Master Learning & Innovation



Vergelijkbare documenten
Master Learning & Innovation

Onderwijs- en Examenregeling Masteropleiding Master of Learning & Innovation deeltijd, Crohonummer 44136

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Examenreglement

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Toetsreglement Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Examenreglement opleiding AA/RA-Belastingaccountant Inleidende bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

Onderwijs- en examenregeling

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

SPO. Examenreglement. Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Deze regeling is van toepassing op een ieder die de opleiding in dit studiejaar volgt, ongeacht het moment, waarop hij de opleiding is begonnen.

Regels en richtlijnen van de examencommissie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Regels en richtlijnen van de examencommissie Artificial Intelligence

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Onderwijs- en examenregeling

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

De onderwijs- en examenregeling

Regels en Richtlijnen examencommissie Sociologie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Fraudereglement. van de. Hogeschool van Amsterdam

Onderwijs- en examenregeling

EXAMENREGLEMENT CASH MANAGEMENT (QCM)

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475

Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

Examenreglement. Da Vinci College

Algemene informatie

Regels en Richtlijnen van de examencommissie Sociologie

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

EXAMENREGLEMENT FACTORING MANAGEMENT

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling van de masteropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Toetsingsreglement Swalef Academie

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396

Regeling toelatingstoetsen Noord Nederland

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Format jaarverslag examencommissie. Eigenaar stafafdeling Juridische Zaken

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Model vastgesteld door de Algemene leden vergadering van NOC*NSF op 20 november 2007.

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING LEIDSE INSTRUMENTMAKERS SCHOOL

BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Toelating tot de opleiding

Onderwijs- en examenregeling

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Regeling toelatingstoetsen Noord Nederland

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014]

Praktijkleerovereenkomst opleidingen in duale inrichtingsvorm die deelnemen aan de pilot flexibilisering

SECTIE 1. REGELS MET BETREKKING TOT TENTAMEN PROCEDURE DE AANMELDING VOOR EEN SCHRIFTELIJK TENTAMEN OF TENTAMENONDERDEEL

1 Inleiding Examencommissie Toelating Toelatingseisen Vrijstellingen De inrichting van toetsen...

Examenreglement MBO Utrecht

Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen. MBO Utrecht. Colofon

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Afnamereglement examens uitgevoerd in de BPV

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Onderwijs- en examenregeling cohort

Examenreglement Van de examendienst van IPC Groene Ruimte BV

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen Colofon

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Regels en Richtlijnen examencommissie Culturele antropologie en ontwikkelingssociologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

Transcriptie:

Onderwijs- en Examenregeling 2014 2015 Masteropleiding Deeltijd Master Learning & Innovation croho nr. 44136 [Advies van de Opleidingscommissie, op 13 juni 2014] [Toestemming van de Centrale Medezeggenschapsraad, op 3 juli 2014] [Vastgesteld door het College van Bestuur, op 8 juli 2014] NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel (lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel (lid) aangegeven. Basisformat OER Master 2014/2015 1

Inhoudsopgave 1. Algemeen Art. 1 Definities Art. 2 Reikwijdte van de regeling Art. 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 2. Toelating tot de opleiding Art. 1 Toelatingseisen voor Masteropleidingen Art.2 Toelating van studenten met een buitenlands diploma Art. 3 Rechtsbescherming 3. Onderwijsprogramma Art. 1 Beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling Art. 2 Doelstelling van de opleiding Art. 3 Inrichting en studielast van de opleiding Art. 4 Voertaal in het onderwijs Art. 5 Voorzieningen voor studenten met een functiebeperking 4. Examens en getuigschriften Art. 1 De examens van de opleiding Art. 2 Toekenning graden Art. 3 Getuigschriften Art. 4 Uitreiking van getuigschriften Art. 5 Ondertekenen van getuigschriften Art. 6 Data van de uitslag en uitreiking van getuigschriften Art. 7 Cum laude regeling Art. 8 Certificaten en Verklaringen Art. 9 Grading Table van de opleiding Art. 10 Rechtsbescherming 5. Tentamens, toetsen en beoordelingen Art. 1 Vormen van tentamens en toetsen Art. 2 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen Art. 3 Eisenpakket voor tentamens en toetsen Art. 4 Inschrijvingsprocedure voor tentamens en toetsen Art. 5 Vorming assessment Art. 6 Regeling omtrent voldoende of onvoldoende Art. 7 Assessment Art. 8 Waarderen van assessment en toekennen van studiepunten Art. 9 Tentamenperiode Art. 10 Regeling hertentamen, ziekte, laat inleveren, masterthesis Art. 11a Praktische gang van zaken bij tentamens en toetsen Art. 11b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen Art. 12 Mondelinge tentamens en toetsen Art. 13 Vaststelling van de resultaten Art. 14 Normering van de resultaten Art. 15 Vastlegging en publicatie van de resultaten Art. 16 Geldigheidsduur van studieresultaten Art. 17 Inzage van tentamens en toetsen Art. 18 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen Art. 19 Fraude en plagiaat Basisformat OER Master 2014/2015 2

