Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur



Vergelijkbare documenten
2009 (kenmerk MLB/LB/ ), onderschrijf ik. Datum. Onze referentie Pagina 2 van 6

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

onderwerp: adviesaanvraag Vereniging van Openbare Bibliotheken

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

BAOZW/U Lbr. 13/061

VNG Handreiking voor gemeenten Eindhoven, 15 april 2015 Driebergen Zeist, 16 april 2015 Rento Zoutman

De voorzitter van het Algemeen Bestuurscollege van de Koninklijke Bibliotheek mr. T.H.J. Joustra Postbus LK..DEN HAAG

14 december 2007 MLB/LB/2007/52.305

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Betreft: Advies Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

Landelijke Actieagenda voor innovatie Plan van aanpak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2011 Betreft Actualisering bibliotheekwetgeving

De gezamenlijke (innovatie) agenda netwerk openbare bibliotheekvoorzieningen

datum: 28 FEB, 2006 uw kenmerk: C/S&A/05/2637 uw brief van: 22 december 2005 ons kenmerk: arc /3

Bibliotheekcharter

Koninklijke Bibliotheek. Memorandum. Tarieven voor het gebruik van de digitale bibliotheek. Aan de minister van OCW

onderwerp: adviesaanvraag Vereniging van Openbare Bibliotheken bijlage: Cultuurnota-advies Vereniging van Openbare Bibliotheken

OCW, provincie Drenthe, provincie Fryslân, provincie Groningen, gemeente Groningen, gemeente Leeuwarden

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 30 juni 2008 Agenda nr: Onderwerp: Beleidsplan Bibliotheekwerk Heuvelland Gemeenten Aan de gemeenteraad,

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

Regiobijeenkomsten. maart - april 2019

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

In uw brief verzocht u de Raad om binnen drie maanden advies uit te brengen. Hij biedt u bij deze zijn bevindingeni aan.

verbonden stichtingen

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus LM 's-gravenhage

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie.

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur

Werkconferentie samen netwerken - net samenwerken

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

Lokaal bibliotheekwerk Een handreiking voor gemeenten

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

VWC. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad (070)

RAADSVOORSTEL Kaderstellend. Aan de Raad Agenda nr. 4. Toekomstige functie van de bibliotheek in de gemeente Someren. datum 29 januari 2014

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

iiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO Zienswijze project A27 Houten Hooipolder

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

De VOB op weg naar een nieuwe bibliotheekwet. Advies van de werkgroep o.l.v. Ton Brandenbarg

Collectief wat kan, lokaal wat moet

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

Jos Debeij Hoofd stafafdeling Bibliotheekstelsel Koninklijke Bibliotheek

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

De Staatssecretaris van Onderwijs,

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Inspraakrapport bij Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2015

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING 2018EINDHOVEN BRABANT

Koninklijke Bibliotheek. Memorandum. Kaders en werkwijze inkoop e-content

Tweede Kamer der Staten-Generaal

onderwerp: Aanbieding advies Bibliotheekvernieuwing

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

raad voor cukuur raad voor cultuur

punt nadrukkelijke aandacht.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Samen naar cultuur voor iedereen

Governance FUMO Samen aan het stuur

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

1 tpr (Ç3 AJF. van Tongeren APR. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Raad voor Cultuur. Postbus

Hoofdlijnen Plan van aanpak Integratie taken Sectorinstituut Openbare Bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek. Versie 3.0 (definitief) 12 juni 2013

Commissie voor Cultuur en Samenleving

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

statenstukken Provinciale Staten Bibliotheekbeleid provincie Zeeland - actualisatie huidig beleid voor de periode VOORSTEL

Voorstel 1: Ontwerpbegrotingswijziging 2019 PG&Z op basis van het Bedrijfsplan RIGG

Industrial Services. In-Service Verification Brandbeveiliging

Manifest. Is gemeente Boxmeer ouderenproof?

Sectoranalyse Bibliotheken en Letteren

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Ondernemingsraden en Georganiseerde Overleggen van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Datum: 26 maart 2013

onderwerp: ontwerp-selectielijst archiefbescheiden van de Centrale Organisatie

No.WOB /1 's-gravenhage, 15 november 2013

Actieplan visitatie 2014

No.W /III 's-gravenhage, 5 september 2016

Inleiding. Geen one size fits all

[roc s. aoc s en vakinstellingen] Datum 18 juni 2012 Betreft Studentenraad binnen de instelling. Geachte heer, mevrouw,

Besluit voortzetting jeugdbeschermingstafel samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang. Datum: Adviserend. Datum: Informerend

INTENTIEVERKLARING. De Vereniging voor Christelijk Onderwijs Groningen. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs Hoogkerk,

INLEIDING. 1 Inleiding

2 1 OKT. 20U /43/A.7, EZP Otten J.A. (050) n.v.t.

