gemeente Veendam tot stand gekomen. Het is gebaseerd op nieuw beleid waarbij ook nieuwe bijbehorende richtlijnen voor het opstellen van de kaarten en deze Nota zijn gehanteerd. Waar nodig zijn gezamenlijk in overleg technisch inhoudelijk keuzes gemaakt en beslissingen genomen over de vertaling van de richtlijnen en beleid naar een onderbouwde en gemotiveerde lokale invulling. Deze keuzes zijn toegelicht in dit rapport. Een concept Nota bodembeheer is ter beoordeling aan de gemeente Veendam en belanghebbenden overlegd. Eventuele wijzigingen, opmerkingen en aanvullingen zijn vervolgens verwerkt in deze definitieve rapportage. 1.9 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de bodemfuncties en bodemkwaliteit in de gemeente Veendam. In hoofdstuk 3 wordt specifiek ingegaan op de hergebruikmogelijkheden van grond en baggerspecie in de gemeente Veendam. Hoofdstuk 4 bevat de gemeentelijke uitgangspunten en ambities met betrekking tot toezicht en handhaving. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de evaluatie en het beheer van de Nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaarten Definitief rapport - 6-16 juli 2009

2 BODEMFUNCTIES EN BODEMKWALITEIT 2.1 Inleiding Om grond of baggerspecie her te gebruiken is inzicht in de mate van diffuse verontreiniging in een gebied noodzakelijk. Hiervoor is een bodemkwaliteitskaart opgesteld. In het kader van hergebruik wordt de bodemkwaliteitskaart ook wel de ontgravingskaart genoemd. Deze ontgravingskaart geeft inzicht in de diffuse bodemkwaliteit van de gemeente en wordt samen met de functiekaart en de toepassingskaart gebruikt bij het ontwikkelen van bodembeleid voor de uitvoering van grondverzet. Deze kaarten zijn in de figuren in de bijlage opgenomen. De technisch inhoudelijke totstandkoming is in bijlage 2 beschreven. In dit hoofdstuk zijn de resultaten opgenomen. 2.2 Bodemfuncties De toepassingsmogelijkheden voor grond en baggerspecie zijn sterk gerelateerd aan de functie; het gebruik van de ontvangende bodem. In het gebiedsspecifieke kader worden zeven bodemfuncties onderscheiden, zie tabel 2.1. Deze verschillende functies zijn met name relevant voor het beoordelen van de effecten/risico s van hergebruik van grond en baggerspecie op de omgeving. Aanpassing van de toepassingseisen mag niet leiden tot risico s voor het langdurig gebruik van de bodem bij de geldende bodemfunctie. Dit wordt duurzaam bodembeheer genoemd. Tabel 2.1 Bodemfuncties en bodemfunctieklassen (uit Handreiking Besluit bodemkwaliteit, VROM) Bodemfuncties (gebiedsspecifiek beleid) Wonen met tuin Plaatsen waar kinderen spelen Groen met natuurwaarden Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Moestuinen en volkstuinen Natuur Landbouw Bodemfunctieklassen (generiek beleid) Wonen Industrie Overig, kwaliteit toe te passen grond en baggerspecie moet voldoen aan de Achtergrondwaarden In figuur 1 in de bijlage is een gebiedsspecifieke functiekaart van het beheergebied opgenomen. Hierop zijn de in de gemeente Veendam gedefinieerde functies weergegeven. Een uitsnede van de functiekaart is ter illustratie weergegeven in figuur 2.1. Vanwege de schaal van de kaart is de functie plaatsen waar kinderen spelen niet op de kaart aangegeven. Voor deze speelplaatsen gelden ook andere regels bij hergebruik, gezien de gevoelige bestemming (zie hoofdstuk 3). Definitief rapport - 7-16 juli 2009

Figuur 2.1 Uitsnede functiekaart gemeente Veendam 2.3 Bodemkwaliteitskaart De bodemkwaliteit van de gemeente Veendam is in het algemeen goed of voldoende voor het huidig gebruik. Om hierin meer inzicht te krijgen, grondverzet te kunnen reguleren en na te gaan welke knelpunten mogelijk aanwezig zijn, is de gemiddelde diffuse bodemkwaliteit bepaald. De technisch inhoudelijke totstandkoming is in bijlage 2 beschreven. In dit hoofdstuk zijn de resultaten opgenomen. De volledige resultaten (aantal gebruikte waarnemingen, gemiddelden, P95, etc.) zijn weergeven in de tabellen in bijlage 4 en verder toegelicht in bijlage 2. Een overzicht van de diffuse kwaliteit is in de ontgravingskaart opgenomen in figuur 2. Een uitsnede van de bodemkwaliteitskaart is ter illustratie weergegeven in figuur 2.2. Definitief rapport - 8-16 juli 2009

