CUR-richtlijn 236 Ankerpalen, een beproeving?

Vergelijkbare documenten
BAM Infra Speciale Technieken. Groutankers. Boren groutankers kade Gevelco

Geotechniek en Eurocode 7

NPR en de praktijk. Ed Revoort Fundex Holding BV

Volker Staal en Funderingen

De uitvoering gebeurt in verschillende fasen : in een eerste fase worden de primaire panelen uitgevoerd op posities

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 2: wanden opgebouwd uit panelen

CUR-commissie onderzoekt slanke funderingselementen Knikstabiliteit ankerpalen

Proefbelastingen NPR en de Praktijk. Adriaan van Seters NEN-commissie Geotechniek Fugro

CRUX Engineering B.V. COBc congres 2016 Alkmaar november Dr.ir.ing. Almer van der Stoel.

De 6e Nationale Houten Heipalendag. De Eurocode komt eraan! Wat zijn de effecten op de berekeningen van paalfunderingen

Uitvoeringsfiche Soil mix wanden Type 1: wanden opgebouwd uit kolommen

P. Vermeulen Heiwerken B.V.

Tubex-groutinjectiepalen proefbelast voor Metrostation CS in Rotterdam

Onderwerpen. Cursus Bekistingen, hulpconstructies en uitvoeringsmethoden Bouwputten. Cursus Betonvereniging 1. Bouwputten deel 2.

P. Vermeulen Heiwerken B.V.

Schroefpalen. Schroefpalen bestaan in diverse uitvoeringen: - schroefpaal, ofwel mortelschroefpaal; - buisschroefpaal; - verbuisde schroefpaal.

Paaldraagvermogen: De weg vooruit. Adriaan van Seters Voorzitter NEN-commissie Geotechniek Fugro GeoServices

Afb. 1. Wand met soil mix -kolommen : klassieke uitvoering (links) en gestaffelde uitvoering (rechts).

Besteksomschrijving Voton HSP. volgens Stabu- en RAW-systematiek. Voton HSP is een product van Voorbij Funderingstechniek

Is Eurocode 7 af? Ir. G. Hannink, Gemeente Rotterdam Ir. M. Lurvink, NEN Ir. A.J. van Seters, Fugro GeoServices

Infofiche Uitvoeringsfiches voor palen met grondverdringing (categorie I). Schroefpalen met een schacht in plastisch beton.

Door palen naast elkaar uit te voeren, is het mogelijk om een wand te vormen die dienstdoet als beschoeiing (zie afbeelding 1).

Fundering Combitunnel Nijverdal

Effect installatiemethode van open stalen buispalen op de conusweerstand

Infofiche 56.3 Palenwanden. Type 1 : in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

Infofiche 56.2 Berlijnse wanden. Type 2 : beschottingen aanbrengen vóór de uitgraving

grondsoorten in Noord-Nederland spannend

BA-richtlijn 3.1 Versie januari 2007

Uitvoeringsfiche Palenwanden Type 1: in elkaar geplaatste palen (secanspalenwand)

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Nieuwsbrief Looiershof 14 juni 2017 Voortgang Project Looiershof

Ontwerp van een verankering volgens NEN ;2016

Richtlijnen voor avegaarpalen

Funderingen. Willy Naessens 7

Infofiche 56.1 Berlijnse wanden. Type 1 : beschottingen aanbrengen tijdens de uitgraving

Denkkracht. Daadkracht. Draagkracht.

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 1: beschotting aangebracht tijdens de uitgraving

Project : RIF 010. Rapport : 0433 RAP 001 WBR

Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers

Infofiche Uitvoeringsfiches voor palen met grondverdringing (categorie I). Schroefpalen met een schacht van plastisch beton.

Dit paaltype kan geclassificeerd worden zoals voorgesteld in tabel A.

Projectomschrijving : Vodafone mast 7845-B Projectlocatie : Petten. Draagvermogen. Documentnummer : PB Datum : 1 oktober 2014

Een stabiele basis begint bij Jetmix

Door middel van een vulstuk kunnen de hydraulische persen twee keer een slag van ongeveer 50 cm maken.

URGENTIE : NORMAAL Fax bericht nr. : 2 : SPOED Datum : 19 augustus 2011 Aantal pagina's : 10

Dit paaltype kan geclassificeerd worden zoals voorgesteld in tabel A.

