Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 12 juli 2010 Stand van zaken Onderwijs en Ondernemen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Kennisvalorisatie is een belangrijke pijler onder/van het ondernemerschaps- en innovatiebeleid en het beleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INHOUDSOPGAVE Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers Wat gaan we doen? Tot slot

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 3 maart 2014 Betreft Uitwerking Begrotingsafspraken 2014

Techniekpact Twente: wat is dat ook alweer? Waarom een techniekpact in Twente? Programmalijnen

L O O P B A A N D O S S I E R LOOPBAANONTWIKKELING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

5 juli 2004 I/II/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Strategische noodzaak om te differentieren

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

in het mbo Werken aan uitstroom - instroom

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Land Focus: Nederland

Contextschets Techniek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ik schrijf deze brief mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Datum 10 mei 2017 Schriftelijk overleg internationalisering van het onderwijs: nota naar aanleiding van het verslag

Datum 14 juli 2016 Kamervragen Straus, Aukje de Vries en Moors (VVD) over vmboleerlingen die aangeven onvoldoende kennis van geldzaken te hebben

Beantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs (30 november 2007)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Protocol PDG en educatieve minor

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag BVE/IenI/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

ENTANGLE - Nieuwsbrief

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

Onderwijs in ondernemerschap

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

De waarde(n) van weten

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober

Keuzedelen een plus op het mbo-diploma. Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen

Leeswijzer bij de matrix van het Nederlands nationaal kwalificatiekader voor levenlang leren, het NLQF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake de techniekopleidingen in het mbo.

Uw brief van. Bijlage(n)

Smartphone of tablet? Open de browser en ga naar:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsplan stichting Samen FIKS

ONTWIKKELINGEN VMBO EN MBO Spirit4you 22 maart 2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG. Datum 20 december 2016 dyslexieverklaringen

Vragen waar deze maar ook de andere Zeeuwse onderwijsinstellingen onder meer voor staan zijn:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Spellingcontrole mag aan voor kandidaten met dyslexie. Afschaffing loting bij opleidingen met een numerus fixus

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Besluitenlijst vorige vergaderingen

vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Besluitenlijst vorige vergaderingen

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

De kracht van vakmanschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ondernemend onderwijs voor een groene toekomst. Groen is overal en voor iedereen

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft doorstroom vmbo-havo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

Tweede Kamer der Staten-Generaal

short-logo NATIONAAL TECHNIEKPACT 2020 SAMENVATTING ÉÉN JAAR NA ONDERTEKENING RAPPORTAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 29 oktober 2013 In uw brief van 4 juli 2013 heeft u mij verzocht om u vóór de OCW-begrotingsbehandeling 2014 een Kabinetsreactie te doen toekomen op het door de onderwijsraad op verzoek van de Tweede Kamer uitgebrachte advies «Onderwijs in ondernemerschap» 1. Ik zend u deze reactie hierbij toe. 1. Het onderwijsraadadvies «Onderwijs in ondernemerschap» Het advies is een antwoord op een vraag van de Tweede Kamer. In het werkplan 2013 van de Onderwijsraad is de adviesvraag als volgt geformuleerd: «Hoe kunnen jongeren voorbereid worden op een samenleving waarin in toenemende mate wordt geappelleerd aan ondernemende capaciteiten? Welke invulling is hiervoor het meest geschikt op de verschillende onderwijsniveaus?» In zijn advies geeft de raad aan dat het advies zich, conform de wens van de Kamer, richt op het beroepsonderwijs. De Onderwijsraad geeft in het advies aan dat opeenvolgende kabinetten onderwijs in ondernemerschap hebben gestimuleerd, sedert 2008 vooral via het «Actieprogramma Onderwijs en Ondernemerschap». In dat kader is, aldus het advies, een grote diversiteit aan overwegend praktijkgerichte activiteiten ontplooid. De Onderwijsraad acht het aannemelijk dat het onderwijs in ondernemerschap dankzij het stimuleringsbeleid van het kabinet een plaats heeft verworven, vooral in het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. 1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. kst-33750-viii-41 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2013 Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 750 VIII, nr. 41 1