Figuur 2.2 Uitsnede bodemkwaliteitskaart (ontgravingskaart) gemeente Veendam Bebouwd gebied Het gemiddelde gehalte in de bovengrond in het bebouwd gebied in deelgebied W1 (Wonen voor 1945 stedelijke lintbebouwing en centrum) is licht tot matig verhoogd met enkele metalen en PAK (kooldeeltjes). Vanwege het gemiddelde gehalte aan zink valt dit deelgebied in de kwaliteitsklasse Industrie. Nader onderzoek naar de humane risico s met behulp van de risicotoolbox geeft aan dat voor de mens op basis van het zinkgehalte geen risico s aanwezig zijn. Enkel bij hergebruik van grond is de bestemming van deze grond aan voorwaarden verbonden. De ondergrond valt in de kwaliteitsklasse wonen. Het gemiddelde gehalte in de boven- en ondergrond van deelgebied W2 (Wonen voor 1945, landelijke lintbebouwing) is licht verhoogd met enkele metalen en PAK en valt in de kwaliteitsklasse wonen. De kwaliteit van boven- en ondergrond van deelgebied W3 (wonen na 1945) valt in de kwaliteitsklasse AW2000. Industriegebied Het gemiddelde gehalte in de boven- en ondergrond van deelgebied I1 (Industrie voor 1970) is licht verhoogd met enkele metalen en PAK. Het gemiddelde gehalte minerale olie is matig verhoogd. Vanwege het gemiddelde gehalte aan minerale olie valt dit deelgebied in de kwaliteitsklasse Industrie. Definitief rapport - 9-16 juli 2009

Zowel de boven- als ondergrond van deelgebied I2 (Industrie na 1970) is milieuhygiënisch schoon (alle gemiddelde waarden < AW2000). Buitengebied In de bovengrond van het buitengebied (deelgebied B1) overschrijdt het kwik en loodgehalte licht de kwaliteitsklasse AW2000. Omdat het een minimale overschrijding van slechts twee stoffen betreft wordt het buitengebied in de kwaliteitsklasse AW 2000 ingedeeld. De ondergrond is milieuhygiënisch schoon (alle gemiddelde waarden < AW2000). Definitief rapport - 10-16 juli 2009

3 HERGEBRUIK MOGELIJKHEDEN GROND EN BAGGERSPECIE 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de hergebruikmogelijkheden van grond en baggerspecie in de gemeente Veendam uiteen gezet. Gemotiveerd wordt waar in de gemeente gestreefd wordt naar een betere bodemkwaliteit en waar bij ongevoelig gebruik een beperkte verslechtering van de bodemkwaliteit wordt toegestaan. Uitgangspunt hierbij is dat zoveel mogelijk ruimte wordt gegeven aan duurzaam hergebruik waarbij risico s voor de mens en het milieu niet optreden, omdat de gemeente Veendam duurzaamheid en kwaliteit hoog in het vaandel heeft. De gemeente geeft op deze wijze verantwoord invulling aan het stand still principe op gebiedsniveau. 3.2 Lokale maximale waarden gemeente Veendam In de normstelling voor hergebruik zoals opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit is gekozen voor een altijd- en een nooit-grens. De altijd-grens bestaat uit de Achtergrondwaarden (AW 2000). Deze zijn vastgesteld op basis van de gehalten aan stoffen zoals die voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen. Partijen grond en baggerspecie die voldoen aan de Achtergrondwaarden zijn altijd vrij toepasbaar (voor wat betreft de chemische kwaliteit). Het Besluit stelt hieraan geen aanvullende toepassingsvoorwaarden, zoals het vaststellen van de kwaliteit van de ontvangende (water)bodem. De nooit-grens wordt bepaald met behulp van het Saneringscriterium. Dit is geen vaste norm, maar een methodiek om te bepalen of sprake is van een onaanvaardbaar risico en of met spoed moet worden gesaneerd (op grond van de Wet bodembescherming). Grond en baggerspecie boven de grens van het onaanvaardbaar risico mogen nooit worden toegepast. Tussen de altijd- en nooit-grens liggen de Lokale Maximale Waarden. Bij gebiedsspecifiek beleid kan voor het stimuleren van hergebruik een gewenste lokale maximale waarde (LMW) per stof worden vastgesteld. De gekozen waarde mag niet leiden tot onacceptabele risico s bij het gebruik (de functie) van de bodem. Zie ook navolgende figuur 3.1. Definitief rapport - 11-16 juli 2009

Figuur 3.1 Normstelling hergebruik grond en baggerspecie op landbodem Altijd toepasbaar Ruimte voor Lokale Maximale Waarden Nooit toepasbaar Achtergrondwaarden Interventiewaarden Saneringscriterium Bij het bepalen van de Lokale maximale waarden heeft de gemeente Veendam de volgende uitgangspunten gehanteerd: De lokale maximale waarden liggen onder de interventiewaarden uit de Wet bodembescherming. Ernstig verontreinigde grond kan niet worden hergebruikt. De lokale maximale waarden sluiten aan bij de gevoeligheid van een functie. Hoe ongevoeliger de functie, hoe hoger de toegestane lokale maximale waarden. De lokale maximale waarden mogen niet leiden tot risico s (op korte én lange termijn) in relatie tot de gebruiksfuncties van de zones. Dit wordt bepaald met behulp van een risicomodel: de risicotoolbox (zie paragraaf 4.3 voor nadere uitleg). Om verwarring of onduidelijkheden in de uitvoering te voorkomen en de vereenvoudiging van procedures te bevorderen wordt bij het bepalen van de lokale maximale waarden zoveel mogelijk aangesloten bij de generieke normen per functie (Achtergrondwaarden (AW 2000), Wonen en Industrie). Hierbij is de indeling uit tabel 3.1 gehanteerd. Binnen één homogeen deelgebied kan grond worden hergebruikt conform de regelgeving in deze Nota. Grond afkomstig uit W1 kan dus worden hergebruikt in W1. Tabel 3.1 Bodemfuncties en indeling voor hergebruik (uit Handreiking Besluit bodemkwaliteit, VROM) Bodemfuncties Lokale Maximale Waarde voor hergebruik (gebiedsspecifiek beleid) Wonen met tuin Plaatsen waar kinderen spelen* Wonen Groen met natuurwaarden Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie Industrie Moestuinen en volkstuinen Kwaliteit toe te passen grond en baggerspecie Natuur moet voldoen aan de Achtergrondwaarden Landbouw (AW 2000) Toelichting * : Vanwege de kleinschaligheid is de functie plaatsen waar kinderen spelen niet op de functiekaart weergegeven. Voor speelplaatsen en andere gevoelige bestemmingen gelden andere voorwaarden voor hergebruik, zie paragraaf 3.6. Definitief rapport - 12-16 juli 2009