Ankerpalen voor de toeritten van de Hubertustunnel in Den Haag

MFG 70. Bouwputten. HRO theorie MFG 70 1

Uitvoeringsfiche Berlijnse wanden Type 2: beschotting aangebracht voorafgaand aan de uitgraving

Infofiche Uitvoeringsfiches voor palen met grondverdringing (categorie I). Schroefpalen met een schacht in plastisch beton.

Indicatief funderingsadvies

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast

KLAPANKERS

Funderingsherstelmethoden. Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007

Draagkracht funderingspalen een up-date (2)

FUNDERINGSWERKEN VERBREDING A4 KUNSTWERK OUDE RIJN

Risicobeheersing ondergronds bouwen lessen van de NoordZuidlijn voor de Singelgracht. Dr. ir. Mandy Korff

Addendum bij SBRCUR 236 Ankerpalen, 1 e druk. Axiale veerstijfheid van op trek belaste ankerpalen

Geotechnische risicoverdeling kan altijd

MEMO. (complexnummer 694, 701 en 704) en ter aanvulling 1 woonblok (complexnummer 725) Onderdeel : Sparingen in galerijplaat tbv warmtenet Revisie : 0

OPLOSSINGEN DOOR MAATWERK

Document: Prefab betonpalen

Funderingen. schachtbreedte worden bepaald. Door middel van de formule d = b 4 π equivalent van deze paal worden bepaald.

DE ATLASPAAL. Hoge productiesnelheid Volledig grondverdringing Trillingsvrij & Geluidarm.

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

rib OOH4a Invloed bouwputten op de omgeving HRO ribooh4a Bouwputten 1

Pons bij funderings palen. Onderzoek naar vorm ponskegel bij op druk belaste palen onderwaterbetonvloer

Hei/trilproef Aquaduct N57

Geotechnisch Risicomanagement

Bestaande constructie gebruikt in bouw- en eindfase Amadeus Den Haag. Nieuwbouw dankzij hergebruik kelder

Constructies in Waterkeringen

I Postbus 210 I 8530 AE Lemmer

Classificatie van de brandwerendheid volgens EN :2207+A1:2009 van Attema Brandwerende Doorvoer aangebracht in een flexibele wand

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Omgevingsbeïnvloeding bij museum Ons Lieve Heer op Solder. Ir. J.K. Haasnoot directeur. CRUX Engineering BV

Zwelbelasting op funderingen, SBRCURnet/COB commissie C202. Erik Kwast Kwast Consult Marco Peters Grontmij Nederland

Geotechnische aspecten A4 Burgerveen Leiden. ALV Kivi afd. Geotechniek 2012 Bart van Paassen

Platform Constructieve Veiligheid

Constructieve toepassing van in tegelverband uitgevoerd metselwerk Aanvullende voorwaarden en rekenregels bij NEN-EN 1996

Balanceren voor gevorderden

Boekweitstraat GK Nieuw-Vennep

Grondvernageling: mogelijkheden en beperkingen

Productontwikkeling 3EM

Eurocode 7 Stand van zaken

Vervangen metselwerk walmuren Nieuwegracht Aanbestedende Dienst: Gemeente Utrecht Referentie: 16 SB 020

CUR HANDBOEK SOILMIX-WANDEN ONTWERP EN UITVOERING. Jeroen de Leeuw - ConGeo

Opdrachtgever: Bouwcombinatie Holendrecht V.O.F. Postbus AE Rijssen. Samenstelling rapportage:

Combiplan Nijverdal. Martijn Takken 6 November 2014

Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt

De ponswapening in het kelderdek is zeer zwaar uitgevoerd middels gelaste kransen. 18 // Bouwwereld

Subterranean strucs. Duurzaamheid in funderingspalen

Almere krijgt hoogste en diepste punt van Flevopolder

Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet

Teeuw Grondmechanica v.o.f. Lekdijk 134, 2865 LG Ammerstol tel:

Invloed van de bouw van een nieuw aquaduct in de A4 op het bestaande aquaduct Ringvaart

Postbus AB GORINCHEM. Lange Kleiweg 5 Postbus BC RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Niet-dragende wand met Attema hollewanddozen

WAT IS EEN CUR-AANBEVELING? Doel, positie en status

WINDOX Handelsonderneming Brinkmanstraat TA

VABOR. Bepaling druksterkte betonconstructies september 12. Bepaling van de druksterkte van bestaande betonnen constructies. Doel van het onderzoek

