Nieuwsbrief nr. 17 3



Vergelijkbare documenten
Vier Uomo Universalis uit de Renaissance

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20

In antwoord op uw vragen

Psalm tegen de donatisten

Zondag Trinitatis 15 juni Lezingen: Exodus 34: 4-9 en Mattheüs 28 : 16-20

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Preek Gemeente van Christus,

Inhoud. Woord vooraf

Doel van Bijbelstudie

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een allround classicus met een brede blik én diepgang.

Latijn: iets voor jou?

Gods zorg voor de wereld

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Preek over zondag 25 (viering H. Avondmaal en bediening H. Doop)

BASIS THEOLOGIE: GOD WOORD

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Boekverslag Nederlands De vriendschap door Connie Palmen

Filosofische temperamenten

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

God zoeken met de zinnen?

De Bijbel Open Noach & zijn huis. Noach & zijn huis een nieuw begin. Noach komt met zijn gezin op een nieuwe aardbodem.

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie

Klein Kontakt. Jarigen in mei zijn: - A -

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Erasmus Oecumenicus. In vrijheid op zoek naar de bronnen van het geloof. Symposium. 14 maart :00 17:00 Museum Gouda

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Onze analyse van Openbaring zal gebaseerd zijn op de volgende structuur:

De evangeliën en hun betrouwbaarheid

DE WERELD VAN ERASMUS

Bijbelstudies voor de Bruggroepen Romeinen studie 2

Preek van de week: zondag 10 september Predikant: Arend Linde. De Vredehorst. Lezing: 2 Kronieken 28:8-15 Lucas 10: Verhaal.

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag _Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24

Augustinus. Utrecht verhaalt: ( ) bladzijden uit het boek Doornburgh verhaalt. Doornburgh/ Dames en heren (bewoners)/

Zondag 11 januari - een verhaal om moed te houden

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Delftse Bijbel (1477)

Recensie Nederlands Een Schitterend Gebrek Arthur Japin

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Sint-Jan Berchmanscollege

De Bijbel Open (23-02)

Van aangezicht tot aangezicht

FOR THE SOWER JES.55:10 FOR THE EATER korte Bijbelse boodschappen van. Otis Q. Sellers, Bijbelleraar

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Vwo+ en Gymnasium WINKLER PRINS

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Psalm 25, 14 Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Stromingen in vogelvlucht

Leonardo hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Alstublieft voor u: Een lichtpuntje!

Sint-Jan Berchmanscollege

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

A RT O F LIVING. Masterclass Levenskunst. voor de derde levensfase

De weg komt naar u toe

Mens- en wereldbeeld - HV 12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

GODSBEELDEN BIJBELSTUDIE VGSU BLOK

Nieuw-Atlantis. Francis Bacon. Vertaald en ingeleid door: Thomas Heij

P o r t r e t S p e c i a l

Handelingen 4:13 21 januari 2018 Vrijmoedig in Jezus' Naam

Orde II Schrift, zegen en gebed

GYMNASIUM OP NSG GROENEWOUD VOOR VWO-LEERLINGEN DIE VAN EXTRA UITDAGING HOUDEN

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman

GEBEDEN UIT HET HART

JOHN F. MACARTHUR. Alles in Helll. Uitgeverij Novapres. GTY.org

Journal of Nobility Studies

De goede geur van Christus

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

WELKOM! Programma Welkom en opening Kennismaking en informatie ETS Historische achtergrond van het NT Pauze De vier Evangeliën

Jos Douma Kijken naar de Heer

Gallery Talks (Flinck & Bol): Zaterdag- en zondagmiddag om uur en uur (+/-30 min)

Aurelius Augustinus. Liegen en leugens. vertaald door Vincent Hunink ingeleid door Paul van Geest

De Bijbel open (07-12)

CURSUSMAP 1 (NBG) Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Dr. Bob Gordon Kees de Vlieger. Een Kerygma cursus