Art. 20 Intellectueel eigendom Art. 21 Rechtsbescherming 6. Studieloopbaanbegeleiding en studieadvies Art. 1 Studieloopbaanbegeleiding 7. Examencommissie Art. 1 Formatie en samenstelling van de examencommissie 8. Slotbepalingen en uitvoeringsbepalingen Art. 1 Hardheidclausule Art. 2 Onvoorziene omstandigheden Art. 3 Publicatie van de regeling Art. 4 Citeertitel, inwerkingtreding Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage B Verdere details over onderwijseenheden van het onderwijsprogramma Basisformat OER Master 2014/2015 3

1 Algemeen Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degree opleiding of een minor; toelatingscommissie: de commissie die verantwoordelijk is voor de toelating van studenten, overeenkomstig de toelatingscriteria genoemd in hoofdstuk 2, artikel 1; assessor: in de rol van opleidingsassessor een als examinator aangewezen persoon; in de rol van werkveldassessor een als beoordelingsadviseur aangewezen persoon die het werkveld vertegenwoordigt. studentenraad: de student wordt gehoord via de Studentenvertegenwoordiging. Een studentenraad wordt ieder studiejaar opgericht. Deze SR bestaat uit een of meer gekozen studenten van iedere Masteropleiding en de cursusleiders. De SR komt gedurende de opleiding tenminste 2 maal bijeen. bezwaar, beroep en klachtendesk: voorziening als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; College van Bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; competentie-assessment: Integraal beoordelingsmoment van alle competenties, op basis van het portfolio, afgenomen door een opleidingsassessor en een werkveldassessor. (zie assessor) tentamen: een onderzoek van kennis, inzicht en vaardigheden als bedoeld in de artikelen 7.3 en 7.10 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), waarvan de resultaten worden uitgedrukt in een cijfer en die de afsluiting van een onderwijseenheid vormt; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; gedragscode internationale studenten: gedragscode internationale studenten hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 maart 2013; instelling: Stenden Hogeschool lestijden, toets- en tentamentijden: 08.00 uur tot 21.30 uur Basisformat OER Master 2014/2015 4

centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan een afsluitend tentamen is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening, een losse module of doorlopende leerlijn; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd en deeltijd variant worden aangeboden; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, opdracht, ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, lopen van stage, deelname aan een excursie of werken in (thema) groepen; onderwijsprogramma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; ProgRESS WWW: studenten informatie systeem, met name met betrekking tot studieresultaten; schooldag: schooldagen zijn alle dagen die in het jaarrooster gewoonlijk niet bedoeld zijn als vakanties, zaterdagen, zondagen of reguliere openbare vakanties; zaterdagen kunnen alleen gebruikt worden voor tentamens en/of toetsen en/of afsluitende examens. School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.25 WHW; student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW, is ingeschreven bij de instelling; studentendecaan: degene die door de instelling is aangesteld om de (aankomende) student, het management van de opleiding en de examencommissie te informeren en adviseren over studentenzaken en de student, op verzoek, te begeleiden bij problemen van persoonlijke aard; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; academisch jaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk is aan 28 uren studie; Basisformat OER Master 2014/2015 5

tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW: Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Basisformat OER Master 2014/2015 6

Artikel 2 Reikwijdte van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de Masteropleiding master of Learning & Innovation, deeltijd, croho nr. 44136 verder te noemen: de opleiding. 2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extranei die staan ingeschreven bij de opleiding, en op aankomende studenten en extranei die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(gen) anders is bepaald. Artikel 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 1. Deze Onderwijs en Examenregeling wordt vastgesteld door het College van Bestuur, na advies van de Centrale Medezeggenschapsraad in overeenstemming met artikel 10.20 of the WHW. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. Basisformat OER Master 2014/2015 7