Behoort bij beschikking ZK Medewerker Publiekszaken/vergunningen. nummer: v0 datum:

Transcriptie:

CUR-richtlijn 236 Ankerpalen, een beproeving? ir. Ad Vriend Rapporteur CUR commissie C152 Acécon adviesbureau voor funderingstechnieken bv ing. Erwin de Jong Geobest bv De Hubertustunnel vormde hierop geen uitzondering. De betrokken aannemers hadden ruime er - varing met het betreffende paalsysteem en zelfs de uitvoering vanaf pontons was niet nieuw. Ervaring met de lokale bodemopbouw in combinatie met het paaltype ontbrak echter en de lengte van de palen was groter dan binnen het ervaringsgebied van de aannemers lag. Proefpalen om de installatiemogelijkheden te verifiëren, of proefpalen om de draagkracht van de palen aan te tonen waren anno 2005 niet gebruikelijk in de Nederlandse funderingspraktijk. Figuur 1 Onderwaterbetonvloer voorzien van. Inleiding De laatste jaren worden in toenemende mate zogenoemde toegepast. Met name als verticaal verankeringselement onder onderwaterbetonvloeren in bouwputten (figuur 1). Er is ruime ervaring met deze funderingselementen als schuin ingeboorde gegroute ankers ten behoeve van zijdelingse steun van grondkerende damwanden. Toch blijken in de ontwerp- en adviespraktijk van deze zelfde elementen, maar dan als verticale ankerpaal, kennisleemtes of onduidelijkheden aanwezig te zijn. Dat speelt met name op het gebied van de bepaling van de draagkracht en de axiale stijfheid. Daarnaast is er een sterke behoefte aan een gedegen kwaliteitsborging bij de uitvoering [1]. Een praktijkgeval van een ware beproeving Het aanbrengen van de eerste ankerpaal voor de toeritten van de Hubertustunnel duurde 2 dagen, waar op maximaal 2 uur was gerekend. Een tegenvaller, maar na een paar kleine wijzigingen aan de kop van de schroefgroutpaal werd vol goede moed begonnen met paal 2. En het ging inderdaad iets sneller, binnen één dag was ook de tweede paal op diepte. Een uitzondering vormt de hierboven beschreven gebeurtenis helaas niet. In de funderingswereld is nog een hoog gehalte aan trial and error normaal in de uitvoering van speciale funderingstechnieken. Misschien is geaccepteerd een nog betere benaming dan normaal, aangezien ook de uitvoerende funderingsbedrijven er echt niet op uit zijn om een nieuw werk op een dergelijke wijze te starten. Vaak ontstaan problemen tijdens de uitvoering al in de ontwerpfase, waar door ontwerpers en aannemers het toepassingsgebied van funderingstechnieken wordt opgerekt en soms ook overschat. Op de grenzen van het ervaringsgebied met bepaalde funderingstechnieken ontstaan problemen, die feitelijk alleen met proeven vooraf voldoende onderkend en voorkomen kunnen worden. Toen na 2 weken tobben het installeren van de palen inmiddels dagelijks werk begon te worden waren de vraagtekens bij aannemer en opdrachtgever omtrent de eigenschappen van de gemaakte palen niet weggenomen. De enige methode om duidelijkheid te krijgen over de draagkracht van de palen was het proefbelasten van de palen in de bouwkuip. Niet alleen waren de kosten op dat moment hoger dan wanneer vooraf proeven waren gedaan, het was ook duidelijk dat de te testen palen niet langer bruikbaar zouden zijn voor de constructie en dus sowieso moesten worden vervangen. Het resultaat van de uitgevoerde proeven bleek dramatisch. De geteste palen bleken slechts 30 tot 60% van de ontwerp trekkracht te kunnen leveren, waarna werd besloten om van paaltype en uiteindelijk ook van funderingsaannemer te wisselen. De lessen die inmiddels waren getrokken uit de uitvoering van de eerste resulteerden in een soepeler verlopen uitvoering bij de tweede fase van het aanbrengen van funderingspalen, al moet gezegd dat ook toen de draagkracht van de palen minder was dan vooraf, op basis van ervaringsgetallen voor de wrijvingseigenschappen, door de ontwerpers was voorzien. 14 GEOTECHNIEK December 2011