WELKOM! Inleiding op het NT Vier getuigenissen over Jezus. NT-les 1 ETS-jaar 1

Het Christendom in Rome

Preek Witte Donderdag 2017

Verkondiging bij Zacharia 4: 1-14 en bij Marcus 8: zondag 2 september 2018 Ds. D.J.A. Snijders

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Preek verlamde in Bethesda Joh. 5:

Van de President van Grace Communion International

Leidingdeel Bijbelstudie Galaten schets 1 Geen ander Evangelie (Galaten 1)

X.8. METHODOLOGIE. Inhoud: Voorwoord 1. Opzet 2. Opmaak 3. Gebruik hoofdletters 4. Andere afspraken 5. Afkortingen Gebruikte literatuur

HELIOPOLIS NEGEN ALCHEMISTEN KUNNEN 300 EEUWEN LEVEN ALS ZE EEN LEVENSELIXER MAKEN.

Examenopgaven VMBO-GL en TL

VRIJHEID IN CHRISTUS. Les 11 voor 9 september 2017

DAMON KLAS: NAAM: JAN DE LEEUW HUMANISME EN CHRISTENDOM HAVO/VWO WERKBOEK. stp hv huma wb1 22 jan 09.indd :05:22

Amice suavissime met deze woorden begint Spinoza een aan Lodewijk Meijer

te spreken - Hij zal dit grote werk in ons doen. Bijna niet te geloven en toch waar!

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Transcriptie:

Nieuwsbrief nr. 17 3 Inleiding. Francesco Petrarca herdacht (1304 / 2004): in plaats van canonisering aandacht voor de radicaliteit van zijn Latijnse werken Karl Enenkel Dit jaar wordt Franceso Petrarca s geboortedag voor de 700 e keer gevierd. Een bruisend Neolatinstenverband als het onze mag dit jubileum niet ongemerkt voorbij laten gaan. Het gaat immers om de uitvinder, pater et auctor van ons vak. Hij heeft heel letterlijk het fundament van de Neolatijnse literatuur gelegd, ook al wilde hij een woord als Neolatijn (lingua Neolatina) niet in zijn mond nemen. Hij sprak liever over Latijn een begrip met neo achtte hij niet aantrekkelijk. Al die mensen die maar roepen hoe modern het is wat zij bedacht hebben! Zij vervulden Petrarca eerder met minachting en wantrouwen. In plaats daarvan begaf Petrarca zich op een zoektocht naar een ver verleden, bedreef hij een soort archeologie van de geest. De discontinuïteit waarop hij afstevende was des te ingrijpender: een radicale distantiëring van zijn Mitwelt, de wereld van de veertiende eeuw. Het loont de moeite Petrarca s radicaliteit serieus te nemen en de vraag te stellen in hoeverre die radicaliteit zijn Latijnse werk bepaald heeft. Een auteur als Petrarca die tot de wereldliteratuur behoort, wordt vaak gewoon als canonschrijver beschouwd, en dat kan dodelijk zijn. Petrarca verdient beter. Petrarca verdient onze nieuwsgierigheid. Hij was een uitermate innovatieve schrijver die juist door zijn radicaliteit onuitwisbaar indruk maakte op zijn tijdgenoten. De lezingen vandaag illustreren dit. Of het nu gaat om zijn radicale aanval op de scholastiek in het polemische geschrift De sui ipsius et multorum ignorantia (lezing door Colinda Lindermann-van Duinkerken), zijn merkwaardige autobiografische bespiegelingen Familiares IV,1 in De secreto conflictu curarum mearum (lezing door Liesbeth Versluis) of om zijn nieuwe invulling van het genre van de herderzangen (lezing door Jan Papy) Petrarca schreef werken zoals geen ander in zijn tijd. In het kort wil ik hier een paar innovatieve aspecten van zijn Latijnse werken aanstippen. Reeds zijn eerste stappen als Latijnse schrijver staan in het teken van een merkwaardige discontinuïteit. Hij componeerde metrische brieven (Epistole metrice) met een zeer ongewone inhoud. In tegenstelling tot zijn tijdgenoten (en de meeste middeleeuwers) beschouwde Petrarca autobiografie als hoofdonderwerp van de literatuur, terwijl zij het autobiografische schrijven slechts als verboden terrein, als valkuil van vanitas en superbia konden zien. Petrarca trok zich er niets van aan. Hij verbaasde de lezer met verhalen over zijn bezigheid als tuinman, zijn conflicten met zijn dienaren, zijn intieme gesprekken met