Op basis van voorgaande uitgangspunten en normstelling zijn in tabel 3.2 de volgende lokale maximale waarden LMW) per functie gedefinieerd voor de gemeente Veendam (zie ook figuur 3 in de bijlage): Tabel 3.2 Lokale Maximale Waarden voor toepassen van grond en baggerspecie Lokale maximale waarden per functie (in mg/kg ds)* Moestuinen en Wonen met tuin, Ander groen, bebouwing, volkstuinen, Natuur en Groen met infrastructuur en industrie Landbouw natuurwaarden Parameter LMW1 LMW 2 LMW 3 Arseen 13,6 16,6 46,8 Barium 56,3 145,8 244,0 Cadmium 0,5 0,8 2,8 Chroom 31,0 33,8 98,0 Kobalt 4,8 10,2 55,4 Koper 24,5 28,9 101,8 Kwik 0,1 0,6 3,4 Lood 36,3 141,1 356,2 Molybdeen 1,5 88,0 190,0 Nikkel 13,2 13,6 34,9 Zink 72,4 91,5 329,3 PAK (10 VROM) 1,5 6,8 40,0 PCB som7 0,01 0,01 0,25 Minerale olie 162,3 93,3 ** 245,5 Toelichting: * Aangesloten is bij de maximale waarden voor AW2000, Wonen en Industrie die daadwerkelijk in drie homogene deelgebieden zijn bepaald. Voor LMW 1 zijn de AW2000 waarden van het buitengebied gehanteerd, voor LMW2 de maximale waarden voor Wonen van W1. Voor LMW3 zijn de maximale waarden voor Industrie van W1 gebruikt. ** Het gehalte aan minerale olie dat maximaal in grond aanwezig mag zijn is gerelateerd aan het organisch stofgehalte. Omdat het organisch stofgehalte lager is in W1 dan in het buitengebied, is de maximale waarde voor minerale olie lager bij LMW 2 (93,3) dan bij LMW1 (162,3). Bij gelijke gehalten organisch stof zou dan ook de LMW 1 en LMW2 waarde voor minerale olie gelijk zijn. Indien de kwaliteit van de grond met een partijkeuring als bewijsmiddel is vastgesteld geldt voor het bepalen van de hergebruikmogelijkheden de feitelijke gecorrigeerde maximale waarde van deze partij, in plaats van de lokale maximale waarden in tabel 3.2. De partijkeuring is namelijk een hoger bewijsmiddel dan de bodemkwaliteitskaart. 1 Voor de overige stoffen die niet in tabel 3.2 zijn opgenomen is de landelijk vastgestelde generieke norm die hoort bij de functie van toepassing bij hergebruik. 1 Als de partij ook is voorzien van een geldig ander bewijsmiddel (partijkeuring, erkende kwaliteitsverklaring) dan geldt dat andere bewijsmiddel als milieuhygiënische verklaring, omdat deze een directere uitspraak doet over de kwaliteit van de betreffende partij grond of bagger. Definitief rapport - 13-16 juli 2009

3.3 Toepassingsmogelijkheden grond en baggerspecie Voor de bepaling van de hergebruikmogelijkheden worden een aantal instrumenten gebruikt: De functiekaart. De bodemkwaliteitskaart. De lokale maximale waarden (zie paragraaf 3.2). Daarnaast is bij het invullen van de hergebruikmogelijkheden rekening gehouden met maatschappelijke aanvaardbaarheid en onwenselijkheid van hergebruik van grond op gevoelige bestemmingen, zoals kinderspeelplaatsen en moestuinen. Het resultaat van het koppelen van alle instrumenten en maatschappelijke aanvaardbaarheid is weergegeven in de toepassingskaart (zie figuur 3 in de bijlage). Weergegeven wordt waar ontgraven grond op basis van de lokale maximale waarden kan worden hergebruikt in de gemeente. Een uitsnede van de toepassingskaart is ter illustratie weergegeven in figuur 3.1. In bijlage 2 is een schema opgenomen waarin de hergebruikmogelijkheden zijn weergegeven vanuit de verschillende bodemkwaliteitszones (ontgravingskaart). Figuur 3.1 Uitsnede toepassingskaart gemeente Veendam Definitief rapport - 14-16 juli 2009

