HOGESCHOOL WEST - VLAANDEREN TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT. ACADEMIEJAAR 2008 2009 (versie 4 RVB)

Vergelijkbare documenten
TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT

Toetredingsovereenkomst

TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT

Onderwijs- en Examenreglement

Onderwijs- en Examenreglement

Onderwijs- en Examenreglement

Onderwijs- en Examenreglement

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL

Studiegelden : raad van bestuur B1565/165/

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Erkenning van eerder verworven competenties REGLEMENT

Onderwijs- en examenregeling

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN. Informatiebrochure 2014

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar

informatiegids vrijstellingen campus Brugge en campus Oostende

Bewijs je bekwaamheid. Studievoortgang op grond van eerder verworven kwalificaties (EVK) en competenties (EVC)

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding

Leerkrediet

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten PXL-MAD. academiejaar

Je reisgids. De nieuwe onderwijs- en examenregeling

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2013

Onderwijs- en examenregeling School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Begripsbepaling Inleidende bepalingen...

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

ALGEMEEN ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT DEPARTEMENTAAL ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Bijlage: Codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs

HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5)

Onderwijs- en examenregeling Specfieke aanvullingen School of Arts. KASK Koninklijk Conservatorium

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Inhoud Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen... 5 Artikel 1 toepassingsgebied... 5 Artikel 2 begrippen... 5 Hoofdstuk 2: Organisatie van het

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Begripsbepaling... 4

BEGRIPSBEPALINGEN 3 ONDERWIJSREGLEMENT 10

BEGRIPSBEPALINGEN 3 ONDERWIJSREGLEMENT 10

ONTWERP STUDIECONTRACT Academiejaar ONDERWIJSREGELING, EXAMENREGLEMENT, TUCHTREGELING en RECHTSPOSITIE VAN DE STUDENT

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

ONDERWIJSREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

Leerkrediet

Specifieke lerarenopleiding

Artikel II van de Codex Hoger Onderwijs.

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Arteveldehogeschool. Studiecontract

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling...

De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Inhoudstafel Begripsbepaling...

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT. Academiejaar

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK - EVC) Departement HB. PBA Bedrijfsmanagement: Accountancy-Fiscaliteit in avondonderwijs

Infobundel voor (kandidaat-)studenten die een vrijstelling willen aanvragen op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK)

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Aanvraagdossier master en master-na-master opleidingen

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Art. 1.1 Begripsbepaling... 4

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Onderwijs- en examenreglement Onderwijs- en examenreglement Departement Gezondheid en Welzijn 1.

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Een bachelor- of masterdiploma behalen

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijsreglement van de K.U.Leuven

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

PROCEDURE/AANVRAAGFORMULIEREN VOOR VRIJSTELLING EVC-EVK (HBO5)

Hogeschool Onderwijs- en Examenreglement (HOE)

BEGRIPSBEPALINGEN... 9 ONDERWIJSREGLEMENT... 16

Onderwijs- en examenreglement Onderwijs- en examenreglement Departement Gezondheid en Welzijn 1

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Aanpassingen OER 14-15

Onderwijs-, Examen- en Rechtspositieregeling voor studenten van UHasselt en tul

Onderwijs- en examenregeling Artikelsgewijze reglementering

Transcriptie:

HOGESCHOOL WEST - VLAANDEREN TOETREDINGSOVEREENKOMST ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT ACADEMIEJAAR 2008 2009 (versie 4 RVB)

I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Algemene bepalingen Dit onderwijs- en examenreglement is opgesteld in uitvoering van de geldende decreten op het Vlaams hoger onderwijs, in het bijzonder het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen van 4 april 2003, hierna structuurdecreet genoemd, zoals gewijzigd, het bijzonder decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student van 19 maart 2004, hierna participatiedecreet genoemd, het decreet op de studiefinanciering en studentenvoorzieningen van 30 april 2004, het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen van 30 april 2004, hierna flexibiliseringsdecreet genoemd, zoals gewijzigd, en het decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen van 14 maart 2008, hierna financieringsdecreet genoemd. Dit onderwijs- en examenreglement is van toepassing op alle departementen die onder de bevoegdheid vallen van de raad van bestuur van de Hogeschool West-Vlaanderen. Dit onderwijs- en examenreglement is tevens de toetredingsovereenkomst van de Hogeschool West-Vlaanderen met alle studenten die zich inschrijven. Samen met het departementale, aanvullend reglement en het studiecontract waarin de specificiteiten inzake de opleiding opgenomen zijn, vormt dit onderwijs- en examenreglement de contractuele verbintenis tussen de student en de Hogeschool West-Vlaanderen. Conform art. 76 van het structuurdecreet wordt dit onderwijs- en examenreglement vanaf haar goedkeuring en ten laatste vanaf het ogenblik van de inschrijving via www.howest.be te allen tijde raadpleegbaar. Als een student er uitdrukkelijk om vraagt wordt aan de student een papieren kopie overhandigd. Bij inschrijving verklaart de student zich akkoord met deze toetredingsovereenkomst, zijnde het algemeen onderwijs- en examenreglement, haar departementale aanvullingen en het specifieke studiecontract. De student tekent voor ontvangst. 2