4 Neolatinisten vrienden, zijn buitenhuis in Vaucluse, zijn honden en paarden, de irritante drukte van de veel te kleine pausenstad Avignon met haar schreeuwerige bevolking, roekeloze verkeer en steeds ofwel stoffige ofwel modderige straatjes, over de ongemakken op zijn reizen enz. Was dit überhaupt literaturwürdig? Ons komt dit min of meer vertrouwd voor, maar de schijn bedriegt. Petrarca opende hiermee voor de literauur een nieuwe wereld. Zonder meer ongewoon en radicaal gaat Petrarca ook in zijn eerste prozawerk, zijn verzameling biografieën De viris illustribus, te werk. Weliswaar was het genre biografie ook in de middeleeuwen druk beoefend, maar Petrarca komt opnieuw met een invulling die een opvallende discontinuïteit tot stand brengt. In plaats van heiligen, kerkvaders en (middeleeuwse) vorsten maakt hij uitsluitend personen uit de Romeinse oudheid, en wel de Republiek, tot onderwerp van zijn biografieën. Dit was niet alleen een historiografisch, maar ook een ethisch statement dat in zijn radicaliteit nauwelijks overtroffen kon worden: als de enige periode die het werkelijk waard is om onderwerp van historiografie te zijn, komt de Romeinse oudheid in aanmerking. De toonaangevende voorbeelden van deugd zijn noch tijdgenoten noch christelijke middeleeuwers, maar Romeinen tot in de eerste eeuw voor Christus. Wie virtus wil leren, moet zich vooral met de geschiedenis van de Romeinse Republiek bezighouden. Tot nieuwe hoofdbron van de ethiek verheft hij Livius, die hij op nieuw ontdekte, en tot nieuw hoofdexemplum van de deugd Scipio Africanus, aan wie hij zelfs een epos (Africa) wijdde. Niet alleen het ethische, maar ook het intellectuele leven moest volgens Petrarca opnieuw worden gedefinieerd. De conventionele verschijningsvormen van de middeleeuwse intellectueel monnik, priester of universitair docent op scholastieke leest geschoeid voldeden volgens hem niet meer. De herziening van het intellectuele leven is de doelstelling van de tractaten Rerum memorandarum libri en De vita solitaria. De Rerum memorandarum libri vormen de basis voor wat het nieuwe collectieve geheugen van het humanisme moest worden. Petrarca stelt een nieuw geheugenboek samen, een zorgvuldig gekozen collectie van voorbeelden en citaten (exempla en auctoritates) die de nieuwe intellectueel, de humanist, altijd voor de geest moest hebben; voorbeelden die hem moesten helpen om zijn denken te structureren en vorm te geven; basisteksten en grondslagen van zijn levensvorm. Mogelijk nog onconventioneler is het prachtige traktaat De vita solitaria. Achter de onschuldige titel die een traditionele verhandeling over de monastieke vita contemplativa suggereert, gaat een fundamentele

