REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN UNIVERSITEIT MAASTRICHT

Vergelijkbare documenten
Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Werktijdenregeling Tilburg University

Gelet op en in aanvulling op hoofdstuk 5 van de CAO Nederlandse Universiteiten stelt de werkgever de navolgende regeling vast.

Afspraken over de bepalingen over tijdelijke dienstverbanden

Geldend van t/m heden

4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Aanpassing van de CAO Energie als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

provinciaal blad maken bekend dat in hun vergadering van 3 juni 2008, nr. B.4, is vastgesteld hetgeen volgt:

Optare Wageningen Research

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

Werkkostenregeling SKBG

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

Bijlage 1: Aanpassingen Arbeidsvoorwaardenregeling Hilversum (ARH) i.v.m. IKB

Vakantieregeling TU Delft 1

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

Regeling uitwisseling brutoloon Kempengemeenten 2015

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

LEVENSLOOPREGLEMENT Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld ( SVO Wolvega/Steenwijk)

Optare Wageningen University.

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

CAO à la Carte Regeling Vergoeding kosten van vakbondscontributie en lidmaatschappen van beroeps- of vakverenigingen

Richtlijn werk en mantelzorg

4 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN/ 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

ARBEIDSDUUR. Keuzemogelijkheden voor militairen BURGERS PAGINA 6. T wee uren langer of korter werken

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Regeling Cafetariamodel

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

Levensloopreglement Stichting OSG Hengelo

Gemeente Den Haag. - mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

GEMEENTE HOOGEVEEN. Artikel I Voor artikel 4a:1 van de CAR worden de volgende artikelen ingevoegd:

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en diverse uitvoeringsregelingen Provincie Groningen

Individueel Keuze Budget

Cafetariasysteem. Flexibilisering arbeidsvoorwaarden

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

3.2 Individueel KeuzeBudget

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

Levensloopregeling HBO

TOELICHTING TIJDELIJKE REGELING CAFETARIAMODEL 2011

Vragen en antwoorden over de gevolgen per voor uw arbeidsvoorwaarden op basis van de Cao umc

Concept Regeling Generatiepact MGR

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

Generatiepact Rijswijk

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Personeelhandboek Revisiehistorie versie 15.0 d.d

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Bijlage B van de aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden

Onderhandelingsresultaat CAO

Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

REGELING TOT WIJZIGING VAN DE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE DEN HAAG HERDRUK

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Regeling Individueel Keuzebudget gemeente Overbetuwe Onderwerp: Regeling Individueel Keuzebudget gemeente Overbetuwe 2017

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer Gezien het voorstel van de afdeling Concernadvies van 1 december 2016;

CVDR. Nr. CVDR132705_1. Cafetariamodel 2012

REGELING CAO A LA CARTE SW

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en tegemoetkoming kosten van verhuizing Universiteit Leiden

Regeling cafetariamodel gemeente Steenwijkerland 2015

Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

II Het dienstverband

november 2009 JEUGDZORG Verlofbudget en vitaliteitbudget CAO Jeugdzorg / Informatie voor werknemers

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

ouderschapsverlof, zorgverlof, studieverlof, sabbatical, incidenteel verlof

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

Fiscale regeling woon- werkverkeer gemeente Oldambt 2010

Technische wijzigingen Cao SW 2019

Bijlage 1 bij U Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

LEVENSLOOPREGELING RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

gelet op de Verordening werkgeverscommissie griffie Olst-Wijhe; Gelet op hoofdstuk 4a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

FSW VERZOEK TOT AANSTELLING (anders dan student assistent)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard:

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

Levensloopverzekering

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

Regeling tegemoetkoming woon-werkverkeer en kosten verhuizing Universiteit Maastricht

de Regeling Cafetariaplan personeel gemeente Bronckhorst 2015 Het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst;

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

Levensloopreglement TiU

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

1. De artikelen in dit hoofdstuk treden in werking op 1 oktober 2014.

Verlofbudget CAO Kinderopvang. Informatie voor werknemers

: aan medewerkers die 72 maanden of minder voor het behalen van hun AOW leeftijd zijn

FAQ Vitaliteitspact. 2. Wanneer gaat het Vitaliteitspact in? Je kunt vanaf 1 januari 2019 gebruik maken van de regeling.

