Inhoudsopgave INLEIDING 1. Milieubeleid 17 2. Milieubeleidsinstrumenten 17 2.1. Financie le voordelen 18 2.2. Milieuheffingen 20 2.3. Andere milieuspecifieke instrumenten 25 3. Internationaal niveau 27 3.1. Milieuheffingen en milieusubsidies 27 3.2. Beperkingen als gevolg van internationale normen 27 4. Europees niveau 28 4.1. Milieuheffingen 28 4.2. Milieusubsidies 28 4.3. Beperkingen als gevolg van de Europese normen 29 5. Belgie 32 5.1. Belgisch milieurecht 32 5.2. Belgische milieubevoegdheden 33 5.3. Belgische bevoegdheden inzake fiscaal recht 33 6. Economische aspecten van milieuheffingen en -subsidies 35 7. Geraadpleegde literatuurlijst 35 HEFFINGEN I Europees niveau 39 1. Belasting van energieproducten en elektriciteit 39 1.1. Wettelijk kader 39 1.2. Toelichting 40 1.3. Toepassingsgebied 43 1.4. Tarieven 45 1.5. Vrijstellingen 50 5
Milieuheffingen en -subsidies 1.6. Algemene afwijkingsmogelijkheid en verplichting 59 1.7. Aanhouden en verkeer van energieproducten (verband met Richtlijn 92/12/EEG) 59 1.8. Belastbaar feit en verschuldigdheid van de belasting 61 1.9. Andere bepalingen 63 1.10. Contact 64 II Federaal niveau 65 1. Heffing op risico s van zware ongevallen bij bepaalde industrie le activiteiten 65 1.1. Wettelijk kader 65 1.2. Herkomst van de berekeningsmethode 67 1.3. Onderverdeling van de betrokken installatie 67 1.4. Berekening van de gevarenindexen 68 1.5. Bepaling van het kritische product 69 1.6. Bepaling van de materiaalfactor MF en van de toxiciteitsfactor TF 71 1.7. Bepaling van de algemene procesgevaren 73 1.8. Bepaling van de bijzondere procesgevaren 77 1.9. Indeling in gevarencategoriee n 84 1.10. De heffingsprocedure 84 1.11. Adressen 87 1.12. Bijlagen 88 2. Milieutaksen, verpakkingsheffing en milieuheffing 96 2.1. Wettelijk kader 96 2.2. Algemeen 97 2.3. Bestemming 98 2.4. Verpakkingsheffing 99 2.5. Milieutaks op wegwerpfototoestellen 112 2.6. Batterijen 118 2.7. Verpakkingen die sommige nijverheidsproducten bevatten 126 2.8. Milieuheffing 133 2.9. Contact 139 3. Bijdrage op elektriciteit 140 3.1. Wettelijk kader 140 3.2. Algemeen 141 3.3. Bestemming 143 3.4. Heffingsgrondslag 144 3.5. Heffingsplichtige 147 6
Inhoudsopgave 3.6. Tarief 148 3.7. Procedure 157 3.8. Toezicht en sancties 160 3.9. Contact 161 4. Federale bijdrage elektriciteit ter compensatie van de gemeenten (Eliataks) 161 4.1. Wettelijk kader 161 4.2. Algemeen 163 4.3. Bestemming 164 4.4. Heffingsgrondslag 164 4.5. Heffingsplichtige 164 4.6. Tarief 164 4.7. Procedure 165 4.8. Contact 166 5. Bijdrage op aardgas 166 5.1. Wettelijk kader 166 5.2. Algemeen 167 5.3. Bestemming 168 5.4. Heffingsgrondslag 169 5.5. Heffingsplichtige 170 5.6. Tarief 170 5.7. Procedure 171 5.8. Toezicht en sancties 173 5.9. Contact 174 6. Accijnsbelasting op energieproducten en elektriciteit 174 6.1. Wettelijk kader 174 6.2. Algemeen 179 6.3. Bestemming 179 6.4. Heffingsgrondslag 180 6.5. Belastingplichtige 192 6.6. Accijnstarief 195 6.7. Procedure 217 6.8. Sancties 234 6.9. Contact 236 III Vlaams Gewest 237 1. Heffing op de waterverontreiniging (lozing van afvalwater) 237 1.1. Wettelijk kader 237 1.2. Algemeen 238 7
Milieuheffingen en -subsidies 1.3. Voor welke periode betaalt men? 240 1.4. Wie is heffingsplichtig? 241 1.5. Vaststelling van de heffing 242 1.6. Berekening van de vuilvracht 246 1.7. Procedure 261 1.8. Adressen 267 1.9. Bijlagen 267 2. Milieuheffing op vaste afvalstoffen (afvalstoffenheffing) 276 2.1. Wettelijk kader 276 2.2. Heffingsgrondslag en heffingsplichtigen 276 2.3. Tarieven 276 2.4. Ogenblik waarop de milieuheffing is verschuldigd 284 2.5. Terugvordering van de heffing bij faillissement 285 2.6. Aangiften en betaling 285 2.7. Verplichtingen van de heffingsplichtige 286 2.8. Procedure 286 2.9. Betrokken dienst 289 3. Heffing op de captatie van water 289 3.1. Wettelijk kader 289 3.2. Doel 290 3.3. Definities 290 3.4. Procedure 291 3.5. Nuttige adressen 297 4. Administratieve geldboeten in het kader van het Mestdecreet 297 4.1. Wettelijk kader 297 4.2. Doelstelling 298 4.3. Administratieve procedure 298 4.4. Overzicht administratieve boetes 299 4.5. Nuttige adressen 304 5. Administratieve kosten bij de in- en uitvoer van afvalstoffen 305 5.1. Wettelijk kader 305 5.2. Toepassing 306 5.3. Administratieve kosten 307 5.4. Financie le waarborgen 307 5.5. Adressen 308 6. Retributie bodemattest 308 6.1. Wettelijk kader 308 6.2. Inhoud 309 6.3. Procedure 312 8