Samenvatting De afgelopen 5 jaar heeft CUR commissie C152 gewerkt aan het project Ontwerprichtlijn voor slanke niet geheide verankeringssystemen onder onderwater - betonvloeren. De werkzaamheden hebben nu geresulteerd in de eerste druk van CUR-publicatie 236 Ankerpalen. Naast uitgangspunten en rekenregels voor het bepalen van de grondmechanische draagkracht en axiale veerstijfheid van deze funderingselementen, is de kracht van deze CUR-richtlijn voornamelijk gelegen in een eenduidige procesgang voor de kwaliteitsborging. Aangetoond moet worden of een gekozen paalsysteem wel geschikt is voor toepassing in gegeven projectspecifieke omstandigheden, op welke wrijvingseigenschappen in die situatie gerekend mag worden en hoe om te gaan met de duurzaamheid. Verder was een belangrijke conclusie dat het toezicht op de uitvoering van de palen niet heeft gefaald. Op basis van de waarnemingen van zowel de aannemer als de opdrachtgever is besloten een aantal palen alsnog te testen en zijn ontwerp- en uitvoeringswijzigingen doorgevoerd. Er is door deze handelswijze nimmer sprake geweest van onveilige situaties en er was evenmin sprake van het optreden van een calamiteit. Toch is sprake van geotechnisch falen, immers de problemen met de funderingspalen hebben geleid tot een schade bedrag van circa 2,5% van de totale aanneemsom. Samenvattend waren de lessen uit het project Hubertustunnel de volgende: Onderzoek vooraf of het gewenste paaltype te installeren is in de specifieke grondgesteldheid op locatie en bij voorkeur in de maatgevende uitvoeringssituatie. Onderzoek of de wrijvingseigenschappen die zijn aangehouden in het ontwerp ook daadwerkelijk op locatie met het betreffende paalsysteem kunnen worden gehaald. Doe bovenstaande vooral als het ervaringsgebied met een bepaalde techniek wordt opgerekt. 4. Uitvoeringsprotocol waarin, vanwege de uitvoeringsgevoeligheid van deze in de grond gevormde verankeringsystemen, afspraken zijn vastgelegd voor: het tot bezwijken proefbelasten van verloren testpalen vooraf, en het uitvoeren van geschiktheids- en controleproeven achteraf op produktiepalen in de bouwkuip ter verificatie van draagkracht en veerstijfheid; registratie en beoordeling van relevante uitvoeringsparameters tijdens de uitvoering van de. Ankerpaal systemen De meeste van de beschikbare ankerpaal systemen zijn feitelijk een verticale variant van de toepassing als schuin ingeboorde gegroute ankers ter verankering van damwanden en diepwanden, maar ook zijn er recente ontwikkelingen waarbij verticale door middel van hoogfrequent trillen worden aangebracht. Al deze hebben met elkaar gemeen dat ze een in de grond met grout gevormd verankeringslichaam hebben, in staat zijn om hoge axiale belastingen op te nemen, economisch aantrekkelijk zijn en vaak met betrekkelijk klein materieel worden aangebracht. Paalschachten hebben een relatief geringe diameter van ongeveer 150 mm tot 300 mm, maar afhankelijk van het specifieke systeem zijn ook grotere diameters mogelijk. Om de krachten uit de constructie op de ankerpaal over te dragen hebben deze over de volledige lengte een enkele centrale massieve stalen staaf of buis. Het installeren van vindt plaats vanaf bestaand maaiveld, vanuit de (deels) ontgraven bouwkuip, of boven de nat ontgraven bouwkuip vanaf dragline schotten, ponton (figuur 2) of traverse. Afhankelijk van het ankerpaal systeem en de locale grondgesteldheid kunnen paalpunt niveaus Doel van de CUR-richtlijn 236 Ankerpalen De doelstelling van deze richtlijn is duidelijkheid te scheppen in de aanpak bij het ontwerp en uitvoering van [2]. De CUR-richtlijn bevat daarom eenduidige rekenregels en stelt eisen aan de duurzaamheid, het proefbelasten en de uitvoeringscontrole. Op hoofdlijnen vallen er vier deelonderwerpen te onderscheiden: 1. Grondmechanische draagkracht van in de grond gevormde, waarbij van belang zijn: invulling van de veiligheidsbeschouwing met betrekking tot de in de grond gevormde die wel uitvoeringsgevoelig zijn maar slechts in beperkt aantal beproefd kunnen worden; vaststelling van de (projectspecifiek) toe te passen paalklasse factoren α t, α s en α p voor de bepaling van de draagkracht van voor trek en druk met behulp van sondeerresultaten. 2. Bepaling van de axiale stijfheid van de anker - palen. 3. Constructieve sterkte en duurzaamheid van de paalschacht. Figuur 2 Installeren van vanaf ponton. 15 GEOTECHNIEK December 2011