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IPO-visie op de uitvoering van de VROM-taken

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap p/a de Algemene Rijksarchivaris Postbus LM 's-gravenhage

Nu een paar bibliotheekbepalingen in de Wet specifiek cultuurbeleid 1994, rudimenten uit de Welzijnswet 1987 en de Bibliotheekwet 1975.

Jaarbericht auditoren SCOB. Zeven signaleringen over 2015

Samen verder In het sociale domein

Reactie internetconsultatie Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. Meerjarenplan Datum: 16 juli 2012 Versie: 1.0

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Transcriptie:

R.J.Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon +31(0)70 310 66 86 Fax +31(0)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mevrouw M. van Bijsterveldt-Vliegenthart Postbus 16375 datum: 2 juli 2010 uw kenmerk: 205078 uw brief van: 17 mei 2010 ons kenmerk: onderwerp: Advies beleidsplan Sectorinstituut Openbare Bibliotheken 2010-2012 Zeer geachte mevrouw Van Bijsterveldt, In uw brief van 17 mei 2010 1 verzoekt u de Raad voor Cultuur advies uit te brengen over het beleidsplan 2010-2012 van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, Sterk stelsel, groter bereik. Dit advies is bedoeld voor de herziene beschikking 2010-2012 en de prestatieafspraken die u met het sectorinstituut (verder ook: SIOB) wilt maken. In uw brief, stelt u de Raad enkele specifieke vragen over het beleidsplan van het sectorinstituut. In het voorliggende advies tracht de Raad uw vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden. Ter wille van een goed begrip voor de antwoorden van de Raad op de adviesaanvraag volgt hieronder een beknopt overzicht van de inhoud van twee eerdere raadsadviezen: het advies over de rol en positie van de Vereniging Openbare Bibliotheken (VOB) als landelijke ondersteunende instelling in de bibliotheeksector 2, en het advies Bibliotheekvernieuwing 2009-2012. 3 Naar de mening van de Raad zijn de constateringen en aanbevelingen in deze adviezen ook van toepassing op het advies over het beleidsplan 2010-2012 van het SIOB. Advies rol en positie van de VOB als landelijke ondersteunende instelling Naar aanleiding van het rapport Evaluatie Stelseltaken Vereniging van Openbare Bibliotheken 4 heeft toenmalig staatssecretaris Van der Laan de Raad verzocht advies uit te brengen over de rol en positie van de VOB als landelijke ondersteunende instelling in de bibliotheeksector. 1 Met kenmerk 205078. 2 Van 21 april 2006, kenmerk RC-2006.02890/2. 3 Van 19 mei 2008, met kenmerk bib-2008.04884/1 4 Op 3 maart 2006 aan staatssecretaris Van der Laan aangeboden.