2 Toelating tot de Masteropleiding Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW): 7.30a, 7.30b, 7.31 Artikel1 Toelatingseisen voor Masteropleidingen 1. Voor inschrijving voor een Masteropleiding wordt een bewijs van toelating gevraagd (Toelatingsbewijs) overeenkomstig artikel 7.30b WHW. 2. De toelatingscommissie geeft het bewijs van toelating af indien er aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de kandidaat voldoet aan de toelatingseisen zoals bepaald in lid 3 en 4; b. het aantal personen dat is ingeschreven voor de opleiding is niet groter dan het maximum aantal studenten dat ingeschreven kan worden voor de opleiding. 3. Studenten die toegelaten wensen te worden moeten tenminste voldoen aan de volgende vereisten: a. de student heeft een bachelor- of mastergetuigschrift, tenzij anders bepaald b. de student is goed en voldoende gemotiveerd. 4. Daarnaast zijn de volgende toelatingseisen van toepassing. a. Minimaal 3 jaar werkervaring in het onderwijs b. Een relevante werkplek van min. 0,5 fte. Artikel 2 Toelating van studenten met een buitenlands diploma 1. Een aankomende student die in het bezit is van een buitenlands diploma kan tot een opleiding worden toegelaten wanneer het buitenlandse diploma gelijkwaardig is aan een bachelor- of mastergetuigschrift. De toelatingscommissie kan aanvullende eisen stellen die worden getest in een toelatingstest. Artikel 3 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via Elf@stenden.com bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen de beslissing op bezwaar kan beroep worden aangetekend bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Basisformat OER Master 2014/2015 8

3 Onderwijsprogramma Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW): 6.13, 7.2, 7.3b, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.11, 7.13. Artikel 1 Beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en beoordeelt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student een zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van master of Learning & Innovation dat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met een kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op master-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 60 studiepunten. 2. De opleiding is deeltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Education. Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. De vakken in de opleiding worden gegeven in het Nederlands. Artikel 5 Voorzieningen voor studenten met een functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkenen. Basisformat OER Master 2014/2015 9

4 Examens en getuigschriften Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW): 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. De opleiding wordt afgesloten met een afsluitend examen. 2. Het afsluitend examen waar in het eerste lid naar wordt verwezen wordt behaald indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel opleiding met goed gevolg zijn afgelegd (tentamen en cijfer samen). 3. De examencommissie bepaalt wanneer de tentamens van de onderwijseenheden van de opleiding met goed gevolg zijn behaald, tenzij de examencommissie heeft besloten dat het afsluitende examen ook bestaat uit een toets die wordt afgenomen door de examencommissie. 4. De examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. 5. Het College van Bestuur bewaart behaalde examens en de bijbehorende opdrachten gedurende een periode van tenminste zeven jaar. Artikel 2 Toekenning graden 1. De examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad master of Learning & Innovation indien het afsluitend examen met goed gevolg is behaald. Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur stelt het model van de getuigschriften en de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; d. welke graad door het College van Bestuur is verleend; e. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel De toets voor nieuwe opleidingen met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het behaalde examen worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in hele cijfers als bedoeld in artikel 9 van hoofdstuk 5. Basisformat OER Master 2014/2015 10

3. De examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Engels of Nederlands opgestelde diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding, en e. de Grading Table van de opleiding zoals opgenomen in artikel 9. Artikel 4 Uitreiking getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift met het diplomasupplement uitgereikt. 2. De student die recht heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 3. Indien de student een fout constateert op zijn of haar resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient de student uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de examencommissie. 4. De datum op het getuigschrift is de datum waarop de examencommissie heeft bepaald dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. De procedurele voorwaarde voor de uitreiking van een getuigschrift is dat de student ingeschreven moet zijn voor de opleiding. Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie of hun plaatsvervangers; b. door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 wordt ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de examencommissie, secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR- Toetsservicebureau. Basisformat OER Master 2014/2015 11

Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking van getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel 1. 2. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het cijfer voor het afsluitend examen wordt bepaald aan het einde van het studiejaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het studiejaar vastgesteld worden. Artikel 7 Cum laude regeling 1. De student dient bij de examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat cum laude bij het Master getuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat cum laude. 2. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat cum laude vindt plaats door de examencommissie. 3. Het afsluitend examen van de master of Learning & Innovation kan cum laude worden afgelegd. Het afsluitende examen van de master is cum laude afgelegd indien: a. het gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de examenonderdelen van de master ten minste en zonder afronding 8,0 is; b. voor elk van de tot het afsluitende examen behorende onderdelen zonder herkansing ten minste een 8,0 is behaald; c. Het toekennen van cum laude is nader uitgewerkt in het reglement Cum laude Stenden. Artikel 8 Certificaten en Verklaringen 1. Studenten die de opleiding verlaten zonder het behalen van de graad waar ze voor studeren, ontvangen een verklaring van Stenden Hogeschool met een afschrift van de behaalde modules. 2. De examencommissie is verantwoordelijk voor het afgeven van de titels van Stenden Hogeschool. 3. Studenten krijgen alleen de hoogste titel die ze behalen. 4. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door de student met goed gevolg zijn afgelegd. Basisformat OER Master 2014/2015 12