II. ONDERWIJSREGLEMENT II.1. DEFINITIES EN ALGEMENE TERMINOLOGIE Artikel 2 Begrippen Er wordt verstaan onder: 1. abituriënt: een potentiële student; 2. academiejaar: een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar; van de vaste duur van één academiejaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het instellingsbestuur van de Hogeschool West-Vlaanderen en/of de Associatie Universiteit Gent beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten; 3. academische gerichtheid: gericht zijn op de algemene vorming en op de verwerving van academische of artistieke kennis en competenties eigen aan het functioneren in een domein van de wetenschappen of van de kunsten; academisch gerichte opleidingen zijn op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd; 4. academische kalender: een jaarplan van het academiejaar, goedgekeurd door de Raad van Bestuur, waarin de weken genummerd zijn, de mogelijke activiteiten per week en de vakantieperiodes benoemd zijn; 5. accreditatie: de formele erkenning van een opleiding op grond van een beslissing van een onafhankelijk orgaan waarin vastgesteld wordt dat de opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten; 6. actualiseringsprogramma : een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van een creditbewijs, EVK s of een bewijs van bekwaamheid dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald; 7. afstudeerrichting: een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten en die als doel heeft het verwerven van specifieke, afstudeerrichtingsgebonden competenties binnen de opleiding; 8. afstandsonderwijs: het onderwijs dat hoofdzakelijk met behulp van ICT wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is; 9. associatie : de rechtspersoonlijkheid waarin minstens één hogeschool en één universiteit geassocieerd zijn conform het structuurdecreet; de Hogeschool West-Vlaanderen is partner van de VZW Associatie Universiteit Gent met als partnerinstellingen de Universiteit Gent, de Hogeschool Gent en de Arteveldehogeschool; 3

10. attest: een officieel bewijs uitgereikt door de Hogeschool West-Vlaanderen dat de persoon een opleidingstraject in het kader van permanente vorming volgde met het oog op bij- en nascholing of aanwezig was op een studieactiviteit in hetzelfde kader; 11. bacheloropleiding: een opleiding die aansluit op het secundair onderwijs, waarvan de studieomvang ten minste 180 studiepunten bedraagt en ofwel professioneel gericht is ofwel academisch gericht. Een professioneel gerichte bacheloropleiding heeft tot doel de studenten te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis en competenties nodig voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. Een academisch gerichte bacheloropleiding heeft tot doel de studenten te brengen tot een niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder met als doelstelling het doorstromen naar een masteropleiding; 12. bachelor-na-bacheloropleiding: een bacheloropleiding die aansluit op (een) andere bacheloropleiding(en) in het hoger professioneel onderwijs en waarvan de studieomvang tenminste 60 studiepunten omvat; 13. bekwaamheidsonderzoek: het onderzoek van de competentie(s) van een persoon, voorafgaand aan het afleveren van een bewijs van bekwaamheid; 14. beursstudent: een student die een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap; 15. bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een student op grond van EVC s of EVK s de competenties heeft verworven eigen aan: a) het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het masterniveau, of c) een welomschreven opleiding, module, opleidingsonderdeel, cluster van opleidingsonderdelen of partim. Het bedoeld bewijs betreft een document of een registratie; 16. bijna-beursstudent: een student die geen studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentie-inkomen ten hoogste 1.336,71 euro boven de financiële maximumgrens bepaald in de regelgeving betreffende de studiefinanciering ligt; 17. competentie: het vermogen om adequaat te handelen in een professionele en/of persoonlijke context door de integratie van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen of attitudes; 18. contactuur: uur waarin onderwijs gegeven wordt in rechtstreeks contact tussen de onderwijsverstrekker en de student, en op grond daarvan gebonden aan een bepaalde uren van onderwijsverstrekking. Contactonderwijs kan dus zowel hoorcolleges als werkcolleges, begeleide seminaries of workshops, ter plaatse begeleide zelfstudie, enz. omvatten als 4

verplichte aanwezigheid via ICT; 19. credit: een studiepunt verbonden aan een module/opleidingsonderdeel of een deel daarvan en waar uit de evaluatie blijkt dat de student de competenties verbonden aan de module/het opleidingsonderdeel en/of het partim in voldoende mate verworven heeft; 20. creditbewijs: document of andere vorm van registratie waarin vastgelegd wordt dat een student een examen heeft afgelegd, en dat hij de competenties, verbonden aan een module/opleidingsonderdeel, heeft verworven; 21. creditcontract: een contract, aangegaan door een instellingsbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen; 22. c.q.: casu quo (Lat.), in welk geval, in het zich voordoende geval; 23. deelcompetentie: een competentie die verbonden is aan en (gedeeltelijk) verworven wordt op het niveau van een module; 24. deelexamen: elk examen over een welbepaald en vooraf aangekondigd deel van de leerstof van een module of een deel ervan dat volgens een vooraf aangekondigde weging in het uiteindelijke examencijfer van de module verrekend wordt; 25. deliberatie: samenkomst van de examencommissie waarop de examencijfers definitief vastgesteld worden door in en over de modules de beheersingsgraad van de te verwerven (deel)competenties vast te stellen; 26. departement: een organisatorisch deel van de Hogeschool West-Vlaanderen dat geleid wordt door een departementshoofd en bestuurd door een departementsraad; 27. diploma: officieel bewijs uitgereikt door een erkende onderwijsinstelling dat bewijst dat de student met succes zijn opleiding afgerond heeft of de betrokkene over de nodige eerder verworven kwalificaties en/of het nodige bewijs van bekwaamheid beschikt. Het diploma vermeldt na de graad de studieomvang van de opleiding; de Vlaamse regering bepaalt de vorm van het diploma; 28. diplomacontract: een contract, aangegaan door een instellingsbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een graad of diploma van een opleiding of die zich inschrijft voor een schakel- of voorbereidingsprogramma of van een postgraduaatsopleiding wanneer die verbonden is aan een overeenstemmende beroepstitel; 29. diplomasupplement: een supplement bij het diploma dat aanduiding geeft van de aard van de opleiding, de duur van de opleiding, het voltooide opleidingsprogramma en de behaalde creditbewijzen, de eventueel verleende vrijstellingen en eventueel de vooropleiding en de vermelding van de instelling(en) waaraan de student de opleidingsonderdelen/modules heeft gevolgd als die verschillend is (zijn) van de uitreikende instelling of in het geval van gezamenlijke diplomering. De vorm van het diplomasupplement wordt bepaald door de Vlaamse regering; 5

