Korte handleiding bijeenkomst 3. Eigendom en overig toebehoren. Eigendom. Eigendom is in tijd, ideologie en naar streek bepaald, zowel qua periode als qua betekenis. (vergelijk eigendom nutsbedrijven/spoorwegen nu en 40 jaar geleden en de invulling van het begrip socialistisch eigendom, de opkomst van het begrip kraken) Er is geen definitie van eigendom inhoudelijk, wel wat bevoegdheden betreft. Dit geeft het begrip de ruimte om zich ook aan de tijd aan te passen. Omschrijving bevoegdheden: zie artikel 5 lid 1: het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Het geeft derhalve een positie aan ten opzichte van een zaak> geldt ook voor bezit, houderschap. Verschil: eigendom is het meest omvattende recht. Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit. Wat valt er onder het recht: de zaak en bestanddelen (uitz. opstal en mandeligheid), maar ook vruchten (zie 5:1 lid 3) Vatbaar voor eigendom zijn geïndividualiseerde zaken, en niet naar de soort of hoeveelheid bepaalde zaken. Zie arrest Texeira de Mattos. Dit geldt bijvoorbeeld niet voor geld als soort. De individualisering speelt minder bij onroerende zaken> zie de rol van het kadaster. Zie hiervoor ook de artikelen: 5:24 t/m 5:35, die allen handelen over kwesties met onroerende zaken en eigendom. Eigendom van grond: Hiertoe behoort volgens art 5:20 BW: De bovengrond De aardlagen hieronder Grondwater, dat aan de oppervlakte komt Afgepaald grondwater op de grond Duurzaam met de grond verbonden gebouwen en werken, voor zover deze geen bestanddeel zijn van een andere onroerende zaak Beplantingen Arresten: grafzerkenarrest en porta-cabin arrest.
Belangrijk artikel: zie 5:20 sub e: horizontale natrekking prevaleert soms boven de verticale natrekking. Criterium: verkeersopvatting. Belangrijke beperking van eigendom: 5:21. Rechtsgevolgen en functies Als eigendom samenvalt met bezit> alle acties van bezit. De bestolen eigenaar heeft deze rechten dus niet. Daarnaast alle rechten van goederenrechtelijke rechten. Gebruiksrecht De eigenaar mag onbeperkt gebruik maken van zijn zaak, zulks evenwel met inachtneming van een aantal regels. De term gebruik is ruim op te vatten: feitelijk gebruik en juridisch gebruik zowel zelf als overlaten aan anderen. Generatievermogen: Eigendom genereert eigendom> zie voorbeeld bestanddelen, maar ook vruchten en dmv natrekking of schatvinding. Ook het omgekeerde doet zich voor: wegspoelen van grond. Beschikkingsbevoegdheid: Eigenaar is bij uitsluiting beschikkingsbevoegd. Definitie: bevoegdheid tot vervreemden of bezwaren. Dit is gebaseerd op: 3:81 lid 1 en 3:83 lid 1. Revindicatie en andere rechten Definitie: rechtsvorderingen toekomend aan de eigenaar tot terugvordering van de zaak of erkenning van zijn rechten. Wijzen van vormgeving: verklaring voor recht (3:302), vordering uit onrechtsmatige daad (6:162) Revindicatie: 5:2: vorderingsactie tegen een ieder. Wijze van revindiceren: het opeisen van de zaak. De revindicatie mislukt ingeval de wederpartij rechten kan inroepen tot behoud van de zaak, bv vruchtgebruik, huur, retentierecht. Revindicatie is met name van belang bij faillissement of schuldsanering. Beperkingen eigendomsrecht. Soorten beperkingen: naar gebruik (huur), beschikking (bewind), generatievermogen (vruchtgebruik), revindicatie (retentierecht) of op alle rechtegevolgen van eigendom (onteigening, derdenbescherming).