3.4 Risico s hergebruik De mogelijke risico s die bij hergebruik van grond en baggerspecie kunnen optreden worden bepaald met een risicomodel: de Risicotoolbox. De Risicotoolbox biedt per bodemfunctie inzicht in de aard en omvang van de lokale risico s voor mens en milieu bij langdurig gebruik van de bodem. Met behulp van de Risicotoolbox zijn de eventuele risico s van de door de gemeente Veendam gewenste lokale maximale waarden onderzocht. In bijlage 6 zijn de volledige resultaten weergegeven. Resultaat risicobeoordeling Op basis van de risicobeoordeling met behulp van de Risicotoolbox zijn geen risico s aanwezig voor mens en milieu bij de toepassing van de lokale maximale waarden (tabel 3.2). 2 3.5 Aanvullende voorwaarden hergebruik Naast voldoen aan de Lokale Maximale Waarden zoals weergegeven op de toepassingskaart (figuur 3 in de bijlage), zijn nog een aantal voorwaarden bij het hergebruik van grond en baggerspecie van toepassing, afhankelijk van de situatie. Deze worden navolgend toegelicht. Milieuhygiënische verklaring De kwaliteit van de grond en baggerspecie moet worden aangetoond met een milieuhygiënische verklaring. Het Besluit bodemkwaliteit kent voor grond meerdere typen milieuhygiënische verklaringen. Deze zijn in bijlage 5 opgenomen. Zorgplicht Onder alle omstandigheden moet bij het toepassen van grond en baggerspecie en het verspreiden van baggerspecie de wettelijke zorgplicht in acht worden genomen. Deze zorgplicht betekent dat iedereen die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat nadelige gevolgen kunnen optreden als gevolg van een toepassing, maatregelen moet nemen om verontreiniging te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken (artikel 13 Wet bodembescherming). Bodemvreemd materiaal Het percentage bodemvreemd materiaal in grond of baggerspecie mag niet groter zijn dan 10% (gewichtsprocent). 2 Het lijkt op basis van de uitkomsten van de berekening met behulp van de risicotoolbox alsof voor enkele stoffen een zeer gering risico mogelijk aanwezig is, omdat de grenswaarde minimaal wordt overschreden. Dit wordt echter veroorzaakt door geautomatiseerde afronding van decimalen achter de komma. Daarnaast geeft het model aan dat een humaan risico mogelijk bestaat bij het gehalte aan Kobalt in moestuinen. Een citaat uit de risicotoolbox bepaling luidt echter als volgt: Vanwege de relatief grote onzekerheid in de gewasopnameroute, zijn de humane risico s voor Kobalt voor deze functie niet beschouwd bij de vaststelling van generieke maximale waarden (zie bijlage 6). Omdat dit op landelijk niveau aldus niet wordt meegenomen vanwege te grote onzekerheden, volgt Veendam dit landelijk beleid en neemt dit ook niet in beschouwing bij de bepaling van de gebiedsspecifieke lokale maximale waarden. Definitief rapport - 15-16 juli 2009

Functiewijziging Indien een andere functie aan een gebied wordt toegekend gedurende de geldigheidsduur van deze nota, kan grond of baggerspecie worden toegepast die voldoet aan deze nieuwe functie. Als bijvoorbeeld huidig landbouwgebied wordt aangewezen als toekomstig industriegebied, dan kan voor de aanleg van dit industriegebied grond of baggerspecie worden hergebruikt die geschikt is voor de functie industrie (voldoen aan LMW3). Nuttige toepassing De hergebruikmogelijkheden gelden uitsluitend voor alle nuttige en functionele toepassingen van grond en baggerspecie op of in de bodem en in oppervlaktewater. Hierbij mag niet meer materiaal worden toegepast dan nuttig of nodig is voor de toepassing. Ze mogen niet worden toegepast zonder duidelijk nut of noodzaak. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, dan wordt de toepassing gezien als het storten van afvalstoffen. Dat is verboden buiten bedrijven die daarvoor zijn ingericht. Een nuttige toepassing is: toepassing in bouwconstructies en weg- en waterbouwkundige constructies, waaronder wegen, spoorwegen, dijken, kades en geluidswallen; toepassing in ophogingen tegen wateroverlast; afdekken van een saneringslocatie of een stortplaats om bodemvervuiling te voorkomen; verondiepen of dempen van oppervlaktewater om een gebied (opnieuw) in te richten; toepassen in groeven van voormalige delfstofwinningen met het oog op herinrichting en stabilisering; verspreiding van baggerspecie uit een watergang langs de watergang op het profiel van de watergang te herstellen of te verbeteren; verspreiding van baggerspecie in oppervlaktewater om de natuurlijke sedimenthuishouding te herstellen; tijdelijke opslag van baggerspecie buiten inrichtingen. Verspreiden baggerspecie over aangrenzende percelen Voor het verspreiden van baggerspecie over aangrenzende percelen geldt een bijzonder kader met acceptatieplicht voor de aangelanden op basis van de Keur van waterschappen. Dit is in bijlage 5 verder uiteen gezet. Definitief rapport - 16-16 juli 2009