Artikel 9 Grading table van de opleiding 1. de Grading Table van de opleiding is opgenomen in Bijlage B Artikel 10 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen bezwaar maken bij de examencommissie van de opleiding. 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de examencommissie op het ingediende bezwaar in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 3. De student heeft de mogelijkheid om tegen het besluit van de COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 13

5 Tentamens, toetsen en beoordelingen Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW): 7.3, 7.8b, 7.11, 7.12b, 7.12c, 7.13, 7.34, 7.61, 7.10. Artikel 1 Vormen van tentamens en toetsen 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze zoals aangegeven in Bijlage B. 2. Alle tentamens in de opleiding moeten resulteren in een individueel cijfer voor iedere student. 3. Voor alle tentamens moet gegarandeerd worden dat de kwalificatie onvoldoende wordt gegeven aan een student die niet aan het gevraagde niveau voldoet. 4. Een tentamen of toets die wordt aangeboden als herkansing in hetzelfde opleidingsjaar moet in alle gevallen dezelfde vorm hebben. 5. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht of indien het om organisatorische en/of onderwijskundige redenen niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel zijn voldaan aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 4 van dit hoofdstuk. 6. Een student met een functiebeperking kan aan de examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de toetsen op een zo veel mogelijk aan zijn/ haar individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 2 Tijdvakken en frequentie van tentamens en toetsen 1. Tot het afleggen van de tentamens en toetsen, wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamen- en/of toetsgelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 3. De tijdvakken waarin de toetsgelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van dat opleidingsjaar bekend gemaakt. 14

4. Een student die niet in staat is om van een toetsgelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende toetsgelegenheid. In bijzondere gevallen kan de examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. Artikel 3 Gestelde eisen voor tentamens en toetsen 1. De examencommissie maakt voor elk tentamen en elke toets afzonderlijk bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen of die toets, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. 2. Van een tentamen of toets die als herkansing wordt aangeboden in een opleidingsjaar, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaarjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingjaar alsnog een tentamen of toets in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen, de eisen van het lopende opleidingsjaarjaar. Artikel 4 Procedure voor tentamens en toetsen 1. Alle mondelinge en schriftelijke toetsen van de master of Learning & Innovation worden centraal gepland door het secretariaat van de opleiding. 2. Alle studenten zijn verplicht om deze toetsen af te leggen voor het afronden van de opleiding. 3. Voor toets- en/of examenvormen anders dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende procedure voor deelname aan schriftelijke tentamens en toetsen: a. Deelname aan een Onderwijseenheid geeft de verplichting om het assessment af te ronden zoals in het moduulboek wordt beschreven, overmachtsituaties uitgezonderd. b. Iedere secretaris van de examencommissie meldt aan het ESR- Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamenen toetsgelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de inschrijving voor deelname aan de betreffende toets en/of tentamen geblokkeerd. c. Een verzoek om niet aan de toets deel te nemen kan worden gericht aan de secretaris van de examencommissie SoE f. Indien de student niet kan deelnamen aan een toets én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact 15