30. ECTS: European Credit Transfer and accumulation System, Europees erkend systeem om de studiepunten en de score van de student door objectieve vergelijking internationaal over te hevelen en te accumuleren; 31. evaluatie: elke beoordeling van de voortgang van de student op het vlak van (deel)competenties of kennis, inzicht, vaardigheden en/of attitudes die resulteert in een score; 32. EVC: een eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd; 33. EVK: een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel studietraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om het slagen voor een module of creditbewijs dat werd behaald binnen dezelfde instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden; 34. examen: elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een module of een deel ervan, heeft verworven, uitgedrukt in een examencijfer op 20; 35. examencijfer: de cijfermatige beoordeling van een student per opgelegd examen; 36. examencontract: een contract, aangegaan door een instellingsbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: a) een graad of een diploma van een opleiding, of b) een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. Via de studiegids kunnen bepaalde modules/opleidingsonderdelen mits bijkomende motivatie niet in aanmerking komen voor een examencontract. 37. examensecretariaat: de departementale meldings- en informatiecel voor alle bij de examens betrokken partijen; 38. examentuchtbeslissing: elke sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten; 39. financierbare student: een student die voldoet aan de criteria om te voldoen aan de financieringsvoorwaarden overeenkomstig artikel 7 van het financieringsdecreet of geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en als buitenlandse student zich inschrijven boven de 2% van het totaal aantal financierbare studenten van de hogeschool; 40. financieringsdecreet: decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen; 41. gedelibereerde studiepunten: studiepunten waarvoor een student op basis van examens geen creditbewijs verworven heeft, maar waarvoor een examencommissie beslist heeft dat 6

de bijbehorende modules niet hervat hoeven te worden, omdat de examencommissie verklaard heeft dat de student geslaagd is voor het geheel van de modules in kwestie die hij tijdens de periode in kwestie heeft gevolgd; 42. geïndividualiseerd studietraject: een studietraject dat voor een bepaalde student afwijkt van het modeltraject; 43. getuigschrift: bewijs uitgereikt door de Hogeschool dat een student met succes een postgraduaat volgde; 44. graad: de aanduiding van bachelor of master verleend op het einde van een opleiding c.q. na promotie met de uitreiking van een diploma in de bachelor- en masteropleidingen; 45. herinschrijving: niet de eerste inschrijving aan de Hogeschool West-Vlaanderen; 46. hogescholendecreet: het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd; 47. Hogeschool: Hogeschool West-Vlaanderen, afgekort HOWEST; 48. hogeschoolbestuur: de decretale bestuursorganen van een hogeschool, c.q. deze van de Hogeschool West-Vlaanderen; 49. jokerkrediet: deel van het studiefinancieringskrediet dat onder welbepaalde voorwaarden kan worden opgenomen conform het decreet betreffende de studiefinanciering en de studentenvoorzieningen van 30 april 2004; 50. kwalificatie: een afgerond en gevalideerd geheel van competenties, met als bewijsstuk een officieel getuigschrift of diploma uitgereikt na het met goed gevolg voltooien van een studieof scholingstraject of via EVC- en/of EVK-procedure; 51. kwalificatie van een graad: toevoeging die verwijst naar de voltooide opleiding; 52. leerkrediet: het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn/haar studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of een module onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij/zij verwerft, kan evolueren; de student kan zijn/haar leerkrediet raadplegen op www.studentenportaal.be; 53. masteropleiding: een academisch gerichte opleiding die rechtstreeks aansluit op minstens één academisch gerichte bacheloropleiding, waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt en tot doel heeft de studenten te brengen tot een gevorderd niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, noodzakelijk voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen en afgesloten met een masterproef; 54. master-na-masteropleiding: een masteropleiding die volgt op (een) andere masteropleiding(en) en waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt; 7

55. masterproef: werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid en waardoor de student blijk geeft van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of van het vermogen tot kunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de betrokken student. De studieomvang van de masterproef uitgedrukt in studiepunten is gelijk aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma, met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. 56. mentor: lid van de studiebegeleiding in een opleiding die een deel van de studenten van een opleiding toegewezen krijgt om structureel gesprekken inzake hun studievoortgang te voeren en na de eerste examens een gesprek voert met de probleemstudenten uit zijn/haar groep op basis van de resultaten van het zelfonderzoek studieattitude (ZOSA); 57. modeltraject: het studietraject dat voorgeschreven wordt voor een groep studenten; 58. module: een opleidingsonderdeel in een modulair opgebouwd opleidingsprogramma, kan al dan niet bestaan uit verschillende partims; 59. monitor: elk lid van het onderwijzend personeel die betrokken is bij onderwijs- en/of leeren/of evaluatieactiviteiten met als opdracht de studievoortgang inzake zijn/haar eigen activiteiten bij de studenten te bevorderen, o.a. via remediëring; 60. niet-contactuur: uur van onderwijs-, studie- en/of toetsactiviteiten niet gebonden aan een zelfde tijd van onderwijsverstrekking van student en onderwijsverstrekker, maar wel met mogelijk geïndividualiseerd onderwijs, begeleiding en/of communicatie op afstand; 61. niveau: het niveau van een module zoals aangegeven op de studiefiche; er worden 3 niveaus onderscheiden: inleidend (eerste kennismaking met de leerstof en vertaald in brede competenties verwant aan die leerstof), uitdiepend (verdere verdieping na een eerste kennismaking met de leerstof en vertaald in (een) competentie(s) verfijnd in specifieke kennis, inzicht, vaardigheden en/of houdingen in (een) specifiek(e) context(en)) en gespecialiseerd (uitmondend in competenties die enkel aan specialisten kunnen toegewezen worden); 62. onderwijsactiviteit: elke activiteit die georganiseerd wordt om de competenties van de opleiding/modules/opleidingsonderdelen en/of partims te verwerven; 63. opgenomen studiepunten: studiepunten, verbonden aan de modules, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar; 64. opleiding: de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod; 65. opleidingskenmerken: de profielafbakening van een opleiding, voortvloeiend uit: - de kwalificatie en/of specificatie van de graad verleend op het einde van de opleiding, en/of - de studieomvang van de opleiding, en/of de instelling waar de opleiding wordt 8