pagina: 2 In dit advies merkte de Raad op dat het stelsel ten principale opnieuw dient te worden doordacht. Welke inrichting en taakverdeling zijn nodig voor een samenhangend, adequaat en efficiënt bibliotheekstelsel dat de ontwikkelingen van deze tijd aankan, en hoe kunnen de uitkomsten van het vernieuwingstraject daarin worden gewaarborgd en verankerd? De Raad constateerde destijds dat voor het beantwoorden van deze vraag een visie nodig is, allereerst van de rijksoverheid, op de positie en functie van het openbaar bibliotheeknetwerk in de samenleving. Beschouwt de overheid de bibliotheek als maatschappelijke basisvoorziening, als een recht, en wie houdt zij daarvoor vervolgens verantwoordelijk? De Raad achtte een herbezinning op de grondslag van het stelsel, het wettelijk kader, noodzakelijk. Naar de mening van de Raad zouden de primaire waarde en de functie van de openbare bibliotheek als publieke voorziening in de wet verankerd moeten worden. Advies Bibliotheekvernieuwing 2009-2012 In het advies Bibliotheekvernieuwing 2009-2012 beschouwde de Raad bezinning op de besturing van het stelsel in termen van samenhang en efficiency als een noodzakelijke stap om de volgende fase van bibliotheekvernieuwing in te gaan. De benodigde innovatiekracht kan alleen met meer centrale sturing vorm krijgen, stelde de Raad. De Raad schreef voorts dat door digitalisering bibliotheken steeds meer taken niet langer individueel kunnen uitvoeren omdat die een bovenlokale, landelijke of zelfs bovensectorale aanpak vereisen. Deze tendens staat op gespannen voet met de decentrale inrichting van het stelsel, waarin het ontbreekt aan een instantie die zich als bestuurlijk 'eigenaar' of regisseur manifesteert en als zodanig wordt erkend. Dit heeft te grote vrijblijvendheid tot gevolg en te weinig gemeenschappelijke richting ten aanzien van inhoudelijke vernieuwing. De Raad pleitte voor een slagvaardig en flexibel sectorinstituut, dat verbindend en richtinggevend opereert. De besteltaken van dit sectorinstituut zouden vooraf opnieuw gedefinieerd en afgebakend moeten worden, en afgestemd op het publieke karakter van de bibliotheeksector. De adviesvragen Uw adviesvragen hebben betrekking op twee onderwerpen: de plaats en functie van het sectorinstituut ten opzichte van andere organisaties, en de stelseltaken die ingevuld worden via programma s. Voordat de Raad ingaat op uw vragen wil hij zijn waardering uitspreken voor de resultaten die in de afgelopen periode zijn geboekt. Nu alle partijen het nut en de noodzaak van centrale regie onderschrijven en ondersteunen, zal daadwerkelijk een versnelling in de bibliotheekvernieuwing en een stevige kwaliteitsimpuls kunnen worden gerealiseerd. Plaats en functie sectorinstituut ten opzichte van andere organisaties Horizontale relaties Uit de hierboven samengevatte adviezen blijkt dat de Raad al eerder heeft gepleit voor een helder bestuurlijk en organisatorisch onderscheid tussen stelsel- en branchetaken. De reden voor dit pleidooi was de noodzaak een sterkere regiefunctie op landelijk niveau te ontwikkelen. Het SIOB onderkent in zijn beleidsplan dat hij is opgericht om de regiefunctie

pagina: 3 te vervullen; tegelijkertijd vraagt hij zich af of hij daarvoor wel de middelen heeft. 5 De Raad sluit zich aan bij deze vraag van het SIOB. Hij is van mening dat de oprichting van het SIOB een belangrijke, doch slechts eerste stap is naar meer centrale regie. In uw adviesaanvraag stelt u dat de uitvoering van het advies van de Raad concreet een ontvlechting van de branche- en besteltaken van de VOB betekent. De gevolgen van deze aanpak - ontvlechting in plaats van de inrichting van een nieuw sectorinstituut - ziet de Raad terug in het beleidsplan, met name ten opzichte van de nieuw opgerichte stichting Bibliotheek.nl. Hierop komt de Raad verderop in het advies terug. De Raad is van mening dat het SIOB steviger in staat gesteld moet worden zijn regierol waar te maken dan op dit moment het geval is. In Bibliotheekvernieuwing 2009-2012 pleitte de Raad al voor scherpe prioriteiten bij het innovatiebeleid. De ontwikkeling van de landelijke digitale bibliotheek is een van deze prioriteiten. De Raad gaf daarbij aan dat de centrale regie op de prioriteiten versterkt diende te worden. De activiteiten die binnen de bibliotheeknetwerken worden verricht zijn namelijk niet verplichtend, en werken eerder vertragend dan stimulerend op het vernieuwend vermogen van de sector. In het beleidsplan schrijft het SIOB bij het Programma Digitale Innovatie het volgende: Het sectorinstituut stuurt deze uitvoeringsorganisatie [Bibliotheek.nl, RvC] samen met de VOB aan en voert de regie over de middelen die door OCW worden ingebracht. De ambitie is om op korte termijn te komen tot een aanpak in consortiumverband. De wijze waarop het Sectorinstituut in 2011 en 2012 invulling geeft aan deze taken hangt onder meer af van de ontwikkelingen in 2010 van Bibliotheek.nl en van de afspraken die met partijen in het veld worden gemaakt over de precieze taakuitvoering tussen de actoren. ( ) Het Sectorinstituut monitort en stuurt Bibliotheek.nl (mede) aan vanwege OCW ( ). 6 De Raad is van mening dat het sectorinstituut zijn regierol met deze constructie van dubbel opdrachtgeverschap te veel afhankelijk maakt van de branchevereniging. De nieuwe situatie wijkt bovendien onvoldoende af van de situatie die bestond toen de VOB zowel de sectorals branchetaken vervulde. De Raad is dan ook van oordeel dat het sectorinstituut de enige opdrachtgever dient te zijn van Bibliotheek.nl. De middelen die de rijksoverheid voor bibliotheekwerk ter beschikking stelt, zouden aan het SIOB moeten worden toegekend. Het SIOB voert de vernieuwingsactiviteiten niet per se zelf uit maar schakelt hiervoor de meest geëigende partijen in, of besteedt werkzaamheden aan. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de door de Raad geadviseerde onafhankelijkheid en eenduidige zeggenschap. Het bestaan van Bibliotheek.nl heeft ook gevolgen voor de positionering van het sectorinstituut ten opzichte van landelijke organisaties in aanpalende sectoren. Het is namelijk nu met name Bibliotheek.nl dat een relatie heeft met aanpalende sectoren, zoals 5 Positie van het instituut, blz. 9. 6 Programma Digitale innovatie, blz. 26.