Inhoudsopgave 6.4. Nuttig adres 316 7. Heffing op de winning van grondwater 316 7.1. Wettelijk kader 316 7.2. Doel 318 7.3. Heffingsplichtige 319 7.4. Bedrag van de heffing 321 7.5. Procedure van de heffing 326 7.6. Nuttige adressen 334 7.7. Bijlage 335 8. Dossiertaks milieuvergunning 338 8.1. Wettelijk kader 338 8.2. Inhoud 338 8.3. Procedure 340 8.4. Adressen 340 9. Heffing op de exploitatie van een elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit in het Vlaamse Gewest 342 9.1. Wettelijk kader 342 9.2. Algemeen 342 9.3. Bestemming 342 9.4. Heffingsgrondslag 343 9.5. Heffingsplichtige 343 9.6. Tarief 343 9.7. Procedure 344 9.8. Contact 348 10. Heffing op de exploitatie van een aardgasdistributienet in het Vlaamse Gewest 349 10.1. Wettelijk kader 349 10.2. Algemeen 349 10.3. Bestemming 349 10.4. Heffingsgrondslag 349 10.5. Heffingsplichtige 350 10.6. Tarief 350 10.7. Procedure 351 10.8. Contact 355 9
Milieuheffingen en -subsidies SUBSIDIES I Europees niveau 359 1. Inleiding 359 2. LIFE+ 360 2.1. De drie LIFE+ onderdelen 360 2.2. Wat komt in aanmerking voor financiering? 363 2.3. Wie kan steun aanvragen? 364 2.4. Hoeveel bedraagt de steun van de medefinanciering door de EU? 364 2.5. Oproep tot indienen van projectvoorstellen 364 2.6. Contact 365 2.7. Bijlage: lijst van thema s Call LIFE+ 2009 366 3. Structuurfondsen en Cohesiefonds 367 3.1. Inleiding 367 3.2. Juridische basis van de structuurfondsen en het Cohesiefonds 2007-2013 368 3.3. Contact 376 4. Steunmaatregelen voor onderzoek en ontwikkeling 376 4.1. 7de Kaderprogramma voor Onderzoek en Ontwikkeling FP7 (2007-2013) 376 4.2. De niet-communautaire Europese programma s voor wetenschappelijke en technologische samenwerking 387 5. Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) 389 5.1. Specifieke programma s 389 5.2. Begroting 392 5.3. Contactgegevens 393 6. De natuurlijke hulpbronnen (landbouw visserij) en de plattelandsontwikkeling 393 6.1. Inleiding 393 6.2. Steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) 394 6.3. Het Europese Visserijfonds (EVF) 396 6.4. Contact 397 7. Solidariteitsfonds van de Europese Unie 398 7.1. Inleiding 398 10
Inhoudsopgave 7.2. Bespreking van het reglement 398 8. De programma s van externe hulp van de Europese Unie 400 8.1. Inleiding 400 8.2. De EU als mondiale partner 400 8.3. Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 406 9. Leen- en waarborginstrumenten 407 9.1. De Europese Investeringsbank (EIB) 407 9.2. Het Europees Investeringsfonds (EIF) 409 9.3. Contact 411 II Federaal niveau 413 1. Verhoogde investeringsaftrek 413 1.1. Wettelijk kader 413 1.2. Beginselen 413 1.3. Definitie 413 1.4. Toepassingsmodaliteiten voor de verhoogde investeringsaftrek 416 1.5. Procedure 428 1.6. Adressen 428 2. Aanmoediging van duurzame mobiliteit in het werkgerelateerde verkeer 429 2.1. Wettelijk kader 429 2.2. Fiscale aanmoedigingen van verplaatsingen naar het werk met duurzame vervoermiddelen 432 2.3. Aanmoediging van de verplaatsingen met de trein en gecombineerd met de trein «Overeenkomst Derde Betaler voor de privésector» 438 2.4. Ontmoedigen van vervuilende bedrijfswagens 439 2.5. Belastingvermindering bij de aankoop van een nieuw voertuig (enkel voor particulieren) 441 2.6. Installatie van een laadstation - bedrijven 442 2.7. Bedrijfsvervoerplannen 442 III Vlaams Gewest 445 1. Ecologiepremie voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen 445 1.1. Wettelijk kader 445 11