De Onderwijsraad vindt aandacht voor onderwijs in ondernemerschap onverminderd gewenst en wijst daarbij op de toename van het aantal flexibele arbeidscontracten en van het aantal zzp-ers. De raad ziet primair een rol voor de (onderwijs)instellingen om onderwijs in ondernemerschap verder te ontwikkelen, in samenwerking met het bedrijfsleven. 2. Reactie op het advies van de Onderwijsraad Algemeen. De Staatssecretaris van OCW, de Minister van Economische Zaken en ik vinden het van groot belang dat in het onderwijs, op alle niveaus, adequaat aandacht wordt gegeven aan ondernemendheid en aan de perspectieven die ondernemerschap biedt aan leerlingen en studenten. Ondernemerschapsonderwijs is in vrijwel alle sectoren en veelal in toenemende mate een interdisciplinaire activiteit waarbij wordt samengewerkt tussen en over vakdisciplines heen. 2 Dit bevordert dat leerlingen en studenten ondernemende vaardigheden ontwikkelen en zicht krijgen op hun kwaliteiten en nieuwsgierig worden naar mogelijkheden om hun talenten te verkennen en te benutten. Het is dan ook terecht dat de Onderwijsraad in zijn advies wijst op het belang van onderwijs in ondernemerschap. Het is nodig dat leerlingen en studenten de fundamentele vaardigheden aanleren die nodig zijn voor de snel veranderende arbeidsmarkt. Daartoe behoren ook de vaardigheden voor ondernemerschap. Op alle niveaus, van primair tot en met hoger onderwijs, bevorder ik, samen met mijn collega van EZ, die vaardigheden. Dit is van des te groter belang nu toenemende jeugdwerkloosheid zowel de kansen van individuele jongeren als de maatschappelijke inzet van talent en potentieel bedreigt. Bovendien is ambitieus en innovatief ondernemerschap van groot belang voor economische groei en als oplossing voor maatschappelijke problemen. Het gaat ook om het stimuleren van meer algemene vaardigheden, dikwijls aangeduid als 21st-century skills, waartoe onder meer behoren samenwerkingsvaardigheden en leerstrategieën. Om ondernemend te zijn moeten leerlingen en studenten probleemoplossend leren denken en hun creativiteit leren inzetten in de praktijk. Goede rekenvaardigheden en het kunnen omgaan met geld behoren eveneens tot de basisvaardigheden voor ondernemerschap. De aanbevelingen. De raad komt tot de volgende aanbevelingen: a) Betreffende mbo: laat in de herziene kwalificatiestructuur aan instellingen de ruimte voor de ontwikkeling van een eigen aanbod ondernemerschap; b) Betreffende ho: richt de aandacht op ambitieuze ondernemers en op bijbehorende ondernemende houding en vaardigheden; c) Maak voor onderwijs in ondernemerschap gebruik van de expertise van het bedrijfsleven. Er is thans al een duidelijke overeenstemming zichtbaar tussen de aanbevelingen en in gang gezet beleid. Het volgende beeld tekent zich af. Ad a). In het mbo wordt, vanaf het schooljaar 2011 2012, aandacht voor het ondernemerschap geborgd via een ondernemerschapsprogramma. In de vrije keuzeruimte kunnen deelnemers nu aan alle mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 een ondernemerschapsprogramma («CE ondernemerschap») volgen. Dat programma, vormgegeven door het Kenniscentrum Handel, in nauwe samenwerking met de MBO-raad en de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, borgt dat mbo-deelnemers tijdens de opleiding de basis leren van wat iemand moet kunnen en kennen om een eigen onderneming te starten. Verder wordt nu gewerkt aan een verankering van ondernemerschap in de landelijke kwalificatiestructuur. Het 2 Ondernemerschap in het onderwijs (Ecorys, 2012) Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 750 VIII, nr. 41 2

