VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 1 Wilma van der Westen & Domien Wijsbroek Haagse Hogeschool Contact: W.M.C.vanderWesten@hhs.nl D.H.J.Wijsbroek@hhs.nl Slecht in taal, slecht in studie? Resultaten van een onderzoek naar de relatie tussen taalvaardigheid en studiesucces 1. Inleiding Bij de Haagse Hogeschool is in 2010, op basis van voorhanden zijnde gegevens, de relatie tussen taalvaardigheid en studiesucces onderzocht. In een eerder artikel (Van der Westen & Wijsbroek 2010) zijn de eerste, nog exploratieve, uitkomsten beschreven. In januari 2011 zijn die uitkomsten gepresenteerd tijdens de expertmeeting van het netwerk academische communicatieve vaardigheden bij Tilburg University. In deze bijdrage worden enkele resultaten en conclusies uit het inmiddels afgeronde onderzoek besproken. Het onderzoek probeert antwoord te geven op de vraag welke relatie er is tussen taalvaardigheid en studiesucces, of die relatie voor algemene taalvaardigheid en werkwoordspelling identiek is en welke studentkenmerken van invloed zijn op de taalvaardigheid van beginnende studenten in het hoger beroepsonderwijs (hbo). Taalvaardigheid is een breed begrip. Omdat het onderzoek is uitgevoerd op basis van de resultaten op de instaptoets Nederlands, is het begrip taalvaardigheid geconcretiseerd volgens de keuzen die destijds zijn gemaakt bij het ontwikkelen van de toets. Even breed is het begrip studiesucces, een ingewikkeld begrip waar veel en diverse factoren een invloed op hebben. Bij de Haagse Hogeschool zijn diverse, afzonderlijke databestanden over verwachtingen, ervaringen, studentkenmerken en studievoortgang gekoppeld in het Onderzoekshuis Studiesucces, waardoor de factoren die van belang zijn voor studiesucces nu met elkaar in verband gebracht kunnen worden, terwijl ze voorheen meestal apart van elkaar werden bekeken. De effecten van het model Ondersteunend Onderwijs Nederlands (OON) kunnen nu onderzocht worden. Dat model is in 1999 ingevoerd (Van der Westen 2003; zie ook figuur 1) en voorziet onder andere in een instaptoets Nederlands. Er zijn overigens binnen de Haagse Hogeschool ook opleidingen die gebruikmaken van andere (eigen) taaltoetsen. 118
5. Taalbeleid hoger onderwijs 2. Context van het onderzoek Figuur 1: Model Ondersteunend Onderwijs Nederlands (Van der Westen 2003). De Instaptoets Nederlands bestaat uit een C-toets (ATV) en een toets werkwoordspelling (WWS). De C-toets heeft als doel de algemene taalvaardigheid van de inkomende student te meten aan de hand van een zestal tekstfragmenten uit bestaande teksten waar studenten in het eerste jaar mee in aanraking kunnen komen en die ze moeten kunnen begrijpen: fragmenten uit studieboeken met een inleidend karakter, een algemeen voorlichtende tekst, een juridisch getinte voorlichtende tekst (uit een studentenstatuut bijvoorbeeld) en een gesproken tekst die schriftelijk gerepresenteerd wordt. Van elk fragment is de eerste zin in zijn geheel gegeven. Daarna is van elk tweede woord de helft weggelaten. Het doel van de C-toets is vroegtijdige screening van die studenten die ondersteuning nodig hebben; niet om hen te weren van een opleiding (ze zijn immers formeel toelaatbaar), maar om hen tijdens de opleiding verder te helpen met taalontwikkeling en om eventuele tekorten weg te werken. Bij het onderdeel werkwoordspelling vullen studenten d tjes en t jes in in zinnen die niet speciaal zijn geconstrueerd voor de test, maar die uit werkstukken komen van studenten of uit teksten die passen bij beginnend hbo-niveau. Dat heeft tot gevolg dat homofone werkwoordsvormen, samengestelde zinnen en langere zinnen veelvuldig voorkomen, waardoor tevens een beroep wordt gedaan op de vaardigheid om complexere zinsstructuren te doorzien. 5 In 1999 is ervoor gekozen om het leerbare element van de werkwoordspelling te toetsen. Reden was om studenten van wie het Nederlands niet de moedertaal is en studenten met dyslexie niet uit te sluiten. Er wordt in deze toetsvorm geen beroep gedaan op toevallige woordkennis, op spellingsregels die gebaseerd zijn op incidentele weetjes of op het onderscheid in sterke en zwakke werkwoorden. Om de bijbehorende studiepunten toegekend te kunnen krijgen, moeten beide onderdelen van de instaptoets 119