georganiseerd; - een specifieke afstudeerrichting binnen een opleiding; - andere, specifieke keuzetrajecten of keuzepakketten die worden aangeboden; 66. opleidingsonderdeel: een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes, in een modulaire opleiding wordt een opleidingsonderdeel module genoemd; 67. overdracht: het overdragen van een examencijfer vanaf 10/20 bij herinschrijving in dezelfde module in een volgend academiejaar. Aan de Hogeschool West-Vlaanderen worden bij nietgeslaagde modules dergelijke examencijfers op partims overgedragen. 68. participatiedecreet: het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, zoals gewijzigd; 69. partim: een afgebakend deel van een module met een studieomvang van gehele studiepunten; 70. postgraduaat: opleidingstraject met een studieomvang van ten minste 20 studiepunten in het kader van de verdere professionele vorming, verbreding en/of verdieping van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelor- of masteropleiding; 71. professionele gerichtheid: gericht zijn op de algemene vorming en de verwerving van professionele kennis en competenties, gestoeld op de toepassing van wetenschappelijke of artistieke kennis, creativiteit en praktijkkennis; 72. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen: administratief college van extern beroep inzake examenbeslissingen, examentuchtbeslissingen, de al dan niet toekenning van een bewijs van bekwaamheid op grond van EVC of EVK, vrijstellingen, het opleggen van schakel- en/of voorbereidingsprogramma s, bindende studievoorwaarden voor en weigering van inschrijving; adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Hendrik Consciencegebouw 7A, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel. Meer info op www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/raad. 73. schakelprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan een abituriënt die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma en de algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis beoogt bij te brengen; 74. specificatie van een graad: de toevoeging van de woorden of science of of arts aan een graad; 75. structuurdecreet: het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger 9

onderwijs in Vlaanderen, zoals gewijzigd; 76. student: de persoon ingeschreven aan een instelling van hoger onderwijs en die dus de toetredingsovereenkomst en het studiecontract ondertekend heeft; 77. student met een functiebeperking: een student die bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap een goedgekeurd dossier heeft voor een tegemoetkoming; 78. studentensecretariaat: de instantie binnen een departement waar de student zich inschrijft, attesten kan verkrijgen, enz. 79. studiebegeleiding: begeleidingsstructuur en begeleidingssysteem aangeboden door de Hogeschool om de student te helpen zijn studie te optimaliseren via departementale studiebegeleiding naar studiemethode, trajectbegeleiding, mentoraat en monitoraat; 80. studiecontract: het contract dat bij de inschrijving van de student afgesloten wordt tussen de hogeschool enerzijds en de betrokken student anderzijds. Het studiecontract is ofwel een diplomacontract, een creditcontract of een examencontract; 81. studiegebied: een van de decretale gebieden waarin opleidingen zijn samengebracht; 82. studiegeld: het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens; 83. studieomvang: het aantal studiepunten toegekend aan een module, partim, opleidingsprogramma of opleiding; 84. studieomvangvermindering: vermindering van de voorgeschreven studieomvang via vrijstelling(en) toegekend op basis van een eerder met goed gevolg afgelegd examen(s), EVC- en/of EVK-procedure; 85. studiepunt: een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elke module wordt uitgedrukt; 86. studietijd: de in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten van een module, een opleidingsprogramma of een opleiding succesvol af te ronden; 87. studietraject: de wijze waarop de studie wordt geordend; 88. studievoortgangsbeslissing: één van volgende beslissingen genomen door de examencommissie (diploma- of examencontract), het departementshoofd (EVC, EVK en vrijstellingen) of de evaluator(en) (creditcontract): - een examenbeslissing, zijnde elke beslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een of meerdere opleidingsonderdelen/modules, partim(s) of een opleiding als geheel; - een examentuchtbeslissing, zijnde een sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten; 10