Bijlage III. Flex Benefits. Individualisering arbeidsvoorwaarden

Transcriptie:

REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN UNIVERSITEIT MAASTRICHT Gelet op het bepaalde in de CAO Nederlandse Universiteiten (CAO NU) is bij de Universiteit Maastricht per 1 januari 2002 het keuzemodel arbeidsvoorwaarden (hierna: Keuzemodel) ingevoerd. Die regeling wordt (jaarlijks) aangepast aan de hand van afspraken tussen CAO-partijen en afspraken vanuit het Lokaal Overleg. De regeling treedt in werking op 1 januari 2015 en geldt totdat een andere is vastgesteld. 1. DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN 1.1. De definities en afkortingen zoals bepaald in de CAO NU zijn van toepassing. Verder wordt in het keuzemodel verstaan onder: a. Bron: De toekomstige arbeidsvoorwaarde die door de werknemer ingezet wordt als ruilmiddel tegen een doel onder de in het keuzemodel aangegeven voorwaarden. b. Doel: De arbeidsvoorwaarde die de werknemer kan verkrijgen door het inzetten van een bron onder de aangegeven voorwaarden genoemd in het keuzemodel. c. Keuzeformulier: Het formulier waarop de werknemer zijn keuze zoals bepaald in dit keuzemodel vermeldt. d. Levensloopverlof: Aan de medewerker verleend buitengewoon verlof zonder bezoldiging in het kader van de Levensloopregeling UM e. Medewerker: Degene die op basis van de CAO-NU een bezoldigd dienstverband heeft met de UM, anders dan als student assistent. 1.2 De medewerker die aan de gestelde voorwaarden voldoet kan volgens de bepalingen van de CAO-NU en dit keuzemodel, arbeidsvoorwaarden ruilen, in die zin dat hij bronnen kan ruilen tegen doelen. 1.3 Voor het bepalen van de keuze dient gebruik te worden gemaakt van het daartoe bestemde keuzeformulier. 1.4 Keuzes gelden voor het jaar waarin deze worden gemaakt tenzij dit anders is aangegeven. De medewerker dient bescheiden te overleggen waaruit blijkt dat de keuze gerechtvaardigd is. Als een keuze voor meer jaren geldt dient hij die bescheiden zo nodig jaarlijks te overleggen. 1.4a Een keuze kan ten hoogste twee maal per periode van 12 maanden worden herzien. Het bepaalde in artikel 1.6 is op een herzieningsverzoek van overeenkomstige toepassing. 1.5 Voor werknemers met een tijdelijk dienstverband geldt dat afspraken de looptijd van het dienstverband niet kunnen overstijgen. 1.5a Medewerkers die een vergoeding ontvangen met toepassing van de 30% kunnen niet deelnemen aan het keuzemodel, met uitzondering van de hoofdstukken 4 en 5 en in hoofdstuk 2 het inzetten van de bron vakantieuren met als doel de aanschaf van een fiets in het kader van de fietsregeling UM. 1.6 Gemaakte keuzes waarbij geen vakantie-uren zijn betrokken, worden als ze voldoen aan de bepalingen van dit Keuzemodel, uitgevoerd. Als bij de keuze vakantie-uren zijn betrokken, verandert de keuze in een afspraak op het moment dat de werkgever hiermee schriftelijk instemt, dat wil zeggen het keuzeformulier voor akkoord ondertekent. De werkgever beslist binnen één maand of het ingediende verzoek wordt gehonoreerd, Als de beslissing inhoudt dat een gewenste keuze niet (volledig) wordt gehonoreerd dan maken werkgever en werknemer over het desbetreffende aantal vakantie-uren binnen zes weken na de beslissing nadere afspraken. 1/5