op met de secretaris van de examencommissie. g. De deelname aan een onderwijseenheid-assessment kan worden afgewezen indien een student niet heeft voldaan aan alle financiële verplichtingen ten opzichte van Stenden Hogeschool. De examencommissie beslist over deze afwijzing. Artikel 5 Vorming assessment 1. De Mastergraad bestaat uit de onderwijseenheden-assessments en de masterthesis. 2. De onderwijseenheden-assessments bestaan uit een of meerdere tentamens/ opdrachten. 3. De onderwijseenheid-assessment moet toetsen of de student in staat is om de competentie en kennis te beheersen die de student in de Onderwijseenheid moet opdoen. 4. De onderwijseenheid-assessment vindt plaats gedurende en aan het einde van de moduleperiode (eenheid) als de inhoud van de Onderwijseenheid tijdens de les volledig is verstrekt. De deelname tijdens deze lessen is de verantwoordelijkheid van de student. Artikel 6 Regeling voldoende of onvoldoende 1. De Mastergraad is behaald indien alle onderwijseenheden-assessments en de masterthesis behaald zijn met tenminste 55%. 2. Een onderwijseenheid-assessment is behaald wanneer het tentamen/ de opdracht (inclusief eventuele presentatie) is behaald met tenminste 55%. Dit geldt tevens voor de masterthesis. 3. Indien een onderwijseenheid of masterthesis niet is beoordeeld met een voldoende (55%) wordt de kandidaat geïnformeerd over eventuele herkansingsmogelijkheden, data en inschrijvingsperioden. 4. Indien een kandidaat een onderwijseenheid-assessment of de masterthesis niet behaalt en niet door wenst te gaan met de masteropleiding of Learning & Innovation, ontvangt de kandidaat een certificaat. Dit certificaat noemt de modules die behaald zijn en ook de modules waarbij de assessment ontbreekt en een aantekening dat de masterthesis niet behaald is. 5. Het onderwezen programma wordt omschreven als alle onderwijseenheden die voorafgaan aan de masterthesis. Een student die er niet in slaagt om een voldoende te halen voor de beoordeelde onderdelen van het onderwezen programma mag deze in een volgend schooljaar herkansen. Een student mag een (zelfde) assessment niet vaker dan twee keer doen of inleveren. 6. Een student die de masterthesis niet behaalt, mag de masterthesis een keer opnieuw inleveren, op een door de examencommissie aangegeven datum. 16

Artikel 7 Assessment 1. Assessmentmethoden kunnen bestaan uit korte antwoordentoetsen, toetsen met essayvragen, actieve deelname, assessment door medestudenten (peer group assessment), schrijven van een rapport, schrijven van een essay, presentatie, verslag, competentie-assessment, onderzoeksvoorstel en het schrijven van de masterthesis. 2. Mondelinge tentamens en presentaties worden beoordeeld door 2 examinatoren. 3. De masterthesis wordt beoordeeld door 2 examinatoren, niet zijnde de begeleider van het afstudeertraject. 4. Competentie-assessments worden beoordeeld door 2 assessoren. Eén vanuit de opleiding en één vanuit het werkveld. 5. Voor elke onderwijseenheid wordt slechts één herkansing geboden. 6. Studenten die de onderwijseenheid al behaald hebben, komen niet in aanmerking voor een herkansing om hun cijfer te verbeteren. Artikel 8 Waardering van assessment en toekenning van studiepunten 1. Een ECTS is gelijk aan 28 studie-uren. 2. De modules worden beoordeeld met percentages waarin 10% het laagst is en 100% het hoogst. 3. Wanneer een student de Masteropleiding succesvol afrondt wordt dit beloond met 60 ECTS. 4. Studenten die alle modules van de Masteropleiding en de masterthesis met goed gevolg afronden krijgen de graad Master. Artikel 9 Tentamenperiode 1. De onderwijseenheden-assessments vinden normaal gesproken plaats in de laatste week van de onderwijseenheid. De exacte data, tijden en locatie moeten tenminste twee weken van tevoren bekend gemaakt worden. 2. Indien de kandidaat niet deelneemt aan een assessment waarvoor hij/zij is ingeschreven, telt de assessment alsof deze heeft plaatsgevonden en niet behaald. 3. Afwezigheid tijdens een assessment vanwege redenen buiten de schuld van de student dient voorafgaand aan het tentamen gemeld te worden bij de examencommissie. Dit kan per e-mail: examencommissieolb@stenden.com 4. Wanneer een student ziek wordt tijdens een assessment; moet hij/zij de docent informeren of een andere medewerker die aanwezig is bij de assessment; al het werk inleveren dat tot dan toe is uitgevoerd en de examencommissie zo snel mogelijk op de hoogte brengen met behulp van het daarvoor aangewezen formulier en door het 17