- de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven; - de toekenning van een vrijstelling, zijnde de opheffing van de verplichting om over een module of een partim, examen af te leggen; - een beslissing waarbij het volgen van een schakel- en/of voorbereidingsprogramma wordt opgelegd en waarbij de studieomvang van dergelijk programma wordt vastgesteld; - het gemotiveerd opleggen van het volgen van bijkomende modules en/of partims voor het toekennen van een diploma op grond van een bewijs van bekwaamheid; 89. toelatingscheck: een onderzoek aan de Hogeschool West-Vlaanderen om als niet-houder van een diploma van secundair onderwijs en jonger dan 21 jaar te genieten van afwijkende toelatingsvoorwaarden en eventueel toch in te schrijven in een opleiding via een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen; 90. toelatingsonderzoek: een onderzoek op niveau van de Associatie Universiteit Gent om als 21-jarige, vluchteling en/of virtuoos van afwijkende toelatingsvoorwaarden te genieten en eventueel toch in te schrijven in een opleiding; 91. toetredingsovereenkomst: de overeenkomst tussen bestuur en student zoals bepaald in artikel II.3. van het participatiedecreet, waarbij de laatste aangeeft de algemene voorwaarden en het studiecontract te aanvaarden; 92. topsporter: een student die aan een of meerdere van onderstaande voorwaarden voldoet: - officieel erkend is als topsporter of beloftevolle jongere door het Belgisch Olympisch Interfederaal Comité (BOIC) - officieel erkend is als topsporter door het Vlaams Bureau Topsport (VBT-BLOSO); - erkend is als topsporter bij een door de Vlaamse Gemeenschap erkende sportfederatie; - aangeduid is als kandidaat-deelnemer aan een studentenwereldkampioenschap of Universiade; - geselecteerd is voor deelname aan een EK of WK (individueel), voor de nationale ploeg of Europabeker (ploeg); - behoort tot een ploeg in eerste of tweede nationale klasse, of tot een ploeg in ere- of eerste divisie, of tot een nationale juniores- of senioresploeg, of tot de top 20 in België in een individuele sport; 93. trajectbegeleider: aanspreek- en overlegpersoon van de opleiding voor de individuele student om zijn/haar studietraject en/of EVC- en/of EVK-procedure uit te stippelen en te begeleiden; 94. type: aanduiding in de studiefiche van ofwel verplicht ofwel keuzemodule/partim ; 11

95. uitschrijven: het vroegtijdig beëindigen van dat deel van de opleiding waarvoor de student zich voor het betrokken academiejaar heeft ingeschreven, op schriftelijk verzoek van de student; 96. verworven studiepunten: studiepunten, verbonden aan de modules, waarvoor een student een creditbewijs heeft behaald; 97. volgtijdelijkheid: de door het instellingsbestuur bepaalde regels terug te vinden in de studiegids over het gevolgd hebben van of geslaagd zijn voor een module of opleiding vooraleer een student een examen kan doen over een andere module of een andere opleiding; 98. voorbereidingsprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de opleiding waarvoor hij/zij zich wenst in te schrijven; 99. vrijstelling: de opheffing van de verplichting om over een module, of een deel ervan, examen af te leggen; 100. werkstudent: een student die aan de volgende voorwaarden beantwoordt: - hij/zij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand, of hij/zij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgestelde traject naar werk; - hij/zij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma - hij/zij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijs- en leervormen en met specifieke modaliteiten van begeleiding en aanbod, dat als zodanig geregistreerd is in het hogeronderwijsregister. 101. ZOSA: zelfonderzoek studieattitude, een elektronische vragenlijst waardoor de student beter zicht krijgt op zijn/haar eigen studieattitude. II.2. STUDENTEN Artikel 3 Statuut van de student 1. Een student aan de Hogeschool West-Vlaanderen is iemand die aan de decretale toelatingsvoorwaarden voldoet, zich op een regelmatige manier ingeschreven heeft, conform artikels 16, 17, 18 en 19 en het onderwijs- en examenreglement als toetredings-overeenkomst, de eventuele departementale aanvullingen en het studiecontract ondertekend heeft. De student geniet van de rechten en plichten uitgeschreven in de toetredingsovereenkomst en het studiecontract. Als bewijs van het student zijn krijgt hij/zij een studentenkaart en alle nodige bewijsstukken, o.a. 12

voor kinderbijslag, studiefinanciering en buspas indien van toepassing. 2. Gaststudent Een gaststudent is een student die is ingeschreven in een andere instelling van hoger onderwijs in het binnen- of buitenland en die, in het kader van zijn opleiding, één of meerdere modules volgt aan de Hogeschool West-Vlaanderen. De gaststudent wordt gedekt door de betreffende raamovereenkomst van de AUGent of een bilaterale overeenkomst tussen de Hogeschool West- Vlaanderen en de andere instelling van hoger onderwijs. De gaststudent geniet van de rechten en plichten van de toetredingsovereenkomst, maar krijgt geen studiecontract. De gaststudent krijgt wel een studentenkaart geldig voor de periode waarin hij/zij modules volgt aan de Hogeschool West-Vlaanderen. II.3. TOELATINGSVOORWAARDEN Artikel 4. Toepassingsgebied De toelatingsvoorwaarden die in dit hoofdstuk worden bepaald, gelden zowel voor de inschrijving voor een opleiding als voor de inschrijving voor een of meerdere modules. II.3.1. Algemene toelatingsvoorwaarden Artikel 5. Algemene toelatingsvoorwaarden Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding met een diplomacontract conform artikel 23 geldt als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma s: 1 een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap; 2 een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; 3 een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid, of 4 een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het departementshoofd personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding. De volgende studiebewijzen vallen onder 4 hierboven (voor andere studiebewijzen wordt 13

mogelijks en indien vermeld een specifieke procedure gevolgd): - Belgische studiebewijzen o diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap; o brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs; o diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer; o diploma van technisch ingenieur; o diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium; o diploma van de hogere technische school van de derde graad; o een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs of een getuigschrift / getuigschriften / deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal; o een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding die leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect; o Een bachelordiploma of gelijkwaardig; o Een masterdiploma of gelijkwaardig. - Buitenlandse studiebewijzen o Een buitenlands bachelordiploma of gelijkwaardig; o Een buitenlands masterdiploma of gelijkwaardig; o een Europees Baccalaureaat Diploma, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland; o een Diplôme du baccalauréat international, uitgereikt door het Office du Baccalauréat International te Genève o een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO) o een Luxemburgs «diplôme de Fin d Etudes secondaires» of «diplôme de Fin d Etudes secondaires techniques» ; o een Nederlands diploma Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO); o een Nederlands diploma Middelbaar beroepsonderwijs (MBO) van ten minste 3-4 jaar met kwalificatieniveau 4 voor de professioneel gerichte bacheloropleiding (voor academische opleidingen gelden de afwijkende toelatingsvoorwaarden); 14