1.7 Er kunnen uitsluitend rechten en plichten worden ontleend aan schriftelijk vastgelegde afspraken. 1.8 De aan de keuze mogelijk verbonden consequenties voor belastingen en sociale zekerheid zijn voor rekening van de werknemer. Inzet van bronnen in geld leidt als regel tot verlaging van het loon waarover sociale zekerheidsuitkeringen (ww, wia) en pensioenen worden berekend. 2. BRONNEN EN DOELEN 2.1 De werknemer heeft de keuze uit de volgende bronnen en doelen BRONNEN DOELEN Bron in tijd: Vakantie-uren Bronnen in geld: Salaris, Vakantieuitkering Eindejaarsuitkering Doelen in tijd: Vakantie-uren Flexibele werkduur volgens het bepaalde in hoofdstuk 4 Sabbatical leave; (Verlenging) ouderschapsverlof Studieverlof Spaartegoed voor vrije dagen in het kader van het Meerjaren spaarmodel UM Doelen in geld: Extra opbouw FPU/OP/IP/NP, volgens de regels van het ABPpensioenreglement) Fiets in het kader van de Fietsregeling UM Salaris Bedrijfsfitness Vakbondscontributie Contributie van een vakvereniging Storting op levenslooprekening Tegemoetkoming in reiskosten woonwerkverkeer 2.2 Voor de inzet van bronnen en doelen en de waarde ervan gelden de bepalingen van de CAO NU onverkort, tenzij in dit Keuzemodel anders is bepaald. 2.3 Bij een keuze waarbij vakantie-uren zijn betrokken wordt het aantal uren altijd op hele uren bepaald. Als de waarde van de bron daardoor die van het doel overschrijdt, wordt het meerdere als loon uitbetaald. 2.4 De waarde van een vakantie-uur wordt steeds bepaald tegen het salaris per 1 januari van het jaar waarop de keuze betrekking heeft. Indien de medewerker in de loop van het jaar in dienst treedt, geldt de datum van indiensttreding. Indien het salaris terugwerkend wordt aangepast blijft herrekening van de waarde achterwege. 2.5 De doelen tegemoetkoming in reiskosten woon-werkverkeer, contributie van een vakvereniging en vakbondscontributie kunnen uitsluitend worden 2/5