overhandigen van een medische verklaring. 5. De resultaten worden uiterlijk 15 werkdagen na het assessment gepubliceerd. 6. De masterthesis kan niet worden beoordeeld voordat de kandidaat alle modules van de opleiding met goed gevolg heeft behaald. Artikel 10 Regeling herkansing, ziekte, laat inleveren, masterthesis 1. Een onderwijseenheid-assessment kan slechts één keer worden herkanst en alleen in het geval van een onvoldoende tijdens de eerste poging. 2. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de herkansingsperiode, wordt het assessment beschouwd als zijnde afgenomen en dientengevolge onvoldoende, behalve wanneer de kandidaat redenen buiten zijn/ haar schuld kan bewijzen. De reden moet onmiddellijk kenbaar gemaakt worden aan de examencommissie. 3. Indien een student na een herkansing een onvoldoende haalt kan de student de examencommissie verzoeken om weer te worden ingeschreven in de module. Hiervoor wordt de betaling van lesgeld vastgesteld aan de hand van wettelijke regelgeving. Op basis van de voortgang van de student kan de examencommissie dit verzoek afwijzen. 4. Indien een student een onvoldoende haalt of nalaat om één of alle beoordeelde onderdelen te volgen of in te leveren vanwege ziekte of een andere verzachtende omstandigheid die voldoende wordt geacht door de examencommissie, kan de examencommissie bij overleg van voldoende bewijs, de student toestemming verlenen om de niet behaalde assessments te volgen of in te leveren als ware het de eerste keer. Slechte tijdsverdeling, werkdruk en computergerelateerde problemen worden normaal gesproken niet beschouwd als terechte verzachtende omstandigheden. 5. Al het beoordeelde werk dient ingeleverd te worden volgens het rooster van de assessmentprocedure. De examencommissie neemt alleen te laat ingeleverd werk aan als zij van mening is dat de student verzachtende omstandigheden had die het op tijd inleveren van het werk beletten. Indien de verzachtende omstandigheden te maken hebben met ziekte, dient een medische verklaring overlegd te worden. Slechte tijdsverdeling, werkdruk en computergerelateerde problemen worden normaal gesproken niet beschouwd als terechte verzachtende omstandigheden. 6. Kandidaten brengen het bureau voor de inleverdata / tentamendata op de hoogte van omstandigheden buiten hun schuld die hen zouden kunnen belemmeren om de assessment volgens het schema af te ronden. Studenten verwijzen naar deze kennisgeving in verzoeken aan de examencommissie (artikelen 10, 4 & 5). 7. Indien de masterthesis met onvoldoende is beoordeeld (onder 55%), kan deze slechts één keer opnieuw worden ingeleverd. Het is niet toegestaan om een masterthesis die is beoordeeld met een voldoende (55% of hoger) nog een keer in te leveren. 8. Indien de deadline voor inschrijving of inleveren van de masterthesis of de deadline voor herinschrijving of opnieuw inleveren van de masterthesis niet wordt behaald, wordt de poging als afgenomen en onvoldoende beschouwd, tenzij de kandidaat redenen buiten zijn/haar schuld kan aantonen. De reden voor niet inschrijven of niet inleveren moet direct schriftelijk kenbaar gemaakt worden aan de examencommissie. In het geval van ziekte dient een medische verklaring overhandigd te worden aan de examencommissie 18

Artikel 11a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen 1. Bij het afnemen van tentamens en toetsen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan. 2. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 3. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 4. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 5. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 6. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten altijd worden opgevolgd. 7. De aangegeven tijd voor een toets en/of tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 8. De student dient bij ontvangst van de toets- en/of tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 9. Het is niet toegestaan om het tentamen of toets te maken op andere dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 10. De student dient -indien van toepassing- op de toets- of tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. naam b. studentnummer / relatienummer c. toets en/of tentamen d. aantal antwoordformulieren dat wordt ingeleverd e. datum waarop aan de toets en/of tentamen is deelgenomen f. handtekening van de student 11. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 12. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 13. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 14. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust wordt verstoord. 19

15. De toets- en/ of tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 16. De student wordt geacht aan een schriftelijk toets en/of tentamen te hebben deelgenomen als de toets- en/of tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd. Dit artikel is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 17. Aan studenten met een functiebeperking kan de examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/ of toets en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 om voor studenten met een functiebeperking de toetsvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 18. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een toets en/ of tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van de toets en/of tentamen. Bovendien schrijft de student een schriftelijk klacht aan de betreffende examencommissie. 19. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van de toets en/of tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende examencommissie. De benodigde toetsen/of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en/of tentamen beschikbaar gesteld. Artikel 11b Praktische gang van zaken bij digitale tentamens en toetsen 1. Niet van toepassing Artikel 12 Mondelinge tentamens en toetsen 1. Mondeling wordt, met uitzondering van groepspresentaties niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een toets of tentamen is niet openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen en/of toets met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het tentamen en/of toets met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 13 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel 15 werkdagen na de tentamenweek. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld 2. De beoordeling van een tentamen en/of toets door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk. 20