pagina: 4 uitgeverijen, archieven en andere erfgoedinstellingen. Dat begrijpt de Raad, maar zoals hij hiervoor al stelde: het opdrachtgeverschap dient bij het sectorinstituut te liggen. Verticale relaties De aard en inhoud van het onlangs afgesloten bibliotheekcharter maken de noodzaak voor krachtige regie vanuit het sectorinstituut urgenter. Het charter bindt de individuele bibliotheken en provinciale serviceorganisaties niet, en geeft evenmin uitsluitsel over benodigde financiële middelen. Het is inmiddels duidelijk dat veel gemeenten en provincies het voornemen hebben te korten op de budgetten voor bibliotheekwerk. De Raad heeft eerder al geadviseerd minimumeisen voor de bibliotheekvoorziening vast te stellen, zowel voor de voorziening op lokaal als op provinciaal niveau. Hiermee krijgt de rijksoverheid een instrument in handen om zowel de kwaliteit van het stelsel te bewaken als er enige sturing aan te geven. Naar de mening van de Raad is het SIOB bij uitstek de partij om de kwaliteit van het bibliotheekaanbod te bewaken. De Raad verwijst dan ook naar het advies Bibliotheekvernieuwing 2009-2012, waarin hij schreef over het vaststellen van minimumeisen en certificeringnormen. Stelseltaken ingevuld via programma s In uw adviesaanvraag stelt u dat voor het SIOB de volgende besteltaken gelden: afstemming en coördinatie; educatie, informatie en reflectie; vertegenwoordiging en promotie; instandhouding van een voorziening voor leesgehandicapten. De eerste drie taken zijn algemene besteltaken die ook van toepassing zijn op andere sectorinstituten. De laatste taak is een specifieke taak voor het SIOB. De Raad heeft eerder al bepleit de besteltaken van het op te richten sectorinstituut opnieuw te definiëren en af te bakenen om ze zodoende optimaal af te stemmen op het publieke karakter van de bibliotheeksector. De Raad merkt op dat dit nog niet is gebeurd. Het gevolg hiervan is dat het SIOB taken voor zichzelf ziet weggelegd die al door de branchevereniging worden verricht, zoals internationale vertegenwoordiging en promotie. Het SIOB dient zich naar de mening van de Raad voornamelijk te richten op structuurversterking / brancheontwikkeling, centraal opdrachtgeverschap, en innovatieve ontwikkelingen, zoals de (toegang tot de) digitale bibliotheek. Daarnaast moet het SIOB het voortouw nemen bij ontwikkelingen op het terrein van de digitalisering en de consequenties daarvan voor bijvoorbeeld (de handhaving van) het auteursrecht en de exploitatie daarvan. De Raad constateert dat bij de samenstelling van het beleidsplan reeds bestaande taken zijn herschikt naar de vastgestelde taken van een sectorinstituut. De verschillende programma s die het SIOB beschrijft zijn volgens de Raad ook vooral de vrucht van de ontvlechting, en niet van een nieuw ingerichte organisatie met de focus op centrale regie van de bibliotheekvernieuwing. Breder gesteld, ontbreekt in het plan een visie op de besturing van het stelsel als geheel en op een integrale heroverweging van taken. Het charter lost dat tekort ook niet op. In het algemeen is de Raad van oordeel dat de programma s van het SIOB op een andere wijze moeten worden ingevuld. Het sectorinstituut moet meer sturend en opdrachtgevend