Gevoelige bestemmingen, zoals kinderspeelplaatsen, scholen en moestuinen Indien grond of baggerspecie ter plaatse van gevoelige bestemmingen, zoals kinderspeelplaatsen, scholen of moestuinen wordt toegepast, kan de gemeente Veendam per geval bepalen welke partij grond of baggerspecie mag worden toegepast en welke bewijsmiddelen hiervoor nodig zijn. De kwaliteit moet voldoen aan de achtergrondwaarden (AW2000), waarbij een AP04 partijkeuring als bewijsmiddel moet worden overlegd. Daarnaast moet een asbestonderzoek aantonen dat geen asbest in de grond of baggerspecie aanwezig is. Voor de overige bestemmingen wordt aangesloten bij de landelijke norm voor astbest in grond. Bedrijfswoningen op industrieterreinen Indien grond of baggerspecie ter plaatse van de tuin van een bedrijfswoning op een industrieterrein wordt toegepast, moet deze (minimaal) voldoen aan de lokale maximale waarden voor wonen (LMW2). Boerenerven Indien grond vrijkomt ter plaatse van boerenerven kan deze niet zonder meer worden hergebruikt conform de regelgeving zoals opgenomen in deze nota. De hergebruikmogelijkheden zijn sterk afhankelijk van de lokale situatie. Daarom worden de hergebruikmogelijkheden en bijbehorende procedures en bewijsmiddelen per geval beoordeeld door de gemeente Veendam. Grootschalige toepassing De aanleg van onder andere dijken, geluidswallen en (spoor)wegen vallen meestal onder een grootschalige toepassing. Van grootschalige bodemtoepassingen is sprake als hierbij meer dan 5.000 kubieke meter grond en baggerspecie meer dan twee meter hoog wordt toegepast. Voorbeelden hiervan zijn een wierde van baggerspecie of een geluidswal langs een snelweg. Op de maximale dikte van twee meter zijn enkele uitzonderingen van toepassing, zoals voor (spoor)wegen. Bij grootschalige bodemtoepassing kan licht verontreinigde grond en baggerspecie worden gebruikt zonder rekening te houden met de kwaliteit en de functie van de bodem. Wel moeten de grond en baggerspecie voldoen aan de maximale emissiewaarde en moet de samenstellingswaarde voldoen aan de klasse industrie. Op de grond en baggerspecie komt een leeflaag van minimaal een halve meter die wel aan de kwaliteit en functie van de onderliggende bodem voldoet of een laag bouwstoffen die contact met de grond of baggerspecie voorkomt. In de toelichting op het besluit staat dat een gemeente een grootschalige toepassing niet kan verbieden of wijzigen via gebiedspecifiek beleid. Het is aldus een apart toetsingskader dat los staat van het gebiedspecifieke kader. Als aan de minimum eisen voor dit toetsingskader wordt voldaan kan er gebruik van worden gemaakt. Definitief rapport - 17-16 juli 2009

Hergebruik van grond vanuit een andere gemeente Voor hergebruik van grond uit een andere gemeente geldt dat er altijd een milieuhygiënische verklaring conform het Besluit bodemkwaliteit noodzakelijk is. De kwaliteit van deze grond dient te voldoen aan de AW2000. Hergebruik van woon- of industriegrond van buiten de gemeente is niet mogelijk, omdat in dat geval niet wordt voldaan aan stand still op gebiedsniveau. In theorie zou de bodemkwaliteit van Veendam als geheel dan achteruit kunnen gaan. Om de hergebruikmogelijkheden in de regio te vergroten wordt op termijn gestreefd naar vergelijkbaar beleid bij de naburige gemeenten, zodat met een gezamenlijke nota bodembeheer gebiedsspecifiek beleid voor alle deelnemende gemeenten van toepassing is. Hergebruik grond ter plaatse van een saneringslocatie Voor bodemsanering is de provincie Groningen bevoegd gezag. De voorkeur van de gemeente Veendam gaat uit naar het hanteren van de lokale maximale waarden (zie paragraaf 3.2) als terugsaneerwaarden voor immobiele verontreinigingen. De gemeente Veendam heeft daarnaast als uitgangspunt dat de kwaliteit van de aanvulgrond minimaal moet voldoen aan de lokale maximale waarden die bij de (toekomstige) functie horen. Tijdelijke uitname of opslag Bij diverse handelingen wordt grond gedurende een korte periode verplaatst, waarna de grond weer teruggebracht wordt. Voorbeeld hiervan is het graven van een sleuf ten behoeve van kabels en leidingen; hier wordt de grond ontgraven en vrij snel weer teruggeplaatst na het ontgraven. Deze grond hoeft niet te worden onderzocht, tenzij vermoedt wordt dat sprake is van (ernstig) verontreinigde grond. Indien dit vermoeden aanwezig is dient een bodemonderzoek uit te wijzen wat de kwaliteit van de grond is en hoe op basis van de resultaten hiermee moet worden omgegaan. Indien grond tijdelijk wordt opgeslagen gelden bijbehorende voorwaarden, afhankelijk van de vorm van opslag. In bijlage 5 is hiervoor een schema opgenomen. Afvoer en verwerking van kleine partijen grond voor particulieren (<50 m 3 ) Particulieren kunnen vrijkomende grond (oprit, tuinaanpassingen), onder de voorwaarde dat de grond geen bouwpuin bevat, afvoeren naar een erkend verwerker. Rijks- en provinciale wegbermen en spoorwegen Voor bermen en taluds bij rijkswegen, provinciale wegen en spoorwegen zijn in het Besluit bodemkwaliteit uitzonderingen opgenomen voor de kwaliteit van de toe te passen grond en baggerspecie. Hiervoor geldt dat alleen hoeft te worden getoetst aan de Maximale Waarden voor de klasse industrie. Er geldt geen toets aan de ontvangende bodemkwaliteit. Definitief rapport - 18-16 juli 2009