gekozen bij een daarmee overeenkomende inzet van de bron Eindejaarsuitkering, en zo nodig vervolgens de bron Vakantie-uitkering 1. 2.6 Het doel tegemoetkoming in reiskosten woon-werkverkeer betreft uitsluitend een aanvulling op de volgens de Verplaatsingskostenregeling UM toegekende tegemoetkoming tot ten hoogste het volgens fiscale wet- en regelgeving toegestane maximum bij de gekozen vervoerwijze. 2.7 Het doel bedrijfsfitness kan worden gekozen bij een daarmee overeenkomende inzet van de bron salaris en/of de bron vakantie-uren, bij een van de door de UM aangewezen fitnesscentra en als voldaan wordt aan de daartoe gestelde voorwaarden. 3. UITDIENSTTREDING EN OVERPLAATSING 3.1 Indien de medewerker uit dienst treedt, worden alle openstaande saldi in het kader van het keuzemodel met de werknemer verrekend c.q. uitbetaald, volgens de dan geldende sociaalverzekeringsrechtelijke en fiscale regels. Het gespaarde saldo aan vakantie-uren wordt uitbetaald aan de werknemer waarbij de waarde van een uur bepaald wordt volgens de CAO NU. 3.2 Indien de medewerker intern een functie aanvaardt bij een ander organisatieonderdeel worden gemaakte afspraken overgenomen, tenzij het belang van een van de betrokken organisatie-onderdelen zich daartegen verzet. Alsdan worden met de medewerker nieuwe afspraken gemaakt rekening houdend met zijn belang. 4. FLEXIBELE WERKDUUR 4.1 Gelet op het bepaalde in de CAO-NU wordt binnen de Universiteit Maastricht als volgt invulling gegeven aan de flexibele werkduur. 4.2 UM-medewerkers kunnen gebaseerd op de omvang van hun dienstverband binnen de in de CAO NU en dit hoofdstuk gegeven kaders zelf hun wekelijkse werkduur kiezen. De formele werkweek bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur. De medewerker kan per week 2 uur meer, resp. 2 uur minder werken. Het meer werken levert per jaar 96 vakantie-uren op, het minder werken kost 96 vakantie-uren. Voor deeltijders geldt een en ander naar rato van de aanstellingsomvang. 4.3 Het aantal vakantie-uren dat in verband met het bovenstaande moet worden ingeleverd, respectievelijk wordt verdiend, wordt afgerond op een cijfer achter de komma. 4.4 Voor de medewerker die géén keuze maakt geldt de formele werkduur. Hij werkt 38 uur, gespreid over 5 dagen van (gemiddeld) 7,6 uur. 4.4a Een afspraak over de flexibele werkduur geldt steeds tot en met 31 december. Hij is stilzwijgend met een jaar verlengd als er geen andere afspraak is gemaakt vóór 1 december. 4.5 De keuzemogelijkheid geldt voor alle UM-medewerkers met een dienstverband conform de CAO NU ongeacht de aanstellingsomvang of de functie, met uitzondering van medewerkers die op basis van oproep en/of declaratiebasis werkzaam zijn, en student-assistenten. Ze geldt eveneens 1 Artikel 2.5 is per 1 juli 2010 gewijzigd, conform CvB-besluit van 13 april 2010 3/5

niet voor de medewerker die gebruik maakt van een van de seniorenregelingen als bedoeld in de CAO NU. 4.6 De flexibele werkduur kan worden ingevuld volgens één van de volgende varianten: a. aanpassing van de werkduur per week, b. aanpassing van de werkduur per dag, met dien verstande dat de formele werkdag niet meer dan 9 uur mag bedragen, c. aanpassing van de werkduur per maand, per kwartaal, of andere na overleg met de medewerker bepaalde periode. Bij alle varianten geldt dat het meer/minder-werken wordt vastgelegd voor de desbetreffende periode. 4.7 vervallen (opgenomen in regeling voor Vakantie en verlof) 4.8 Een vrije dag telt voor de medewerker zoveel uren als hij op die dag behoort te werken. 4.9 Op basis van de flexibele werkduur verworven vakantie-uren maken deel uit van het tegoed aan vakantie-uren. 4.10 vervallen (opgenomen in regeling voor Vakantie en verlof) 4.11 Voor de medewerker aan wie zwangerschaps- of bevallingsverlof is toegekend, geldt gedurende die verlofperiode de formele werkduur. De medewerker kan opnieuw een keuze maken na afloop van de verlofperiode. 4.12 Voor de medewerker die langer dan zes maanden ziek is vervalt de afspraak over de flexibele werkduur. De medewerker kan opnieuw een keuze maken nadat hij arbeidsgeschikt is verklaard voor de formele werkweek, of nadat hij blijvend gedeeltelijk arbeidsongeschikt is verklaard. 4.13 Voor de medewerker die ouderschapsverlof heeft, geldt met inachtneming van het bepaalde in de CAO NU over het ouderschapsverlof, punt 4.8 onverkort. De aanspraak op ouderschapsverlof wordt bepaald door de (gemiddelde) omvang van de wekelijkse werkduur in de zes maanden die aan de periode van verlof voorafgaan. Een periode van zwangerschaps- of bevallingsverlof blijft ten aanzien van het bepaalde in de vorige volzin buiten beschouwing. 4.14 Vervallen 4.15 Voor de medewerker aan wie levensloopverlof is verleend geldt bij werkhervatting na afloop of bij tijdelijke opschorting van het levensloopverlof, de formele arbeidsduur, tenzij anders overeengekomen. 5. MEERJAREN SPAARMODEL Bij de keuze voor het doel meerjaren spaarmodel worden de volgende voorwaarden en bepalingen in acht genomen. 5.1 Het aantal te sparen vakantie-uren bedraagt vanaf 1 januari 2009 ten hoogste 148 uren per jaar 2. 5.2 De medewerker kan kiezen voor een van de hierna genoemde spaarperioden. a. Een periode van minimaal 3 jaar en maximaal 5 jaar, als niet gespaard wordt met het oog op het bepaalde onder 5.2 sub b; b. Een periode van minimaal 3 en maximaal 10 jaar, als gespaard wordt ten behoeve van vermindering van de wekelijkse werktijd vanaf het 55 e jaar. 5.2a Als het maximum van de onder 5.2 genoemde spaarperiode is bereikt of als het in artikel 5.9. genoemde tegoed het maximum aantal dagen omvat, kan 2 Tot 1 januari 2009 konden maximaal 152 uren per jaar worden gespaard 4/5