GEOTECHNIEKDAG-SPECIAL van 40 m à 50 m beneden maaiveld of dieper worden gerealiseerd. Hoewel dergelijke vrijwel altijd worden toegepast om trekbelastingen tot 1000 kn of meer naar de diepere ondergrond over te dragen, worden ze in toenemende mate ook als drukpaal toegepast. Deze zijn ondanks hun Tabel 1. Ankerpaal systemen Indeling naar wijze van installatie Benaming ankerpaal systeem A met dubbele boorbuis GEWI-paal inwendig gespoelboorde B met enkele boorbuis GEWI-paal buitenom gespoelboorde C zelfborende Jetmix groutinjectiepaal De Vries groutinjectiepaal Dywi Drill ankers D geschroefde Schroefgrout injectiepaal Leeuwankerpaal Fundex trekankerpaal E hoogfrequent GEWI-paal ingetrilde slankheid in staat om hoge drukkrachten tot 1000 kn of meer op te nemen, waarbij naast de grondmechanische draagkracht ook de stabiliteit van de slanke paalschacht tegen zijdelings uitknikken een rol speelt [3]. Een belangrijk aspect is dat alle in deze CUR-richtlijn beschouwde ankerpaal systemen in de grond worden gevormd en sterk uitvoeringsgevoelig zijn. Ieder systeem kent haar eigen kritieke uitvoeringsparameters om een kwalitatief goede paal te kunnen maken. Behalve een verschillende wijze van installatie, zoals spoelboren, zelfborend, schroeven of hoogfrequent trillen en het al of niet op- en neerhalen van de boorbuis, zijn per installatiewijze en per leverancier ook weer varianten te onderscheiden. Zie tabel 1 voor de beschouwde systemen. Veiligheidsbeschouwing Ondanks een ogenschijnlijke gelijkenis, is het ontwerp van schuin ingeboorde gegroute ankers volgens de ontwerprichtlijnen CUR-publicatie 166 enerzijds en volgens CUR-rapport 2001-4 anderzijds gebaseerd op een fundamenteel verschillend veiligheidsconcept. Een schuin ingeboord gegrout anker dient na installatie in beginsel altijd beproefd te worden, waardoor ondanks een sterke uitvoeringsgevoeligheid met een relatief lage overall veiligheidsfactor kan worden volstaan. Bij toepassing van, zoals in onder - havige richtlijn beschouwd, treedt de complicatie op dat ondanks de uitvoeringsgevoeligheid deze zelden allemaal beproefd (kunnen) worden. Het beproeven betreft vaak slechts een gering percentage van het totale aantal geïnstalleerde anker - palen, terwijl er situaties zijn waarin deze helemaal niet beproefd (kunnen) worden. Dit geeft derhalve een naar verhouding grote onzekerheid in de aanwezige veiligheid. Enerzijds kan de CUR-publicatie 166 dus niet worden gevolgd, terwijl anderzijds het veiligheidsniveau volgens CUR-rapport 2001-4 niet zondermeer toereikend is. Daarbij dient gerealiseerd te worden dat anders dan bij een funderingselement op druk belast, de op trek belaste een progressief bezwijkgedrag vertonen en de daarop dragende constructies veelal minder gelegenheid tot herverdeling kennen. Uitgangspunten voor ontwerp en uitvoering De berekening van de trek- en/of drukweerstand van dient plaats te vinden volgens de rekenregels, zoals opgenomen in de Nederlandse norm NEN 9997-1. Voor het bepalen van de axiale veerstijfheid geeft de CUR-richtlijn rekenregels. Bij het ontwerp van kunnen ter bepaling van de grondmechanische draagkracht en axiale veerstijfheid twee verschillende wegen worden bewandeld (zie ter illustratie tabel 2): Tabel 2. Paalklasse factor t voor trek in zand en grindhoudend zand Ankerpaal Wijze van installatie Afsnuiten Rekendiameter Paalklasse factor αt type paalschacht Range van paalschacht Ondergrens- Verwachtingsdiameter waar van waarden waarden toepassing Geen in-situ testen Wel in-situ testen * * qc D reken D min -D max α t;min α t;verw [MPa] [mm] [mm] [-] [-] A gespoelboorde, 20 Dboorbuis + 20 180-200 0,011 (0,008) 0,017 (0,012) verbuisd ingeboord B gespoelboorde, 20 D boorkroon + 20 180-200 0,011 (0,008) 0,017 (0,012) met enkele buis ingeboord C zelfborende 20 D boorpunt + 20 180-380 0,008 0,012 D schroefinjectiepalen 15 D schroefblad 180-350 0,008 0,012 E ** ingetrilde 15 D buis ca. 200 0,006 - * De bij type A en B tussen haakjes vermelde waarden zijn van toepassing indien de verankeringslichamen niet over de volledige lengte onder verhoogde druk worden afgeperst. In de meeste gevallen zal wel onder verhoogde druk worden af geperst, maar de leverancier dient dit te bevestigen en bij uitvoering na te leven. ** Ingetrilde : betreft een recente ontwikkeling die bij het samenstellen van deze richtlijn buiten inhoudelijke beschouwing is gebleven, maar vanwege de aard van dit type paal wel binnen dit kader behoren. Bij toepassing van dit type ankerpaal zullen altijd proefbelastingen (bezwijk-, geschiktheids- en controleproeven) nodig zijn om de geschiktheid voor toepassing en de projectspecifieke paalklasse factor aan te tonen. 16 GEOTECHNIEK December 2011