Deze uitzondering is gemaakt omdat de milieubelasting van het verkeer een bron vormt van vervuiling van de berm. De uitzondering is daarom begrensd tot een maximum van 10 meter vanaf de rand van de verharding of ballastbed. Rijkswaterstaat en de provincie zijn bevoegd gezag voor respectievelijk de rijks- en provinciale wegen. Daarom is het gebiedsspecifiek beleid voor hergebruik van grond zoals opgenomen in deze Nota bodembeheer niet van toepassing in deze gebieden en geldt het generieke beleid: grond en baggerspecie mag worden toegepast tot aan de generieke maximale waarde voor industrie, zonder bepaling van de kwaliteit van de ontvangende bodem (zie ook de Handreiking, pagina 62 [ref.4]). Dit geldt ook voor spoorwegen. Gemeentelijke wegbermen De uitzondering voor rijks- en provinciale wegen geldt niet voor gemeentelijke wegen. Deze vallen onder het gebiedsspecifieke kader. Gezien het ongevoelig gebruik van wegbermen kiest de gemeente Veendam voor optimaal hergebruik van grond ter plaatse van wegbermen. Grond die vrijkomt bij werkzaamheden afkomstig uit alle homogene deelgebieden mag als wegbermgrond worden toegepast. In gemeentelijke wegbermen mag dus grond worden toegepast die voldoet aan LMW3 uit tabel 3.2. De grond moet wel afkomstig zijn van binnen de gemeentegrenzen, om te voldoen aan het stand still principe op gebiedsniveau. De gemeente behoud daarnaast het recht om maatwerk toe te passen in mogelijke specifieke gevallen waarbij hergebruik van LMW3- grond in wegbermen niet gewenst is. Grond die vrijkomt van wegbermen mag alleen worden hergebruikt als wegbermgrond of ter plaatse van (toekomstige) industrieterreinen. 3.6 Meldingsprocedure De meldingsplicht geldt voor alle toepassingen van grond en baggerspecie, met uitzondering van: de toepassing van grond of baggerspecie door particulieren; het toepassen van grond of baggerspecie binnen een landbouwbedrijf indien de grond of baggerspecie afkomstig is van een tot dat landbouwbedrijf behorend perceel grond waarop een vergelijkbaar gewas wordt geteeld als op het perceel grond waar de grond of baggerspecie wordt toegepast; het verspreiden van baggerspecie uit een watergang over de aan de watergang grenzende percelen; het toepassen van schone grond en baggerspecie in hoeveelheden kleiner dan 50 m 3. Definitief rapport - 19-16 juli 2009

Degene die grond of baggerspecie gaat toepassen moet dit ten minste vijf werkdagen van te voren melden via het Meldpunt bodemkwaliteit (http://meldpuntbodemkwaliteit.senternovem.nl). Hier vindt u ook nadere informatie over het melden. Iedere melding wordt direct (elektronisch) doorgezonden aan het bevoegd gezag (college van burgemeester en wethouders en waterkwaliteitsbeheerder) en aan degenen die belast zijn met het toezicht op de naleving. Het bevoegd gezag controleert de meldingen. Definitief rapport - 20-16 juli 2009

4 TOEZICHT EN HANDHAVING 4.1 Toezicht en handhaving De gemeente Veendam heeft tot taak toe te zien op naleving van de regels uit het Besluit bodemkwaliteit en zo nodig bestuursrechtelijk op te treden. De inwerkingtreding heeft gevolgen voor de werkwijze en brengt veranderingen mee in de uitvoering, toezicht en handhaving bij hergebruik van grond en baggerspecie. In 2009 zal SenterNovem/Bodem+ een HandhavingsUitvoeringsMethode (HUM) Besluit bodemkwaliteit ontwikkelen. Deze HUM zal als basis en naslagwerk bij toezicht en handhaving in Veendam worden gebruikt. Bestuursrechtelijke handhaving Wanneer het bevoegd gezag constateert dat de regels van het Besluit bodemkwaliteit en/of de Wet bodembescherming niet wordt nageleefd, kan bestuursdwang worden uitgeoefend of een last onder dwangsom worden opgelegd. Strafrechtelijke handhaving De strafrechtelijke handhaving van het Besluit bodemkwaliteit en de Wet bodembescherming wordt geregeld in de Wet op de Economische Delicten. Met de opsporing van overtredingen is in de eerste plaats de politie belast. Overtredingen van voorschriften van het Besluit bodemkwaliteit en de Wet bodembescherming zijn economische delicten. Indien zij opzettelijk zijn begaan, worden zij aangemerkt als misdrijven. Preventieve handhaving Preventieve handhaving krijgt in de gemeente Veendam gestalte door middel van voorlichting. (Potentiële) doelgroepen worden geïnformeerd over de van toepassing zijnde regelgeving en het gemeentelijk beleid daarvoor. Nadat de Nota bodembeheer door de gemeente is vastgesteld zal een voorlichting- en communicatietraject worden ingezet om hergebruik van grond en bagger te stimuleren en de nieuwe regelgeving te implementeren. Definitief rapport - 21-16 juli 2009