de medewerker een nieuwe keuze maken en weer vakantie-uren sparen nadat eerder gespaarde vakantie-uren zijn opgenomen. 5.3 Als de gespaarde vakantie-uren worden besteed aan een sabbatical leave zoals bedoeld in artikel 5.5 lid 2 sub b en sub c CAO NU dan wordt het aantal gespaarde uren door de werkgever verhoogd met 15%, doch, in totaal met niet meer dan 40 uren. 5.4 Als de gespaarde tijd wordt besteed als bedoeld onder punt 5.2 sub b van deze regeling, dan wordt het aantal gespaarde uren door de werkgever verhoogd met 10%, doch in totaal met niet meer dan 40 uren. 5.5 Bij de keuze voor het doel meerjaren spaarmodel, worden zo spoedig mogelijk tussen werkgever en werknemer afspraken gemaakt over het voorgenomen opnamemoment. Die afspraken moeten in elk geval in het jaar waarin de vastgestelde spaarperiode eindigt worden gemaakt. Opname van in het kader van het meerjaren spaarmodel gespaarde vakantie-uren is uitsluitend mogelijk met instemming van de werkgever. 5.6 Bij beëindiging van het dienstverband dienen gespaarde vakantie-uren direct voorafgaand te worden opgenomen. Indien en voor zover dit niet mogelijk is vindt uitbetaling plaats. 5.7 De Raamregeling meerjaren- en life-time variant van de arbeidsduurverkorting van 13 oktober 1987 (HM/jt/3924/87) is per 1 juli 2006 vervallen. Voor 1 januari 2005 in het kader van die regeling of een van haar voorgangers gemaakte afspraken over sparen van vakantie-uren blijven van kracht indien en voor zover deze schriftelijk zijn vastgelegd. Op een volgens die of een andere regeling opgebouwd tegoed aan vakantie-uren is het bepaalde in dit hoofdstuk onverkort van toepassing. 5.8 Over een periode dat de werknemer geen aanspraak op vakantie-uren (meer) verwerft, kan geen vrije tijd worden gespaard in het kader van het meerjaren spaarmodel. Het in een jaar maximaal aantal te sparen uren wordt in dat geval naar rato aangepast. 5.9 Het is de werknemer niet toegestaan om in het kader van het Meerjaren Spaarmodel en/of de Vakantie- en verlofregeling Universiteit Maastricht een verlofspaartegoed inclusief een eventuele verhoging als bedoeld in artikel 5.3 en 5.4, op te bouwen van meer dan 250 dagen (een dag is gelijk aan het gemiddeld aantal dagelijkse werkuren per week). Het meerdere vervalt per 31 december van het desbetreffende jaar en wordt nimmer uitbetaald. 5/5