o een Nederlands Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen ; o een Frans diploma «Baccalauréat» (minimum score 10/20) ; o een Duits diploma Zeugnis der allgemeinen Hochschulreife/Abitur ; o een High school diploma (USA) met een transcript of records (puntenlijst), dat ten minste 4 AP s (Advanced Placements) vermeldt. De student bezorgt daartoe het origineel van diploma of getuigschrift, waarvan ter plaatse een kopie gemaakt wordt. Artikel 6 Algemene toelatingsvoorwaarden bacheloropleidingen bij ontstentenis van bewijsstukken Een departementshoofd kan studenten die niet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden inschrijven voor afzonderlijke modules onder een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van één of meerdere creditbewijzen op voorwaarde dat uit een intern onderzoek blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om de module(s) goed te kunnen volgen. Dit onderzoek wordt aan de Hogeschool West-Vlaanderen toelatingscheck genoemd en bestaat uit de aanmelding, een verkenningsgesprek met de opleidingscoördinator en/of trajectbegeleider, de samenstelling van een portfolio onder begeleiding van de portfolio-begeleider en een assessment op portfolio. Voor meer info neem contact op met de centraal begeleider, en/of vraag naar de HOWESTprocedure Toelatingscheck. Artikel 7. Algemene toelatingsvoorwaarde masteropleiding 1. Als algemene toelatingsvoorwaarde voor een masteropleiding geldt het bezit van een diploma van een bacheloropleiding. 2. Het betrokken departement de toelating tot een masteropleiding beperken tot afgestudeerden van bacheloropleidingen met specifieke opleidingskenmerken. 3. Op grond van 2. wijst het betrokken departement voor elke masteropleiding alleszins één bacheloropleiding in het academisch onderwijs als algemene toelatingsvoorwaarde aan. 15

Het betrokken departement kan bepalen dat de inschrijving voor een masteropleiding ook openstaat voor afgestudeerden van bacheloropleidingen met andere opleidingskenmerken, indien zij een voorbereidingsprogramma met succes voltooien. Het betrokken departement kan de inhoud en studieomvang van dergelijk voorbereidingsprogramma differentiëren naar gelang van de graad van inhoudelijke verwantschap tussen deze andere bacheloropleidingen en de in het eerste lid bedoelde bacheloropleiding. 4. Een universiteit en één of meer hogescho(o)l(en) kunnen in de schoot van een associatie gezamenlijk (een) masteropleiding(en) aanbieden waarvoor als algemene toelatingsvoorwaarde het bezit geldt van een diploma van een bacheloropleiding in het hoger professioneel onderwijs. De universiteit en hogescho(o)l(en) reiken bij de voltooiing van de masteropleiding(en) een gezamenlijk diploma uit. Zij verlenen de gezamenlijke graad van master. Artikel 8 Overgang van professioneel gerichte bachelor naar masteropleiding 1. De inschrijving van een afgestudeerde van een bacheloropleiding in het hoger professioneel onderwijs voor een masteropleiding is afhankelijk van de succesvolle voltooiing van een schakelprogramma met een studieomvang van ten minste 45 en ten hoogste 90 studiepunten. 2. Het betrokken departement kan voorafgaand aan de inschrijving een bekwaamheidsonderzoek voorschrijven. Het bekwaamheidsonderzoek gaat na of de in artikel 58, 2, 2, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis aanwezig zijn. Het betrokken departement kan op grond van EVK s of de resultaten van een bekwaamheidsonderzoek: 1 de studieomvang van een schakelprogramma differentiëren; 2 de minimale studieomvang van een schakelprogramma onder de 45 studiepunten vaststellen; 3 de student vrijstellen van de verplichting om een schakelprogramma te volgen.. II.3.2. Bijzondere toelatingsvoorwaarden Artikel 9 Inschrijving in afstandsonderwijs 1. Om in te schrijven in een opleiding die in afstandsonderwijs aangeboden wordt moet de 16

student het statuut van werkstudent hebben, conform de definitie in artikel 2, 100 van dit reglement, en minstens 23 jaar zijn. 2. In tegenstelling met de definitie van werkstudent kan hij/zij reeds in het bezit zijn van een tweede cyclus- of masterdiploma. 3. Indien aan minstens 1 van de genoemde voorwaarden in 1. niet voldaan is, kan de student zich nog inschrijven na een intakegesprek waarin naar motivatie en sociale omstandigheden gepeild wordt. De procedure na het intakegesprek is identiek aan de procedure voor een geïndividualiseerd traject zoals in artikel 17. Artikel 10 Inschrijving in een bachelor-na-bacheloropleiding 1. De betrokken departementsraad kan de rechtstreekse toegang tot een bachelor-nabacheloropleiding beperken tot afgestudeerden van bacheloropleidingen met specifieke opleidingskenmerken. Dit moet duidelijk vermeld staan in de studiegids. 2. De betrokken departementsraad wijst voor elke bachelor-na-bacheloropleiding ten minste één bacheloropleiding in het professioneel hoger onderwijs aan waarop die bachelor-nabacheloropleiding rechtstreeks volgt. Dit moet duidelijk vermeld staan in de studiegids. De betrokken departementsraad kan bepalen dat de inschrijving voor een bachelor-nabacheloropleiding ook openstaat voor afgestudeerden van andere bacheloropleidingen dan deze die rechtstreeks toegang geven tot de bachelor-na-bacheloropleiding, indien zij een voorbereidingsprogramma met succes voltooien. De betrokken departementsraad kan de inhoud en studieomvang van dergelijk voorbereidingsprogramma differentiëren naar gelang van de graad van inhoudelijke verwantschap tussen deze andere bacheloropleidingen en de in het eerste lid bedoelde bacheloropleiding. Artikel 11 Inschrijving in een master-na-masteropleiding 1. De betrokken departementsraad kan bepalen dat de inschrijving voor sommige masteropleidingen, verder "master-na-masteropleidingen" genoemd, enkel rechtstreeks openstaat voor personen die reeds in het bezit zijn van een diploma van een masteropleiding. De betrokken departementsraad kan de toelating tot een master-na-masteropleiding beperken tot afgestudeerden van masteropleidingen met specifieke opleidingskenmerken. 17