Transporthandhaving Bij transport van licht verontreinigde grond of baggerspecie dient de transporteur onder andere aan te kunnen tonen wat de kwaliteit, herkomst en bestemming van deze grond is. 4.2 Registratie Om de uitvoering in de dagelijkse praktijk te kunnen toetsen aan het beleid zoals opgenomen in deze Nota bodembeheer is een goede registratie van de grondstromen binnen de gemeente van belang. Deze registratie vormt de basis voor het jaarlijks rapporteren van het grondverzet en hergebruik binnen de gemeente (bodemjaarverslag). 4.3 Ketenhandhaving Om goed te kunnen handhaven moet het denken in ketens bij de handhaving centraal staan. Het is van groot belang om te weten wat de herkomst van een bepaalde partij is om te oordelen over de juistheid van bijbehorende gegevens. Ketenhandhaving is zinvol vanwege vele stromen en overdrachtsmomenten en de betrokkenheid van veel handhavende instanties. Door ketenhandhaving wordt de gemeente gestimuleerd om zowel voor- als achteruit te kijken vanuit de eigen handhavingsrol. Door samen te werken kun je zicht krijgen op de hele keten en kunnen overtredingen tijdig worden gesignaleerd. De provincie Groningen heeft inzicht in de grondstromen die gemeld worden bij de gemeente en andersom. Dit geldt ook voor de omliggende gemeenten. Navolgend is een overzicht opgenomen welke bevoegdheden de gemeente heeft in relatie tot andere overheidsorganen. Gemeente Het toepassen van grond en baggerspecie op of in de bodem binnen het eigen beheergebied. Waterschap Het toepassen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater of het verspreiden van baggerspecie in niet-rijkswateren. Provincie Het Besluit geeft geen bevoegdheden aan de provincie. De provincie heeft echter op grond van de Wet bodembescherming en de Provinciale Milieuverordening de volgende bevoegdheden ten aanzien van bouwstoffen, grond en baggerspecie: Het toepassen van grond en baggerspecie binnen categorieën van inrichtingen waarvoor de provincie als bevoegd gezag is aangewezen. Grond en baggerspecie met gehalten boven de Interventiewaarden. Gebieden die op grond van de Provinciale Milieuverordening een bijzonder beschermingsniveau kennen. Rijkswaterstaat Het toepassen van grond en baggerspecie of het verspreiden van baggerspecie in rijkswateren. Definitief rapport - 22-16 juli 2009

5 EVALUATIE EN BEHEER Door grondverzet, activiteiten aan het bodemoppervlak, bodemsaneringen en door natuurlijke processen in de bodem is de bodemkwaliteit aan verandering onderhevig. Daarnaast is beleid en wet- en regelgeving aan verandering onderhevig. Uiterlijk tien jaar na vaststelling zal de Nota bodembeheer geëvalueerd moeten worden. De actualiteit van de bodemkwaliteitskaart en de noodzaak tot herziening wordt ambtelijk door de gemeente Veendam met enige regelmaat getoetst. Na herziening dient de bodemkwaliteitskaart opnieuw beleidsmatig te worden vastgesteld. In een dergelijke situatie dient eveneens beoordeeld te worden of de Nota bodembeheer dient te worden herzien. De bodemkwaliteitskaart moet in ieder geval eens per vijf jaar beleidsmatig worden vastgesteld. Naast de bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart dient een kaart of lijst/bestand beschikbaar te zijn met locaties of deelgebieden die geen onderdeel uitmaken van de kaart. Het betreft gebieden die als (potentieel) geval van (ernstige) bodemverontreiniging worden beschouwd en/of gebieden die vanwege bijzondere omstandigheden nog niet zijn gezoneerd. Deze locaties zijn (digitaal) beschikbaar bij de gemeente Veendam. Definitief rapport - 23-16 juli 2009

Bijlage 1 Referenties Definitief rapport 16 juli 2009

REFERENTIES 1. Besluit bodemkwaliteit (Ministerie van VROM, december 2007). 2. Verkenning implicaties Besluit bodemkwaliteit gemeente Veendam; Royal Haskoning, 9S7502, 15 oktober 2008. 3. Intergemeentelijk Bodembeleidsplan Oost Groningen 2009-2013, Regioraad Noord Groningen, 12 december 2008. 4. Handreiking Besluit bodemkwaliteit, Senter Novem Bodem+, december 2007. 5. Het bouwstoffenbesluit in de gemeente Veendam, gemeente Veendam, december 2001. 6. Bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart gemeente Veendam, d.d. februari 2002, Royal Haskoning, kenmerk 4K1766.A0/R0034/IVOO/MJAE/Nijm. 7. De bodem onder ons bestaan, Bodembeleidsplan gemeente Veendam 2005-2009. Definitief rapport - 1-16 juli 2009

Bijlage 2 Totstandkoming bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart Definitief rapport 16 juli 2009