CUR-RICHTLIJN 236 ANKERPALEN, EEN BEPROEVING? Figuur 3 Last-rijzingsgedrag bezwijkproef. 1. Toepassen van de in de richtlijn aangegeven conservatieve uitgangspunten, waarbij géén verplichting tot beproeven geldt. 2. Toepassen van hogere geoptimaliseerde uitgangspunten, mits aan ieder van de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: a. bezwijkproeven op verloren testpalen vooraf (figuur 3) en geschiktheids- en controleproeven op produktiepalen achteraf (figuur 4); b. uitgebreide uitvoeringscontrole op testpalen en productiepalen. Zolang de vereiste bezwijkproeven nog niet zijn uitgevoerd, is het toegestaan om de in de richtlijn aangegeven verwachtingswaarden te gebruiken, welke in een uitvoeringsontwerp verder geoptimaliseerd kunnen als de testresultaten gunstiger blijken (andersom geldt dat uiteraard ook als de testresultaten tegenvallen). In de praktijk zal het erop neer komen dat bij kleinere aantallen aan te brengen veelal de eerste weg, dus met veilige uitgangspunten en zonder beproeven, gevolgd zal worden. Bij grotere werken met grofweg meer dan 100 à 150 palen zal het al snel lonend worden om de tweede weg te volgen. Door het beproeven zullen gunstigere wrijvingseigenschappen aangetoond kunnen worden, waarmee paallengte valt te besparen zonder dat de veiligheid in het geding komt. In situaties met een relatief hoog risicogehalte zal in beginsel altijd getest moeten worden, ook als het om kleinere aantallen palen gaat. Het is de taak van de opdrachtgever om daar eisen aan te stellen. Ook indien er twijfel bestaat aan de geschiktheid van een bepaald type ankerpaal om in een vast zand- of grindpakket de gewenste diepte te kunnen bereiken, is het bijzonder nuttig om vooraf verloren testpalen te installeren en deze vervolgens tot bezwijken te testen. Dat geldt ook als er op basis van geologische informatie het vermoeden bestaat dat de grondlaag waarin de verankeringslichamen worden geformeerd, minder draagkrachtig is dan uit de sonderingen valt op te maken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het om duin- of stuifzand afzettingen gaat [4]. Omdat er slechts een klein percentage (minimaal 3%) van de produktiepalen zal worden getest, is juist een gedegen uitvoeringscontrole van groot belang. De combinatie van registreren en beoordelen van de voor het toegepaste type ankerpaal relevante uitvoeringsparameters is tenslotte dé sleutel om ook van alle palen die niet worden getest de gewenste kwaliteit aan te kunnen tonen. Figuur 4 Geschiktheidsproeven vanaf ponton. Rol van de opdrachtgever In het kader van de beoogde veiligheid en duurzaamheid in relatie tot het ontwerp van anker - palen, heeft ook de opdrachtgever een belangrijke rol en verantwoordelijkheid. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het formuleren van de uitgangspunten waaraan de te maken constructie dient te voldoen. Deze uitgangspunten komen bovenop de minimale eisen conform de nationale regelgeving. Verder komt zijn verantwoordelijkheid met name tot uitdrukking bij het van toepassing verklaren van de CUR richtlijn 236 Ankerpalen, het aangeven van het aantal of het percentage te beproeven palen en het stellen van eisen ten aanzien van onafhankelijke en deskundige supervisie op het werk en de beoordeling van de geregistreerde uitvoeringsparameters. Mentaliteitsverandering Het beperken van geotechnisch falen was niet direct de aanleiding voor het opstarten van CURcommissie C152 Ankerpalen. De publieke aandacht voor geotechnisch falen dateert feitelijk van 2009 met de start van Geo-Impuls, en toen was C152 al drie jaar onderweg. Het werk van de commissie past echter wel naadloos in de tijdgeest waarin opdrachtgevers, ontwerpers, kennisinstituten en opdrachtnemers samen een inspanning leveren om geotechnisch falen te beperken. Het 17 GEOTECHNIEK December 2011