2. Op grond van 1, tweede lid, wijst de betrokken departementsraad voor elke master-namasteropleiding ten minste één masteropleiding aan waarop die master-na-masteropleiding rechtstreeks volgt. De betrokken departementsraad kan bepalen dat de inschrijving voor een master-namasteropleiding ook openstaat voor afgestudeerden van andere masteropleidingen dan deze die rechtstreeks toegang geven tot de master-na-masteropleiding, indien zij een voorbereidingsprogramma met succes voltooien. De betrokken departementsraad kan de inhoud en studieomvang van dergelijk voorbereidingsprogramma differentiëren naar gelang van de graad van inhoudelijke verwantschap tussen deze andere masteropleidingen en de in het eerste lid bedoelde masteropleiding. II.3.3. Afwijkende toelatingsvoorwaarden Artikel 12 Afwijkende toelatingsvoorwaarden Kandidaat-studenten die niet voldoen aan de hierboven vermelde algemene of bijzondere toelatingsvoorwaarden kunnen toelating verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding van een AUGent-instelling, conform artikel 23; indien ze slagen in een toelatingsonderzoek. Een specifieke procedure regelt dit onderzoek. Op voorwaarde dat aan de geldende taalvoorwaarden voldaan is, kan het toelatingsonderzoek worden aangevraagd door: - kandidaat-studenten die niet aan de voormelde, algemene toelatingsvoorwaarden voldoen op voorwaarde dat ze minimaal de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben; - vluchtelingen en ontheemden, zonder leeftijdsbeperking; - virtuozen, zijnde personen die een bepaalde discipline op een bijzondere wijze beheersen, zonder leeftijdsbeperking; Kandidaat-vluchtelingen van wie de asielaanvraag ontvankelijk is verklaard, alsook hun kinderen, bewijzen dit door middel van: - de bijlage 25 afgegeven aan de grens aan een asielzoeker of de bijlage 26 afgegeven in het Rijk aan een asielzoeker, en - een attest van immatriculatie, en - het attest van ontvankelijkheid van de asielaanvraag, uitgereikt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Bovenvermelde stukken zijn overeenkomstig het K.B. van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 18

Om zich uiteindelijk te kunnen inschrijven dient de kandidaat ook te voldoen aan de eventuele bijkomende toelatingsvoorwaarden voor de opleiding waarvoor de kandidaat wenst in te schrijven. Voor meer inlichtingen neemt de kandidaat-student contact op met de centrale aanspreekpersoon en/of de betrokken trajectbegeleider. Meer inlichtingen zijn te vinden in de Gids toelatingsonderzoek. De beslissing van de Validerende Instantie, gebaseerd op het resultaat van het toelatingsonderzoek, wordt schriftelijk meegedeeld aan de kandidaat. De toelating geldt voor alle bacheloropleidingen van de AUGent-instellingen. Als bijkomende voorwaarde om te kunnen inschrijven vindt een gesprek plaats van de kandidaat met de opleidingscoördinator of trajectbegeleider van de opleiding waar de kandidaat wenst in te schrijven. Artikel 13 Toelatingsvoorwaarden voor buitenlandse studenten 1. Buitenlandse studenten moeten steeds de toelating of machtiging voor een verblijf in België kunnen voorleggen, zoals bepaald door de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Zij kunnen dit doen door een van onderstaande middelen: - de identiteitskaart van een lidstaat van de Europese Unie; - de verblijfskaart van een lidstaat van de Europese Unie; - de identiteitskaart voor vreemdeling; - het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister. Alle stukken verwijzen naar artikel 31 van het K.B. van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. 2. Europese studenten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden met een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de diploma s uit artikel 5 en 11 wordt erkend. Europese studenten zijn studenten met de nationaliteit van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte. De student bezorgt daartoe het origineel van het diploma of getuigschrift, waarvan een kopie genomen en bewaard wordt. 3. Niet-Europese studenten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden met een studiebewijs dat krachtens een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de diploma s uit artikel 19