Nieuwsbrief nr. 17 5 discussie schuil over de levensvorm van de intellectueel. Petrarca verwerpt de traditionele kaders waarin de intellectuelen van zijn tijd opereerden: universiteiten, vorstenhoven, priesterschap met zielzorg en het kloosterleven. De zielzorg stond volgens Petrarca haaks op het geleerde otium. Hetzelfde gold naar zijn mening voor de universiteiten met hun scholastiek formalisme en eenzijdig Aristotelisme. Nog ongeschikter was het hofleven: het bracht volgens Petrarca het totale verlies van de intellectuele vrijheid met zich mee. Hoewel De vita solitaria op het eerste gezicht een pleidooi voor het kloosterleven lijkt te zijn, is niets minder waar: zijn vita solitaria is de levensvorm van de vrije intellectueel die buiten alle gesanctioneerde kaders opereert. Het gaat hem om een individuele, vrij gekozen retraite die één hoofddoel heeft: zijn creativiteit als schrijver en geleerde te ontplooien. Petrarca s autobiografisch radicalisme kwam helemaal tot ontplooing na de vondst van Cicero s privé-correspondentie Ad Atticum (1345). Het gaat daarbij ironisch genoeg om een fruchtbare Irrtum. Petrarca ging ervan uit dat Cicero de correspondentie met zijn beste vriend voor publicatie had bedoeld zulks geheel in tegenstelling tot de intentie van de Romeinse redenaar. Daardoor liet zich Petrarca tot één van zijn meest invloedrijke inventies inspireren, zijn reuzenproject Familiarium rerum libri XXIV, vierentwintig boeken met schitterende Latijnse privébrieven aan zijn vrienden en kennissen die tezamen één grote intellectuele autobiografie moesten vormen. In ongedwongen, essayistische stukken die soms reeds aan Montaigne doen denken, toont hij de lezers zijn kleurrijke persoonlijkheid in vele facetten, vrij van de beperkingen in termen van genrewetten en decorum die een reguliere autobiografie hem zouden hebben opgelegd. Dit werk moet op de veertiende-eeuwse lezers een zeer verrassende werking uitgeoefend hebben. Hierin kwamen zij over één individu aanzienlijk meer te weten dan op dat moment überhaupt voor mogelijk werd gehouden: de auteur vertelt over zijn zieleroerselen, geheime wensen, ambities, twijfels en bedenkingen, dromen en nachtmerries, mooie en deprimerende momenten, persoonlijkheidsverering en aantijgingen, reizen en ziektes, huisdieren, kleding, voedsel, vrienden en mecenassen, intellectuele vijanden en bondgenoten, eenzame wandelingen en social events. Alles lijkt bovendien ongedwongen en spontaan, soms haast toevallig, alsof de werkelijkheid moeiteloos overgaat in Latijnse literatuur. Petrarca heeft daarmee een nieuw en krachtig medium uitgevonden waarmee de intellectueel de werkelijkheid de baas kon worden ( Weltbemeisterung ). Het hielp de intellectueel om alles in kaart