Milieuheffingen en -subsidies 1.2. Welke ondernemingen kunnen intekenen op de «Call ecologiepremie»? 446 1.3. Welke investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? 448 1.4. De oproep 450 1.5. De subsidiepercentages 450 1.6. Beoordeling van het investeringsproject 451 1.7. Wat indien je ecologische investeringen niet voorkomen op de limitatieve technologiee nlijst 453 1.8. Investeringstermijnen 454 1.9. Uitbetaling van de steun 454 1.10. Fiscale vrijstelling ecologiepremie 455 1.11. Contact 455 2. De kmo-portefeuille 455 2.1. Wettelijk kader 455 2.2. Wat is de kmo-portefeuille? 456 3. Subsidie voor gemeenten voor de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties 492 3.1. Wettelijk kader 492 3.2. Historiek 493 3.3. Inhoud 494 3.4. Subsidiebedrag 496 3.5. Opstelling subsidie ringsprogramma 497 3.6. Procedure 499 3.7. Lopende projecten 508 3.8. Nuttige adressen 509 4. Subsidies voor bepaalde werken, leveringen en diensten 509 4.1. Wettelijk kader 509 4.2. Inhoud 510 4.3. Overzicht van de financie le tussenkomst 514 5. Samenwerkingsovereenkomst Vlaamse Gewest Gemeenten 2008-2013 521 5.1. Algemeen 521 5.2. Drie intekenniveaus 522 5.3. Overzicht vooropgestelde timing voor de periode 2009-2013 527 5.4. Informatie 528 6. PRODEM: promotie en demonstratie van milieu- en energievriendelijke technologiee n 529 12
Inhoudsopgave 6.1. Doel 529 6.2. Inhoud programma 529 6.3. Doelgroep en voorwaarden 530 6.4. Werkwijze 530 6.5. Steun 530 6.6. Contact 530 7. Subsidie voor duurzame technologische ontwikkeling (DTO) 531 7.1. Wettelijk kader 531 7.2. Doel 533 7.3. Voorwaarden 534 7.4. Motivering aanvraag 535 7.5. Voordelen 535 7.6. Contactadres 537 8. Premies en steunmaatregelen van de elektriciteitsdistributienetbeheerders 537 8.1. Wettelijk kader 537 8.2. De acties van de elektriciteitsnetbeheerders in 2010 538 8.3. Overzicht van de acties in 2010 per netbeheerder 540 8.4. Nuttige adressen 568 9. Groenestroomcertificaten 568 9.1. Wettelijk kader 568 9.2. Inhoud 569 9.3. Voorwaarden voor toekenning van groenestroomcertificaten 569 9.4. Voorwaarden voor aanvaardbaarheid van groenestroomcertificaten voor de certificatenverplichting 571 9.5. Bepaling van het aantal toe te kennen groenestroomcertificaten 573 9.6. Meting van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen 576 9.7. Aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten 577 9.8. Handel in groenestroomcertificaten 586 9.9. Groenestroomcertificatenverplichting 590 9.10. Databank groenestroomcertificaten 592 9.11. Nuttige adressen 593 10. Warmtekrachtcertificaten 594 10.1. Wettelijk kader 594 10.2. Inhoud 596 13
Milieuheffingen en -subsidies 10.3. Voorwaarden voor toekenning van warmtekrachtcertificaten 596 10.4. Voorwaarden voor aanvaardbaarheid van warmtekrachtcertificaten voor de certificatenverplichting 598 10.5. Bepaling van het aantal toe te kennen warmtekrachtcertificaten 600 10.6. Meting van de elektriciteits- en warmteproductie en brandstofverbruik 603 10.7. Aanvraag tot toekenning van warmtekrachtcertificaten 604 10.8. Handel in warmtekrachtcertificaten 611 10.9. Warmtekrachtcertificatenverplichting 613 10.10. Databank warmtekrachtcertificaten 615 10.11. Nuttige adressen 616 11. Toekenning van een gewestbijdrage voor de uitbouw van grijswatercircuits 617 11.1. Wettelijk kader 617 11.2. Doelstelling 617 11.3. Begunstigden 617 11.4. Toepassingsgebied 618 11.5. Procedure 618 11.6. Nuttige adressen 622 12. Het Eco-efficie ntiescanprogramma 622 13. Aanmoediging van woon-werkverplaatsingen in een duurzame optiek 623 13.1. Wettelijk kader 623 13.2. Doelstelling van de maatregel 623 13.3. Wie kan beroep doen op het Pendelfonds? 623 13.4. Voor welke projecten kan men beroep doen op het Pendelfonds? 623 13.5. Aanvraagprocedure 625 13.6. Reikwijdte van de subsidie 625 13.7. Nuttige adressen 625 14. Milieusubsidies aan landbouwers 627 14.1. Wettelijk kader 627 14.2. Procedure 627 14.3. Overzicht van milieusubsidies aan landbouwers in het kader van het Plattelandsbeleid 628 14.4. Contacten 636 14