Inleiding In deze bijlage is de technisch-inhoudelijke totstandkoming van de bodemkwaliteitskaart, functiekaart en toepassingskaart van de gemeente Veendam beschreven. De kaarten zijn in de figuren in de bijlagen opgenomen. De bodemkwaliteitskaart is opgesteld op basis van de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, Ministerie van VROM, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 3 september 2007. Hierin is opgenomen dat in totaal drie kaarten dienen te worden opgesteld. De eerste kaart betreft een indeling naar chemische bodemkwaliteit, de tweede een indeling naar bodemgebruik. De derde kaart is de resultante van de bodemkwaliteitskaart en de functiekaart: de toepassingskaart. De richtlijn voor het opstellen van bodemkwaliteitskaarten in het kader van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit is bedoeld voor het gebruik van de bodemkwaliteitskaart: bij het toepassen van grond en bagger op de bodem; als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond. De wijze van opstellen van de functiekaart is geregeld in de Regeling bodemkwaliteit. Deze methodiek is hiervoor gehanteerd. De gemeente Veendam heeft besloten om gebiedsspecifiek beleid (maatwerk voor lokale omstandigheden) op te stellen. De functiekaart en toepassingskaart zijn aldus opgesteld voor het gebiedsspecifiek beleid. Totstandkoming bodemkwaliteitskaart Een bodemkwaliteitskaart bestaat uit een aantal kaartlagen, die als geheel een beschrijving geven van de bodemkwaliteit in een bepaald gebied. Voor toepassing van gebiedsspecifiek beleid zijn de volgende kaartlagen opgesteld en overzichten beschikbaar: 1. Bijzondere omstandigheden Overzicht van alle locaties waar de bodem mogelijk verontreinigd is (bijzondere omstandigheden, verdachte locaties zoals (voormalige) bedrijfsterreinen, ondergrondse tanks, etc.). Dit overzicht, dat ook wel het Landsdekkend beeld wordt genoemd, is in diverse (digitale) bestanden en archieven aanwezig, met name bij de gemeente Veendam en de provincie Groningen. 2. Overzicht van alle locaties waar een bodemonderzoek is uitgevoerd Dit overzicht is in het Bodem Informatie Systeem (BIS4All) van de gemeente Veendam opgenomen. Het betreft een dynamisch bestand. De laatste stand van zaken van deze locaties kan worden opgevraagd bij de gemeente Veendam. 3. Functiekaart Deze kaart geeft inzicht in de geldende functie van de verschillende zones van het beheergebied. Dit betreft een statische kaart die voor vijf jaar wordt vastgesteld. 4. Zoneringskaart Deze kaart geeft inzicht in de onderverdeling van het gebied in zones van vergelijkbare kwaliteit, bodemopbouw en gebruiksgeschiedenis (homogene deelgebieden). Dit betreft een statische kaart die voor vijf jaar wordt vastgesteld. Definitief rapport - 1-16 juli 2009

5. Ontgravingskaart Deze kaart geeft inzicht in de diffuse bodemkwaliteit van de grond die in de verschillende zones vrijkomt. Deze kaart wordt in de praktijk veelal als bodemkwaliteitskaart aangeduid. Dit betreft een statische kaart die voor vijf jaar wordt vastgesteld. 6. Toepassingskaart Deze kaart geeft inzicht in de normstelling voor toepassing van grond of bagger in de verschillende zones van het beheergebied. Dit betreft een statische kaart die voor vijf jaar wordt vastgesteld. De kaart is voor twee trajecten opgesteld: 0,0-0,5 meter beneden het maaiveld (bovengrond); 0,5-2,0 meter beneden het maaiveld (ondergrond). Totstandkoming Voor de structurering van de werkzaamheden is het project in een aantal technisch inhoudelijke stappen onderverdeeld: Verzamelen digitale gegevens van de gemeente. Indeling beheergebied in homogene deelgebieden. Opstellen Functiekaart. Voorbewerken dataset. Verdere analyse en bewerking dataset en bodemkwaliteit. Opstellen Bodemkwaliteitskaart/Ontgravingskaart. Opstellen Toepassingskaart. In navolgende paragrafen zijn de uitgevoerde werkzaamheden per stap nader beschreven. Verzamelen digitale gegevens De eerste stap is het verzamelen en ontsluiten van (digitale) gegevens. Deze zijn aangeleverd door de gemeente Veendam. De beschikbare data is gecontroleerd op relevantie, volledigheid, houdbaarheid en geschiktheid voor gebruik in het GIS/BIS (Geografisch Informatie Systeem/Bodem Informatie Systeem). De volgende digitale bestanden zijn gebruikt: Bodemonderzoeksrapporten (BIS4all export d.d. 24 maart 2009). Indeling in deelgebieden uit de bodemkwaliteitskaart van 2002. Contouren van bodemonderzoeklocaties. Contouren van industriegebieden, stortplaatsen en NAM-locaties. Locaties van oppervlaktewateren. Topografische ondergronden. Gemeentegrens. Indeling in homogene deelgebieden Homogene deelgebieden zijn gebieden binnen de gemeente waar op basis van een aantal kenmerken van dat gebied een andere diffuse bodemkwaliteit wordt verwacht. De bodemkwaliteit wordt voornamelijk bepaald door twee factoren; historisch land/bodemgebruik (wonen/landbouw/industrie) en bodemtype (zand/veen/klei). Definitief rapport - 2-16 juli 2009