6 Neolatinisten te brengen en een passende plaats te geven, allereerst natuurlijk zichzelf. Het medium is uitermate geschikt voor zelfdefinitie en sociale zelfpresentatie. De enorme potentie die Petrarca hier had ontdekt, verklaart mede het succes van het nieuwe medium van de vijftiende tot de zeventiende eeuw: na Petrarca schreef vrijwel iedere humanist Latijnse privé-brieven. Vele tienduizenden bewaarde brieven getuigen van de humanistische briefcultuur die Petrarca op gang had gebracht. Petrarca had nu zo veel discontinuïteit tot stand gebracht, zo veel lawaai gemaakt dat hij zich in zekere zin niet meer helemaal veilig voelde bij al dat lawaai en al deze discontinuïteit, zodat hij het nodig achtte om zichzelf tot de orde te roepen ofwel een soort zelfcensuur naar buiten te brengen. Dat heeft hij gedaan met zijn intrigerende biechtdialoog De secreto conflictu curarum mearum, over mijn innerlijke tegenstrijdigheden. Het is geen toeval dat ook dit werk ondanks het slechte geweten en alle twijfels aan zichzelf in hoge mate innovatief en experimenteel is. In de biechtdialoog analyseert Petrarca (sober met Franciscus aangeduid) zijn leven met de hulp van de Heilige Augustinus. Augustinus representeert in grote lijnen de intellectuele continuïteit waartegen Petrarca in opstand is gekomen. Augustinus eist een ingrijpende heroriëntatie: in plaats van poëzie en antieke historiografie, de bijbel en de filosofie. Aan de oppervlakte lijkt het soms alsof Petrarca zijn humanisme een halt toeroept. Toch is dit niet het eindresultaat van Petrarca s zelfcensuur. Dit is meer besloten in een praktische keuze, namelijk het afbreken van de moeizame werkzaamheden aan het epos Africa om zich in de toekomst op andere werken te kunnen concentreren. De basis voor deze nieuwe werkzaamheden is niet, zoals men zou kunnen vermoeden, de bijbel, maar wederom teksten uit de Romeinse oudheid. Het is grappig en literair erg aantrekkelijk dat Petrarca deze humanistische keuze Augustinus zélf in de mond legt. Want de dialoogpersoon Augustinus baseert zijn argumenten noch op de bijbel noch op zijn eigen werken, maar vrijwel geheel op stoïsche gedachten uit Cicero s en Seneca s filosofische werken. Daarmee continueert Petrarca op magistrale wijze zijn radicale keuze voor zijn altijd boeiende discontinuïteit. Het nieuwe, door Augustinus voorspelde werk laat niet lang op zich wachten. Dit werk, de filosofische dialoog De remediis utriusque fortune, zou überhaupt Petrarca s meest invloedrijke werk worden. De ca. 250 (!) overgeleverde handschriften en het grote aantal gedrukte edities en vertalingen getuigen van het overweldigende succes. Zonder overdrijving kan men stellen dat in de vroegmoderne tijd iedere intellectueel minstens één keer in zijn leven met dit werk in aanraking moet zijn gekomen. De

Nieuwsbrief nr. 17 7 remediis is een raadgever voor alle situaties in het leven, in voorspoed en tegenspoed. Wat te doen bij ziekte, het verlies van dierbaren, huis en hof, eer en vrijheid, bij aantijgingen, liefdesverdriet, financiele tegenvallers, ruzies, oorlog, onweer, overstromingen enz.? Je kan het zo gek niet bedenken voor alles wordt hier raad geboden. Inderdaad toont Petrarca zich ook in dit werk als radicale vernieuwer. De vele goede raadgevingen gaan in nuce terug op een innovatieve keuze voor de Stoa. Petrarca liet zich inspireren door de radicale affectbestrijding van de antieke Stoa. Met het meditatieboek De remediis stelde hij een gedetailleerde handleiding samen waarin hij in een uitgebreide reeks van gevallen de toepassing van de affektbestrijding demonstreert. Wie dit boek gebruikt, hoeft nergens meer bang voor te zijn. Hoewel de Neo-Stoa van de Renaissance meestal in de zestiende eeuw wordt gesitueerd, zou men moeten registreren dat de revival van de Stoa door Petrarca s De remediis in feite al in de veertiende eeuw een fait accompli was. Natuurlijk is de ruimte van deze inleidende schets veel te klein om alle vernieuwende elementen in Petrarca s oeuvre te presenteren. Hiervoor zullen nog vele detailstudies nodig zijn. Ik wil afsluiten met een karakteristieke observatie: zelfs daar waar Petrarca als vertaler optreedt, kiest hij de weg van de radicale verandering. Zo had hij aan zijn vriend Boccaccio beloofd de Griseldis-novelle uit diens Decamerone in het Latijn te vertalen. Het resultaat, de Griseldis historia, zou een andere bestseller van Petrarca worden. Het is kenmerkend dat Petrarca zich bij het vertalen weinig van de tekst van zijn vriend heeft aangetrokken: zélfs de strekking van het verhaal heeft hij radicaal gewijzigd. Hoewel in een recente studie haast morele bezwaren tegen deze werkwijze werden geuit 1 een auteur die zo te werk gaat, gaat nooit dood; hij verdient het altijd opnieuw en met een frisse aanpak te worden geïnterpreteerd. 1 Zie Ursula Kochers bijdrage in K.A.E. Enenkel en J. Papy, Petrarch s Readers in the Renaissance, Leiden- Boston 2005, 53-71.