streven is er op gericht dat, met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur, in alle mbo-sectoren een specialistenopleiding op niveau 4 zal bestaan. Doorstroom naar het hbo zal ook een belangrijk onderdeel zijn van deze brede ondernemersopleidingen. Ad b). In het ho zet ik, samen met de Staatssecretaris van OCW en de Minister van EZ, in op ondernemerschap en valorisatie. In de voorstellen van ho-instellingen die de basis vormen voor de prestatieafspraken is (ruime) aandacht voor (kennis)valorisatie en ondernemerschapsonderwijs. De Nederlands-Vlaamse Accreditatie-organisatie (NVAO) heeft in onze opdracht een bijzonder (kwaliteits-) kenmerk ondernemen ontwikkeld. Met dit kenmerk kunnen opleidingen en onderwijsinstellingen zich profileren op het gebied van ondernemerschap in het hoger onderwijs. In het Valorisatieprogramma, waaruit aan consortia van kennisinstellingen en partners subsidies van maximaal 5 miljoen zijn verstrekt, was de professionalisering van onderwijs en ondernemerschap binnen de betrokken universiteiten en hogescholen één van de subsidieonderdelen. Ad c) Het Kenniscentrum Handel, dat in het mbo het programma «CE Ondernemerschap» ontwikkelt, werkt samen met bedrijven, brancheorganisaties, werkgevers en werknemers. In het «Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen» dat de NVAO in 2011 heeft opgesteld wordt onder meer als eis gesteld dat in ho-instellingen die het kenmerk ondernemen willen verwerven de relevante staf een link met de praktijk van ondernemen moet hebben. «Voldoende docenten hebben praktijkervaring met ondernemen... en ze gebruiken deze ervaring ook in het onderwijs». Daarbij wijst het beoordelingskader op het belang van «structurele samenwerking met het relevante bedrijfsleven en/of ondernemersorganisaties.» Tevens was er bij de subsidie voor de Centres of Entrepreneurship (samenwerkingsverbanden tussen ho-instellingen en het bedrijfsleven, gericht op het versterken van onderwijs in ondernemerschap) een eis van 50% cofinanciering door onderwijsinstellingen, lagere overheden en bedrijfsleven. Brede stimulering van ondernemerschap in het onderwijs. Mijn ambtsvoorgangers en die van mijn collega van Economische Zaken zijn in 2008, in samenwerking met (koepel)organisaties uit het onderwijs, studenten(organisaties) en het bedrijfsleven, het Actieprogramma Onderwijs en Ondernemerschap begonnen. De inspanningen richten zich vooral op het aanmoedigen, ondersteunen en professionaliseren van onderwijsinstellingen met betrekking tot ondernemerschap en ondernemendheid. Het actieprogramma richt zich op alle onderwijsniveaus, van primair tot en met hoger onderwijs. Vanuit het actieprogramma zijn onder meer de Centres of Entrepreneurship opgericht. In totaal is in het kader van het actieprogramma 30 miljoen euro geïnvesteerd in ondernemerschap in het onderwijs. Het is verheugend dat de Onderwijsraad in zijn advies vaststelt dat ondernemerschap nu in het onderwijs op de kaart staat. Dit laatste blijkt ook uit recente metingen en evaluaties. In de bijlage bij deze brief vindt u de uitkomsten van de tweemeting Ondernemerschap in het onderwijs 3 en de evaluatie van de Centres of Entrepreneurship 4, evenals de tweemeting en evaluaties zelf. Verder treft u ook de uitkomsten van de evaluatie Technopartner in de bijlage 5. De drie rapporten worden, voorzien van een leeswijzer, samen gestuurd omdat hiermee een completer beeld ontstaat van de inzet en de resultaten op het terrein van 3 Ondernemerschap in het onderwijs (Ecorys, 2012), ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. 4 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. 5 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 750 VIII, nr. 41 3