Publiekrechtelijke beperkingen Zie hiervoor 5:1 lid 2 en 3:14: de bevoegdheden verbonden aan eigendom mogen niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven en ongeschreven regels van publiekrecht. Bronnen: verdragen (bv quotabeperking), wetgeving en uitvoering hiervan: zie voorbeeld pag 143 boek. Ook gemeentelijke verordeningen: bv bestemmingsplannen, verbod van reclame op panden. Privaatrechtelijke beperkingen Belangrijkste vormen: 6:162 (onrechtmatige daad), misbruik van bevoegdheid (3:13 en 5:54) en hinder (5:37). Misbruik betreft de kwestie van de uitoefening van rechten; hinder gaat over respect voor rechten van derden. Misbruik zie 3:13 Belangrijk voorbeeld: arrest Grensoverschrijdende garage. Hinder 5:37 Definitie: rumoer, stank, trilling, rook, gas e.d. Van belang bij hinder is het zogenaamde anterioriteitsbeginsel: heeft de klager zich voor of na het ontstaan van de hinder gevestigd. Ook het hebben van een vergunning speelt een rol, maar niet doorslaggevend (zie vogelplaagarrest). Dit criterium geldt niet alleen voor eigenaren, maar meer in het algemeen voor gebruikers. Zie ook art 6:168: soms moet hinder geaccepteerd worden op grond van zwaarwegende regels met de verplichting tot schadevergoeding. Burenrecht zie titel 5.4 Burenrecht regelt de verhoudingen tussen naburige erven. Zij gelden voor eigenaars en niet voor personen individueel. Kenmerk van deze regels: regelend recht Overige beperkingen: Van belang zijn de zelf gemaakte beperkingen: bv erfdienstbaarheden, pand hypotheek. Ook persoonlijke rechten: bv huur. Maar ook bewind, faillissement, beslag. Verkrijging en verlies Verkrijging: originair en derivatief. Verlies: door tenietgaan, door afstand te doen 5:18, door overdracht.
Toebehoren van rechten Definitie: het meest omvattende recht op een recht (zie 172 boek); geeft een directe relatie aan van een persoon tot een recht. Het belang van toebehoren aan is alleen maar toegenomen, zie de omvang van giraal geld, maar ook aandeelhouderschap (ipv eenmanszaak) Voorwerp De rechthebbende tot een recht heeft ook recht op de vruchten (bv huur, rente) Ook rechten moeten geïndividualiseerd zijn (zie bv kwaliteitsrekening notaris, advocaat) Gevolgen: In principe minstens dezelfde functies als bezit en eigendom. Het toebehoren aan is een goederenrechtelijk recht en heeft derhalve ook al die eigenschappen. Beperkingen: zie 3:14 Verbod van misbruik van bevoegdheid en het verbod van hinder. Ook de derdenbescherming is een beperking en rechten kunnen worden bezwaard met een beperkt recht (pand, hypotheek) Verkrijging/verlies Verkrijging: originair en derivatief (komt nog aan de orde) Verlies: overdracht of tenietgaan. Gemeenschap zie titel 3.7 Definitie: een situatie: dat een of meer goederen aan twee of meer deelgenoten gezamenlijk toebehoren. De deelgenoten hebben ieder een aandeel in de gemeenwschap; deze hoeven niet gelijk te zijn. Kenmerk: de onderlinge verhouding wordt geregeerd door redelijkheid en billijkheid. 3:166 lid 3 Titel 3.7 gaat met name over gemeenschappen, die vatbaar zijn voor op verdeling. Zie 3:189: deze titel geldt niet voor huwelijksgemeenschappen, maatschap, vof, appartementsgebouwen. Zie waarvoor titel 3.7 wel geldt: 3:189 lid 2 Soorten gemeenschappen Onderscheid naar: Onderwerp (huwelijk, bedrijf, partnerschap)