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Nederlands met een voldoende worden afgesloten. Bij een onvoldoende volgt ondersteunend onderwijs (zie kader 1). 3. Enkele resultaten uit het onderzoek Cohort 2010 2009 2008 2007 ATV WWS N ATV WWS N ATV WWS N ATV WWS N B 40% 26% 176 43% 14% 160 BI 43% 18% 28 61% 21% 33 36% 21% 33 75% 36% 55 BI-ZO 78% 44% 9 67% 17% 6 59% 12% 17 70% 30% 10 CI 48% 12% 25 76% 29% 21 CMD 50% 34% 153 68% 20% 136 72% 22% 129 81% 35% 118 CMV 60% 46% 50 66% 17% 47 72% 28% 39 85% 43% 46 CO 50% 44% 80 82% 26% 102 83% 63% 93 CV 51% 43% 63 70% 21% 47 HBO-R 79% 36% 270 HT 69% 23% 13 IDM 77% 46% 13 90% 20% 10 80% 80% 10 78% 33% 9 INF 63% 48% 54 55% 22% 65 63% 23% 40 86% 33% 57 INF-ZO 52% 45% 29 69% 19% 26 85% 15% 20 92% 50% 26 ISM 54% 29% 24 67% 11% 27 73% 20% 15 IVK 88% 30% 97 MIZ 63% 13% 8 MWD 38% 25% 140 51% 11% 171 41% 19% 116 74% 23% 115 SB 59% 33% 108 68% 13% 91 SPH 61% 48% 205 61% 26% 168 62% 17% 165 72% 31% 168 TI 31% 19% 26 56% 7% 27 42% 35% 26 57% 29% 21 * * * * * Totaal 52% 35% 1167 62% 18% 1150 60% 21% 655 79% 35% 1102 Tabel 1: Het percentage eerstejaarsstudenten dat het onderdeel algemene taalvaardigheid aan de hand van een C-toets (ATV) en werkwoordspelling (WWS) heeft behaald bij de eerste afname 1. 1 Verklaring afkortingen opleidingen in tabel 1: B = Bouwkunde; BI = Bedrijfskundige Informatica; BI-ZO = Bedrijfskundige Informatica locatie Zoetermeer; CI = Commercieel Ingenieur; CMD = Communication & Multimedia Design; CMV = Culturele en Maatschappelijke Vorming; CO = Communicatie; CV = Civiele Techniek; HBO-R = HBO-Rechten; HT = Human Technology; IDM = Informatiedienstverlening en -management; INF = Informatica; INF-ZO = Informatica locatie Zoetermeer; ISM = Information Security Management; IVK = Integrale Veiligheidskunde; MIZ = Management in de Zorg; MWD = Maatschappelijk Werk en Dienstverlening; SB = Small Business & Retail Management; SPH = Sociaal Pedagogische Hulpverlening; TI = Technische Informatica. 120
5. Taalbeleid hoger onderwijs Tabel 1 toont het percentage studenten dat bij eerste afname van de instaptoets Nederlands een voldoende behaalde voor het betreffende onderdeel van de toets. Onderzocht zijn eerstejaarsstudenten die: in september met hun studie zijn gestart; de instaptoets Nederlands deden uiterlijk op 31 december van het betreffende jaar; de instaptoets Nederlands voor het eerst hebben gedaan; opleidingsgewijs aan de toets hebben meegedaan. Studenten die voor meerdere studies zijn ingeschreven, zijn alleen meegerekend bij de opleiding waarin ze de meeste studiepunten behaalden. Uit het onderzoek blijkt dat: het percentage studenten dat het onderdeel algemene taalvaardigheid behaalt, afneemt over de cohorten (van 79% in 2007 naar 52% in 2010); voor de toets werkwoordspelling er bij de cohort van 2010 een kentering van de dalende trend zichtbaar is (in 2010 weer terug op het niveau van 2007; 35% behaald). 5 Type vooropleiding ATV WWS N (2907) vwo 95% 59% 178 havo 78% 30% 1477 mbo 50% 13% 1045 overig 207 totaal 67% 25% 2907 Tabel 2: Percentage met voldoende voor ATV of WWS naar type vooropleiding. 121
VIJFENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Etniciteit ATV WWS N (2907) autochtoon 79% 28% 1825 westers Europa 67% 23% 111 niet-westers Suriname 58% 17% 250 niet-westers Afrika 49% 24% 61 niet-westers Marokko 46% 17% 191 niet-westers Azië 32% 31% 99 niet-westers Turkije 31% 24% 134 niet-westers Antillen** 31% 13% 144 niet-westers Aruba** 30% 10% 10 overig 82 **Antillianen voor het grootste deel direct van de eilanden (in 2009 76% van de 63). Tabel 3: Percentage met voldoende voor ATV of WWS naar etniciteit (definitie CBS). ATV Propedeuse in één jaar behaald N (2907) ATV voldoende 42% 1958 (67%) ATV onvoldoende 24% 949 (33%) Totaal 36% 2907 Tabel 4: Percentage propedeuse behaald in eerste jaar naar resultaat op ATV. In de tabellen 2, 3 en 4 zijn de resultaten van de cohorten 2007 tot en met 2009 samengevoegd. In tabel 2 en 3 zijn de slaagpercentages op de eerste afname van de instaptoets Nederlands naar type vooropleiding en etniciteit weergegeven. In tabel 4 is het behalen van de propedeuse in één jaar gerelateerd aan het behalen van ATV in het begin van het eerste jaar. De volgende resultaten zijn gevonden: de verschillen in het slaagpercentage voor ATV en WWS tussen leerlingen uit het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en leerlingen uit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn erg groot: respectievelijk 95% vs. 50% en 59% vs. 13%. Leerlingen uit het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) nemen een middenpositie in; meer dan de helft van de Antillianen komt direct van de eilanden bij de Haagse Hogeschool studeren. Taalzwakte vormt mogelijk een obstakel voor studiesucces, 122
5. Taalbeleid hoger onderwijs omdat ze zowel bij algemene taalvaardigheid als bij werkwoordspelling als zwakste groep uit de bus komen; van de studenten die hun ATV behaalden, heeft 42% de propedeuse in het eerste studiejaar behaald. Van de studenten die hun ATV niet behaalden, heeft 24% de propedeuse in het eerste studiejaar behaald. Ook WWS is een significante, maar een minder krachtige, voorspeller voor het behalen van de propedeuse in het eerste jaar bij de Haagse Hogeschool (5% vs. 1% verklaarde variantie). 4. Discussie De algemene taalvaardigheid neemt af over de cohorten. Dat is niet te verklaren door een verandering in de samenstelling van etniciteit en/of vooropleiding, omdat die redelijk stabiel zijn. Worden studenten inderdaad zwakker in algemene taalvaardigheid en waar ligt dat dan aan? Met ingang van cohort 2012 worden alle nieuwe studenten van de Haagse Hogeschool onderworpen aan een taaltoets. Bij de instaptoets Nederlands zakken de meeste studenten op werkwoordspelling. De relatie tussen werkwoordspelling en studiesucces is echter minder krachtig dan de relatie tussen algemene taalvaardigheid en studiesucces. Het is dan ook de vraag welke toets ingezet gaat worden, waar de focus op zal liggen en waarom. 5 Referenties Van der Westen, W. (2002/2009). Goed geschreven, Zakelijk schrijven binnen opleiding en beroep. Bussum: Coutinho. Van der Westen, W. (2003). Ondersteunend Onderwijs Nederlands: het perspectief op een goede taalvaardigheid. In: A. Mottart (red.). Retoriek en praktijk van het schoolvak Nederlands 2002. Gent: Academia Press, p. 207-219. Van der Westen, W. (2005). Zwaar geschud. Werkwoordspelling voor hoger onderwijs. In: D. Ebbers (red.). Retoriek en praktijk van het moedertaalonderwijs. Een selectie uit de 19 de Conferentie Het Schoolvak Nederlands. Gent: Academia Press, p. 125-128. Van der Westen, W. (2005/2010). Welgespeld, werkwoordspelling voor hoger onderwijs. Bussum: Coutinho. Van der Westen, W. & D. Wijsbroek (2010). Slecht in taal, slecht in studie? Een onderzoek naar de relatie tussen taalvaardigheid en studiesucces. In: Hoger Onderwijs Management, dec. 2010, p. 18-20. Van Veen, C. (1999). Constructie van een nieuwe Sectorale Toets Nederlands voor studenten van de Haagse Hogeschool. Den Haag: De Haagse Hogeschool, interne publicatie. 123