Ondernemerschap-stimulering en Starterondersteuning («Entrepreneurial Pipeline») in de periode van 2004 2012 door EZ en OCW. Uit de tweemeting blijkt de toegenomen aandacht voor onderwijs in ondernemerschap. Ik refereer kort aan enkele bevindingen. Als gevolg van het Actieprogramma heeft zich in het onderwijsveld een duidelijke verschuiving voorgedaan naar meer stimulering van ondernemerschap en/of ondernemend gedrag. Ondernemerschap in het onderwijs heeft bij een groeiend aantal onderwijsinstellingen een vaste plek in de organisatie en het onderwijsaanbod verworven. In het po, vo en hbo is het aandeel scholen, dat ondernemerschap in zijn missie en visie heeft, toegenomen. Ook voelen studenten zich meer gemotiveerd om te gaan ondernemen. Ongeveer twee derde van de studenten ziet zichzelf als een ondernemend persoon, waarbij ondernemerschap een belangrijk onderdeel is van de beroepswens. Er zijn weinig verschillen tussen mbo-, hbo- en wo-studenten als het gaat om de mate waarin ondernemerschap onderdeel is van hun beroepswens. In het wo is ten opzichte van 2010 een lichte stijging gemeten van het aandeel studenten dat na afronding van de studie ondernemer wil worden (+5%). Al met al wil ruim 20 procent van de mbo-, hbo- en wo-studenten na het afronden van de studie ondernemer worden. Specifiek onderwijsbeleid. Ook in meer specifiek beleid geven de Staatssecretaris van OCW, de Minister van Economische Zaken en ik op verschillende manieren aandacht aan onderwijs in ondernemerschap. Hoewel het onderwijsraadadvies zich, naar eigen zeggen, vooral richt op het beroepsonderwijs, wil ik voor po en vo hier noemen: In het PO en het VO komen kennis en vaardigheden aan de orde die nodig zijn voor ondernemerschap. Het gaat dan naast taal- en rekenvaardigheden en het kunnen omgaan met geld, om vaardigheden zoals creativiteit, doorzettingsvermogen, motivatie, flexibiliteit etc. De vraag of dit voldoende is neem ik mee in de brede discussie over het curriculum in het funderend onderwijs, waarbij ook de 21st-century skills aan de orde komen. Daarnaast worden projecten op basisscholen uitgevoerd waar leerlingen daadwerkelijk kennis maken en oefenen met ondernemerschap. Ik noem verder de programma s van Stichting Jong Ondernemen, die overigens een bredere reikwijdte hebben dan basisonderwijs. Deze stichting biedt jongeren via scholen programma s aan om te leren ondernemen, van basisonderwijs tot universiteit. Voor de verdere verankering van ondernemerschap krijgt Stichting Jong Ondernemen voor de komende drie jaar 900.000 euro subsidie van het Ministerie van Economische Zaken. In het vmbo komt ondernemerschap vooral naar voren in de sector Economie. Met de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s wordt dit versterkt in het profiel «Economie en ondernemerschap». Ook wordt het mogelijk, juist ook voor leerlingen in andere sectoren, om een keuzevak ondernemerschap te volgen. In het havo en vwo is ondernemerschap een belangrijk onderdeel van het vak «Management en organisatie». Het vak wordt door 31% van de havisten en 29% van de vwo-leerlingen gekozen als onderdeel van het examen. Dit percentage stijgt nog elk jaar. Het vak wordt op dit moment door een commissie onder voorzitterschap van prof. dr. Arnoud Boot gemoderniseerd, met speciale aandacht voor ondernemerschap. Volgens de opgave van de onderwijsinstellingen volgen docenten vaker cursussen en trainingen om hun kennis en vaardigheden omtrent ondernemerschap verder te ontwikkelen. In het vo, mbo en hbo heeft een Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 750 VIII, nr. 41 4

stijging plaatsgevonden van het aantal instellingen dat zijn docenten cursussen en trainingen op dit vlak aanbiedt. 6 Het advies van de Onderwijsraad beschrijft de (groeiende) aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs. Het belang daarvan wordt inmiddels ook door de betrokken stakeholders in onderwijs en bedrijfsleven ervaren. Gezien dit belang, en in het licht van de aanbevelingen in het advies die in feite alle zijn of worden uitgevoerd onderschrijf ik de opvatting van de Onderwijsraad, dat aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs onverminderd gewenst blijft. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker 6 Ondernemerschap in het onderwijs (Ecorys, 2012) Tweede Kamer, vergaderjaar 2013 2014, 33 750 VIII, nr. 41 5