Wettelijk regime: zie 3:189 Bron: bv oprichtingshandeling (maatschap), testament en de wet (bv erfopvolging) Een gemeenschap kan een goed omvatten maar ook meerdere goederen (algemeenheid van goederen): hier dient zich een probleem aan bij de levering. Inhoud, verkrijging en verlies gemeenschap Een gemeenschap kan ook schulden omvatten zie maatschap, nalatenschap. Verkrijging: hangt ervan af waarover het gaat: de gemeenschap zelf of een aandeel in de gemeenschap. Ontstaan: vanzelf (huwelijk) of bewust (maatschap) Einde: verdeling. De inhoud van een gemeenschap kan wijzigen door verkrijging of verlies van goederen. Een aandeel in de gemeenschap verkrijgt/verliest men door erfopvolging en overdracht. Mandeligheid: Definitie: vorm van gemeenschap van een onroerende zaak, die toebehoort aan de eigenaars van verschillende erven en tot gemeenschappelijk nut is bestemd van die erven. Van toepassing zijn de algemene regels van gemeenschap. Verder titel 5.5 Mandeligheid is een afhankelijk recht; kan niet zelfstandig bestaan; hoort bij de eigendom van een erf. Bij overdracht gaat de mandelige zaak van rechtswege mee over. Mandeligheid vormt een uitzondering op de natrekkingsregel. Ontstaan: of in een notariële akte en inschrijving in de openbare registers 5:60 of van rechtswege 5:62 Voor de eerste mogelijkheid is geen nabuurschap vereist. Ontstaan van rechtswege: als een muur op de grens van twee erven staat, welke erven aan twee verschillende eigenaren toebehoren en bij een scheidsmuur van twee gebouwen, die aan verschillende eigenaren toebehoren. Rechten en verplichtingen: zie blz 199 boek. Beëindiging: zie 5:61. Appartementsrecht (ap) titel 5:9> 5:106-5-147 Definitie: aandeel in een gebouw (eigendom of erfpacht) met de bevoegdheid tot uitsluitend gebruik van een deel van die zaak.
Komt tot stand dmv een akte van splitsing. Een appartement zelf kan ook weer gesplitst worden. Er is dus sprake van een gemeenschap. Een ap zou eigenlijk in boek 3 geplaatst moeten zijn. Splitsing Bevoegd is de eigenaar of erfpachter/opstaller; de laatsten hebben toestemming nodig van de grondeigenaar. Ondersplitsing mag alleen als de splitsingsakte dat toestaat. Splisting kan ook al gerealiseerd worden als het gebouw nog niet bestaat. Voorwaarde voor splitsing: notariële akte en inschrijving in de openbare registers. Zie voor voorwaarden: 5:111 Reglement: doorgaans modelreglement met aanpassingen. Rechten en verplichtingen appartementseigenaren Zie wet en reglement en statuten van de vereniging van eigenaren. Daarnaast redelijkheid en billijkheid. Wettelijke regelingen: zie art 5:108, 112-113, 115-116, 119-120, 124-136 en 138. Zelf doornemen. Tot het recht horen alle goederenrechtelijke verplichtingen en rechten: bv reglement en deelname aan de vereniging van eigenaren. Vereniging van eigenaren. Onstaat van rechtswege bij de oprichting; iedere eigenaar is van rechtswege lid. De vereniging is een gewone vereniging: rechtspersoon. Hoogste macht: ledenvergadering. Taak vereniging: uitvoeren van beheer en instandhouding gebouw (verzekering, onderhoudsfonds, servicekosten, vertegenwoordiging van leden) Status ap: zelfstandig vervreemdbaar, en te bezwaren; het recht kan ook vererven. Er kan ook verhaal op plaatsvinden (bv door hypotheekhouder) Wijziging/opheffing zie 5:139-142. Door opheffing wordt de vereniging van eigenaren ontbonden (vereffening) en onstaat er een vrije gemeenschap, die verdeeld kan worden.