pagina: 5 zijn, en ervoor zorgen dat andere partijen de programma s goed uitvoeren. Hiervoor dient het SIOB echter wel te beschikken over voldoende middelen, zowel financiële, als bestuurlijk / juridische. Aanbevelingen Voordat de Raad zijn aanbevelingen voor beleid formuleert, merkt hij het volgende op. In eerder genoemd advies uit 2006 schreef de Raad al dat het stelsel opnieuw dient te worden doordacht. Hierbij moeten vragen worden gesteld en beantwoord over de wenselijke inrichting en taakverdeling die nodig zijn voor een samenhangend, adequaat en efficiënt bibliotheekstelsel, dat is ingesteld op de actuele ontwikkelingen. Het beleidsplan bevat duidelijke sporen van de oude organisatie. De Raad beschouwt het plan 2010-2012 als een plan voor een overgangsfase. Van belang is dat het sectorinstituut, vanuit een eigen visie en missie, voor de periode na 2012 een plan maakt dat losstaat van de oude situatie en organisatie. In uw brief aan de Raad schrijft u dat u op korte termijn zult starten met de voorbereiding van wetgeving voor het bibliotheekterrein. Dit in vervolg op het Bibliotheekcharter 2010-2012 dat de drie overheden hebben afgesloten. In het charter constateren VNG, IPO en OCW dat de huidige wettelijke bepalingen in de Wet op het specifiek cultuurbeleid geen adequaat kader meer bieden voor het functioneren van het bibliotheekbestel. U stelt de Raad op een nog te bepalen moment in de gelegenheid daarover advies uit te brengen. Niettemin verzoekt de Raad u de hiernavolgende aanbevelingen ook te bezien in relatie tot een nieuw wettelijk kader. Positie SIOB Wil het sectorinstituut slagen, dan dient zijn positie aanzienlijk te worden versterkt. Om de benodigde regie in de sector te realiseren is het met name van belang dat de financiële en juridische positie van het sectorinstituut sterker worden. Concreet betekent deze aanbeveling dat de middelen die de rijksoverheid, zowel structureel als incidenteel voor bibliotheekwerk ter beschikking stelt, aan het SIOB moeten worden toegekend. Het SIOB voert niet zelf uit, maar voert de regie over de uitvoering. Besteltaken opnieuw definiëren en afbakenen De Raad herhaalt zijn advies om, met het oog op het publieke karakter van de bibliotheeksector, de algemene besteltaken die ook van toepassing zijn op andere sectorinstituten aan te scherpen en te verdiepen voor het SIOB. Hij adviseert u het SIOB de opdracht te geven een bijgesteld meerjarenplan te formuleren waarin de visie op de positie en functie van openbaar bibliotheekwerk in de samenleving het centrale vertrekpunt vormt. Eveneens dient in het plan duidelijk te zijn welke inrichting en taakverdeling nodig zijn voor een samenhangend, adequaat en efficiënt bibliotheekstelsel. SIOB als opdrachtgever voor de digitale bibliotheek Het sectorinstituut zou als opdrachtgever en initiator ondubbelzinnig de verantwoordelijkheid moeten krijgen voor innovatie en ontwikkeling tot uitvoering van het digitale bibliotheekwerk en hiermee nauw samenhangende activiteiten. Het sectorinstituut

pagina: 6 moet vooral een strenge opdrachtgever zijn, met voldoende middelen en een samenhangend programma. Van belang is dat een aanbod ontstaat van een samenhangend pakket van activiteiten die gezamenlijk als de infrastructuur voor het bibliotheekwerk kunnen worden beschouwd. Hieronder kunnen bijvoorbeeld worden verstaan: digitale diensten en content, landelijk dekkende logistiek en landelijke afkoop van de leenrechtvergoedingen. De Raad beveelt nadrukkelijk aan een einde te maken aan de situatie waarin de nieuwe VOB en het SIOB gezamenlijk opdrachtgever zijn van Bibliotheek.nl. Naar de mening van de Raad kan het SIOB onvoldoende zijn regierol uitoefenen wanneer hij niet de enige opdrachtgever is van Biliotheek.nl. Certificering De Raad adviseert minimumeisen voor bibliotheekvoorzieningen vast te (laten) stellen, zowel voor de voorzieningen op lokaal als provinciaal niveau. Het in 2009 door VNG, IPO en OCW opgestelde charter biedt hiervoor een uitgangspunt. Het SIOB zou de partij moeten zijn om op basis van de minimumeisen de kwaliteit van het bibliotheekaanbod te bewaken.