GEOTECHNIEKDAG-SPECIAL resultaat van de commissie is een richtlijn voor de toepassing van Ankerpalen, een mentaliteitsverandering bij de betrokken partijen in het bouwproces, een toename van de kennis omtrent deze funderingssystemen en een uitstekende basis om in de toekomst de resterende onzekerheden bij deze paalsystemen verder te beperken. Platform Ankerpalen Gedurende een periode van 3 jaar na publicatie van deze richtlijn zullen de opgedane ervaringen centraal worden verzameld en geëvalueerd. Deze dienen vervolgens als basis voor een verdere aanvulling van de richtlijn in de vorm van een dan samen te stellen revisie. Hiertoe wordt momenteel gewerkt aan het oprichten van een onafhankelijk Platform Ankerpalen, bestaande uit deskundigen vanuit de opdracht - gevers, ingenieursbureaus en aannemerij. CUR- NET zal als centraal verzamelpunt van de vergaarde informatie fungeren. Dit Platform zal tevens fungeren als klankbord voor vragen, onduidelijk heden en zorg dragen voor eventueel benodigde tussentijdse correcties. CUR-richtlijn 236 Ankerpalen, een beproeving? De kern en ook de kracht van deze richtlijn is de focus op de borging van de gewenste kwaliteit van de. Er worden allerlei eisen gesteld en er zijn vele mitsen en maren aan verbonden. Maar is het interpreteren en toepassen van deze richtlijn daarmee nu een beproeving op zich? Nee hoor, dat valt allemaal wel mee. Inmiddels wordt er in de huidige praktijk bij grotere projecten feitelijk al volgens de nu beschreven aanpak gewerkt. Daarmee is deze richtlijn voor een groot deel niet meer en niet minder dan het schriftelijk vastleggen van deze huidige praktijk. De winst is evenwel dat de spelregels nu eenduidig zijn en ook bindend (kunnen) worden voorgeschreven. Een beproeving in letterlijke zin uiteraard wel: een beproeving is pure noodzaak. De aloude spreuk meten is weten vormt de kern van de richtlijn. Bovendien zal er aanmerkelijk meer aandacht aan de uitvoeringscontrole besteed moeten worden. Literatuur [1] Aukema, E.J., Ankerpalen voor de toeritten van de Hubertustunnel in Den Haag. Geotechniek, oktober 2006. [2] Aukema, E.J.; De Jong, E., Betrouwbare, meten is weten. Cement, nummer 6, 2007 [3] Meinhardt, G.; Vriend, A.C., Knikstabiliteit Ankerpalen. Cement, nummer 6, 2009 [4] Vriend, A.C., Design guideline for non-driven tension piles underneath under water concrete slabs. Proceedings International Symposium Ground Anchors, Brussels Belgium, BBRI & BGGG-GBMS, May 2008.