5 en 11 wordt erkend. De student bezorgt daartoe een origineel van het diploma of getuigschrift, waarvan een kopie genomen en bewaard wordt. Chinese staatsburgers bezorgen daarbij een APS-certificaat. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het departementshoofd personen die in een land buiten de Europese Economische Ruimte een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het hoger professioneel en/of het hoger academisch onderwijs toelaten tot de inschrijving voor eenzelfde gerichte bacheloropleiding. De student bezorgt het departementshoofd hiertoe een schriftelijk gemotiveerde aanvraag. De aanvraag moet bevatten: 1 de kopieën van diploma s van secundair en/of hoger onderwijs; 2 een verklaring van de betrokken ambassade of consulaat die de opleidingen en/of de niveaus vermeldt waartoe de houder in het land waar het diploma of getuigschrift uitgereikt werd, toegang heeft; 3 bij ontstentenis van 1 en 2 moet het getuigschrift van een buitenlands studiejaar hoger onderwijs door de bevoegde Vlaamse administratie gelijkwaardig verklaard worden; 4 opleidingsgebonden bijkomende vereisten omschreven in het aanvullend departementaal onderwijsreglement De documenten vermeld onder 1 en 2 moeten uitgereikt worden hetzij door de schooldirectie of officiële instanties van het land waar de (voor)opleiding(en) gevolgd werd(en) of hetzij door de instanties die de documenten officieel erkend hebben. Bovendien moeten zij echt verklaard worden door een bevoegd diplomatiek agent. Voor de diploma's of getuigschriften die niet opgesteld zijn in het Nederlands, het Frans, het Engels of het Duits, dient een vertaling door een Belgisch beëdigd vertaler bijgevoegd. 5. Studenten zonder wettelijke verblijfsvergunning of studentenvisum kunnen niet ingeschreven worden. Zij kunnen eventueel wel een bewijs van voorinschrijving krijgen. Na verloop van hun verblijfsvergunning worden zij, na verwittiging door de studentenadministratie, automatisch van de studentenlijsten geschrapt en kunnen dus geen onderwijsactiviteiten meer bijwonen, noch examen afleggen. Het initiatief tot het indienen van een kopie van een verlenging of een nieuwe verblijfsvergunning bij de studentenadministratie ligt bij de vreemde student. 6. In elk geval moeten ook buitenlandse studenten, net zoals Vlaamse studenten, zich persoonlijk komen aanmelden en moet hun studentendossier volledig zijn tot en met de betaling 20

van het studiegeld om volwaardig ingeschreven te zijn. II.3.4. Taalvoorwaarden Artikel 14 Taalvoorwaarden 1. Bij inschrijving dient een kandidaat te bewijzen voldoende kennis te bezitten van het Nederlands. Als afdoend bewijs wordt aanvaard: een bewijs dat ten minste één voltijds studiejaar van een Nederlandstalige opleiding in het secundair of hoger onderwijs met succes gevolgd werd of een attest van CEF-niveau B2 Nederlands (of hoger), zijnde ten minste gelijkwaardig aan de eisen gesteld in het Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs van de Nederlandse Taalunie. Dit attest komt overeen met een attest van niveau 5 van een Centrum voor Volwassenenonderwijs. 2. De AUGent-instellingen stellen als voorwaarde voor de inschrijving van reguliere buitenlandse studenten in Engelstalige opleidingen dat zij een van de volgende bewijsstukken dienen voor te leggen: Een attest dat de student reeds één jaar een voltijds studieprogramma van een Engelstalige opleiding met succes gevolgd heeft; hetzij aan een andere instelling voor hoger onderwijs, hetzij aan een secundaire school. Een recent TOEFL Certificaat: minimum score: 550 punten (papier), 213 punten (computer) of 79 (internet); Een recent IELTS Certificaat van de British Council: minimum score 5.5; Een certificaat van de Test Engels afgeleverd door het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de Universiteit Gent. Voor overige anderstalige opleidingen gelden desgevallend vergelijkbare voorwaarden geëxpliciteerd per anderstalige opleiding in het aanvullend, departementaal reglement. 3. Opleidingen kunnen indien ze dat wensen strengere taalvoorwaarden opleggen. Indien een opleiding die meermaals in de AUGent wordt aangeboden dit wenst te doen, dan overlegt ze hierover met haar associatiepartners om hierover af te stemmen zodat dezelfde voorwaarden gelden. De strengere taalvoorwaarden dienen per opleiding geëxpliciteerd te worden in het aanvullend, departementaal reglement. Artikel 15 Bijzondere toelatingsvoorwaarden inzake gelijktijdige inschrijvingen 1. De inschrijving voor een bachelor-na-bachelor, een master-na-master, een post-graduaat of 21

een bij- of nascholing is onderworpen aan de voorwaarden bepaald door de Vlaamse regelgeving, dit algemene onderwijsreglement of de departementale aanvullingen, het eventuele onderwijs- en examenreglement specifiek voor het aanbieden van dergelijke opleidingen in samenwerking met andere instellingen.of bepalingen bij de beslissing tot het aanbieden van dergelijke post-initiële opleidingen. 2. Een student die in het laatste traject van een bacheloropleiding aan vrijstelling kreeg van minstens 30 studiepunten, kan nog voor het behalen van het diploma van de bacheloropleiding, eveneens ingeschreven worden in een aansluitende bachelor-na-bacheloropleiding, een postgraduaat, een bij- of nascholing aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Een masterstudent die enkel nog de masterproef moet afleveren of vrijstellingen op basis van slagen in modules/opleidingsonderdelen en/of partims kreeg van minstens 30 studiepunten, kan nog voor het behalen van het masterdiploma, inschrijven in een aansluitende master-namasteropleiding aan de Hogeschool West-Vlaanderen. In beide bovenstaande gevallen kan de student evenwel slechts het diploma of getuigschrift van de vermelde, postinitiële opleiding halen na het behalen van het diploma van de betreffende bachelor- of masteropleiding. 3. Een student die nog modules/opleidingsonderdelen van een academische bachelor of een schakelprogramma moet volgen kan reeds inschrijven in modules van de aansluitende masteropleiding. Hij/zij kan echter slechts slagen in de laatstgenoemde indien hij/zij slaagt in de eerstgenoemde bij consecutief delibereren. II.4. INSCHRIJVING VAN DE STUDENT Artikel 16 Inschrijving als regelmatig student 1. Een abituriënt kan zich als student inschrijven voor zover hij/zij voldoet aan de decretale en reglementaire toelatingsvoorwaarden, inclusief de taalvoorwaarden en eventuele bijkomende voorwaarden. 2. Een abituriënt kan zich als student inschrijven voor: - één opleiding of meer opleidingen/afstudeerrichtingen tegelijk, en/of - één module of meer modules, die behoren tot één of meer opleidingen, en/of - een schakel- of voorbereidingsprogramma. 22